Essentie (gemaakt door AI)
Vrouw verzoekt scheiding van tafel en bed en eenhoofdig gezag over minderjarige. Man stemt in. Rechtbank spreekt scheiding van tafel en bed uit en kent vrouw eenhoofdig gezag toe vanwege medische situatie man. Ouderschapsplan aan beschikking gehecht.
Datum publicatie | 11-09-2025 |
Zaaknummer | C/05/443556 / ES RK 24-521 |
Procedure | Eerste aanleg - enkelvoudig |
Zittingsplaats | Arnhem |
Rechtsgebieden | Civiel recht; Personen- en familierecht |
Trefwoorden | Kinderen; Gezag |
Wetsverwijzingen |
Inhoudsindicatie Rechtspraak.nl
Scheiding van tafel en bed. Eenhoofdig gezag na referte man.Volledige uitspraak
beschikking
RECHTBANK GELDERLAND
Familie- en jeugdrecht
Zittingsplaats Arnhem
Zaakgegevens: C/05/443556 / ES RK 24-521
Datum uitspraak: 29 april 2025
beschikking scheiding van tafel en bed
in de zaak van
[naam vrouw] (hierna: de vrouw),
wonende op een bij de rechtbank bekend adres,
advocaat mr. R.M. Tjong Kim Sang te Lent,
tegen
[naam man] (hierna: de man),
wonende te [woonplaats] .
1Het verloop van de procedure
Het procesverloop blijkt uit de volgende stukken:
- het verzoekschrift, ingekomen bij de griffie op 8 november 2024;
- het F7-formulier met als bijlage de referteverklaring van de man;
- het exploot van betekening van 27 november 2024, ingekomen bij de griffie op
28 november 2024;
- het F9-formulier met bijlage van mr. Tong Kim Sang van 25 februari 2025.
Tijdens de mondelinge behandeling van 1 april 2025 zijn gehoord:
- de vrouw, bijgestaan door mr. R.M. Tjong Kim Sang;
- de man;
- een vertegenwoordigster van de Raad voor de Kinderbescherming (hierna: de Raad).
De man en de vrouw zijn beiden bijgestaan door een tolk.
2De feiten
Partijen zijn met elkaar gehuwd op [datum] 2014 te [plaats] , Afghanistan.
De vrouw heeft de Afghaanse nationaliteit. De man heeft de Nederlandse nationaliteit.
Het minderjarige kind van partijen is:
- [naam minderjarige] , geboren op [geboortedatum] 2020 te [geboorteplaats] (hierna: [minderjarige] ).
3Het verzoek
De vrouw verzoekt, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad:
-
tussen partijen de scheiding van tafel en bed uit te spreken;
-
de regelingen in het overgelegde ouderschapsplan, door partijen ondertekend op 5 juni 2024, in deze beschikking op te nemen dan wel deze deel van deze beschikking te doen uitmaken middels het aanhechten ervan en nadrukkelijk op te nemen in het dictum van de beslissing dat de vrouw zal worden belast met het (éénhoofdig) gezag over [minderjarige] en dat het hoofdverblijf van [minderjarige] bij de vrouw zal zijn.
4Het standpunt van de Raad
Tijdens de mondelinge behandeling heeft Raad benadrukt dat het uitgangspunt is dat beide ouders samen het gezag over hun kinderen uitoefenen. Daarnaast vraagt de Raad zich af in hoeverre de man begrijpt wat het betekent als hij het gezag niet meer heeft, ook al zegt hij het eens te zijn met de verzoeken van de vrouw. Als de man zich dat realiseert, verzet de Raad zich niet tegen toewijzing van het verzoek van de vrouw om eenhoofdig gezag.
5De beoordeling
Rechtsmacht en toepasselijk recht
Omdat de vrouw de Afghaanse nationaliteit heeft en het huwelijk van partijen in Afghanistan gesloten is, moet de rechtbank eerst vaststellen of de Nederlandse rechter bevoegd is om te beslissen op de verschillende verzoeken en welk recht zij daarbij moet toepassen.
Op verzoeken tot scheiding van tafel en bed is de verordening Brussel II-ter van toepassing. Op grond van artikel 3 van deze verordening is de Nederlandse rechter bevoegd, omdat partijen hun gewone verblijfplaats in Nederland hebben. Op grond van artikel 10:56 van het Burgerlijk Wetboek (BW) past de Nederlandse rechter het Nederlands recht toe.
Op het verzoek betreffende het ouderschapsplan en het gezag is ook Brussel II-ter van toepassing. Op grond van artikel 7 van de verordening is de Nederlandse rechter bevoegd. Op grond van artikel 15 van het Haags Kinderbeschermingsverdrag 1996 is het Nederlands recht van toepassing op het verzoek betreffende het ouderschapsplan en het gezag.
Ouderschapsplan (ontvankelijkheid)
In de wet staat dat ouders pas een verzoek tot scheiding van tafel en bed kunnen doen, als zij een ouderschapsplan hebben gemaakt waarin zij afspraken hebben gemaakt over hun kind(eren). In dat ouderschapsplan moeten in ieder geval afspraken zijn opgenomen over de manier waarop zij de zorg over hun kind(eren) zullen verdelen, hoe zij elkaar over hun kind(eren) zullen informeren en hoe zij de kosten zullen delen.
De ouders hebben op 5 juni 2024 een ouderschapsplan gesloten dat aan deze eisen voldoet. Dit plan heeft de vrouw bij haar verzoekschrift overgelegd.
Scheiding van tafel en bed
De rechtbank zal op verzoek van de vrouw de scheiding van tafel en bed uitspreken. In de wet staat dat dit kan als je huwelijk duurzaam is ontwricht. Dat betekent dat het niet meer mogelijk is om met elkaar samen te leven en dat het er niet naar uitziet dat het beter wordt. De vrouw en de man hebben gezegd dat dat zo is.
Opname van het ouderschapsplan
De rechtbank zal het ouderschapsplan van partijen aan deze beschikking hechten, zoals de vrouw heeft verzocht.
Eenhoofdig gezag
Op grond van artikel 1:251a lid 1 BW kan de rechter na ontbinding van het huwelijk anders dan door de dood of na scheiding van tafel en bed op verzoek van de ouders of van één van hen bepalen dat het gezag over een kind aan één ouder toekomt indien:
-
er een onaanvaardbaar risico is dat het kind klem of verloren zal raken tussen en de ouders en niet verwachten is dat hierin binnen afzienbare tijd voldoende verbetering zou komen, of
-
wijziging van het gezag anderszins in het belang van het kind noodzakelijk is.
Het tweede lid van voormeld artikel bepaalt dat de beslissing over het gezag kan worden gegeven bij de beschikking over de scheiding van tafel en bed.
De rechtbank overweegt als volgt. De vrouw heeft onbetwist gesteld dat zij sinds de geboorte van [minderjarige] alleen de dagelijkse verzorging voor haar rekening heeft genomen en dat zij feitelijk alleen de beslissingen neemt. Er is eind 2019 tot eind 2020 sprake geweest van een huisverbod voor de man en sindsdien wonen partijen niet meer samen. Tussen de man en [minderjarige] is er soms contact bij de vrouw thuis. Verder is de man niet betrokken, ook niet bij de school van [minderjarige] . De man is jaren geleden gediagnosticeerd met kanker. Er is volgens de vrouw sprake van gedragsveranderingen bij de man vanwege de ziekte en er is volgens de vrouw sprake van een licht verstandelijke beperking. De man is vaak niet bereikbaar en reageert dan niet of niet snel genoeg op vragen van de vrouw. Ook komt de man eerder gedane toezeggingen vaak niet na.
De vrouw heeft een referteverklaring van de man overgelegd, waarin staat dat de man het eens is met haar verzoek om eenhoofdig gezag. Ook tijdens de mondelinge behandeling heeft de man aangegeven dat hij achter het verzoek staat. Het uitgangspunt is echter dat beide ouders het gezag over hun kinderen hebben. Daarbij komt dat de vrouw heeft verklaard dat zij tot nu toe niet ernstig is belemmerd bij het nemen van gezagsbeslissingen. Zo is gebleken dat de man toestemming geeft als de vrouw met [minderjarige] op reis wil en heeft de man toestemming gegeven voor het verwijderen van de amandelen van [minderjarige] toen [minderjarige] twee jaar oud was. Ook stelt de man in zulke gevallen vragen aan de vrouw en wil hij met haar blijven overleggen over [minderjarige] wanneer er beslissingen genomen moeten worden.
Toch zal de rechtbank het verzoek van de vrouw toewijzen. Gelet op de medische situatie van de man en het feit dat hij medicatie gebruikt, is het voor de man soms lastig om bereikbaar te zijn voor de vrouw. Tussen partijen is hier geen discussie over. Hoewel dit tot nu toe niet tot grote problemen heeft geleid, is de rechtbank met de vrouw van oordeel dat het in spoedeisende situaties belangrijk is dat de vrouw alleen gezagsbeslissingen kan nemen, zonder dat zij hier de man voor nodig heeft. Het is niet de verwachting dat hierin binnen afzienbare tijd voldoende verbetering komt. Daarnaast overweegt de rechtbank dat partijen het kennelijk met elkaar eens zijn dat in het vervolg alleen toestemming nodig is van de vrouw voor te nemen gezagsbeslissingen. Verder heeft de rechtbank er vertrouwen in dat de vrouw de man zal blijven betrekken in te nemen beslissingen, op de manier zoals dat nu ook gebeurt.
De rechtbank benadrukt voor de goede orde dat op grond van artikel 1:253p lid 2 BW de beslissing om het gezag van de man te beëindigen pas werking heeft op het moment dat de beslissing over de scheiding van tafel en bed is ingeschreven in het huwelijksgoederenregister. Zolang dit niet is gebeurd, is er dus nog sprake van gezamenlijk gezag.
6De beslissing
De rechtbank:
spreekt de scheiding van tafel en bed uit tussen partijen, die met elkaar gehuwd zijn op [datum] 2014 te [plaats] (Afghanistan);
beëindigt het gezamenlijk gezag van de ouders en bepaalt dat het gezag over:
- [naam minderjarige] , geboren op [geboortedatum] 2020 te [geboorteplaats] ;
wordt uitgeoefend door de vrouw;
neemt de onderlinge regelingen van partijen als genoemd in het ouderschapsplan van 5 juni 2024 op in deze beschikking, onder verwijzing naar de kopie van dit ouderschapsplan in de bijlage van deze beschikking;
verklaart deze beschikking tot zover uitvoerbaar bij voorraad, behalve de beslissing over de scheiding van tafel en bed.
Deze beschikking is gegeven door mr. C.J.M. van Apeldoorn, rechter, in tegenwoordigheid van S.C. Dijksterhuis als griffier en in het openbaar uitgesproken op 29 april 2025. |
||
Indien hoger beroep tegen deze beschikking mogelijk is, kan dat worden ingesteld: - door de verzoekers en degenen aan wie een afschrift van de beschikking is verstrekt of verzonden, binnen drie maanden na de dag van de uitspraak, - door andere belanghebbenden binnen drie maanden na de betekening daarvan of nadat de beschikking aan hen op een andere wijze bekend is geworden. Het hoger beroep moet, door tussenkomst van een advocaat, worden ingediend ter griffie van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden. |
||
© Copyright 2009 - 2025 XS2Knowledge b.v. - KVK: 24486465 - Telefoon: 085 744 0 733