ABONNEER NU!

EN KRIJG TOEGANG TOT VAKKENNIS


Probeer de eerste maand GRATIS
Daarna slechts € 230 per jaar (excl. btw)
Huidige filter(s):

Rechtbank Midden-Nederland 22-04-2025, ECLI:NL:RBMNE:2025:2026


Datum publicatie05-11-2025
ZaaknummerC/16/580914 / FA RK 24-1611
ProcedureEerste aanleg - enkelvoudig
ZittingsplaatsUtrecht
RechtsgebiedenCiviel recht; Personen- en familierecht
TrefwoordenFamilieprocesrecht
Wetsverwijzingen

Inhoudsindicatie Rechtspraak.nl

Niet-ontvankelijk in verzoek tot echtscheiding vanwege wilsonbekwaamheid.

Volledige uitspraak


RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Familierecht

locatie Utrecht

zaaknummer: C/16/580914 / FA RK 24-1611

Echtscheiding

Beschikking van 22 april 2025

in de zaak van:

[de man] ,

wonende in [woonplaats] ,

hierna te noemen: de man,

advocaat mr. F.H.P. van Venetien,

tegen

[de vrouw] ,

wonende in [woonplaats] ,

hierna te noemen: de vrouw,

advocaat mr. J.Th. Schravenmade.

1De procedure

1.1.

De rechtbank heeft de volgende stukken ontvangen:

  • het verzoekschrift van de man (met bijlagen), binnengekomen op 28 augustus 2024;

  • het verweerschrift van de vrouw (met bijlagen) met daarin een aantal voorwaardelijke zelfstandige verzoeken (tegenverzoeken), binnengekomen op 6 november 2024;

  • de aanvullende stukken van de man, binnengekomen op 31 januari 2025;

  • de akte overlegging aanvullende bijlagen van de vrouw van 7 februari 2025;

  • het bericht van 9 februari 2025 van de man met bijlagen.

1.2.

De verzoeken zijn besproken tijdens de mondelinge behandeling (zitting) van 11 februari 2025. Daarbij waren aanwezig:

  • de man, bijgestaan door zijn advocaat;

  • de vrouw, bijgestaan door mr. R.M. van Noort (als waarnemer voor haar advocaat)

  • mr. J.Th. Schravenmade als toehoorder.

1.3.

Op de zitting heeft de advocaat van de man een e-mailbericht overgelegd van de heer Scholten van 10 februari 2025.

1.4.

Na de zitting heeft de rechtbank de man in de gelegenheid gesteld om het definitieve rapport van de specialist ouderengeneeskunde en de diagnose van de GZ-psycholoog uit 2021 in te dienen. De rechtbank heeft dit uitgewerkt in het proces-verbaal van 11 februari 2025.

1.5.

Daarna heeft de rechtbank de volgende stukken ontvangen:

  • het bericht van de man van 11 maart 2025 met bijlagen;

  • het bericht van de vrouw van 18 maart 2025.

2Waar de procedure over gaat

2.1.

Partijen zijn op [datum] 1994 met elkaar getrouwd in [plaats] .

Daarvoor zijn partijen getrouwd geweest van [datum] 1964 tot [datum] 1992.

2.2.

De man verzoekt de rechtbank de echtscheiding tussen partijen uit te spreken.

2.3.

De vrouw is het daar niet mee eens en stelt dat de man niet-ontvankelijk moet worden verklaard in zijn verzoek.

2.4.

Daarnaast hebben partijen (voorwaardelijke) verzoeken gedaan over het huurrecht en de vermogensrechtelijke afwikkeling.

3De beoordeling

3.1.

De rechtbank verklaart de man niet-ontvankelijk in zijn verzoek tot echtscheiding en wijst de verzochte nevenvoorzieningen af. De rechtbank legt hierna uit waarom zij zo beslist.

3.2.

De vrouw heeft betoogd dat de man wilsonbekwaam is. Volgens haar is de man niet in staat zijn wensen kenbaar te maken, de gevolgen van de scheiding te overzien en is er mogelijk sprake van invloed van buitenaf. De man heeft betwist wilsonbekwaam te zijn en stelt consistent te zijn in zijn wens om te scheiden.

3.3.

De rechtbank is van oordeel dat is komen vast te staan dat de man wilsonbekwaam is en dat hij niet in staat is om de gevolgen van een echtscheiding te overzien. Op 9 februari 2023 heeft het CIZ een indicatiebesluit voor WLZ-zorg afgegeven met een zorgprofiel VV05: beschermd wonen met intensieve dementiezorg. Uit de medische verklaring van [A] , een VIA-geregistreerde arts, van 30 april 2024 blijkt dat de man een neurologische aandoening heeft die hem onder andere in toenemende mate geheugen- en overzichtsstoornissen geeft. Hierdoor is hij onvoldoende zelfstandig in staat zijn wensen aan te geven en de reikwijdte van zijn beslissingen te overzien. Volgens de VIA-arts is de man niet in staat de gevolgen van zijn handelen, zoals scheiden, te overzien. Hetzelfde volgt uit de geneeskundige verklaring van [B] , specialist-ouderengeneeskunde (hierna: SOG), van 6 januari 2025. Uit die verklaring volgt dat er progressieve neurocognitieve stoornissen zijn. Er is sprake van beïnvloedbaarheid, waarbij de man onvoldoende in staat is gebleken om autonome, weloverwogen en duurzame beslissingen te nemen. Verder is er sprake van een beperkt ziekte-besef en een gebrek aan ziekte-inzicht. Ook de SOG acht de man niet voldoende in staat om de gevolgen van een scheiding volledig te overzien. Gelet op de overeenkomstige inhoud van deze twee verklaringen ziet de rechtbank geen aanleiding om de man nog in de gelegenheid te stellen om een nieuw dementieonderzoek aan te vragen. Ook ziet de rechtbank geen aanleiding om het volledige rapport van [instelling] op te vragen.

3.4.

Nu de rechtbank de man niet-ontvankelijk verklaart in zijn verzoek tot echtscheiding, komt de rechtbank niet toe aan de verzochte nevenvoorzieningen. De rechtbank zal die verzoeken daarom afwijzen.

3.5.

De rechtbank hoopt dat er met deze beslissing duidelijkheid komt. Hoewel dit voor de man niet de gewenste uitkomst is, hoopt de rechtbank dat er met deze duidelijkheid ruimte zal ontstaan voor partijen om weer met elkaar in gesprek te treden om te kijken welk contact er tussen hen nog mogelijk is. De rechtbank begrijpt dat het ook voor de familie van partijen een moeilijke situatie is. Zij zien zich geconfronteerd met de veranderingen bij de man en de invloed die dat heeft op het huwelijk tussen de man en de vrouw. Wellicht kunnen partijen aan een maatschappelijk werker vanuit het verzorgingstehuis waar de man verblijft vragen om te bemiddelen tussen de man, de vrouw en hun familieleden om ervoor te zorgen dat zowel de man als de vrouw kunnen genieten van een rustige oude dag.

4De beslissing

De rechtbank:

4.1.

verklaart de man niet-ontvankelijk in zijn verzoek tot echtscheiding;

4.2.

wijst het overige of anders verzochte af.

Dit is de beslissing van de rechtbank, genomen door mr. M.E. Falkmann, rechter, in samenwerking met mr. S. Clement, griffier. De beslissing is in het openbaar uitgesproken op 22 april 2025.

Tegen deze beschikking kan - voor zover er definitief is beslist - door tussenkomst van een advocaat hoger beroep worden ingesteld bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden. De verzoekende partij en verschenen belanghebbenden dienen het hoger beroep binnen de termijn van drie maanden na de dag van de uitspraak in te stellen. Andere belanghebbenden dienen het beroep in te stellen binnen drie maanden na de betekening van deze beschikking of nadat deze hun op andere wijze bekend is geworden.

meer blogs >> podcasts >>

BLOGS en PODCASTS

Vaststelling vaderschap van een overleden man: kan daar verweer tegen worden gevoerd?
Mr. dr. Myriam Lückers, 05-11-2024
De weduwe wordt niet aangemerkt als belanghebbende bij een verzoek gerechtelijke vaststelling vaderschap van haar overleden man, aldus HR 4 oktober 2024. Is verweer in een dergelijke zaak dan niet mogelijk?
Kun je in kort geding een voorschot op de verdeling vragen?
Mr. Nicole Cremers, 04-06-2024
Wat als het gezamenlijk spaargeld van partijen na een echtscheiding slechts voor één partij ter beschikking staat? In dit artikel wordt ingegaan op de vraag of je in kort geding een voorschot op de verdeling kunt vragen.
Podcastgesprek: Alternatieve geschillenbeslechting in het familierecht
Mr. Janneke Mulder en Mr. Marjolijn Schram, 10-10-2023
Janneke Mulder en Marjolijn Schram, beiden familierechtadvocaat en scheidingsmediator, gaan in op de rol van de parenting coordinator en van de gezinsadvocaat.
Kun je Haviltex contractueel uitsluiten?
Mr. Hugo Boom, 26-09-2023
Kun je de Haviltex-maatstaf voor de uitleg van contractsbepalingen wegcontracteren? Wat kan hierover worden afgeleid uit de uitspraak HR 25 augustus 2023? De auteur gaat uitvoerig in op deze vragen.
Podcastgesprek: Het perspectiefbesluit in de jeugdbescherming
Mr. Laura Goei en Mr. Hanneke Moons, 25-04-2023
Hoofdredacteur Hanneke Moons ging over diverse aspecten van het perspectiefbesluit in gesprek met jeugdbeschermingsjurist Laura Goei, bij uitstek deskundig in deze materie. Wat is de visie van Laura hierop?
Een bijzondere uitspraak
Mr. Hedy Bollen, 25-04-2023
De Hoge Raad overwoog in zijn uitspraak van 31 maart jl. dat de rechter in kort geding een veroordeling tot verkoop en levering van een gezamenlijke woning kan uitspreken. Hedy Bollen gaat hier uitvoerig op in.
Podcastgesprek - Vermoeden van financieel ouderenmisbruik - wat nu?
Mr. Sander Baetens en Mr. Martine Stut, 11-04-2023
Na overlijden van een erflater rijst soms het vermoeden dat er geld is verdwenen. Wat kun je als advocaat dan ondernemen? Erfrechtadvocaten Sander Baetens en Martine Stut gaan uitvoerig in op deze vraag.
Recht doen aan kinderen en ouders?
Mr. drs. Ingrid Vledder en Mr. drs. Ariane Hendriks, 14-02-2023
Op 2 februari werd het langverwachte rapport 'Recht doen aan kinderen en ouders' gepresenteerd. In deze blog beschouwen de auteurs de uitkomst met een kritische blik.
Podcastgesprek: Uitspraken 2022 - dé keuze van de hoofdredactie (1)
Mr. Rob van Coolwijk en Mr. André van Oosten en Mr. Hanneke Moons, 06-12-2022
De drie hoofdredacteuren van de Kennisbank Familierecht gingen met elkaar om tafel. In deze tweedelige Podcast bespreken zij twaalf interessante uitspraken uit 2022.
Podcastgesprek: Betere rechtsbescherming voor ouders bij een uithuisplaatsing
Mr. Laura Goei en Mr. Jolande ter Avest, 27-09-2022
Jeugdzorgjurist Laura Goei en familierechtadvocaat Jolande ter Avest geven hun visie op het recht op rechtsbijstand bij een uithuisplaatsing en op de rol van de daarbij betrokken professionals.
×
Ga nu naar Overzicht wetten - Ga naar wetsartikel:

Wetten, regelgeving en verdragen

Geen wetnummer opgegeven.

Wetten en regelgeving

Verdragen en uitvoeringswetten

Beschikbare Officiële bekendmakingen in de kennisbank:

Informatie

Wanneer er op een icoon is geklikt in een Artikel, dan kan hier extra informatie komen te staan.
Lexicon
BRONNEN