Rechtbank Rotterdam 15-07-2025, ECLI:NL:RBROT:2025:10004


Datum publicatie21-08-2025
ZaaknummerC/10/694445 / JE RK 25-312 en C/10/695380 / JE RK 25-439
ProcedureBeschikking
ZittingsplaatsRotterdam
RechtsgebiedenCiviel recht; Personen- en familierecht
TrefwoordenJeugdbescherming / Jeugdwet; Ondertoezichtstelling 1:254 e.v. BW
Wetsverwijzingen

Inhoudsindicatie Rechtspraak.nl

Beschikking van de meervoudige kamer

Volledige uitspraak


RECHTBANK ROTTERDAM

Team Jeugd

Zaaknummers: C/10/694445 / JE RK 25-312 en C/10/695380 / JE RK 25-439

Datum uitspraak: 15 juli 2025

Beschikking van de meervoudige kamer

in de zaken van

de gecertificeerde instelling Jeugdbescherming West, Zuid-Holland-Zuid,

gevestigd te Dordrecht, hierna te noemen de GI,

over

[minderjarige 1] ,

geboren op [geboortedatum 1] 2017 in [geboorteplaats] , hierna te noemen [minderjarige 1] ,

[minderjarige 2] ,

geboren op [geboortedatum 2] 2014 in [geboorteplaats] , hierna te noemen [minderjarige 2] ,

[minderjarige 3] ,

geboren op [geboortedatum 3] 2011 in [geboorteplaats] , hierna te noemen [minderjarige 3] .

De rechtbank merkt als belanghebbenden aan:

[naam moeder] ,

hierna te noemen de moeder, wonende op een bij de rechtbank bekend adres,

advocaat mr. N. Schiettekatte te Rotterdam,

[naam vader] ,

hierna te noemen de vader, wonende in [woonplaats] ,

[naam 1] ,

hierna te noemen de bijzondere curator, kantoorhoudende in [plaatsnaam] .

De rechtbank merkt in het kader van als informant aan:

De Raad voor de Kinderbescherming Rotterdam-Dordrecht,

hierna te noemen de Raad, gevestigd te Rotterdam, is gekend in zijn adviserende taak als bedoeld in artikel 810 Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering.

1Het verdere verloop van de procedure

1.1.

De rechtbank neemt de volgende stukken mee in de beoordeling:

  • het verzoekschrift met bijlagen van de GI van 3 maart 2025, ingeschreven onder zaaknummer C/10/695380;

  • de beschikking van de rechtbank van 11 maart 2025 in de zaak met nummer C/10/694445 / JE RK 25-312 en de daaraan ten grondslag liggende stukken;

  • het rapport van de Raad met bijlagen van 23 juni 2025;

  • de e-mail van de bijzondere curator van 28 juni 2025;

  • de e-mail van de vader van 8 juli 2025;

  • de rapportage van de GI van 9 juli 2025;

  • de brief van de rechtbank van 10 juli 2025.

1.2.

Bij voormelde beschikking van 11 maart 2025 heeft de rechtbank de behandeling van het verzoek tot wijziging van de vastgestelde zorgregeling aangehouden in afwachting van rapportages van de Raad, de GI en het verslag van bevindingen van de bijzondere curator .

1.3.

Op 15 juli 2025 heeft de meervoudige kamer van de rechtbank de zitting met gesloten deuren voortgezet. Daarbij waren aanwezig:

- de vader;

  • de moeder, bijgestaan door mr. M.S. Krol, waarnemend voor mr. N. Schiettekatte;

  • de bijzondere curator;

- een vertegenwoordiger van de Raad, [naam 2] ;

- twee vertegenwoordigers van de GI, [naam 3] en [naam 4] .

1.4.

De rechtbank heeft bijzondere toegang verleend aan [naam 5] en [naam 6] , hulpverleners van de vader vanuit Fivoor en [naam 7] , hulpverlener van de moeder vanuit DwarsDoen.

1.5.

De moeder en [naam 7] hebben middels een videoverbinding deelgenomen aan de zitting.

1.6.

De rechtbank heeft [minderjarige 2] en [minderjarige 3] naar hun mening gevraagd. Zij hebben geen mening gegeven.

2De feiten

2.1.

De vader en de moeder zijn belast met het ouderlijk gezag over [minderjarige 1] , [minderjarige 2] en [minderjarige 3] .

2.2.

[minderjarige 1] , [minderjarige 2] en [minderjarige 3] wonen bij hun moeder.

2.3.

De kinderrechter in deze rechtbank heeft bij beschikking van 4 december 2024 de ondertoezichtstelling van [minderjarige 1] , [minderjarige 2] en [minderjarige 3] verlengd tot 17 december 2025.

2.4.

De kinderrechter van deze rechtbank heeft bij beschikking van 5 oktober 2023 de verdeling van de zorg- en opvoedingstaken, hierna te noemen de zorgregeling, gewijzigd en deze als volgt bepaald: [minderjarige 2] en [minderjarige 1] verblijven elke twee weken in het weekend van vrijdag uit school tot maandag voor school bij de vader en verdere afspraken over de omgang zullen in overleg met en onder regie van de GI worden bepaald.

2.5.

De meervoudige kamer van deze rechtbank heeft bij beschikking van 27 juni 2024 de voormelde zorgregeling voorlopig gewijzigd.

2.6.

De meervoudige kamer van deze rechtbank heeft bij beschikking van 4 december 2024 bepaald dat geleidelijk en op het tempo van [minderjarige 1] en [minderjarige 2] toegewerkt dient te worden naar – uiteindelijk – uitvoering van de zorgregeling zoals bepaald in de voormelde beschikking van 5 oktober 2023. De rechtbank heeft hierin de regie aan de GI gegeven, in die zin dat de uitvoering naar het verwezenlijken van die regeling is overgelaten aan het beleid van de GI.

3De verzoeken

Het aangehouden verzoek met zaaknummer C/10/694445:

3.1.

De GI verzoekt – kort gezegd – de door de kinderrechter op 4 december 2024 vastgestelde zorgregeling te wijzigen, in die zin dat de regie voor een passende zorg- en contactregeling bij de kinderen zelf komt te liggen en de beslissing uitvoerbaar bij voorraad te verklaren.

Het verzoek met zaaknummer C/10/695380:

3.2.

De GI verzoekt de ondertoezichtstelling van [minderjarige 1] , [minderjarige 2] en [minderjarige 3] op te heffen en de beslissing uitvoerbaar bij voorraad te verklaren.

4De standpunten

4.1.

De GI heeft ter zitting aangegeven haar verzoeken te handhaven. De GI beschikt niet over het verslag van de bijzondere curator, maar er heeft wel een adviesgesprek plaatsgevonden met de bijzondere curator, de GI en de vader. Het advies om voor [minderjarige 1] een PMT-traject in te zetten en voor [minderjarige 2] gesprekken met Marjan van DwarsDoen te voeren volgt uit de bevindingen van de bijzondere curator. De GI staat daar achter. Mocht de ondertoezichtstelling doorlopen, dan zal de casus worden overgedragen naar het Landelijk Expertise Team Jeugdbescherming (hierna LET). Een aanvraag daarvoor is al gedaan en er staat op 22 juli aanstaande een afspraak gepland. De verwachting is dat de overdracht daarna binnen 6 tot 8 weken rond kan zijn.

4.2.

De vader heeft ter zitting zijn onvrede geuit over het handelen van de GI. De vader ziet zijn kinderen al jaren niet meer, maar door de GI wordt niet doorgepakt, wordt niet gereageerd op zijn berichten, worden onwaarheden verteld en worden beloftes niet nagekomen. De vader wil antwoorden op zijn vragen. De vader is bereid zijn medewerking te verlenen aan gesprekken met DwarsDoen, mits er sprake is van openheid en er wordt gedaan aan waarheidsvinding. De vader erkent dat hij hoog in zijn emoties zit en dat hij erg gefrustreerd is geraakt. Het niet hebben van contact met zijn kinderen drijft hem tot wanhoop en maakt dat hij dreigende uitspraken jegens de moeder doet. De vader is in een vrijwillig kader in behandeling bij Fivoor.

4.3.

Door en namens de moeder is ter zitting aangegeven dat de moeder zich in het kader van de regiezitting niet vrij voelt om haar standpunt kenbaar te maken, gelet op de bedreigingen van de vader jegens haar. Namens de moeder is verzocht om beide verzoeken aan te houden, zodat beide verzoeken tegelijk behandeld kunnen worden en de rust dan hopelijk is wedergekeerd.

4.4.

De bijzondere curator heeft ter zitting toegelicht dat haar verslag gereed is, maar dat zij twijfelde of zij er goed aan zou doen om dit voorafgaand aan de zitting aan alle partijen toe te zenden, gelet op de levensbedreiging die de vader heeft geuit jegens de moeder. Het is niet duidelijk hoe reëel die bedreiging is. De kinderen hebben al veel meegemaakt en ervaren ieder op hun eigen manier heel veel spanningen. De kinderen zijn erg angstig en hebben met klem benadrukt geen contact met de vader te willen. De eindconclusie van het verslag van de bijzondere curator is dan ook dat er geen contactherstel met de kinderen moet plaatsvinden. De bijzondere curator maakt zich echter grote zorgen over de verantwoordelijkheid die de kinderen voor de situatie zullen voelen als er naar aanleiding van haar verslag van bevindingen, dat mede is gebaseerd op wat de kinderen hebben gezegd, wordt beslist dat er geen contactherstel met de vader zal plaatsvinden, in het licht van de dreigementen van de vader.

4.5.

De Raad heeft ter zitting benoemd dat duidelijk is dat alle kinderen al langdurig veel last hebben van de situatie. Nog afgezien van de vraag of er wel of geen contactherstel met de vader moet plaatsvinden, ervaren de kinderen veel angst waar zij hulpverlening voor nodig hebben. Het is nodig dat daarin door de GI, al dan niet in de vorm van een overdracht aan het LET, regie wordt gevoerd.

5De beoordeling

5.1.

De rechtbank heeft bij voormelde beschikking van 11 maart 2025 het verzoek betreffende de zorgregeling aangehouden en kortgezegd geoordeeld zich onvoldoende geïnformeerd te achten om een goed gewogen beslissing te kunnen nemen. Daarbij heeft de rechtbank de GI de opdracht gegeven om de casus voor te leggen aan de Raad om nader onderzoek te doen naar mogelijke alternatieven voor contactherstel tussen de kinderen en de vader en het door de GI reeds ingediende verzoek tot opheffing van de ondertoezichtstelling. Tevens heeft de rechtbank een bijzondere curator voor de kinderen benoemd om te onderzoeken wat helpend kan zijn om het contact tussen de vader en (een of meer van) de kinderen te herstellen.

5.2.

Op 25 juni 2025 heeft de rechtbank het rapport van de Raad ontvangen, waarin de Raad concludeert dat het verzoek van de GI tot opheffing van de ondertoezichtstelling dient te worden afgewezen, omdat er – in de visie van de Raad – nog sprake is van een ernstige ontwikkelingsbedreiging van de kinderen en er nog mogelijkheden zijn om toe te werken naar contactherstel, middels de inzet van systemische hulpverlening.

5.3.

Op 28 juni 2025 heeft de rechtbank een e-mailbericht ontvangen van de bijzondere curator waarin zij benoemt haar verslag te hebben afgerond, maar voorafgaand aan de zitting overleg met de rechtbank wenst over de indiening van het verslag. De vader zou namelijk aangegeven hebben de moeder te zullen ombrengen als er geen contactherstel met de kinderen gaat plaatsvinden. Gelet op de onafhankelijke positie van de rechtbank is de rechtbank niet ingegaan op het verzoek van de bijzondere curator om vooroverleg. De rechtbank heeft ter zitting begrepen dat de bijzondere curator in haar verslag adviseert om geen contactherstel te laten plaatsvinden.

5.4.

Op 8 juli 2025 heeft de rechtbank een e-mailbericht ontvangen van de vader, waarin hij aangeeft niet tevreden te zijn over de werkwijze van de bijzondere curator en nog in afwachting te zijn van het verslag van de bijzondere curator.

5.5.

De inhoud van de e-mailberichten van de bijzondere curator en de vader (die zij niet aan elkaar gestuurd hebben), waaruit blijkt dat het dossier nog niet volledig is en dat niet alle partijen over dezelfde stukken beschikken, en de dreigementen die door de vader zouden zijn geuit, hebben geleid tot de brief van 10 juli 2025 van de rechtbank aan alle partijen. Met deze brief heeft de rechtbank aan partijen laten weten de zitting van 15 juli 2025 te zullen benutten als regiezitting.

5.6.

De door de rechtbank verstuurde brief van 10 juli 2025 en de dreiging vanuit de vader hebben ertoe geleid dat er door en namens de moeder ter zitting geen inhoudelijk standpunt is ingenomen. Tevens ontbreekt tot op heden het door de rechtbank verzochte verslag van bevindingen van de bijzondere curator. De rechtbank acht zich daarom opnieuw onvoldoende geïnformeerd om een weloverwogen beslissing te kunnen nemen op onderhavige verzoeken. De rechtbank zal deze verzoeken daarom opnieuw aanhouden voor de duur van twee maanden.

5.7.

Nu de conclusie van de bijzondere curator ter zitting is gedeeld en gebleken is dat er deze ook al in een adviesgesprek met de vader zijn besproken, acht de rechtbank het van belang dat de rechtbank en alle overige betrokkenen kennis kunnen nemen van het verslag van de bijzondere curator, nu deze bevindingen mede van belang zijn voor de beoordeling van de verzoeken. De rechtbank verzoekt de bijzondere curator dan ook om zo spoedig mogelijk na ontvangst van deze beschikking een verslag van bevindingen toe te sturen, met afschrift aan alle partijen. De rechtbank wenst eveneens een visie van de Raad te vernemen naar aanleiding van het verslag van de bijzondere curator en verzoekt de Raad deze visie uiterlijk één week voor hierna te noemen zittingsdatum kenbaar te maken door het toezenden van een rapportage, met afschrift aan alle partijen. Het staat de GI en beide ouders vrij om ook hun visie naar aanleiding van het verslag van de bijzondere curator voorafgaand aan de zitting toe te zenden.

5.8.

De rechtbank wenst eveneens uiterlijk één week voorafgaand aan de hierna te noemen zittingsdatum een rapportage van de GI te ontvangen met daarin met de huidige stand van zaken met betrekking tot de overdracht naar het LET en de kennelijk geadviseerde hulpverlening door de bijzondere curator en de geadviseerde hulpverlening door de Raad. De rechtbank geeft de GI in dit verband mee dat het indienen van het verzoek tot opheffing van de ondertoezichtstelling, de GI niet ontslaat van de verplichting om onveranderd toezicht te houden op de minderjarigen en hulp en steun te bieden aan de minderjarigen en de ouders om de ontwikkelingsbedreiging weg te nemen, conform artikel 1:262, eerste lid, van het Burgerlijk Wetboek. De rechtbank verwacht van de GI dan ook dat zij de komende twee maanden haar huidige werkzaamheden voortzet, tevens inhoudende de overdacht naar het LET en de inzet van hulpverlening voor de kinderen.

5.9.

Ten overvloede merkt de rechtbank nog het volgende op. Naar aanleiding van de ter zitting door de vader herhaalde uitspraak dat hij de moeder iets aan zou doen als de uitkomst van de procedure is dat hij de kinderen niet meer mag zien, hebben betrokkenen de rechtbank gevraagd op welke manier gedurende de procedure de veiligheid van de moeder kan worden gewaarborgd. Daarmee wordt miskend dat het in deze procedure slechts de taak van de rechtbank is om een beslissing te nemen op de verzoeken die door de GI zijn ingediend. Het is aan de moeder en de GI om, waar nodig in samenspraak met de politie, de nodig geachte acties te ondernemen om de veiligheid van de moeder en de kinderen buiten de zittingszaal te waarborgen. Daarbij is voor de rechtbank geen taak weggelegd, noch heeft de rechtbank daartoe de wettelijke bevoegdheid.

6De beslissing

De rechtbank:

6.1.

houdt de behandeling van de verzoeken aan en roept de Raad, de GI, de vader, de moeder en haar advocaat en de bijzondere curator op te verschijnen tijdens de zitting van de rechtbank Rotterdam, locatie Rotterdam, in het gerechtsgebouw aan Wilhelminaplein 100-125 te Rotterdam, op 15 september 2025 te 15:30 uur, teneinde nader op het verzoek te worden gehoord;

6.2.

bepaalt dat deze beschikking geldt als oproep voor de zitting van de Raad, de GI, de vader, de moeder en haar advocaat en de bijzondere curator;

6.3.

verzoekt de bijzondere curator haar verslag zo spoedig mogelijk toe te zenden (met afschrift aan alle belanghebbenden);

6.4.

verzoekt de Raad en de GI uiterlijk één week voor de genoemde zittingsdatum de verzochte rapportages (met afschrift aan elkaar en alle belanghebbenden) te doen toekomen;

6.5.

De zaken zullen op genoemde datum en tijdstip, behoudens onvoorziene omstandigheden, worden behandeld door mr. W.J. Loorbach, mr. M.A. van der Laan-Kuijt en mr. R. van den Wildenberg, kinderrechters.

Deze beslissing is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken op 15 juli 2025 door mr. mr. W.J. Loorbach, voorzitter tevens kinderrechter, en mr. G.M. Paling en mr. R. van den Wildenberg, kinderrechters, in aanwezigheid van mr. M.C.J. Holierhoek als griffier, en op schrift gesteld op 30 juli 2025.

Tegen eindbeslissingen in deze beschikking is hoger beroep mogelijk bij het gerechtshof Den Haag. Hiervoor is een advocaat nodig. Wie kunnen hoger beroep instellen:

  • degenen aan wie een afschrift van de beschikking is verstrekt of verzonden, binnen drie maanden na de dag van de uitspraak;

  • andere belanghebbenden, binnen drie maanden na de betekening van deze beschikking of binnen drie maanden nadat zij op andere wijze daarvan kennis hebben genomen.



© Copyright 2009 - 2025 XS2Knowledge b.v. - KVK: 24486465 - Telefoon: 085 744 0 733