Datum publicatie | 12-08-2025 |
Zaaknummer | C/16/574602 / JL RK 24-350 |
Procedure | Beschikking |
Zittingsplaats | Lelystad |
Rechtsgebieden | Civiel recht; Personen- en familierecht |
Trefwoorden | Jeugdbescherming / Jeugdwet; Gesloten jeugdzorg |
Wetsverwijzingen |
Inhoudsindicatie Rechtspraak.nl
De kinderrechter verleent een machtiging gesloten jeugdhulp. Volgens het Landelijk Expertise Centrum Eer Gerelateerd Geweld (LEC) en de politie is er sprake van een reële dreiging van eer gerelateerd geweld vanuit de familie richting de minderjarige. De minderjarige ontkent dat er sprake is van gevaar en blijft zelf contact met haar familie zoeken. De minderjarige wil het liefst een normaal leven leiden waarbij zij met familie in een huis woont en gewoon naar school kan gaan. De huidige gesloten plek maakt haar erg ongelukkig. De kinderrechter begrijpt dat de minderjarige dat het liefst wil, maar kan niet om de zorgen van het LEC, een gespecialiseerde instantie met veel expertise op dit gebied, heen. De kinderrechter vindt daarom dat de minderjarige beschermd moet worden en op een veilige plek moet verblijven. Op dit moment is er helaas (nog) geen passende open plek beschikbaar zodat de machtiging gesloten jeugdhulp wordt verlengd voor de duur van twee maanden.Volledige uitspraak
Familie- en Jeugdrecht
Locatie Lelystad
Zaaknummer: C/16/574602 / JL RK 24-350
Datum uitspraak: 10 oktober 2024
Beschikking van de kinderrechter over een machtiging gesloten jeugdhulp
in de zaak van
de gecertificeerde instelling
NIDOS JEUGDBESCHERMING VOOR VLUCHTELINGEN,
gevestigd te Utrecht,
hierna te noemen de GI,
over
[minderjarige] ,
geboren op [2009] in [geboorteplaats] , Syrië,
hierna te noemen [minderjarige] ,
advocaat mr. J.A.C. van den Brink.
1Het verdere verloop van de procedure
Bij beschikking van 12 september 2024 heeft de kinderrechter een machtiging verleend om [minderjarige] te doen opnemen en te doen verblijven in een gesloten accommodatie voor jeugdhulp met ingang van 19 september 2024 tot 17 oktober 2024. Het meer of anders verzochte is aangehouden.
Daarna heeft de kinderrechter de volgende stukken ontvangen:
-
een e-mail van mr. van den Brink, binnengekomen op 30 september 2024;
-
een e-mail (met bijlagen) van de GI, binnengekomen op 7 oktober 2024;
-
een e-mail (met bijlage) van de GI, binnengekomen op 10 oktober 2024.
Op 10 oktober 2024 heeft de kinderrechter de mondelinge behandeling van de zaak met gesloten deuren voortgezet. Daarbij waren aanwezig:
-
[minderjarige] met haar advocaat;
-
Mevrouw [A] en mevrouw [B] namens de GI.
2De feiten
Voor de vaststaande feiten en het eerdere procesverloop wordt verwezen naar de beschikkingen van 11 juni 2024 en 12 september 2024.
3Het verzoek
De GI heeft een machtiging om [minderjarige] in een gesloten accommodatie voor jeugdhulp te doen opnemen en te doen verblijven verzocht voor de duur van zes maanden. Van dat verzoek ligt op dit moment nog een gedeelte van twee maanden aan de kinderrechter voor.
4De standpunten
Uit de recent overgelegde stukken en de verklaring van de GI tijdens de zitting blijkt dat de zorgen om [minderjarige] nog steeds heel groot zijn. Volgens de GI is er hard gezocht naar een nieuwe plek voor [minderjarige] , maar is dat tot op heden nog niet gelukt. Ook de poging om [minderjarige] weer naar school te laten gaan is niet geslaagd omdat de school de dreiging vanuit de familie van [minderjarige] te groot vindt. Wel heeft [minderjarige] een intake gesprek gehad voor psychische hulp. Dat gesprek is goed verlopen en er staat een nieuwe afspraak gepland. Toch blijft de gesloten setting en de beperkte vrijheid zwaar drukken op de mentale gesteldheid van [minderjarige] . [minderjarige] is de afgelopen tijd veel weggelopen en dat maakt het volgens de GI nog lastiger om samen te werken en een vervolgplek te vinden. Op het moment dat [minderjarige] meer vrijheden krijgt, houdt zij zich niet aan de afspraken en onttrekt zij zich aan de zorg. De GI vindt daarom een verlenging van de machtiging gesloten jeugdzorg noodzakelijk om de situatie te stabiliseren en de veiligheid van [minderjarige] te waarborgen tot er een goede plek voor haar wordt gevonden.
De advocaat van [minderjarige] heeft naar voren gebracht dat [minderjarige] boos is over de hele situatie en weg wil bij de huidige groep. [minderjarige] heeft het gevoel dat haar dingen worden beloofd die niet worden nagekomen. De advocaat van [minderjarige] heeft echter ook verklaard dat het te begrijpen is dat het vinden van een goede plek heel lastig is gelet op het gevaar van eer gerelateerd geweld en het feit dat [minderjarige] niet goed meewerkt op de huidige groep en met de GI. De advocaat van [minderjarige] heeft de afgelopen tijd gezien dat de GI er hard aan werkt om een goede plek voor [minderjarige] te vinden en heeft er dan ook vertrouwen in dat de GI zich in het belang van [minderjarige] blijft inzetten. De advocaat van [minderjarige] heeft zich daarom tijdens de zitting aan het verzoek van de GI gerefereerd.
5De beoordeling
De kinderrechter is van oordeel dat jeugdhulp noodzakelijk is in verband met ernstige opgroei- of opvoedingsproblemen die de ontwikkeling van [minderjarige] naar volwassenheid belemmeren. Deze problemen maken dat het verblijf in een gesloten accommodatie noodzakelijk en geschikt is om te voorkomen dat [minderjarige] zich onttrekt aan de jeugdhulp die zij nodig heeft of daaraan door anderen wordt onttrokken. Het is niet gebleken dat er minder ingrijpende mogelijkheden zijn om deze problemen te behandelen (artikel 6.1.2, tweede lid, Jeugdwet (Jw)).
De kinderrechter zal de machtiging voor een gesloten accommodatie voor jeugdhulp verlenen, en wel voor de periode van twee maanden. Dat betekent dat het resterende gedeelte van het verzoek van de GI wordt toegewezen. De kinderrechter zal hierna uitleggen waarom zij deze beslissing neemt.
Er zijn nog altijd grote zorgen over de veiligheid van [minderjarige] . Volgens het Landelijk Expertise Centrum Eer Gerelateerd Geweld (LEC) en de politie is er sprake van een reële dreiging van eer gerelateerd geweld vanuit de familie richting [minderjarige] . [minderjarige] ontkent dat er sprake is van gevaar en blijft daarom het contact met haar familie opzoeken. [minderjarige] wil graag een normaal leven leiden waarbij zij met familie in een huis woont en gewoon naar school kan gaan. De kinderrechter begrijpt dat [minderjarige] dat het liefste wil, maar kan niet om de zorgen van het LEC, een gespecialiseerde instantie met veel expertise op dit gebied, heen. De kinderrechter vindt daarom net als de GI dat [minderjarige] beschermd moet worden en op een veilige plek moet verblijven.
De plek waar [minderjarige] nu verblijft en de beperkte vrijheden die zij daar heeft, maken [minderjarige] echter erg ongelukkig en de huidige situatie is niet goed voor haar mentale welzijn. Naast dat het belangrijk is dat de veiligheid van [minderjarige] gewaarborgd wordt, vindt de kinderrechter het uiteraard ook heel belangrijk dat het mentaal goed met haar gaat. [minderjarige] heeft al veel meegemaakt en verdient het om nu een ‘normaal’ leven op te kunnen bouwen. Daarom is het heel belangrijk dat er voor [minderjarige] zo snel mogelijk een passende open plek gevonden wordt waar zij de juiste begeleiding en hulp krijgt om op een veilige manier met meer vrijheden om te gaan en bijvoorbeeld weer naar school te kunnen gaan. Het hiervoor beschreven risico op eer gerelateerd geweld, maakt echter dat veel plekken niet geschikt of niet bereid zijn om [minderjarige] daar te laten verblijven. Daarbij helpt ook niet mee dat [minderjarige] de afgelopen periode veel is weggelopen, brutaal is op de groep en zich niet aan de afspraken met onder andere de GI houdt. Hoewel de kinderrechter begrip heeft voor haar gedrag, hoopt zij toch dat [minderjarige] voor haar eigen bestwil beter zal samenwerken met de GI en de verder betrokken hulpverlening. De kinderrechter denkt dat de kans op het vinden van een passende plek dan het grootst is.
Op grond van het bovenstaande is de kinderrechter van oordeel dat een verlenging van de machtiging gesloten jeugdzorg op dit moment in het belang van [minderjarige] noodzakelijk is. De veiligheid van [minderjarige] moet gewaarborgd worden en er is op dit moment helaas (nog) geen passende open plek beschikbaar. De kinderrechter gaat ervan uit dat de GI zich blijft inspannen om zo snel mogelijk een betere plek voor [minderjarige] te vinden.
6De beslissing
De kinderrechter:
verleent een machtiging om [minderjarige] te doen opnemen en te doen verblijven in een gesloten accommodatie voor jeugdhulp met ingang van 17 oktober 2024 tot 17 december 2024.
Deze beslissing is gegeven en in het openbaar uitgesproken op 10 oktober 2024 door
mr. M.A.A. ter Meer-Siebers, kinderrechter, in aanwezigheid van mr. L. de Kroon als griffier, en op schrift gesteld op
Hoger beroep tegen deze beschikking kan worden ingesteld:
-
door de verzoeker en degenen aan wie een afschrift van de beschikking is verstrekt of verzonden, binnen drie maanden na de dag van de uitspraak;
-
door andere belanghebbenden binnen drie maanden na de betekening daarvan of nadat de beschikking aan hen op een andere wijze bekend is geworden.
Het hoger beroep moet, door tussenkomst van een advocaat, worden ingediend bij de griffie van het gerechtshof te Arnhem-Leeuwarden.
© Copyright 2009 - 2025 XS2Knowledge b.v. - KVK: 24486465 - Telefoon: 085 744 0 733