Procedure
De rechtbank heeft kennisgenomen van de stukken, waaronder:
Op 20 oktober 2025 is de zaak op de zitting van deze rechtbank behandeld. Hierbij zijn verschenen:
De vader is op niet de zitting verschenen.
Feiten
- Partijen zijn gehuwd geweest van 2017 tot 2018.
- Zij zijn de ouders van het volgende nog minderjarige kind:
- [minderjarige], geboren op [geboortedatum] 2018 te [geboorteplaats].
- De vader heeft [minderjarige] erkend.
- De moeder oefent van rechtswege het eenhoofdig gezag over [minderjarige] uit.
- [minderjarige] staat ingeschreven op het adres van de moeder.
- De moeder heeft de Nederlandse nationaliteit en de vader heeft de Surinaamse nationaliteit.
- Bij beschikking van 20 januari 2020 van deze rechtbank, die bij beschikking van 30 maart 2021 is verbeterd, is het vaderschap van de vader gerechtelijk vastgesteld.
- Bij beschikking van 22 december 2021 van deze rechtbank is de vader het recht op omgang met [minderjarige] ontzegd. Daarnaast is bepaald dat de moeder de vader eens per half jaar per mail zal informeren over gewichtige aangelegenheden ten aanzien van [minderjarige], alsmede een goedgelijkende en recente foto van [minderjarige] zal mailen.
Verzoek en verweer
De vader heeft, zo begrijpt de rechtbank, zijn verzoek als volgt gewijzigd:
- te bepalen dat de moeder de vader een keer per kwartaal een foto van [minderjarige] stuurt en de vader informeert over [minderjarige]’s fysieke en sociaal- emotionele ontwikkeling, haar school en haar schoolprestaties alsmede overige relevante zaken de school betreffend, vriendjes/vriendinnetjes, uitstapjes, zwemles, over hobby’s en haar gezondheid (waarbij te denken valt aan bezoeken aan de tandarts, de huisarts of een ziekenhuis) als ook informatie over overige belangrijke zaken die [minderjarige] betreffen, een en ander per e-mail;
een en ander voor zover mogelijk met uitvoerbaarverklaring bij voorraad.
De moeder heeft verweer gevoerd, welk verweer hierna – voor zover nodig – zal worden besproken.
Beoordeling
Informatieregeling
Rechtsmacht en toepasselijk recht
Nu de gewone verblijfplaats van [minderjarige] in Nederland is, is de Nederlandse rechter bevoegd om naar Nederlands recht te beslissen op het verzoek van de vader ten aanzien van de informatieregeling.
Wettelijk kader
Op grond van het eerste lid van artikel 1:377b BW is de ouder die met het gezag is belast, gehouden de niet met het gezag belaste ouder op de hoogte te stellen omtrent gewichtige aangelegenheden met betrekking tot de persoon en het vermogen van het kind en deze te raadplegen – zo nodig door tussenkomst van derden – over daaromtrent te nemen beslissingen. Op verzoek van de ouder kan de rechter ter zake een regeling vaststellen.
Inhoudelijke beoordeling
De vader heeft geen verblijfsvergunning in Nederland en is inmiddels naar het buitenland vertrokken. Hij wil graag betrokken blijven bij het leven van [minderjarige] en daarom eens per kwartaal geïnformeerd worden over gewichtige aangelegenheden die haar betreffen.
De moeder is bereid om de vader eens per kwartaal informatie over [minderjarige] te verstrekken. Gelet op gebeurtenissen uit het verleden wil zij niet dat de vader weet waar [minderjarige] naar school gaat of waar en wanneer zij naar de huisarts, tandarts of ziekenhuis gaat.
De rechtbank stelt voorop dat het van belang is dat de vader, zeker nu niet (altijd) in Nederland verblijft, op de hoogte blijft van wat er speelt in het leven van [minderjarige]. De moeder is hiertoe bereid en stemt in met een informatieregeling, waarbij zij de vader eens per kwartaal informeert. Daarbij wil zij alleen algemene informatie delen, zonder aanduiding van plaats en tijdstip. Namens de vader is op de zitting verklaard dat hij dergelijke specifieke informatie ook niet van de moeder verlangt.
De rechtbank zal daarom een informatieregeling vastleggen overeenkomstig het verzoek van de vader, inhoudende dat de moeder de vader eens per kwartaal – te weten op 15 december, 15 maart, 15 juni en 15 september – informeert over [minderjarige]’s fysieke en sociaal-emotionele ontwikkeling, haar school en haar schoolprestaties alsmede overige relevante zaken de school betreffend, vriendjes/vriendinnetjes, uitstapjes, zwemles, over hobby’s en haar gezondheid als ook informatie over overige belangrijke zaken. Deze informatie wordt per e-mail verstrekt, met daarbij een foto van [minderjarige]. De rechtbank zal daarbij bepalen dat de moeder geen specifieke informatie betreffende een tijdstip of plaats met de vader hoeft te delen.
Beslissing
De rechtbank – met wijziging in zoverre van de beschikking van 22 december 2021 van deze rechtbank – :
*
bepaalt dat de moeder de vader eens per kwartaal – te weten op 15 december, 15 maart, 15 juni en 15 september – een foto van [minderjarige] zal sturen en de vader zal informeren over [minderjarige]’s fysieke en sociaal-emotionele ontwikkeling, haar school en haar schoolprestaties alsmede overige relevante zaken de school betreffend, vriendjes/vriendinnetjes, uitstapjes, zwemles, over hobby’s en haar gezondheid (waarbij te denken valt aan bezoeken aan de tandarts, de huisarts of een ziekenhuis) als ook informatie over overige belangrijke zaken die [minderjarige] betreffen, een en ander per e-mail; hierbij hoeft de moeder geen specifieke informatie betreffende een tijdstip of plaats met de vader te delen;
*
verklaart deze beschikking tot zover uitvoerbaar bij voorraad;
*
wijst af het meer of anders verzochte.
|
Deze beschikking is gegeven door mr. A.C. Olland, kinderrechter, in tegenwoordigheid van mr. F.M. Wijvekate als griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 17 november 2025.
|