Rechtbank Limburg 02-04-2025, ECLI:NL:RBLIM:2025:11809


Datum publicatie10-12-2025
ZaaknummerC/03/329287 / HA ZA 24-163
ProcedureEerste aanleg - enkelvoudig
ZittingsplaatsMaastricht
RechtsgebiedenCiviel recht
TrefwoordenErfrecht; Uitleg testament; Legaat
Wetsverwijzingen

Inhoudsindicatie Rechtspraak.nl

Uitleg van legaat in testament. De enige bron van informatie over wat de bedoeling van erflater is geweest, is de betrokken notaris. Zijn toelichting wordt daarom gevolgd.

Volledige uitspraak


RECHTBANK Limburg

Civiel recht

Zittingsplaats Maastricht

Zaaknummer: C/03/329287 / HA ZA 24-163

Vonnis van 2 april 2025

in de zaak van

1 [eiser in conventie, verweerder in reconventie sub 1] ,

te [woonplaats 1] ,
2. [eiser in conventie, verweerder in reconventie sub 2],

te [woonplaats 2] ,
3. [eiseres in conventie, verweerster in reconventie sub 3],

te [woonplaats 2] ,
4. [eiseres in conventie, verweerster in reconventie sub 4],

te [woonplaats 1] ,

hierna samen te noemen: de erven,

en


5. [eiseres in conventie, verweerster in reconventie sub 5], in hoedanigheid van executeur van de nalatenschap van [erflater] ,

te [woonplaats 1] ,

hierna te noemen: [eiseres in conventie, verweerster in reconventie sub 5] ,

eisende partijen in conventie,

verwerende partijen in reconventie,

alle voormelde partijen hierna samen te noemen: [eisers in conventie, verweerders in reconventie] .,

advocaat: mr. R.J.M. Rombouts,

tegen

[gedaagde in conventie, eiser in reconventie] ,

procederend voor zichzelf en in hoedanigheid van executeur van de nalatenschap van [erflater] ,

te [woonplaats 1] ,

gedaagde partij in conventie,

eisende partij in reconventie,

hierna te noemen: [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] ,

advocaat: mr. L.J.J. van Wijk.

1De procedure

1.1.

Het verloop van de procedure blijkt uit:

- de dagvaarding met producties 1 tot en met 27
- de conclusie van antwoord in conventie en van eis in voorwaardelijke reconventie met producties 1 tot en met 16
- de brief waarin een mondelinge behandeling is bepaald

- de conclusie van antwoord in voorwaardelijke reconventie tevens akte verandering van eis van [eisers in conventie, verweerders in reconventie] .
- het proces-verbaal van de mondelinge behandeling van 28 januari 2025
- de bij gelegenheid van de mondelinge behandeling door mrs. Rombouts en Van Wijk voorgedragen spreekaantekeningen.

1.2.

Ten slotte is vonnis bepaald.

2De feiten

2.1.

Op [overlijdensdatum] 2023 is [erflater] (hierna: ‘ [erflater] ’) overleden. [erflater] was de broer van [eiseres in conventie, verweerster in reconventie sub 5] en [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] en een oom van de erven.

2.2.

Tot aan het overlijden van [erflater] voerde hij met [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] een gezamenlijke huishouding. Zij woonden beiden in de woonboerderij van [erflater] .

2.3.

Bij testament van 26 maart 2021 1, verleden voor notaris [naam notaris] (hierna: ‘de notaris’) zijn de erven benoemd tot erfgenamen van [erflater] en zijn [eiseres in conventie, verweerster in reconventie sub 5] en [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] aangewezen als executeurs. Tevens is aan [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] (onder meer) een beperkt recht van gebruik en bewoning gelegateerd. De bepaling in het testament over dit legaat is opgenomen in onderdeel C luidt – voor zover relevant - als volgt:

‘Ik legateer aan mijn broer [[gedaagde in conventie, eiser in reconventie] , samenvatting rechtbank], hierna ook te noemen: “gebruiker”, af te geven bij notariële akte binnen zes maanden na mijn overlijden:

de beperkte rechten van gebruik en bewoning als bedoeld in artikel 3:226 van het Burgerlijk Wetboek, hierna ook te noemen: “het recht”, van mijn gehele woonboerderij met binnenplaats en de in- en uitgangen van die boerderij (...).’

Ten aanzien van voormelde beperkte rechten van gebruik (en van bewoning) bepaal ik tevens het navolgende: (...)

3. De gebruiker mag als goed gebruiker het woonhuis bewonen (...) gedurende de duur van het recht en wel uitsluitend voor zich. (...)

5. De gebruiker is verplicht het woonhuis (...) ten behoeve van de hoofdgerechtigden te verzekeren tegen brand en overigens tegen de gevaren waartegen het gebruikelijk is een verzekering af te sluiten. De verzekeringspremies zijn voor rekening van de gebruiker. (...)

8. De hoofdgerechtigde zijn met betrekking tot het woonhuis verplicht de buitengewone herstellingen te dragen en te (doen) verrichten. De gewone lasten en herstellingen zijn voor rekening van gebruiker.(...)’

2.4.

In een concept versie van het testament 2 stond in plaats van de tekst ‘mijn gehele woonboerderij met binnenplaats en de in- en uitgangen van die boerderij’ de tekst ‘het woongedeelte van mijn woonboerderij’.

2.5.

[eisers in conventie, verweerders in reconventie] . hebben zich voor advies over de omvang van het legaat gewend tot het kantoor van de notaris. Vooruitlopend op en ten behoeve van een gesprek met een medewerker van de notaris heeft een van de erven een zogenoemde detailtekening gemaakt van de woonboerderij van [erflater] 3, hierna te noemen: ‘de detailtekening’. Deze ziet er als volgt uit:

De bijbehorende legenda 4 vermeldt het volgende:

1. Woonboerderij

2. Schuur

3. Oude koeienstal + hooizolder

4. Binnenplaats

5. Siertuin

2.6.

In een e-mail van 22 september 2023 aan [eiseres in conventie, verweerster in reconventie sub 5] en/of (een of meer van) de erven 5 schrijft een medewerker van de notaris vervolgens, voor zover relevant, het volgende:

‘In de bijlage treffen jullie aan het concept van de akte afgifte legaat. Daarnaast is een detail-tekening toegevoegd, die ik van de heer [eiser in conventie, verweerder in reconventie sub 1] mocht ontvangen [dit betreft de detailtekening, toevoeging rechtbank]. Van de heer [naam notaris] [de notaris, toevoeging rechtbank] heb ik begrepen dat het de bedoeling van erflater is geweest dat de rechten van gebruik en bewoning slechts betrekking hebben op de woonboerderij, de binnenplaats en de in en uitgangen van die boerderij. Dit is ook zo in het testament opgenomen. Volgens de detail-tekening zou dat dan nummer 1 en 4 betreffen.’

Aan de daarbij meegezonden concept akte tot vestiging van het beperkt recht van gebruik en bewoning ten behoeve van [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] was de detailtekening gevoegd.

2.7.

Tussen [eiseres in conventie, verweerster in reconventie sub 5] namens de erven enerzijds en [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] anderzijds is overleg gevoerd over de omvang van het legaat. Zij waren het daarover niet eens. Op 30 november 2023 heeft een bespreking plaatsgevonden waarbij aanwezig waren: [eiseres in conventie, verweerster in reconventie sub 5] , [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] , de notaris en diens medewerker en de advocaten van partijen. Tijdens die bespreking heeft de notaris onder meer gezegd dat hij de mening van [eiseres in conventie, verweerster in reconventie sub 5] over de uitleg van het legaat deelt (zie ook hierna).

2.8.

In een brief van 8 februari 2024 aan de advocaat van [eisers in conventie, verweerders in reconventie] . - in afschrift gestuurd aan de advocaat van [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] - heeft de notaris een verklaring afgelegd over de gang van zaken rondom het opstellen van het testament met [erflater] en het legaat in het bijzonder 6. Hij schrijft daarin dat:

- hij in augustus 2019 is benaderd door de agrarisch/persoonlijk adviseur van [erflater] met de vraag voor advies omtrent een testament,

- hij naar aanleiding daarvan op 5 september 2029 een bespreking onder vier ogen heeft gehad met [erflater] ,

- in het gesprek aan de orde is gekomen dat de boerderij en landerijen in eigendom bij [erflater] waren en dat [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] daar geen aandeel in had en evenmin als maat of firmant had deelgenomen in de agrarische onderneming en dat [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] enkel inwoonde bij [erflater] ,

- [erflater] met het legaat aan [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] de zekerheid heeft willen geven dat hij na het overlijden van [erflater] de bewoning kon voortzetten,

- het legaat niet verder reikt dan het woongedeelte met binnenplaats en de in- en uitgangen van de boerderij en niet de overige tot de boerderij behorende schuren, stallen en werkplaatsen omvat,

- als het legaat de gehele woonboerderij zou hebben moeten omvatten, dit dan anders zou zijn geformuleerd en de toevoeging ‘met binnenplaats en de in- en uitgangen van die boerderij’ ook niet meer nodig zou zijn geweest; die zouden er dan immers sowieso toe hebben behoord,

- de beperking van het woongedeelte ook voor de hand lag omdat het vee al eerder was weggedaan en er geen sprake was van een mogelijke opvolging van [erflater] door [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] ,

- omtrent een mogelijk gebruik van [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] van een werkplaats in welke [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] mogelijk zijn hobby zou hebben uitgeoefend aan de notaris geen mededelingen zijn gedaan,

- het concept testament op 6 november 2019 aan [erflater] is toegestuurd,

- [erflater] bij telefonische navraag door de notaris op 3 februari 2020 heeft meegedeeld dat hij er nog over na moest denken,

- een jaar later nogmaals door het kantoor van de notaris met [erflater] contact zal zijn opgenomen waarna het testament op 26 maart 2021 is verleden.

2.9.

Naar aanleiding van de brief van 8 februari 2024 heeft de advocaat van [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] zich bij brief van 10 april 2024 7 tot de notaris gewend met de opmerking dat in de verklaring van notaris van 8 februari 2024 ontbreekt dat de notaris heeft aangegeven dat hij niet meer kan verklaren om welke reden de tekst van het definitieve testament op het punt van het legaat afweek van het concept en dat daarvan ook geen aantekeningen meer voorhanden waren. Ook wordt verzocht om een toelichting op de contacten tussen [erflater] en het notariskantoor na het moment van het verzenden van het concept testament. Tot slot wordt gevraagd wie de wijzigingen in het concept heeft aangebracht die tot het definitieve testament hebben geleid.

2.10.

De notaris heeft vervolgens bij brief van 16 april 2024 aan de advocaat van [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] 8 aangegeven dat:

- de reden dat [erflater] nog moest nadenken nadat hij het concept had ontvangen, niet te maken had met het legaat en dat de notaris zich in verband met de geheimhoudingsplicht niet vrij voelt daar meer over te verklaren,

- de wijzingen ten opzichte van het concept van zijn hand moeten zijn geweest conform de vaste gang van zaken binnen het kantoor,

- de wijzigingen alleen verklaard kunnen worden door de wens om de bepaling beter of scherper te formuleren,

- er geen inhoudelijke wijziging ten aanzien van het legaat is beoogd ten opzichte van het concept,

- in het licht daarvan het legaat ook niet meer met [erflater] is besproken, althans dat dit de notaris niet meer voor de geest staat, terwijl het dossier daar ook niet op wijst,

- omdat de zakelijke inhoud van het testament is opgegeven en de akte beperkt is voorgelezen, dit concreet betekent dat het legaat nagenoeg woordelijk met [erflater] zal zijn doorgenomen zodat de notaris er van overtuigd was dat de inhoud van het testament daadwerkelijk in overeenstemming was met de wil van [erflater] .

3Het geschil

in conventie

3.1.

Na wijziging van eis vorderen [eisers in conventie, verweerders in reconventie] ., samengevat, dat de rechtbank bij uitvoerbaar bij voorraad verklaard vonnis:

1.

voor recht verklaart dat het testament van [erflater] zo moet worden uitgelegd dat bedoeld is aan [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] te legateren de beperkte rechten van gebruik en bewoning van de woonboerderij met binnenplaats en in- en uitgangen van die boerderij, meer specifiek zijnde nummer 1 en (een gedeelte van) 4 van de detailtekening,

2.

primair: [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] veroordeelt om de door hem bewoonde woning te ontruimen als hij niet onvoorwaardelijk meewerkt aan vestigen beperkt recht als bedoeld onder 1.

subsidiair: bepaalt dat het te wijzen vonnis in de plaats treedt van de benodigde wilsverklaring c.q. toestemming c.q. handtekening van [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] voor zover nodig voor afgifte van het legaat,

3. [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] veroordeelt het uitoefenen van de beperkte rechten van gebruik en bewoning ter zake van nummers 2, 3 en 5 van de detailtekening te staken en het betreffende deel van het perceel van de erven te verlaten, op straffe van een dwangsom,

4. voor recht verklaart dat een door [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] in te stellen hoger beroep de veroordeling ter zake van de vordering onder 3 niet opschort,

met veroordeling van [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] in de proceskosten.

3.2.

[gedaagde in conventie, eiser in reconventie] voert verweer. Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover nodig, nader ingegaan.

in reconventie

3.3.

[gedaagde in conventie, eiser in reconventie] vordert - samengevat - dat de rechtbank bij uitvoerbaar bij voorraad verklaard vonnis:

1. voor recht verklaart dat het legaat van gebruik en bewoning ten behoeve van [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] zo moet worden uitgelegd dat het recht ziet op de gehele woonboerderij, dus nummer 1 tot en met 5 van de detailtekening,

2. [eiseres in conventie, verweerster in reconventie sub 5] , en voor zover nodig de erven, veroordeelt om alle benodigde medewerking te verlenen aan het vestigen van de beperkte rechten als bedoeld onder 1, met bepaling dat als die medewerking wordt geweigerd, het te wijzen vonnis in de plaats treedt van de benodigde wilsverklaring c.q. toestemming c.q. handtekening van [eiseres in conventie, verweerster in reconventie sub 5] en, voor zover nodig, de erven,

met veroordeling van [eisers in conventie, verweerders in reconventie] . in de proceskosten.

3.4.

[eisers in conventie, verweerders in reconventie] . voeren verweer. Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover nodig, nader ingegaan.

4De beoordeling in conventie en reconventie

Vooraf

4.1.

Vanwege de verwevenheid tussen het grootste deel van de vorderingen in conventie en reconventie, zullen deze gezamenlijk worden besproken.

4.2.

Bij conclusie van antwoord heeft [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] zich op het standpunt gesteld dat [eisers in conventie, verweerders in reconventie] . om verschillende redenen niet-ontvankelijk moeten worden verklaard in hun vordering. Tijdens de mondelinge behandeling heeft hij aangegeven deze verweren te laten varen omdat hij graag duidelijkheid wil over de omvang van het aan hem gelegateerde recht. Om die reden zal de rechtbank op die verweren niet verder ingaan.

Uitleg van testament

4.3.

Deze zaak gaat met name over de uitleg van het testament van [erflater] voor zover het ziet op het legaat aangaande het aan [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] te verstrekken recht van gebruik en bewoning Uit artikel 4:46 lid 1 Burgerlijk Wetboek (‘BW’) volgt dat bij de uitleg van een testament dient te worden gelet op de verhouding die het testament wenst te regelen en om de omstandigheden waaronder het testament is gemaakt. In ieder geval als het testament onduidelijk is, kunnen bij die uitleg daden en verklaringen van de erflater worden betrokken die niet in het testament zelf zijn vervat.

4.4.

Naar het oordeel van de rechtbank is het testament ten aanzien van het legaat niet geheel duidelijk. Uit de tekst van de betreffende bepaling blijkt weliswaar dat het legaat ziet op een aan [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] te verstrekken recht van gebruik en bewoning, maar de omschrijving van het object van dat recht is met de bewoordingen ‘mijn gehele woonboerderij met binnenplaats en de in- en uitgangen van die boerderij’ niet voldoende helder.

De term ‘woonboerderij’ heeft een niet zodanig eenduidige betekenis dat met het hanteren daarvan klip en klaar is waar het recht op ziet en dus ook niet of daarmee gedoeld wordt op het deel van het perceel van [erflater] waar volgens [eisers in conventie, verweerders in reconventie] . het recht van gebruik en bewoning moet worden gevestigd of op het deel van het perceel dat [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] aanwijst.

De toevoeging aangaande de in- en uitgangen maakt dat niet anders. Uit deze bewoordingen kan immers niet méér worden afgeleid dat dan, naast hetgeen bedoeld is met ‘woonboerderij’, de in- en uitgangen daarvan ook tot het recht moeten behoren. Dat zegt daarmee op zichzelf niks over de vraag waar de term ‘woonboerderij’ op ziet. Waarom die toevoeging niet nodig zou zijn geweest als het te vestigen recht op het door [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] geclaimde deel ziet – zoals [eisers in conventie, verweerders in reconventie] . in navolging van de notaris stellen – is niet duidelijk en ook niet verder toegelicht.

[eisers in conventie, verweerders in reconventie] . hebben er nog op gewezen dat in de aanvullende bepalingen omtrent het legaat - onder 3, 5 en 8 - rechten en verplichtingen zijn vastgelegd die alle betrekking hebben op het woonhuis. Als het standpunt van [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] zou worden gevolgd, zou dat volgens [eisers in conventie, verweerders in reconventie] . betekenen dat [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] impliciet ontheven zou zijn van ‘elke wettelijke verplichting tot onderhoud et cetera’. Aan het feit dat er expliciet verplichtingen en rechten zijn vastgelegd aangaande het woonhuis kan echter niet de conclusie worden verbonden dat het testament bepaalt dat het legaat ziet op het woonhuis. Niet valt immers in te zien waarom [erflater] er niet voor kon kiezen om alleen voor het woonhuis bedoelde rechten en plichten expliciet vast te leggen. Daarbij komt dat in het testament het aan [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] te verstrekken recht wordt omschreven met een verwijzing naar ‘de woonboerderij met binnenplaats’ en de in de aanvullende bepalingen waar [eisers in conventie, verweerders in reconventie] . naar wijzen wordt verwezen naar ‘het woonhuis’, zonder dat er staat dat dit hetzelfde is. Anders gezegd: op basis van de tekst van het testament kan worden geconcludeerd dat bedoelde rechten en plichten zien op het gebruik van het woonhuis waarvan niet kan worden aangenomen dat dit hetzelfde is als de woonboerderij met binnenplaats, zodat alleen al daaruit volgt dat de aanvullende bepalingen geen aanwijzing vormen voor de omvang van het aan [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] te legateren recht.

4.5.

Dit betekent dat nader moet worden onderzocht wat [erflater] heeft willen regelen, waarbij uitingen van [erflater] buiten het testament eventueel een rol kunnen spelen.

4.6.

Ter onderbouwing van hun standpunt dat ook de overigens in de beoordeling te betrekken omstandigheden wijzen op de door hun voorgestane uitleg van het testament, voeren [eisers in conventie, verweerders in reconventie] . aan dat het duidelijk is dat het de bedoeling van [erflater] was om [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] het recht te geven om de rest van zijn leven in de woonboerderij te wonen en de erven de boerenonderneming te laten voortzetten. Verder verwijzen zij naar de verklaringen van de notaris tijdens de bespreking op 30 november 2023 en in zijn brieven van 8 februari 2024 en 16 april 2024.

4.7.

Ter onderbouwing van zijn standpunt verwijst [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] allereerst naar de jarenlange samenleving van hem en [erflater] , de ontwikkelingen binnen het door [erflater] gevoerde boerenbedrijf en de volgens [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] door hem uitgevoerde activiteiten op het onroerend goed van [erflater] . [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] stelt dat het de wens van [erflater] was dat [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] zijn leven kon blijven voortzetten zoals hij altijd deed en dat het legaat met die gedachte is opgenomen in het testament. [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] heeft verklaringen overgelegd van zichzelf en van twee zussen en een neef van hem, [erflater] en [eiseres in conventie, verweerster in reconventie sub 5] waarvan de inhoud volgens hem zijn standpunt onderschrijft. Tot slot stelt [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] dat als de woning en de binnenplaats feitelijk worden afgesplitst van de overige – agrarische – gebouwen de gemeente de, met het bestemmingsplan strijdige, bewoning van [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] langer meer zal hoeven te dulden.

4.8.

Er is maar één rechtstreekse bron van informatie over de bedoeling van [erflater] . Dat is de notaris. Die verklaart expliciet dat het de bedoeling van [erflater] was dat het legaat enkel zou zien op het woongedeelte met binnenplaats en niet op de overige tot de boerderij behorende schuren, stallen en werkplaatsen. Daaraan heeft de notaris toegevoegd dat aan hem geen mededelingen zijn gedaan over een gebruik door [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] van een werkplaats ten behoeve van zijn hobby. Verder is de notaris in zijn verklaring ingegaan op de omstandigheden die een rol hebben gespeeld bij de gemaakte afweging, zoals de omstandigheid dat [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] in de visie van [erflater] geen rol speelde in het boerenbedrijf. Gelet op een en ander zal de rechtbank uit moeten gaan van de verklaring van de notaris.

[gedaagde in conventie, eiser in reconventie] heeft nog gesteld dat de verklaring van de notaris niet te rijmen is met het verschil tussen het concept en de definitieve versie. Die stelling berust echter op de aanname dat met de veranderde beschrijving ook een andere omvang van het recht is beoogd. Die aanname kan de rechtbank - gelet op de verklaring van de notaris 9, die niet in tegenspraak is met de bekende feiten - niet overnemen en dat leidt ertoe dat de stelling van [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] niet kan worden aanvaard.

4.9.

De door [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] overgelegde verklaringen van zichzelf en familieleden gaan – kort gezegd – over de ontwikkelingen binnen de familie en ieders rol daarin. In geen van die verklaringen staat echter dat degene die de verklaring heeft afgelegd van [erflater] heeft vernomen dat hij een legaat ten gunste van [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] in zijn testament had opgenomen, laat staan wat zijn bedoeling daarmee was. Omdat het in de zaak wel gaat om het vaststellen van deze bedoeling, zijn de verklaringen niet relevant.

4.10.

De – door [eisers in conventie, verweerders in reconventie] . overigens betwiste – stellingen over een bestuursrechtelijk probleem, zijn ook niet relevant omdat dat niet gaat over wat [erflater] heeft bedoeld te regelen met het legaat.

Tussenconclusie

4.11.

De rechtbank concludeert dat er in rechte van uit moet worden gegaan dat het legaat ziet op wat de notaris daarover heeft verklaard. Gelet op de kennelijk uit zijn naam gegeven toelichting van zijn medewerker en de concept akte 10, betreft dat nummers 1 en 4 op de detailtekening. De uit de formulering van de vordering onder 1 af te leiden stelling van [eisers in conventie, verweerders in reconventie] . dat het te vestigden recht op een deel van nummer 4 zou zien, wordt daarom verworpen. Tussen partijen is in deze procedure geen discussie gevoerd over de vraag waarop de nummers 1 en 4 precies zien, zodat dit kennelijk voor allen duidelijk is.

Beslissing op de vorderingen

4.12.

Met inachtneming van het onder 4.11. overwogene zal de door [eisers in conventie, verweerders in reconventie] . onder 1 gevorderde verklaring voor recht worden gegeven. De verklaring voor recht die [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] onder 1 vordert moet worden afgewezen.

4.13.

Vordering 2 primair van [eisers in conventie, verweerders in reconventie] . strekt ertoe dat, als [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] niet meewerkt aan het vestigen van het recht van gebruik en bewoning conform de beslissing van de rechtbank, hij de woonboerderij moet ontruimen. Die vordering is toewijsbaarheid omdat, als [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] niet meewerkt aan de vestiging van het beperkt recht, hij zonder recht of titel gebruik maakt van de woonboerderij met binnenplaats. De rechtbank zal de termijnen waarbinnen een en ander moet gebeuren wat ruimer vaststellen dan door [eisers in conventie, verweerders in reconventie] . gevorderd. Ook zal het iets anders worden geformuleerd ten behoeve van de duidelijkheid. Met toewijzing van vordering 2 primair van [eisers in conventie, verweerders in reconventie] . kan niet meer worden toegekomen aan vordering 2 subsidiair.

De vordering van [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] dat [eiseres in conventie, verweerster in reconventie sub 5] en zo nodig de erven moeten meewerken aan het vestigen van het recht van gebruik en bewoning conform het standpunt van [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] (vordering 2) moet logischerwijs worden afgewezen.

4.14.

Vordering 3 van [eisers in conventie, verweerders in reconventie] . strekt ertoe dat [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] het onroerend goed moet ontruimen voor zover het recht van gebruik en bewoning er niet op ziet. Die vordering is toewijsbaar omdat heeft te gelden dat [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] de betreffende delen van het onroerend goed gebruikt zonder recht of titel. De aan [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] voor ontruiming te geven termijn zal langer zijn dan de door [eisers in conventie, verweerders in reconventie] . gevorderde veertien dagen omdat die termijn de rechtbank erg kort voorkomt, onder meer gegeven de lange duur dat [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] met instemming van [erflater] (mede) gebruik heeft gemaakt van het onroerend goed en de niet weersproken stelling van [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] dat partijen zijn overeengekomen dat hij gedurende deze procedure het gebruik mocht voortzetten. Van hem mag dan ook niet worden verwacht dat hij een ontruiming voorafgaand aan vandaag al serieus heeft voorbereid. Verder zal de veroordeling iets anders worden geformuleerd ten behoeve van de duidelijkheid. Er zal, ondanks het verzet daartegen van [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] , een dwangsom op nakoming van de veroordeling worden opgelegd. De erven - namens wie de dwangsom wordt gevorderd - hebben daarbij voldoende belang gegeven het feit dat (in eerste instantie) de medewerking van [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] is vereist en hij zich tot nu toe uitdrukkelijk heeft verzet. De enkele mededeling dat [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] zal voldoen aan het vonnis is onvoldoende reden om geen stok achter de deur noodzakelijk te achten. De gevorderde dwangsom zal wel worden beperkt zoals in het dictum bepaald.

4.15.

Vordering 4 van [eisers in conventie, verweerders in reconventie] ., die inhoudt dat voor recht wordt verklaard dat een hoger beroep geen schorsende werking heeft, moet, als niet op de wet gegrond, worden afgewezen. In feite stellen [eisers in conventie, verweerders in reconventie] . met deze vordering de, eveneens gevorderde, uitvoerbaar bij voorraad verklaring van het vonnis aan de orde. Het verzet van [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] tegen vordering 4 zal de rechtbank daarom in dat kader bespreken.

Bij de vraag naar de uitvoerbaarheid bij voorraad verklaring van (de daartoe in aanmerking komende delen van) de veroordeling komt het aan op een belangenafweging. [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] heeft niet betwist dat [eisers in conventie, verweerders in reconventie] . althans [eiseres in conventie, verweerster in reconventie sub 5] of de erven belang hebben bij de uitvoerbaarheid bij voorraad. Als zijn belang stelt hij dat hij in ieder geval aanspraak heeft en maakt op het recht van gebruik van bewoning zoals door [eisers in conventie, verweerders in reconventie] . voorgestaan. Zonder verdere toelichting, die ontbreekt, valt echter niet in te zien waarom dat belang in het gedrang zou komen bij uitvoerbaar bij voorraad verklaring van vorderingen van [eisers in conventie, verweerders in reconventie] . Voor zover mogelijk zal dit vonnis daarom uitvoerbaar bij voorraad worden verklaard.

4.16.

Gelet op de relatie tussen partijen zullen de proceskosten tussen hen worden gecompenseerd, in die zin dat iedere partij de eigen kosten draagt.

5De beslissing

De rechtbank

in conventie

5.1.

verklaart voor recht dat het in onderdeel C van het testament van [erflater] opgenomen legaat zo moet worden uitgelegd dat bedoeld is om aan [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] te legateren de beperkte rechten van gebruik en bewoning van het deel van het perceel gelegen aan de [adres 1] te [plaats] dat op de detailtekening is aangeduid met de cijfers 1 en 4,

5.2.

veroordeelt [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] om binnen vier maanden na betekening van dit vonnis het deel van het perceel gelegen aan de [adres 1] te [plaats] dat op de detailtekening is aangeduid met de cijfers 1 en 4, inclusief woning en aanhorigheden, met zaken in zijn eigendom te verlaten en te ontruimen en met afgifte van de sleutels ter vrije beschikking van [eisers in conventie, verweerders in reconventie] . te stellen, tenzij:

[gedaagde in conventie, eiser in reconventie] binnen veertien dagen na betekening van dit vonnis per aangetekend schrijven ter attentie van [eiseres in conventie, verweerster in reconventie sub 5] en [eiser in conventie, verweerder in reconventie sub 1] aan het adres [adres 2] te [woonplaats 1] op ondubbelzinnige wijze kenbaar maakt dat hij binnen veertien dagen na vermeld aangetekend schrijven zijn medewerking verleent aan de vestiging van de beperkte rechten van gebruik en bewoning als omschreven onder 5.1. en [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] vervolgens binnen veertien dagen na vermeld aangetekend schrijven zijn medewerking verleent aan de vestiging van de beperkte rechten van gebruik en bewoning als omschreven onder 5.1,

5.3.

veroordeelt [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] om binnen vier maanden na betekening van dit vonnis het gebruik van het thans door hem gebruikte deel van het perceel aan de [adres 1] te [plaats] dat op de detailtekening is aangeduid met de cijfers 2, 3 en 5 te staken, het betreffende deel van het perceel te verlaten en ter vrije beschikking van de erven te stellen,

5.4.

veroordeelt [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] om aan de erven een dwangsom te betalen van € 250,00 voor iedere dag of gedeelte daarvan dat hij niet aan de onder 5.3. vermelde hoofdveroordeling voldoet, tot een maximum van € 25.000,00 is bereikt,

5.5.

compenseert de kosten van de procedure tussen partijen, in die zin dat iedere partij de eigen kosten draagt,

5.6.

verklaart de onderdelen 5.2., 5.3. en 5.4. van dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad,

5.7.

wijst het meer of anders gevorderde af,

in reconventie

5.8.

wijst de vorderingen van [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] af,

5.9.

compenseert de kosten van de procedure tussen partijen, in die zin dat iedere partij de eigen kosten draagt.

Dit vonnis is gewezen door mr. B.R.M. de Bruijn en in het openbaar uitgesproken op 2 april 2025.

1

productie 1 van [eisers in conventie, verweerders in reconventie] .

2

productie 21 van [eisers in conventie, verweerders in reconventie] .

3

productie 11 van [eisers in conventie, verweerders in reconventie] .

4

onderdeel van productie 10 van [eisers in conventie, verweerders in reconventie] .

5

productie 12 van [eisers in conventie, verweerders in reconventie] .

6

productie 26 van [eisers in conventie, verweerders in reconventie] .

7

productie 15 van [gedaagde in conventie, eiser in reconventie]

8

productie 16 van [gedaagde in conventie, eiser in reconventie]

9

zie 2.10

10

zie 2.6



© Copyright 2009 - 2025 XS2Knowledge b.v. - KVK: 24486465 - Telefoon: 085 744 0 733