Rechtbank Den Haag 30-06-2025, ECLI:NL:RBDHA:2025:14126


Datum publicatie14-08-2025
ZaaknummerC/09/684001 / FA RK 25-2999
ProcedureEerste aanleg - enkelvoudig
ZittingsplaatsDen Haag
RechtsgebiedenCiviel recht; Personen- en familierecht
TrefwoordenFamilieprocesrecht; Vovo art. 822 Rv
Wetsverwijzingen

Inhoudsindicatie Rechtspraak.nl

Voorlopige voorzieningen: uitsluitend gebruik echtelijke woning, toevertrouwing kinderen, zorgregeling, kinderalimentatie

Volledige uitspraak


Rechtbank DEN HAAG

Enkelvoudige kamer

Rekestnummer: FA RK 25-2999

Zaaknummer: C/09/684001

Datum beschikking: 30 juni 2025

Voorlopige voorzieningen

Beschikking op het op 18 april 2025 ingekomen verzoek van:

[de vrouw] ,

de vrouw,

wonende op een bij de rechtbank bekend adres,

advocaat: mr. A. van Bendegem te Zoetermeer.

Als belanghebbende wordt aangemerkt:

[de man] ,

de man,

wonende op een bij de rechtbank bekend adres,

advocaat: mr. W.N. Sardjoe te ‘s-Gravenhage.

Procedure

De rechtbank heeft kennisgenomen van de stukken, waaronder:

  • het verzoekschrift;

  • het F9-formulier van 28 mei 2025 van de zijde van de vrouw, met een aanvullend verzoek en bijlagen;

  • het verweerschrift, tevens houdende zelfstandige verzoeken.

Op 16 juni 2025 is de zaak op de zitting van deze rechtbank behandeld. Hierbij zijn verschenen:

  • de vrouw met haar advocaat;

  • de man met mr. Wigman;

  • [naam] namens de Raad voor de Kinderbescherming (Raad).

Feiten

  • Partijen zijn gehuwd op [datum] 2019 te [plaats] .

  • Zij zijn de ouders van de volgende minderjarige kinderen:

- [minderjarige 1] , geboren op [geboortedatum 1] 2018 te [geboorteplaats] ,

- [minderjarige 2] , geboren op [geboortedatum 2] 2020 te [geboorteplaats] .

- De ouders zijn gezamenlijk belast met het gezag over [minderjarige 1] en [minderjarige 2] . .

Verzoek en verweer

Het verzoek van de vrouw zoals dat thans luidt strekt ertoe dat:

  • de vrouw gerechtigd zal zijn tot het uitsluitend gebruik van de echtelijke woning te [adres] ( [postcode] ) [plaats] , met het bevel dat de man die woning dient te verlaten en verder niet mag betreden en alle sleutels van de woning afgeeft;

  • een regeling inzake de verdeling van de zorg- en opvoedingstaken ten aanzien van de minderjarige kinderen van partijen wordt vastgesteld als volgt:

- week 1: van maandag tot vrijdag 15.00 uur bij de vrouw, van vrijdag 15.00 uur tot en met zondag bij de man;

- week 2: van maandag tot vrijdag 15.00 uur bij de man, van vrijdag 15.00 uur tot en met zondag bij de vrouw;

- week 3: van maandag tot vrijdag 15.00 uur bij de vrouw, van vrijdag 15.00 uur tot en met zondag bij man;

- week 4: maandag tot 15.00 uur bij de man, van maandag 15.00 uur tot en met zondag bij de vrouw;

- een door de man aan de vrouw te bepalen voorlopige kinderalimentatie van € 489,- per maand wordt vastgesteld, met ingang van 18 april 2025, dan wel datum indiening van het verzoek, telkens bij vooruitbetaling te voldoen uiterlijk op de eerste van de maand;

een en ander voor zover mogelijk met uitvoerbaarverklaring bij voorraad.

De man heeft verweer gevoerd, dat hierna – voor zover nodig – zal worden besproken. Daarbij verzoekt hij voorwaardelijk en zelfstandig:

  • dat de man gerechtigd zal zijn tot het uitsluitend gebruik van de echtelijke woning te [adres] ( [postcode] ) [plaats] ;

  • dat vastgesteld wordt dat aan iedere ouder (formeel gezien) een kind wordt toevertrouwd en dat de man de minderjarigen bij zich heeft in een week op week af regeling van vrijdag tot vrijdag en de helft van de vakanties en feestdagen, althans een zorgregeling vast te stellen die de rechtbank redelijk acht;

  • uiterst subsidiair: vast te stellen dat de voorlopige kinderalimentatie wordt vastgesteld op grond van co-ouderschap, althans een bedrag vast te stellen dat de rechtbank redelijk acht;

voor zover mogelijk met uitvoerbaarverklaring bij voorraad.

Beoordeling

Voorlopig uitsluitend gebruik echtelijke woning

De vrouw verzoekt om het uitsluitend gebruik van de echtelijke woning. Ter onderbouwing van dit verzoek heeft zij naar voren gebracht dat de spanningen tussen partijen te hoog zijn opgelopen en dat de kinderen dit merken. Ter zitting heeft de vrouw aangegeven dat zij al meer dan een jaar op de zolder slaapt en dat de hele situatie nu zijn tol begint te eisen. Dit merkt de vrouw onder andere aan haar functioneren op haar werk.

De man verweert zich tegen het verzoek van de vrouw. Volgens hem zijn de spanningen niet verder opgelopen na het moment dat zij besloten uit elkaar te gaan, in 2024. Partijen slapen inmiddels al een jaar gescheiden en verdelen de zorg over de kinderen. Er is geen sprake van een spoedeisend belang dat maakt dat daarin verandering zou moeten komen. Partijen hebben een manier gevonden om samen gebruik te maken van de woning en samen voor de kinderen te blijven zorgen. Uitsluitend voor het geval de rechtbank daar anders over denkt, , verzoekt de man ook om het uitsluitend gebruik van de echtelijke woning, omdat hij geen alternatieve woonruimte heeft.

De rechtbank overweegt als volgt. De rechtbank begrijpt dat de huidige situatie voor partijen niet ideaal is. Ter zitting is door de vrouw naar voren gebracht dat partijen al een jaar geleden besloten hebben uit elkaar te gaan, maar nog altijd samen wonen. Het is de rechtbank niet gebleken dat partijen al het nodige hebben ondernomen om alternatieve woonruimte te vinden. Beide partijen willen na de echtscheiding het huurrecht van de woning toegedeeld krijgen. Partijen hebben ondertussen een manier gevonden om het huis te delen en om samen voor de kinderen te zorgen. Dat het moeilijk kan zijn om met elkaar in het huis te wonen is begrijpelijk, maar dit is voor de rechtbank geen reden om te bepalen dat een van de twee op dit moment het huis moet verlaten. De verdeling van de zorg lijkt gelijk te zijn, nu de vrouw 32 uur en de man 36 uur per week werkt, terwijl de rechtbank uit het door de vrouw ingediende concept ouderschapsplan afleidt dat de zorg voor de kinderen na de echtscheiding bij helfte uitgevoerd zal worden. Het vertrek van een van de ouders uit de woning zal tot gevolg hebben dat hij of zij de kinderen aanzienlijk minder zal zien. De man en vrouw hebben namelijk beiden aangegeven dat als zij al ergens anders terecht kunnen, daar in ieder geval geen ruimte voor de kinderen zal zijn. Gelet op alle feiten en omstandigheden concludeert de rechtbank dat er geen noodzaak bestaat voor het treffen van een voorlopige voorziening met betrekking tot het uitsluitend gebruik van de woning. Partijen hebben een modus gevonden om al een jaar lang na het besluit dat er gescheiden zal gaan worden gezamenlijk in de woning te verblijven en voor de kinderen te zorgen terwijl de echtscheidingsprocedure al die tijd niet aanhangig is gemaakt. Dat er spanningen zijn, is inherent aan de situatie waarin is besloten tot echtscheiding en er nog geen afspraken zijn gemaakt over de gevolgen daarvan.

De rechtbank wil nog aan de ouders meegeven dat zij de komende tijd moeten benutten om andere woonruimte te zoeken. De kwestie aan wie het huurrecht zal toekomen, lijkt het hete hangijzer te zijn in de echtscheiding. De verdere gevolgen van de echtscheiding lijken overzichtelijk en met behulp van de advocaten te regelen te zijn, zeker nu er al een concept ouderschapsplan ligt. Partijen moeten er zorg voor dragen dat de overgang naar de uiteindelijke situatie waarin zij niet meer met elkaar wonen, in het belang van de kinderen soepel zal verlopen.

Toevertrouwing kinderen en voorlopige zorgregeling

Zowel de man als de vrouw heeft de rechtbank verzocht een zorgregeling te bepalen tussen de man en de kinderen. De man heeft daarbij ook nog verzocht dat een kind aan hem toevertrouwd wordt, en een kind aan de vrouw toevertrouwd wordt.

Nu de rechtbank de verzoeken ten aanzien van het uitsluitend gebruik van de echtelijke woning heeft afgewezen, worden de verzoeken ten aanzien van de voorlopige zorgregeling en de toevertrouwing van de kinderen bij gebrek aan belang ook afgewezen. Beide ouders blijven met de kinderen in hetzelfde huis wonen en kunnen onderling afspreken wie wanneer voor de kinderen zorgt, zoals zij nu ook al doen.

De rechtbank merkt ten overvloede op er - anders dan de vrouw volgens de tekst van haar verzoekschrift en concept ouderschapsplan - vanuit te gaan dat partijen ook over het oudste kind het gezamenlijk gezag uitoefenen.

Voorlopige kinderalimentatie

Het verzoek tot vaststelling van kinderalimentatie zal eveneens worden afgewezen. Zolang de ouders op hetzelfde adres wonen, gaat de rechtbank ervan uit dat partijen het huishouden financieel draaien zoals zij tot op heden hebben gedaan. De rechtbank overweegt daarbij nog dat op de zitting is gebleken dat partijen wat betreft de behoefte van de kinderen en de draagkracht van de ouders nauwelijks van mening verschillen. De rechtbank acht partijen daarom in staat daarover voor de situatie na feitelijk uiteengaan samen afspraken te maken.

Beslissing

De rechtbank:

wijst alle verzoeken af;

verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad.

Deze beschikking is gegeven door mr. E.D.A. Geleijns, rechter, tevens kinderrechter, bijgestaan door mr. E.M. van Middelkoop als griffier, en uitgesproken op de openbare zitting van 30 juni 2025.



© Copyright 2009 - 2025 XS2Knowledge b.v. - KVK: 24486465 - Telefoon: 085 744 0 733