Rechtbank Limburg 04-02-2025, ECLI:NL:RBLIM:2025:10157


Datum publicatie17-10-2025
ZaaknummerNL:TZ:0000306709:B001; BM389985
ProcedureBeschikking
ZittingsplaatsRoermond
RechtsgebiedenCiviel recht
TrefwoordenMeerderjarigenbescherming; Bewind;
Erfrecht
Wetsverwijzingen

Inhoudsindicatie Rechtspraak.nl

CBM, machtigingsverzoek beneficiaire aanvaarding van een nalatenschap met een testament met tweetrapsmaking. De kantonrechter beslist dat een tweetrapsmaking geen making of gift is waaraan lasten of voorwaarden zijn verbonden als bedoeld in artikel 1:441 lid 2 aanhef en onder b BW.

Volledige uitspraak


RECHTBANK LIMBURG

Toezicht

Locatie Roermond

toezichtnummer

:

NL:TZ:0000306709:B001

CBM-nummer

:

BM389985

beschikkingsnummer

:

001

datum

:

4 februari 2025

Beschikking van de kantonrechter


op verzoek van:

Stichting Bewindvoering Cliëntengelden,
Postbus 395, 6130 AJ Sittard,
Kamer van Koophandel-nummer 41067959,

hierna te noemen: verzoeker,


met betrekking tot:

[betrokkene] ,
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1975,
wonende te [adres] , [woonplaats] ,
hierna te noemen: betrokkene.

Procedure

De kantonrechter heeft kennisgenomen van het verzoek (met bijlagen), ontvangen op 7 januari 2025.

De kantonrechter heeft op grond van de ontvangen informatie afgezien van een mondelinge behandeling.

Beoordeling

Het verzoek strekt tot het verlenen van een machtiging om namens de betrokkene de nalatenschap van [erflater] onder het voorrecht van boedelbeschrijving te aanvaarden (beneficiaire aanvaarding).

Verzoeker licht het verzoek als volgt toe:
“Client is enig erfgenaam van overleden vader. Er is sprake van een tweetrapsmaking. Notaris gaf aan dat we goedkeuring voor de beneficiaire aanvaarding van deze erfenis dienen aan te vragen, omdat het onder last/voorwaarde van tweetrapsmaking is. Graag ontvangen we alsnog deze goedkeuring.

Voor het aanvaarden van een nalatenschap onder het voorrecht van boedelbeschrijving (beneficiaire aanvaarding, artikel 1:441 lid 5 BW) is geen machtiging van de kantonrechter vereist. De vraag is dan of de tweetrapsmaking betekent dat toch machtiging moet worden gevraagd op basis van artikel 1:441 lid 1 aanhef en onder c BW, dat bepaalt dat (als rechthebbende niet in staat of weigerachtig is toestemming te verlenen) machtiging van de kantonrechter nodig is om een making of gift waaraan lasten of voorwaarden zijn verbonden aan te nemen. De vraag is of een erfstelling als de onderhavige een making is als hiervoor bedoeld. De wet is hierin niet eenduidig. In sommige wetsartikelen wordt met ‘making’ gedoeld op legaten én erfstellingen, terwijl in andere wetsartikelen met ‘making’ enkel legaten wordt bedoeld.

De kantonrechter oordeelt dat erfstellingen niet vallen onder artikel 1:441 lid 2 aanhef en onder c BW en dat de daar genoemde ‘making’ dus enkel ziet op legaten. Een andere uitkomst zou zich niet verhouden met artikel 1:441 lid 5 BW, en ook niet met de automatische beneficiaire aanvaarding van artikel 4:193 lid 2 BW. Dit alles betekent dat geen machtiging van de kantonrechter nodig is. De kantonrechter zal de bewindvoerder daarom in haar verzoek niet-ontvankelijk verklaren.

Beslissing

De kantonrechter

- verklaart verzoeker niet-ontvankelijk in haar verzoek.

Deze beschikking is gegeven door mr. G.M. Drenth, kantonrechter, en in het openbaar uitgesproken op 4 februari 2025.

Tegen deze beschikking kan -uitsluitend door tussenkomst van een advocaat- hoger beroep worden ingesteld bij het Gerechtshof 's-Hertogenbosch:
a. door de verzoeker en degenen aan wie een afschrift van deze beschikking (digitaal) is verstrekt of verzonden binnen drie maanden na de dag van de uitspraak;
b. door andere belanghebbenden binnen drie maanden na betekening daarvan of nadat deze beschikking hun op andere wijze bekend is geworden.



© Copyright 2009 - 2025 XS2Knowledge b.v. - KVK: 24486465 - Telefoon: 085 744 0 733