Rechtbank Amsterdam 22-08-2025, ECLI:NL:RBAMS:2025:6172

Essentie (redactie)

Eiseres is enig kind van erflater en bij testament uit 2018, waarbij een testament uit 1984 is herroepen, onterfd. Eiseres vordert in kort geding dat notaris een afschrift van het herroepen testament verstrekt. Dit ten behoeve van haar vordering in een lopende bodemprocedure ter nietigverklaring van het nieuwe testament. De notaris beroept zich op geheimhouding. De rechter oordeelt dat er (in dit stadium nog) geen uitzonderlijke omstandigheden zijn die geheimhouding doorbreken. Eiseres moet de proceskosten betalen.


Datum publicatie03-09-2025
Zaaknummer773203
ProcedureEerste aanleg - enkelvoudig
ZittingsplaatsAmsterdam
RechtsgebiedenCiviel recht
TrefwoordenErfrecht; Wilsonbekwaamheid erflater;
Familieprocesrecht
Wetsverwijzingen

Inhoudsindicatie Rechtspraak.nl

Afschrift testament afgewezen. Er is op dit moment geen sprake van uitzonderlijke en zwaarderwegende omstandigheden die doorkruising van het verschoningsrecht rechtvaardigen.

Volledige uitspraak


RECHTBANK Amsterdam

Afdeling privaatrecht, voorzieningenrechter civiel

Zaaknummer: C/13/773203 / KG ZA 25-605 MdV/KH

Vonnis in kort geding van 22 augustus 2025

in de zaak van

[eiseres] ,

wonende te [woonplaats] ,

eiseres bij dagvaarding van 4 augustus 2025,

hierna te noemen: eiseres,

advocaat: mr. D.J.P. van Barneveld te Oosterbeek,

tegen

[waarnemend notaris] ,

in haar hoedanigheid van waarnemend notaris van het protocol van oud-notaris [gedaagde] ,

kantoorhoudende te [vestigingsplaats] ,

gedaagde,

hierna te noemen: de notaris,

advocaat: mr. T.R.B. de Greve te Amsterdam.

1De procedure

Tijdens de mondelinge behandeling van 20 augustus 2025 heeft eiseres de dagvaarding toegelicht. De notaris heeft verweer gevoerd. Eiseres heeft producties in het geding gebracht. Beide partijen hebben pleitaantekeningen ingediend. Ter zitting waren aanwezig, voor zover relevant, partijen met hun advocaten. Vonnis is bepaald op vandaag.

2De feiten

2.1.

Eiseres is het enige kind van de heer [erflater] (hierna te noemen: de erflater), die op [overlijdensdatum] 2020 is overleden.

2.2.

De erflater heeft op 27 augustus 1984 een testament laten opstellen. Dat testament is gepasseerd door [gedaagde] , van wiens protocol de notaris waarnemer is. Eiseres beschikt niet over het testament uit 1984 en de inhoud is haar niet bekend.

2.3.

De erflater heeft op 16 november 2018 opnieuw een testament laten opstellen (hierna te noemen: het testament uit 2018), waarin hij zijn eerdere testament uit 1984 heeft herroepen (hierna: het herroepen testament), eiseres uitdrukkelijk heeft uitgesloten van erfopvolging en zijn achterneef, de heer [naam] , heeft benoemd tot enige en algehele erfgenaam.

2.4.

Bij beschikking van 22 februari 2024 is een door eiseres verzocht voorlopig deskundigenonderzoek door de rechtbank Limburg toegewezen. De deskundige heeft samengevat geoordeeld dat het waarschijnlijk is dat de erflater ten tijde van het opmaken van het testament uit 2018 niet in staat was zijn wil te bepalen. Eiseres is vervolgens een bodemprocedure bij de rechtbank Limburg (hierna: de bodemprocedure) gestart tegen [naam] waarin zij een verklaring voor recht vordert dat het testament uit 2018 nietig is.

2.5.

Op 4 juni 2025 heeft een comparitie van partijen plaatsgevonden in de bodemprocedure waarvan een verkort proces-verbaal is opgesteld. [naam] heeft onder meer het verweer gevoerd dat eiseres geen belang heeft bij haar vordering omdat niet duidelijk is of zij op grond van het herroepen testament (waarop zou moeten worden teruggevallen na nietigverklaring van het testament uit 2018) erfgenaam is. Daarover staat in het proces-verbaal onder meer:

“(…) De rechter constateert dat partijen het erover eens zijn dat indien [eiseres] op grond van het voorlaatste testament (volgens het centraal testamentenregister opgemaakt op 27 augustus 1984) niet meer dan haar legitieme portie (zijnde ½ deel van de nalatenschap) zou kunnen erven zij geen belang heeft bij haar vordering tot nietig-verklaring van het testament van 16 november 2018. De rechter wijst er nog op dat [eiseres] niet alleen kan erven in het geval dat zij in het herroepen testament benoemd is tot erfgenaam of legataris, maar ook indien het testament geen effect sorteert (zoals bijvoorbeeld bij vooroverlijden van de benoemde erfgenaam/ erfgenamen zonder dat de regels van plaatsvervulling van toepassing zijn verklaard of indien sprake is van een voorwaardelijke erfstelling waarvan de voorwaarde niet ís vervuld). Om vast te stellen of [eiseres] een belang heeft bij haar vordering is het derhalve noodzakelijk om kennis te nemen van de inhoud van het herroepen testament.

De rechter geeft aan dat het op de weg van [eiseres] ligt om haar belang bij haar vorderingen te onderbouwen, reden waarom de rechter [eiseres] in de gelegenheid zal stellen om contact met de notaris () op te nemen en het herroepen testament op te vragen. (…)”

2.6.

Op 17 en 25 juni 2025 heeft de advocaat van eiseres de notaris benaderd met het verzoek om het herroepen testament toe te zenden. Dat verzoek is op 27 juni 2025 afgewezen, met de onderbouwing dat de notaris verplicht is tot geheimhouding van het herroepen testament, er geen zwaarwegende belangen zijn die afgifte rechtvaardigen en dat de rechtbank zich niet heeft uitgelaten over de vraag of de notaris het testament dient af te geven en zo ja, aan wie.

2.7.

Op 30 juni 2025 heeft eiseres de rechtbank Limburg in de bodemprocedure primair verzocht om een oordeel te geven over de vraag of de notaris een afschrift van het herroepen testament zou moeten verstrekken aan eiseres. Subsidiair heeft zij verzocht om verlof voor tussentijds appel tegen de beslissing dat het noodzakelijk is om kennis te nemen van de inhoud van het herroepen testament om vast te stellen of eiseres een belang heeft bij haar vordering.

2.8.

De rechtbank overwoog in een daarop volgende rolbeslissing van 2 juli 2025 dat de notaris geen partij is bij de bodemprocedure, waardoor er geen basis bestond om het primaire verzoek toe te wijzen. Ten aanzien van het subsidiaire verzoek overwoog de rechtbank:

2.7 (…) In het proces-verbaal van 4 juni 2025 staat geen mondelinge eindbeslissing weergegeven en het proces-verbaal kan ook niet worden gekwalificeerd als een tussenvonnis. In het proces-verbaal is enkel een procesafspraak vastgelegd, waarbij de rechter om proces-economische redenen [eiseres] in de gelegenheid heeft gesteld om het voorlaatste herroepen testament op te vragen. Er bestaat dan ook geen grond om verlof voor tussentijds appel te verlenen. (…)”

2.9.

Verder staat in de rolbeslissing dat eiseres niet in staat is gebleken het herroepen testament over te leggen en dat de rechtbank zich voldoende voorgelicht acht om een beslissing te kunnen nemen in deze zaak.

2.10.

Volgens eiseres staat de bodemprocedure nu op de rol van 10 september 2025 voor akte aan haar zijde, waarna vonnis zal worden bepaald.

3Het geschil

3.1.

Eiseres vordert – samengevat – om bij uitvoerbaar bij voorraad verklaard vonnis:

I. de notaris te veroordelen met onmiddellijke ingang na betekening van het vonnis (een afschrift van) het herroepen testament van erflater aan eiseres te verstrekken, op straffe van een dwangsom,

II. de notaris te veroordelen in de proceskosten, te vermeerderen met de wettelijke rente.

3.2.

De notaris voert verweer.

3.3.

Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, ingegaan.

4De beoordeling

4.1.

Voor een recht op afschrift moet aan de uit artikel 194 Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering te destilleren voorwaarden zijn voldaan. Als daaraan is voldaan, is degene die over de gegevens beschikt verplicht daarvan afschrift te verstrekken, tenzij hem een verschoningsrecht toekomt of gewichtige redenen zich daartegen verzetten.

4.2.

De notaris beroept zich op haar verschoningsrecht. Partijen zijn het erover eens dat de notaris in beginsel verplicht is (de inhoud van) het herroepen testament geheim te houden en dat een rechter op basis van uitzonderlijke en zwaarder wegende omstandigheden kan beslissen tot doorkruising van de geheimhoudingsplicht en het daarmee samenhangende verschoningsrecht. Partijen zijn het niet eens over de vraag of die uitzonderlijke en zwaarder wegende omstandigheden zich hier voordoen.

4.3.

Eiseres meent dat die uitzonderlijke en zwaarder wegende omstandigheden blijken uit het feit dat de bodemprocedure binnen afzienbare tijd voor vonnis komt te staan en er daarna geen gelegenheid meer zal zijn om nog stukken in het geding te brengen. Zij acht de kans groot dat zij, als zij het herroepen testament niet inbrengt, niet-ontvankelijk zal worden verklaard in de bodemprocedure vanwege het ontbreken van belang. Dat maakt zij vooral op uit de wijze waarop de rechter op 4 juni 2025 ter zitting heeft gezegd dat het op de weg van eiseres ligt om haar belang aan te tonen.

4.4.

Dat eiseres zonder afschrift van het herroepen testament (waarschijnlijk) niet-ontvankelijk zal worden verklaard in de bodemprocedure, is op grond van de overgelegde stukken en hetgeen eiseres ter zitting naar voren heeft gebracht echter onvoldoende aannemelijk. In het proces-verbaal van de zitting van 4 juni 2025 staat weliswaar dat het, om vast te stellen of eiseres een belang heeft bij haar vordering, noodzakelijk is om kennis te nemen van de inhoud van het herroepen testament. In datzelfde proces-verbaal staat echter ook dat de rechter erop wijst dat eiseres ook zou kunnen erven als zij niet is benoemd tot erfgenaam of legataris in het herroepen testament (2.5).

4.5.

In de latere rolbeslissing van 2 juli 2025 staat bovendien dat eiseres om proceseconomische redenen in de gelegenheid is gesteld om het herroepen testament op te vragen. Daartoe is aan haar bijvoorbeeld geen bewijsopdracht verstrekt, wat wel voor de hand had gelegen als de rechter dat nodig achtte voordat tot inhoudelijke beoordeling van de vordering over kan worden gegaan. De rechtbank heeft juist meegedeeld zich voldoende voorgelicht te achten om te kunnen beslissen.

4.6.

Gelet op voorgaande is in ieder geval in dit stadium geen sprake van uitzonderlijke en zwaarder wegende omstandigheden die maken dat het verschoningsrecht doorkruist zou moeten worden. Mogelijk zou dat anders kunnen komen te liggen als eiseres in de bodemprocedure de opdracht zou krijgen het herroepen testament over te leggen (zodat het niet overleggen daarvan voor haar nadelige processuele consequenties krijgt), maar daarvan is nu geen sprake. De vordering van eiseres tot afgifte van het herroepen testament is op dit moment in elk geval niet toewijsbaar.

4.7.

Eiseres is in het ongelijk gesteld en moet daarom de proceskosten (inclusief nakosten) betalen. De proceskosten van de notaris worden begroot op:

- griffierecht

331,00

- salaris advocaat

1.107,00

- nakosten

178,00

(plus de verhoging zoals vermeld in de beslissing)

Totaal

1.616,00

5De beslissing

De voorzieningenrechter

5.1.

weigert de gevraagde voorzieningen,

5.2.

veroordeelt eiseres in de proceskosten van € 1.616,00, te vermeerderen met € 92,00 plus de kosten van betekening, indien dit vonnis wordt betekend, dit alles te vermeerderen met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 Burgerlijk Wetboek vanaf veertien dagen na dit vonnis tot de dag van voldoening,

5.3.

verklaart dit vonnis wat betreft de proceskostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad.

Dit vonnis is gewezen door mr. W.M. de Vries, voorzieningenrechter, bijgestaan door mr. K. Hogeman, griffier, en in het openbaar uitgesproken op 22 augustus 2025.

______________________

Type: KH

Coll: EvK



© Copyright 2009 - 2025 XS2Knowledge b.v. - KVK: 24486465 - Telefoon: 085 744 0 733