ABONNEER NU!

EN KRIJG TOEGANG TOT VAKKENNIS


Probeer de eerste maand GRATIS
Daarna slechts € 230 per jaar (excl. btw)

Rechtbank Noord-Holland 23-11-2023, ECLI:NL:RBNHO:2023:12565

Essentie (redactie)

Machtiging gesloten jeugdhulp in het vrijwillig kader. Ondanks de jonge leeftijd van de minderjarige (9 jaar), acht de kinderrechter een machtiging gesloten jeugdhulp noodzakelijk om zowel de veiligheid van de minderjarige als die van anderen te waarborgen. Machtiging gesloten jeugdhulp voor de duur van drie maanden.


Datum publicatie18-01-2024
Zaaknummer345917
ProcedureEerste aanleg - enkelvoudig
ZittingsplaatsAlkmaar
RechtsgebiedenCiviel recht; Personen- en familierecht
TrefwoordenJeugdbescherming / Jeugdwet
Wetsverwijzingen

Inhoudsindicatie Rechtspraak.nl

Machtiging gesloten jeugdhulp in het vrijwillig kader. Ondanks de jonge leeftijd van de minderjarige, acht de kinderrechter een machtiging gesloten jeugdhulp noodzakelijk om zowel de veiligheid van de minderjarige als die van anderen te waarborgen. Machtiging gesloten jeugdhulp voor de duur van drie maanden.

Volledige uitspraak


RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Familie- en Jeugdrecht

Locatie Alkmaar

Zaaknummer: C/15/345917 / JU RK 23-1729

Datum uitspraak: 23 november 2023

Beschikking van de kinderrechter over een machtiging gesloten jeugdhulp in het vrijwillig kader

in de zaak van

de gecertificeerde instelling De Jeugd- & Gezinsbeschermers,

hierna te noemen: de GI,

gevestigd in Amsterdam,

over

[de minderjarige] , geboren op [geboortedatum] in [plaats] ,

hierna te noemen: [de minderjarige] ,

advocaat mr. D.E. Post, kantoorhoudende te Heerhugowaard,

De kinderrechter merkt als belanghebbenden aan:

[de moeder] ,

hierna te noemen: de moeder,

wonende in [plaats] ,

[de vader] ,

hierna te noemen: de vader,

wonende in [plaats] .

1Het verloop van de procedure

1.1.

Het procesverloop blijkt uit de volgende stukken:

  • het verzoekschrift, met bijlagen, van de GI van 10 november 2023, binnengekomen bij de rechtbank op 13 november 2023;

  • de instemmende verklaring van de gedragswetenschapper van 10 november 2023;

  • de beschikking van de kinderrechter van 13 november 2023;

  • het bericht van de advocaat van 21 november 2023.

1.2.

De mondelinge behandeling met gesloten deuren heeft plaatsgevonden op 23 november 2023. Daarbij waren aanwezig:

- [de minderjarige] , die in het bijzijn van zijn advocaat voorafgaand aan de zitting via een tweezijdige beeld- en geluidsverbinding met de kinderrechter heeft gesproken;

- de vader;

- de moeder;

  • [vertegenwoordiger van de GI] , namens de GI;

  • [jeugd- en gezinscoach] en [jeugd- en gezinscoach] , de jeugd- en gezinscoaches die betrokken zijn in het vrijwillig kader.

2De feiten

2.1.

Het ouderlijk gezag over [de minderjarige] wordt uitgeoefend door de moeder.

2.2.

Bij beschikking van 13 november 2023 heeft de kinderrechter van deze rechtbank een spoedmachtiging gesloten jeugdhulp in het vrijwillig kader verleend voor de duur van vier weken, onder aanhouding van het overige.

2.3.

[de minderjarige] blijft op grond van voornoemde machtiging bij [verblijfplaats] in [plaats] .

2.4.

De moeder stemt in met de opneming en verblijf van [de minderjarige] in de gesloten jeugdhulpinstelling.

3
3. Het verzoek

3.1.

Thans ligt voor de vraag of er na het horen van de belanghebbenden aanleiding is om anders te beslissen dan op 13 november 2023. Daarnaast ligt er ter beoordeling voor het verzoek van de GI tot het aansluitend verlenen van een machtiging gesloten jeugdhulp voor [de minderjarige] voor de duur van drie maanden.

3.2.

Ter onderbouwing van het verzoek heeft de GI het volgende naar voren gebracht. [de minderjarige] is een jongen van negen jaar die gedragsproblemen en emotieregulatie problematiek heeft. Deze problemen verergeren naarmate hij ouder wordt. [de minderjarige] escaleert in rap tempo en is geregeld agressief, moet gefixeerd worden en loopt weg. [de minderjarige] zet agressie in om dingen voor elkaar te krijgen. Dat maakt de situatie thuis moeilijk. Hij heeft daarom de afgelopen maand meerdere keren in een crisispleeggezin verbleven. Er hebben in augustus 2023 meerdere escalaties plaatsgevonden. Zo heeft [de minderjarige] de vader met een keukenmes bedreigd en gedreigd hem te vermoorden. Ook heeft [de minderjarige] een hulpverleenster gestoken met een kinderschaar en heeft hij haar bedreigd met een mes. Daarnaast is [de minderjarige] weggelopen van huis en met een onbekende man achterop een fiets meegegaan. De incidenten volgen elkaar steeds sneller op en worden steeds heftiger. Bij de opvang van de [opvang] en bij de [opvang] kan [de minderjarige] niet meer verblijven, omdat zijn gedrag een onveilige situatie creëert voor de medewerkers en voor andere kinderen. [de minderjarige] laat door zijn gedrag zien dat hij in nood zit en bijna alle betrokkenen geven aan dat [de minderjarige] een gevaar vormt voor zichzelf en voor anderen. De moeder heeft zoveel geprobeerd, maar voelt zich inmiddels machteloos en is nu ook fysiek uitgevallen. De vader kan wel grenzen stellen, maar loopt op zijn einde waardoor dit kan uitmonden in agressie tegen [de minderjarige] . Behandeling elders, met ambulante ondersteuning is langdurig geprobeerd, maar komt niet van de grond. [de minderjarige] reageert hier niet goed op. Er is voor [de minderjarige] stabilisatie met één op één ondersteuning nodig op een plek waar hij niet kan wegelopen. Er is de afgelopen twee maanden intensief gezocht naar een verblijfplek voor [de minderjarige] , maar deze is niet gevonden, is niet passend of er is een wachtlijst. Gelet op het gedrag dat [de minderjarige] laat zien, is een groepsopname niet passend.

3.3.

Ter zitting heeft de GI naar voren gebracht dat de GI het verzoek namens de jeugd- en gezinscoaches heeft ingediend. Het gaat namelijk om een vrijwillige machtiging. [vertegenwoordiger van de GI] is van de Bureaudienst en is niet betrokken in het gezin. De GI hoopt dat [de minderjarige] goed geholpen wordt.

4De standpunten

het standpunt van [de minderjarige]

4.1.

heeft tijdens het gesprek met de kinderrechter aangegeven dat hij graag naar huis wil gaan. Hij mist zijn ouders. Als [de minderjarige] langer bij [verblijfplaats] moet blijven, zou hij het fijn vinden als de ouders vaak langskomen.

4.2.

Mr. Bos heeft hieraan het volgende toegevoegd. Mr. Bos refereert zich aan zowel de spoedmachtiging gesloten jeugdhulp als de reguliere machtiging gesloten jeugdhulp. Een periode van drie maanden is echter wel lang. Een gesloten plaatsing is een uiterst redmiddel en moet zo kort mogelijk duren. Daarnaast is [de minderjarige] nog maar negen jaar oud. [de minderjarige] heeft zelf aangegeven dat hij het liefst meteen naar huis wil gaan. Er is echter aan [de minderjarige] uitgelegd dat het soms belangrijk is om even tot rust te komen. [de minderjarige] heeft toen aangegeven dat hij het goed vindt om nog drie maanden bij [verblijfplaats] te zitten, maar hij wil wel graag dat de ouders vaak op bezoek komen. [de minderjarige] reageerde in het begin heftig op de plaatsing bij [verblijfplaats] , maar het gaat steeds beter.
het standpunt van de moeder

4.3.

De moeder is het eens met het verzoek. De moeder heeft ter zitting – samengevat – het volgende naar voren gebracht. De moeder zou het liefste willen dat [de minderjarige] weer thuis komt wonen, maar voor nu is dat geen optie. De veiligheid van het gezin moet worden gewaarborgd. Er is in het verleden veel hulpverlening voor [de minderjarige] ingezet, maar niks heeft geholpen. Het is daarom van belang dat [de minderjarige] – tijdelijk – in de gesloten instelling verblijft. De moeder staat achter een plaatsing voor de duur van drie maanden. De moeder houdt zich aan de adviezen van [verblijfplaats] . Zij kunnen een inschatting maken van hoe lang [de minderjarige] daar moet verblijven.
het standpunt van de vader
4.4. De vader is het eens met het verzoek. De vader heeft ter zitting – samengevat – het volgende naar voren gebracht. [de minderjarige] zit voor nu op een goede plek. Voorheen heeft [de minderjarige] op verschillende plekken verbleven, maar deze waren uiteindelijk niet geschikt voor hem. Het is van belang dat [de minderjarige] bij [verblijfplaats] tot rust komt en dat er stabiliteit komt. Ook moet [de minderjarige] open gaan staan voor behandelingen en daar is tijd voor nodig. De vader vindt een machtiging voor drie maanden eigenlijk te kort. Als [de minderjarige] na een paar maanden alweer naar huis teruggaat, zijn de ouders terug bij af. De vader mist [de minderjarige] , maar een gesloten plaatsing is momenteel het beste voor hem. De ouders trokken het niet meer.

het standpunt van de jeugd- en gezinscoaches

4.5.

De jeugd- en gezinscoaches hebben ter zitting – samengevat – het volgende naar voren gebracht. Er zal waarschijnlijk geen vaste jeugdbeschermer in het gezin komen, omdat het gaat om een vrijwillige machtiging. Sinds de betrokkenheid van de jeugd- en gezinscoaches ging het minder goed met [de minderjarige] . Er waren steeds vaker escalaties en de structuur viel weg. Daarnaast was [de minderjarige] niet meer op de groep van de [opvang] te handelen en hij mocht daarom niet meer komen. [de minderjarige] kreeg voorheen ook behandeling bij Levvel, maar zij kwamen niet aan behandeling toe omdat er te weinig ruimte was bij [de minderjarige] . De jeugd- en gezinscoaches hebben geprobeerd om een verblijfplek voor [de minderjarige] te vinden. maar dat is niet gelukt. Uiteindelijk is als resterende enige optie de aanbeveling gedaan om [de minderjarige] in een gesloten instelling te plaatsen. De jeugd- en gezinscoaches hebben – omdat [de minderjarige] nog zo jong is – hierover overlegd met onder andere de gedragswetenschapper van Horizon. Zo zijn zij bij [verblijfplaats] uitgekomen. [verblijfplaats] is onderdeel van Horizon en is een geschikte plek voor jonge kinderen. Zij kunnen [de minderjarige] bieden wat hij nodig heeft en gaan daarnaast ook gezinsgericht aan de slag. Het zal nog enige tijd duren voordat [verblijfplaats] een advies kan geven over hoe er kan worden gewerkt aan een terugplaatsing van [de minderjarige] . [verblijfplaats] heeft bij de intake ingeschat dat [de minderjarige] in elk geval drie tot zes maanden bij [verblijfplaats] zal moeten verblijven.

5
5. De beoordeling

Ten aanzien van de spoedmachtiging gesloten jeugdhulp

5.1.

In wat er op de zitting naar voren is gekomen, ziet de kinderrechter geen aanleiding om anders te oordelen over de verzochte spoedmachtiging gesloten jeugdhulp dan in de beschikking van 13 november 2023. De beschikking zal dan ook worden gehandhaafd.

Ten aanzien van de machtiging gesloten jeugdhulp

5.2.

Gelet op het bepaalde in artikel 6.1.2, tweede lid, Jeugdwet kan een machtiging voor een gesloten accommodatie voor jeugdhulp slechts worden verleend indien naar het oordeel van de kinderrechter deze jeugdhulp noodzakelijk is in verband met ernstige opgroei- of opvoedingsproblemen die de ontwikkeling van de jeugdige naar volwassenheid ernstig belemmeren. Bovendien dient de opneming en het verblijf noodzakelijk te zijn om te voorkomen dat de jeugdige zich aan deze jeugdhulp onttrekt of daaraan door anderen wordt onttrokken.

5.3.

De kinderrechter is op grond van de stukken en het verhandelde ter zitting van oordeel dat aan de voornoemde gronden is voldaan en neemt hierbij het volgende in overweging. Het is de kinderrechter duidelijk geworden dat [de minderjarige] momenteel niet naar huis kan. [de minderjarige] is bij spoedbeschikking van 13 november 2023 in een gesloten instelling geplaatst, omdat er grote zorgen waren over de veiligheid van zowel [de minderjarige] als die van anderen. Vanaf augustus 2023 hebben er meerdere escalaties plaatsgevonden waarbij [de minderjarige] agressief gedrag heeft laten zien. [de minderjarige] heeft gedragsproblemen en emotieregulatie problematiek en heeft hiervoor diverse behandelingen gekregen en op verschillende plekken gezeten, maar dit heeft niet geholpen. [de minderjarige] verblijft sinds november 2023 bij de gesloten instelling van [verblijfplaats] in [plaats] . Hoewel [de minderjarige] nog jong is, hij is pas negen jaar, lijkt [verblijfplaats] een geschikte plek voor hem te zijn. Bij [verblijfplaats] hebben ze expertise op het gebied van jonge kinderen. De kinderrechter acht een machtiging gesloten jeugdhulp noodzakelijk om zowel de veiligheid van [de minderjarige] als die van anderen te waarborgen. De kinderrechter neemt hierbij in overweging dat [de minderjarige] – ook naar zeggen van zijn ouders – nu niet terug naar huis kan, maar dat het van belang is dat deskundigen grondig kijken naar hoe ze [de minderjarige] kunnen helpen zodat hij zich beter gaat voelen. Ook [de minderjarige] begrijpt dat hij nu nog niet naar huis kan. Het is van groot belang dat de plaatsing bij [verblijfplaats] succesvol is en aansluit bij wat [de minderjarige] nodig heeft. Verblijf en behandeling van [de minderjarige] bij [verblijfplaats] is nodig om vanuit een veilige en gestructureerde setting te kunnen werken aan de onderliggende problematiek van [de minderjarige] . De kinderrechter acht het van belang dat [de minderjarige] de komende periode tot rust komt en de stabiliteit en structuur krijgt die hij nodig heeft. Daarnaast dient te worden onderzocht waar de extreme boosheid van [de minderjarige] vandaan komt en hoe deze boosheid kan worden verminderd.

5.4.

Gelet op het voorgaande zal de kinderrechter de machtiging voor een gesloten accommodatie voor jeugdhulp verlenen voor de periode van drie maanden, te weten tot 11 maart 2024.

6De beslissing

De kinderrechter:

6.1.

verleent een machtiging om [de minderjarige] te doen opnemen en te doen verblijven in een gesloten accommodatie voor jeugdhulp (in een vrijwillig kader) met ingang van 11 december 2023 tot 11 maart 2024;

6.2.

verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad.

Deze beslissing is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken op 23 november 2023 door mr. G.A.M. van Dijk, kinderrechter, in aanwezigheid van mr. B. Onkenhout als griffier, en op schrift gesteld op 6 december 2023.

Hoger beroep tegen deze beschikking kan worden ingesteld:

- door de verzoekers en de belanghebbende(n) aan wie een afschrift van de beschikking is verstrekt of verzonden, binnen drie maanden na de dag van de uitspraak;

- door andere belanghebbenden binnen drie maanden na de betekening daarvan of nadat de beschikking aan hen op een andere wijze bekend is geworden.

Het hoger beroep moet, door tussenkomst van een advocaat, worden ingediend bij de griffie van het gerechtshof te Amsterdam.

meer blogs >> podcasts >>

BLOGS en PODCASTS

Podcastgesprek: Uitspraken 2022 - dé keuze van de hoofdredactie (1)
Mr. Rob van Coolwijk en Mr. André van Oosten en Mr. Hanneke Moons, 06-12-2022
De drie hoofdredacteuren van de Kennisbank Familierecht gingen met elkaar om tafel. In deze tweedelige Podcast bespreken zij twaalf interessante uitspraken uit 2022.
Podcastgesprek: Eigen woning en scheiden
Mr. Jan Vrusch en Drs. Jasper Horsthuis, 22-11-2022
Jan Vrusch en Jasper Horsthuis bespreken met elkaar de problematiek van de eigen woning die zich kan voordoen bij een scheiding. De scheidingsregeling en diverse andere onderwerpen passeren de revue.
PODCAST: Prinsjesdag 2022 en scheiding
Drs. Jasper Horsthuis, 27-09-2022
Jasper Horsthuis bespreekt het Belastingplan 2023 en dan met name de gevolgen daarvan voor de scheidingspraktijk. Een groot aantal fiscale maatregelen passeert de revue.
Aandachtspunten schenkbelasting en waardering woning bij scheiding
Drs. Jasper Horsthuis, 30-08-2022
Als scheidingsprofessional moet je de fiscale spelregels goed op het netvlies hebben. Dat geldt temeer als bij toedeling van de gezamenlijke woning aan een van de ex-partners sprake kan zijn van een schenking.
De meerwaarde van een meerwaardeclausule
Drs. Jasper Horsthuis, 01-03-2022
De meer-/minderwaardeclausule kan een nuttig middel zijn om overeenstemming te bereiken over de waarde van de woning bij een verdeling of verrekening na scheiding. Waar moet je op letten bij het opstellen daarvan?
Scheiden en de eigenwoning, een fiscaal labyrint
Drs. Jasper Horsthuis, 05-03-2021
Opmerkelijke uitspraak van Hof Den Bosch: geen eigendom van woning vereist voor de scheidingsregeling. Tevens aftrek van hypotheekrente als alimentatie - maar zonder alimentatieovereenkomst. Hoe kwam het Hof daartoe?
Wel economische eigendom, toch geen 100% hypotheekrenteaftrek
Mr. Arie C. de Bakker, 18-01-2021
Is de hypotheekrente volledig aftrekbaar als een van de ex-partners na een scheiding wel de (economische) eigendom van de gehele woning verkrijgt maar niet voldoet aan de aflossingseis? Hof Den Haag deed daarover een uitspraak.
10 aandachtspunten aangifte IB 2018
Belastingdienst, 01-03-2019
De Belastingdienst heeft voor belastingadviseurs de 10 belangrijkste aandachtspunten voor de aangifte IB 2018 onder elkaar gezet. De Kennisbank Familierecht heeft toestemming om deze aandachtspunten met haar abonnees te delen.
Ex krijgt financiering niet rond: wat dan?
Mr. Hedy Bollen, 15-11-2018
Een scheidend stel is samen eigenaar van een woning. Één van hen wil de woning overnemen en de ander uitkopen. Maar wat als deze ex-partner, ondanks vastgelegde afspraken daarover, de financiering na jaren nog niet rond heeft?
Scheiden doet lijden – zeker als het fiscaal niet goed geregeld is
Mr. Arie C. de Bakker, 18-10-2018
Volgt de fiscaliteit simpelweg het familierecht? Ja, maar soms biedt een uitspraak niet voldoende houvast, stelt Arie C. de Bakker. Want mag een man de door hem gedragen gezamenlijke woonlasten in aftrek brengen als alimentatie?
×
Ga nu naar Overzicht wetten - Ga naar wetsartikel:

Wetten, regelgeving en verdragen

Geen wetnummer opgegeven.

Wetten en regelgeving

Verdragen en uitvoeringswetten

Beschikbare Officiële bekendmakingen in de kennisbank:

Informatie

Wanneer er op een icoon is geklikt in een Artikel, dan kan hier extra informatie komen te staan.
Lexicon
BRONNEN