| Datum publicatie | 23-10-2025 |
| Zaaknummer | C/13/774901 / KG ZA 25-694 |
| Procedure | Eerste aanleg - enkelvoudig |
| Zittingsplaats | Amsterdam |
| Rechtsgebieden | Civiel recht; Verbintenissenrecht |
| Trefwoorden | Familievermogensrecht; Familieprocesrecht |
| Wetsverwijzingen |
Inhoudsindicatie Rechtspraak.nl
Een gebod tot afgifte sieraden kan niet worden opgelegd omdat gedaagde betwist dat hij de sieraden heeft. Omdat wel aannemelijk is dat hij de sieraden onder zich heeft (gehad) wordt gedaagde veroordeeld tot betaling van een voorschot op schadevergoeding.Volledige uitspraak
Afdeling privaatrecht, voorzieningenrechter civiel
Zaaknummer: C/13/774901 / KG ZA 25-694 NB/EB
Vonnis in kort geding van 25 september 2025
in de zaak van
[de vrouw] ,
wonende te [woonplaats] ,
eiseres bij dagvaarding van 3 september 2025,
advocaat: mr. F. Ayar te Amsterdam,
tegen
[de man] ,
wonende te [woonplaats] ,
gedaagde,
advocaat: mr. S. Kandemir te Dordrecht.
Partijen zullen hierna de vrouw en de man worden genoemd.
1De procedure
Op de zitting van 11 september 2025 heeft de vrouw de vorderingen zoals omschreven in de dagvaarding toegelicht. De man heeft verweer gevoerd, mede aan de hand van een conclusie van antwoord. Beide partijen hebben stukken (producties) ingediend. De man heeft er bezwaar tegen gemaakt dat de voorzieningenrechter kennis zou nemen van aanvullende gegevens (bankafschriften die de vrouw ter zitting op haar telefoon heeft getoond), maar dat bezwaar is verworpen. Het gaat om overzichtelijke informatie die relevant is voor de waarheidsvinding en waarop de man heeft kunnen reageren.
Ter zitting waren partijen en hun advocaten aanwezig, almede de heer K. Koyuncu, tolk Turks.
Vonnis is bepaald op vandaag.
2De feiten
Partijen zijn in oktober 2018 met elkaar gehuwd. Bij die gelegenheid heeft de vrouw een bruidsschat gekregen, bestaand uit veertien gouden armbanden, een lint met daaraan veertien gouden munten, een gouden ketting met daaraan vijf gouden munten, een gouden ketting met een grote gouden munt, een gouden ketting met een gouden munt en een gouden munt (hierna ook wel: de sieraden).
Partijen huurden een kluis aan de [locatie] . De man heeft die kluis bezocht op 20 januari 2023 om 13:14 uur.
Partijen zijn op 15 april 2025 gescheiden. In de echtscheidingbeschikking van 19 februari 2025 is geoordeeld dat de sieraden naar (het toegepaste) Turks recht tot het persoonlijk vermogen van de vrouw behoren. Omdat onduidelijk was waar de sieraden waren, en partijen allebei verklaarden dat de ander die in bezit had, heeft de rechtbank beslist dat de man de gouden sierraden, voor het geval hij deze onder zich heeft, moet afgeven aan de vrouw.
Tijdens het huwelijk woonden partijen met hun dochtertje in een koopwoning aan de [adres] . Die woning is uiteindelijk verkocht. De overwaarde van € 80.000,00 is bij helfte door partijen gedeeld.
De vrouw heeft de man herhaaldelijk verzocht om afgifte van de sieraden aan haar, maar ze heeft die niet teruggekregen omdat de man volhoudt dat hij die niet heeft.
3Het geschil
De vrouw vordert, kort gezegd, primair de man te veroordelen de sieraden aan haar af te geven en aan die veroordeling een dwangsom te verbinden, dan wel subsidiair hem te veroordelen om € 45.000,00 aan haar te betalen.
Aan haar vordering legt de vrouw ten grondslag, samengevat, dat uit tal van gegevens (waarop hierna bij de beoordeling zal worden ingegaan) blijkt dat de man de bruidsschat heeft weggehaald uit de kluis waarin die werd bewaard. Zij heeft uit de familiekring vernomen dat hij een huis in Turkije wil kopen en vreest dat hij haar bruidsschat daarvoor zal gebruiken.
De man voert verweer. Hij stelt dat de vrouw geen spoedeisend belang bij haar vordering heeft omdat hij niet bezig is met het kopen van een woning in Turkije. Daarnaast stelt de man dat de zaak complex is en zich daarom niet leent voor behandeling in kort geding. Bovendien heeft de vrouw volgens hem niet voldaan aan haar verplichting om alle relevante feiten en omstandigheden naar voren te brengen. Hij stelt dat niet hij, maar de vrouw de sieraden in bezit heeft. Dit blijkt volgens de man uit een door hem ingebracht screenshot. De vrouw is er volgens de man op uit om hem een poot uit te draaien, omdat hij haar in de Turkse gemeenschap in [woonplaats] te schande heeft gemaakt door rond te bazuinen dat zij vreemd is gegaan, iets wat de vrouw overigens betwist.
Op de stellingen van partijen wordt hierna ingegaan, voor zover van belang.
4De beoordeling
De vordering is in kort geding toewijsbaar als voorshands voldoende aannemelijk is dat de vordering in een bodemprocedure zal worden toegewezen en als van de vrouw niet kan worden verwacht dat zij de uitkomst van een bodemprocedure afwacht.
Beide partijen stellen dat de ander de sieraden onder zich heeft. Zoals de advocaat van de man terecht opmerkte, zit één van partijen dus keihard te liegen. De stellige indruk bestaat dat het niet de vrouw is die liegt, gelet op het volgende.
De vrouw heeft vertaalde transscripties overgelegd van een gesprek tussen de man en zijn ex-schoonmoeder (hierna: [moeder van de vrouw] ) dat op 26 januari 2023 is opgenomen door een beveiligingscamera. In dat gesprek is onder meer het volgende gezegd:
Man: Mama, de woning etc. zal worden verkocht. Zij (de vrouw, vzr.) moet zich ergens in
laten schrijven op een adres en ze moet gaan zeggen dat ze geen woning heeft met
haar kind samen. Zo simpel is het.
[moeder van de vrouw] : Ja, goed maar ….
Man: Schoonvader gaat daar alle papieren etc. regelen en daarna zal zij een uitkering
ontvangen als alleenstaande omdat ze in haar eentje woont.
[moeder van de vrouw] : Goed mijn zoon, dat zal opgegeven worden maar waar moet ze verblijven tot ze een woning heeft. Daar zit ik mee.
Man: Ik zweer je dat ik haar de gouden sieraden ga geven. En daar moet zij het mee gaan betalen op de een of andere manier.
[moeder van de vrouw] : Ze moet een woning gaan huren. Geef jij die gouden dingen en dan moet zij met
spoed op zoek gaan naar een woning want anderszins zouden die gouden (sieraden) etc. mij echt niet boeien. (…)
Man: Ik ben in gesprek met de advocaat. De advocaat zal het uitprinten, ik neem het mee, wij ondertekenen het. Daarna wordt het ondertekende document teruggegeven aan de advocaat. Daarna gaan wij het goud ophalen. Klaar! (…)
De vrouw heeft daarnaast ook vertalingen van WhatsApp verkeer tussen partijen ingediend waaruit blijkt dat de man haar op 29 januari 2023 de volgende berichten heeft gestuurd:
“Ik wil dat jullie de woning aan mij overdragen
Net zoals
Met het
Goud
Dan geef ik het aan jullie.”
en
“ [vrouw] , ik ga jij het goud (sieraden) die in de kluis liggen geven. En jij gaat het huis aan mij overdragen.”
en
“Ik heb tegen je moeder gezegd dat ik het goud zou geven.”
Op de zitting is een geluidsopname afgespeeld van een gesprek tussen partijen, dat is opgenomen op 24 mei 2023. Het gesprek is door de tolk vertaald. Ook in dit gesprek zegt de man dat hij het goud aan de vrouw zal geven.
Daarnaast heeft de vrouw vertaalde transcripties overgelegd van het volgende gesprek dat partijen op 3 augustus 2023 hebben gevoerd:
Vrouw: Niet nep lachen, je weet dondersgoed wat ik bedoel. Waarom ben je dan naar de kluis gegaan? Hou op met grijzen, waarom ben je naar de kluis gegaan? Als je dan toch geen geld van mij verduisterd, VAN MIJ, MIJN gouden sieraden hé voor de duidelijkheid... Waarom heb je het dan van de kluis gepakt en naar je ouders gebracht?
Man: lk heb het niet naar mijn ouders gebracht!
Vrouw: Oh oké, ik heb gehoord wat je zegt. Goed.
Man: Het ligt niet bij mijn ouders.
Vrouw: Goed, het ligt dus niet bij je ouders. Dan heb je het vast in de kluis van je zus gelegd. Maakt niet uit. Waarom?! Waarom???
(…)
Man: Advocaat!
Vrouw: Waarom? Heeft je advocaat gezegd dat je de gouden sieraden moest pakken? [man] , lieg niet tegen mij. lk ga dit navragen bij je advocaat. Heeft je advocaat tegen jou gezegd dat je de gouden sieraden moest pakken en moest verduisteren van [de vrouw] ?
Man: Nee, zal ik je wat zeggen? Zullen we het zo doen met jou..
Vrouw: lk had de sleutels sowieso nooit in mijn bezit gehad. Waarom heb je de gouden sieraden gepakt en meegenomen?
Man: Mag ik iets zeggen?
Vrouw: lk wil enkel dat je antwoord geeft op mijn vraag.
Man: Is goed, maar jij neemt dit gesprek vast op. lk vertrouw je niet op dit gebied.
(…)
Man: Maar je weet dat deze opnames niet geldig zijn he.. maar goed.. lk zeg je iets. lk zei dat mijn advocaat het had gezegd.
Vrouw: Heeft je advocaat dat gezegd?
Man: Hij zei 'pak het' en ik heb het daarom gepakt.
Vrouw: Waarom zei hij dat je het moest pakken dan? lk had er toch geen
sleutels van?! De beide sleutels had jij in je bezit. Waar was je bang voor?
Man: De advocaat zei dat ik het moest pakken.
Vrouw: Waar was je bang voor?
(…)
Man: Vraag het maar. De advocaat zei dat ik het moest pakken en dat heb ik gedaan.
Vrouw: Maar waarom zou je advocaat tegen jou zeggen dat je het moest pakken. Jij hebt immers de sleutels. Je had toch kunnen zeggen dat ik er toch niet bij kon zolang jij dit niet toelaat?
Man: Hij zei dat ik het toch maar moest pakken. That's it. Hij zei dat ik het uit de kluis moest pakken en dat het moest leegmaken.
Vrouw: Oké, en heb je daar goed aan gedaan? Jij legt mij nu dus uit dat je mijn bezittingen achterover hebt gedrukt.
(…)
Man: Wacht even! Wacht eventjes... Jij beweert dat je geen cent meer hebt maar dat is onzin. Wat heb je gezegd?! Jij zegt nu wel dat ik je bezittingen verduisterd hebt maar jij gaat wel met je vader naar de advocaat om te laten natrekken waar ik wat heb en waar ik goud en geld heb?
Vrouw: Maar daar heb ik recht op! IK HEB DAAR RECHT OP! Dat geld is ook van mij! Waarom ben je zo bang? Jullie denken vast van [de vrouw] is vreemdgegaan en ze maakt jouw geld op, toch?
Man: Zo ziet het er wel naar uit, ja!
De uitlatingen van de man zijn in tegenspraak met zijn stelling dat de vrouw de sieraden heeft. De verklaring van de man is ook op andere punten niet geloofwaardig. Zo is niet logisch dat partijen er wel voor hebben gekozen om zaken als twee gouden muntjes en de paspoorten van partijen in de kluis te bewaren, zoals de man stelt, maar de sieraden niet, hoewel die een veel hogere waarde vertegenwoordigen, zoals hierna wordt overwogen. Evenmin is logisch dat waar wordt gesproken over het goud of de sieraden, die twee gouden muntjes worden bedoeld. Die muntjes vertegenwoordigen volgens de man een waarde van in totaal rond de € 300,00. Niet valt in te zien waarom de vrouw zou meewerken aan overdracht van de woning aan de man, en daarmee haar aandeel in de overwaarde van tienduizenden euro’s zou prijsgeven, tegen ontvangst van die twee muntjes. Bovendien blijkt uit het gesprek tussen de man en zijn ex-schoonmoeder dat het goud voldoende waarde zou moeten vertegenwoordigen om de vrouw in staat te stellen tijdelijk een woning te huren. Dat kan niet van de twee muntjes. Op de zitting heeft de man tot slot verklaard dat de woning 50/50 eigendom van partijen was, en dat dit ook zou moeten gelden voor de bruidsschat. Het lijkt er dan ook sterk op dat de man (i) de sieraden uit de kluis heeft gehaald om de vrouw onder druk te zetten om haar aandeel in de echtelijke woning aan hem prijs te geven en (ii) toen dat niet lukte, het goud heeft gehouden om zichzelf te compenseren voor het in zijn ogen onterechte verlies van de helft van de overwaarde van de woning.
Het screenshot dat de man heeft overgelegd, is onvoldoende om dit vermoeden te ontkrachten. Op dat screenshot, dat dateert van ná de gesprekken die hiervoor zijn aangehaald, is te zien dat de vrouw drie gouden armbanden om heeft. Dat het gaat om dezelfde armbanden als die deel uitmaakten van de bruidsschat, is echter niet vast te stellen aan de hand van de afbeeldingen. Volgens de vrouw heeft zij de armbanden in Turkije gekocht. Zij stelt een deel cash te hebben betaald, uit haar aandeel in de verkoopopbrengst van de woning, en een deel te hebben gepind. Zij heeft, om deze stelling te staven, op de zitting een bankafschrift getoond waaruit blijkt van een overboeking naar Pirlanta Sivas Tur, gedaan op 27 augustus 2024, van € 197,00.
Voorshands is al met al aannemelijk dat de man de sieraden heeft weggenomen. Desondanks is de vordering tot afgifte van de bruidsschat niet toewijsbaar, nu de man betwist dat hij de bruidsschat kan afgeven. Denkbaar is dat de sieraden inmiddels te gelde zijn gemaakt of dat er andere redenen zijn waarom hij deze niet meer onder zich heeft. Wel kan de man – als het mindere van het subsidiair gevorderde geldbedrag – worden veroordeeld tot betaling van een voorschot op de schade die de vrouw heeft geleden doordat de man zich de sieraden heeft toegeëigend. Uiteraard laat dat onverlet dat hij, in plaats van schadevergoeding, de sieraden alsnog kan afgeven aan de vrouw, indien dat toch nog mogelijk zou zijn.
Volgens de vrouw zijn de sieraden € 45.000,00 waard. Er zijn echter geen objectieve gegevens overgelegd waaruit de waarde van de sieraden kan worden afgeleid. De man stelt geen idee te hebben wat die waard zijn, zelfs niet bij benadering. Dat is vreemd, omdat hij die zelf heeft gekocht in 2018, en wekt de indruk dat de man er alles aan doet om te voorkomen dat enig bedrag wordt toegewezen.
Dat het gaat om een bedrag in orde van grootte als door de vrouw gesteld, is voorshands aannemelijk. De man heeft niet betwist dat een bruidsschat is bedoeld om een vrouw in staat te stellen enige tijd vooruit te kunnen als het huwelijk ten einde komt. En als de drie armbanden die de vrouw in Turkije heeft gekocht al zo’n € 3.000,00 waard zijn, wat de vrouw stelt ervoor te hebben betaald, moet de bruidsschat een veelvoud daarvan waard zijn. Tot slot moet de waarde in verhouding staan tot het aandeel van de vrouw in de overwaarde van de woning; anders zou afgifte van de bruidsschat een onvoldoende prikkel opleveren om daarvan af te zien. Voorshands wordt daarom uitgegaan van een waarde van € 40.000,00. De man zal worden veroordeeld tot betaling aan de vrouw van dat bedrag, bij wijze van voorschot op schadevergoeding.
Gelet op de relatie tussen partijen zullen de proceskosten tussen hen worden gecompenseerd, in die zin dat iedere partij de eigen kosten draagt.
5De beslissing
De voorzieningenrechter
veroordeelt de man tot betaling aan de vrouw van € 40.000,00, bij wijze van voorschot op schadevergoeding,
bepaalt dat de vrouw geen rechten aan deze veroordeling kan ontlenen als de man haar de sieraden, afgebeeld op productie 3 bij dagvaarding, teruggeeft,
compenseert de kosten van de procedure tussen partijen, in die zin dat iedere partij de eigen kosten draagt,
verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad,
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. N.C.H. Blankevoort, voorzieningenrechter, bijgestaan door mr. E. van Bennekom, griffier, en in het openbaar uitgesproken op 25 september 2025.
type: EvB
coll: JT
© Copyright 2009 - 2025 XS2Knowledge b.v. - KVK: 24486465 - Telefoon: 085 744 0 733
