Datum publicatie | 06-10-2025 |
Zaaknummer | C/08/338230 / JE RK 25-1525 |
Procedure | Eerste aanleg - enkelvoudig |
Zittingsplaats | Almelo |
Rechtsgebieden | Civiel recht |
Trefwoorden | Jeugdbescherming / Jeugdwet; Gesloten jeugdzorg |
Wetsverwijzingen |
Inhoudsindicatie Rechtspraak.nl
De kinderrechter herroept een eerdere beslissing sociale bewaring, waarbij toestemming is gegeven om de al eerder verleende machtiging tot plaatsing in een accommodatie gesloten jeugdhulp gedurende 24 uur ten uitvoer te leggen in een politiecel. Naar het oordeel van de kinderrechter ontbreekt onder de gegeven omstandigheden een juridische basis voor de gegeven toestemming.Volledige uitspraak
locatie Almelo
team familie- en jeugdrecht
zaakgegevens: C/08/338230 / JE RK 25-1525
datum uitspraak: 2 oktober 2025
in de zaak van
de gecertificeerde instelling,
hierna te noemen: de GI,
gevestigd te Hengelo (O),
betreffende
bijgestaan door advocaat: mr. M.S. Flokstra.
De kinderrechter merkt als belanghebbenden aan:
hierna te noemen: de moeder,
en
[de vader] ,
hierna te noemen: de vader,
gezamenlijk te noemen: de ouders,
beiden wonende te Enschede,
Het verdere procesverloop
Op 10 september 2025 heeft de kinderrechter, mr. A. Flos, in deze zaak een tussenbeschikking gegeven.
Op 12 september 2025 is mr. Flokstra, op instructie van de kinderrechter, telefonisch benaderd door de griffie en is zij diezelfde dag als advocaat toegevoegd. Aan haar is tevens een uitnodiging voor de mondelinge behandeling verzonden.
De mondelinge behandeling heeft, gelijktijdig met de behandeling van de zaak met nummer C/08/338450 / JE RK 25-1564, op 17 september 2025 met gesloten deuren plaatsgevonden. Verschenen en gehoord zijn mr. Flokstra namens [minderjarige] en [naam 1] en [naam 2] namens de GI. Deugdelijk opgeroepen en niet verschenen zijn [minderjarige] en de ouders.
De (aanvullende) feiten
Bij beschikking van 1 juli 2025 is de ondertoezichtstelling van [minderjarige] verlengd en is een machtiging tot uithuisplaatsing in een gesloten accommodatie voor jeugdhulp verleend met ingang van 4 juli 2025 tot 4 januari 2026.
Bij beschikking van 10 september 2025 heeft de kinderrechter bepaald dat de machtiging gesloten jeugdzorg ten behoeve van [minderjarige] ter fine van sociale bewaring ten uitvoer gelegd mag worden in een politiecel ([locatie 2]) voor de duur van maximaal vierentwintig uur.
Bij beschikking van 17 september 2025 heeft de kinderrechter een machtiging tot uithuisplaatsing van [minderjarige] in een accommodatie jeugdhulpaanbieder verleend voor de duur van de ondertoezichtstelling.
De inhoud van voormelde tussenbeschikkingen geldt als hier herhaald en ingelast.
De standpunten
De GI geeft aan dat [minderjarige] in de avond van 9 september 2025 door de politie is aangetroffen met en bij de auto van zijn vader, die hij zonder diens toestemming had meegenomen. Vervolgens heeft een worsteling plaatsgevonden tussen [minderjarige] en de agent, omdat [minderjarige] probeerde te vluchten. Daarna heeft [minderjarige] de nacht doorgebracht in de politiecel en is hij aan het einde van de middag van 10 september 2025 ondergebracht bij [locatie 1] in [plaats]. Het is onduidelijk wat er strafrechtelijk speelt. Volgens de GI is [minderjarige] alleen aangehouden omdat hij geen identiteitskaart kon tonen. Er waren, aldus de GI, verder geen strafrechtelijke gronden om hem langer vast te houden. De ouders hebben echter wel aangifte gedaan van het wegnemen van de auto. Volgens de GI willen de ouders momenteel niet dat [minderjarige] terugkeert naar huis en zij willen tijdelijk ook geen contact met hem. De GI benadrukt dat de tenuitvoerlegging van de machtiging tot gesloten plaatsing in een politiecel een noodgreep is geweest. De GI voorziet dat in de toekomst vaker dergelijke situaties kunnen ontstaan in verband met de gewijzigde regels rond gesloten jeugdzorg.
De advocaat van [minderjarige] begrijpt dat het niet verantwoord was [minderjarige] midden in de nacht de straat op te sturen, wetende dat de ouders hem niet terug wilden in de thuissituatie. De advocaat vindt het jammer dat de situatie niet op een andere manier is opgelost. Volgens de advocaat was er een alternatieve aanpak mogelijk geweest die [minderjarige] meer rechtsbescherming had geboden. Zij stelt dat de strafrechtelijke route de rechtsbescherming van [minderjarige] had gewaarborgd. De advocaat merkt op dat zij pas op vrijdag 12 september 2025 op de hoogte is gesteld, terwijl [minderjarige] in de nacht van dinsdag 9 september 2025 op woensdag 10 september 2025 in de politiecel heeft verbleven. Het verbaast de advocaat dat de GI heeft gehoord dat er geen strafrechtelijke gronden waren voor een langdurige aanhouding, aangezien er sprake was van joyriding en vernieling. Daarnaast wijst de advocaat erop dat de sociale bewaring van [minderjarige] is gekoppeld aan een machtiging gesloten jeugdhulp, terwijl deze machtiging tot op heden niet is uitgevoerd. De advocaat is van oordeel dat de op 10 september 2025 verleende toestemming om de machtiging ten uitvoer te leggen in een politiecel ten onrechte is verleend. Zij begrijpt het dilemma van de kinderrechter, maar stelt dat het mogelijk en meer wenselijk was geweest om de situatie op een andere manier op te lossen, zodat de rechtsbescherming van [minderjarige] beter zou zijn gewaarborgd.
Nu [minderjarige] en de ouders niet zijn verschenen op de mondelinge behandeling is hun meest recente standpunt onbekend.
De verdere beoordeling
Sociale bewaring is niet in de wet geregeld. Op het moment van het nemen van de spoedbeslissing, op 10 september 2025, was er wel een machtiging gesloten jeugdhulp. 1
Een dergelijke machtiging kan slechts ten uitvoer worden gelegd in een op grond van artikel 6.2.1. Jw geregistreerde gesloten accommodatie. 2 Deze geregistreerde instellingen zijn opgenomen in een officiële lijst van de Rijksoverheid.
3 Voor jeugdigen van twaalf jaar en ouder kan, onder voorwaarden, de machtiging ook ten uitvoer worden gelegd in een inrichting als bedoeld in artikel 1 van de Beginselenwet justitiële jeugdinrichtingen.
4 Een politiecel valt niet onder deze categorieën en komt ook niet voor op de lijst met geregistreerde jeugdhulpaanbieders. Daarnaast stelt paragraaf 6.1. van het Besluit Jeugdwet specifieke eisen aan gesloten accommodaties, zoals geschiktheid voor jeugdigen, een veiligheidsplan en een vorm van toezicht. Een politiecel voldoet niet aan (al) deze eisen.
Uit het voorgaande volgt dat er geen machtiging kan worden verleend voor gesloten jeugdhulp in een politiecel. Daarmee kan er ook geen toestemming worden gegeven om een reeds verleende machtiging gesloten jeugdhulp ten uitvoer te leggen in een politiecel.
De kinderrechter overweegt dat het in uitzonderlijke gevallen denkbaar is dat (toestemming voor de tenuitvoerlegging van) een machtiging wordt verleend op grond van artikel 3 Politiewet 2012, dat ziet op het verlenen van hulp aan hen die deze behoeven. Naar het oordeel van de kinderrechter doet een dergelijk uitzonderlijk geval zich niet voor. Er was geen plek in een accommodatie voor gesloten jeugdhulp beschikbaar. [minderjarige] kon niet terug naar huis, omdat zijn ouders dat niet wilden en de veiligheid van [minderjarige], zijn ouders en zus onvoldoende gewaarborgd kon worden. Het enige alternatief was om [minderjarige] heen te zenden, met als gevolg dat hij zelf een slaapplaats zou moeten zoeken of op straat zou moeten verblijven. Hoewel een dergelijke situatie zeer ongewenst is voor een minderjarige als [minderjarige], zijn naar het oordeel van de kinderrechter de omstandigheden niet dermate schrijnend en uitzonderlijk dat in artikel 3 Politiewet 2012 een basis gevonden zou kunnen worden voor de verleende toestemming.
De kinderrechter overweegt dat onder omstandigheden in artikel 3 lid 1 van het Internationaal Verdrag inzake de Rechten van het Kind (IVRK), dat het belang van het kind centraal stelt, een basis kan worden gevonden voor de getroffen maatregelen. 5 Naar het oordeel van de kinderrechter is die basis in dit geval echter onvoldoende. Hoewel er veel zorgen over [minderjarige] zijn, kan niet worden gesteld dat hij zodanig kwetsbaar is dat toestemming om de al verleende machtiging voor 24 uur ten uitvoer te leggen in een politiecel. De hiervoor genoemde omstandigheden en de gevolgen van heenzending in de nacht zijn niet van dusdanig gewicht dat een dergelijke plaatsing met een beroep op artikel 3 IVRK kan worden gerechtvaardigd.
De kinderrechter overweegt verder dat uit het verzoek blijkt dat [minderjarige] in de avond van
9 september 2025 de ouderlijke woning heeft verlaten, nadat gezinsleden zich bedreigd voelden en naar mededeling van die gezinsleden sprake was van vernieling. [minderjarige] heeft daarop zonder toestemming – en overigens ook zonder over een rijbewijs te beschikken – de auto van zijn vader meegenomen. Kort nadien heeft de politie hem aangetroffen, heeft een worsteling met een agent plaatsgevonden en is – zo begrijpt de kinderrechter – [minderjarige] aangehouden. Voorstelbaar is dat op grond van deze feiten [minderjarige] op verdenking van bedreiging, vernieling en joyriding in verzekering had kunnen worden gesteld. Dat is echter niet gebeurd. Daarmee is een wel wettelijk geregelde vorm van opsluiting in een politiecel onbenut gebleven.
Tot slot overweegt de kinderrechter dat in geval van vrijheidsbeneming een rechterlijke toets dient plaats te vinden, wat volgt uit artikel 5 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM) . Een dergelijke toets heeft voorafgaand aan de plaatsing in de politiecel plaatsgevonden. [minderjarige] is echter (pas) op 12 september 2025 voorzien van rechtsbijstand, nu op die datum een advocaat is toegevoegd. Anders dan bij een strafrechtelijke inverzekeringstelling, waarbij [minderjarige] recht zou hebben gehad op consultatiebijstand door een advocaat, is aan [minderjarige] gedurende ruim twee dagen rechtsbijstand onthouden, althans is aan hem als minderjarige niet tijdig een advocaat toegevoegd.
Gezien het voorgaande komt de kinderrechter tot het oordeel dat onder de gegeven omstandigheden, zoals die hiervoor zijn geschetst en besproken, geen juridische grond bestond voor de door de kinderrechter verleende toestemming om de al eerder verleende machtiging tot plaatsing in een accommodatie voor gesloten jeugdhulp gedurende 24 uur ten uitvoer te leggen in een politiecel.
Tot slot dient de kinderrechter te beslissen over de gevolgen van zijn oordeel voor de beslissing die is genomen in de tussenbeschikking van 10 september 2025. Deze beslissing was genomen als spoedbeslissing, zonder dat de belanghebbenden konden worden gehoord. In de praktijk wordt op verschillende manieren omgegaan met het oordeel over een eerder genomen spoedbeslissing, variërend van het niet geven van een uitdrukkelijk oordeel over die beslissing tot het uitdrukkelijk bekrachtigen, handhaven of herroepen. 6 Gezien het oordeel van de kinderrechter in deze zaak acht de kinderrechter het aangewezen om de eerder verleende toestemming voor sociale bewaring te herroepen.
De beslissing
De kinderrechter:
herroept de beslissing van 10 september 2025, waarbij toestemming is verleend om ter fine van sociale bewaring de verleende machtiging gesloten jeugdhulp ten uitvoer te leggen in een politiecel ([locatie 2]).
Deze beschikking is gegeven door mr. J.L. Souman, kinderrechter, in tegenwoordigheid van K.K. van Haarst, als griffier en in het openbaar uitgesproken op 2 oktober 2025. |
||
Hoger beroep tegen deze beschikking kan worden ingesteld:
- door de verzoeker en degenen aan wie een afschrift van de beschikking is verstrekt of verzonden, binnen drie maanden na de dag van de uitspraak,
- door andere belanghebbenden binnen drie maanden na de betekening daarvan of nadat de beschikking aan hen op een andere wijze bekend is geworden.
Het hoger beroep moet, door tussenkomst van een advocaat, worden ingediend ter griffie van het gerechtshof
Arnhem-Leeuwarden
Artikel 6.1.2. Jeugdwet (Jw).
‘Geregistreerde jeugdhulpaanbieders’, https://www.rijksoverheid.nl/contact/contactgids/geslotenjeugdhulp.
Zie onder andere ECLI:NL:RBUTR:2009:BJ5287.
Zie onder andere ECLI:NL:RBZWB:2017:1918, ECLI:NL:RBZWB:2024:9309, ECLI:NL:RBDHA:2025:16662, ECLI:NL:RBZWB:2025:5732 en ECLI:NL:RBNHO:2025:8997.
© Copyright 2009 - 2025 XS2Knowledge b.v. - KVK: 24486465 - Telefoon: 085 744 0 733