Essentie (redactie)
Erfrecht en schenking. Broer heeft aanzienlijke schenking moeder gekregen, dag nadat arts moeder niet meer in staat acht haar wil naar behoren te bepalen en reikwijdte beslissingen te overzien. Zus ontvankelijk in vordering omdat tijdens de executele verdeling kan worden gevorderd. Hof oordeelt dat feiten die dochter heeft gesteld voldoende zijn voor conclusie dat schenking door misbruik van omstandigheden tot stand is gekomen. Broer draagt bewijslast tegendeel Art. 7:176 BW en wordt daartoe toegelaten.
Datum publicatie | 11-08-2025 |
Zaaknummer | 200.327.506 |
Procedure | Hoger beroep |
Zittingsplaats | Arnhem |
Rechtsgebieden | Civiel recht |
Trefwoorden | Erfrecht; Executeur nalatenschap; Schenking tijdens leven erflater; Familieprocesrecht |
Wetsverwijzingen |
Inhoudsindicatie Rechtspraak.nl
Erfrecht en schenking. Levenstestament. Is sprake van misbruik van omstandigheden door een aanzienlijke schenking aan één van de twee kinderen? Na bewijslevering: Nee. Ook geen onbevoegde vertegenwoordiging of overschrijding van bevoegdheid door gevolmachtigde. Verrekening van kosten moeder wegens geschil met dochter door middel van schenking van een gelijk bedrag aan zoon niet aangetoond, dus onverschuldigd betaald. Partijen moeten naar de notaris voor de verdeling. Art. 7:176 BW, 3:185 BW.Volledige uitspraak
locatie Arnhem, afdeling civiel recht
zaaknummer gerechtshof: 200.327.506
(zaaknummer rechtbank Midden-Nederland: 507175)
arrest van 23 juli 2024
in de zaak van
[appellante]
die woont in [woonplaats1]
die hoger beroep heeft ingesteld
en bij de rechtbank optrad als eiseres
hierna: de dochter
advocaat: mr. G.M. de Weerd
tegen
1 [geïntimeerde1] ,
voor zich en in zijn hoedanigheid van mede-erfgenaam (deelgenoot),
die woont in [woonplaats2]
2. [geïntimeerde2] ,
voor zich (mede als gevolmachtigde) en in zijn hoedanigheid van executeur,
die woont in [woonplaats3]
en bij de rechtbank optraden als gedaagden
hierna afzonderlijk: de zoon en [geïntimeerde2]
advocaat: mr. T.E. Heslinga
1De procedure bij de rechtbank
De procedure bij de rechtbank blijkt uit de vonnissen van de rechtbank (Midden-Nederland, locatie Utrecht) van 27 oktober 2021, 4 mei 2022 en 22 februari 2023. Het hof verwijst daarnaar.
2De procedure bij het hof
Naar aanleiding van het arrest van 21 november 2023 heeft op 20 februari 2024 een mondelinge behandeling bij het hof plaatsgevonden. Daarvan is een verslag (proces-verbaal) gemaakt dat aan het dossier is toegevoegd en aan partijen is gezonden. Hierna hebben partijen het hof gevraagd arrest te wijzen.
3De kern van de zaak
[geïntimeerde2] heeft als gevolmachtigde namens de moeder van partijen twee schenkingen aan de zoon gedaan. De dochter vindt dat de schenkingen door misbruik van omstandigheden tot stand zijn gekomen, dan wel dat [geïntimeerde2] hiermee zijn bevoegdheid volgens de volmacht heeft overschreden.
De zoon en de dochter zijn krachtens testament van 3 augustus 2015 enig erfgenamen voor gelijke delen van hun op 29 juli 2018 overleden moeder. [geïntimeerde2] is de executeur.
Op 23 februari 2016 is bij de notaris een levenstestament van de moeder verleden. Daarin heeft zij primair [geïntimeerde2] benoemd tot gevolmachtigde wat betreft vermogensrechtelijke rechtshandelingen. Aanvullend dan wel subsidiair heeft zij volmacht gegeven aan de zoon. Van de primaire volmacht kan niet eerder gebruik worden gemaakt dan nadat een onafhankelijke en op dat gebied deskundige arts heeft verklaard dat de moeder niet meer in staat is haar belangen op een juiste wijze te behartigen en haar wil te verklaren.
Op 19 december 2017 heeft [de arts] , arts, op verzoek van [geïntimeerde2] een medische verklaring over de geestelijke gezondheidstoestand van moeder opgesteld. Hierin staat dat de arts haar gelet op haar geestelijke toestand niet meer in staat acht haar wil naar behoren te bepalen en de reikwijdte van haar beslissingen te overzien, en haar blijvend niet meer in staat acht haar zakelijke en persoonlijke belangen zelfstandig te behartigen.
Op 20 december 2017 is een overeenkomst van schenking opgemaakt die voor akkoord is ondertekend door de moeder en [geïntimeerde2] , en voor verkrijging ondertekend door de zoon, en voor kennisname en akkoord ondertekend door de echtgenote van de zoon. Hierbij heeft de moeder € 5.320 en € 100.000 geschonken aan de zoon. Op 21, 22 en 23 december 2017 is ter uitvoering hiervan € 50.000, € 50.000 en € 5.320 overgemaakt op de bankrekening van de zoon.
De dochter heeft bij de rechtbank onder meer gevorderd dat voor recht wordt verklaard dat de schenkingen van € 5.320 en € 100.000 buitengerechtelijk zijn vernietigd, of dat de rechtbank die schenkingen vernietigt wegens misbruik van omstandigheden. Zij wil dat de zoon de schenkingen (met rente) terug betaalt aan de nalatenschap, die vervolgens moet worden verdeeld.
De rechtbank heeft deze vorderingen van de dochter afgewezen. De bedoeling van het hoger beroep is dat deze vorderingen, en die van enkele volgens de dochter ten onrechte aan de zoon overgeboekte bedragen, alsnog worden toegewezen, en dat de nalatenschap (inclusief de bedragen die nog door de zoon terugbetaald moeten worden aan de nalatenschap) wordt verdeeld. Ook vult de dochter in hoger beroep haar vorderingen nog aan. Zij wil:
- dat de zoon de overbedelingsschuld die resteert na verdeling van de nalatenschap met gedwongen schuldtoerekening op zijn erfdeel rechtstreeks aan haar betaalt,
- een verklaring voor recht van de ingangsdatum van de verschuldigde wettelijke rente,
- een verklaring voor recht dat de schenkingen van 20 december 2017 van € 105.320 nietig zijn en daarmee in de verdeling rekening moet worden gehouden, en
- een verklaring voor recht dat de (proces)kosten van de executeur niet als kosten van executele ten laste van de nalatenschap gebracht mogen worden.
4Het oordeel van het hof
Ontvankelijkheid
De zoon blijft in hoger beroep bij zijn verweer uit de eerste aanleg dat de dochter in haar vorderingen niet ontvankelijk is. In de eerste plaats omdat alleen de executeur de erfgenamen in en buiten rechte vertegenwoordigt en deze procedure kan starten. Daarnaast ontbreekt een machtiging van de kantonrechter voor een procedure. Tot slot kan de executeur enkel in hoedanigheid van executeur worden opgeroepen en niet tevens voor zich.
Het hof beslist dat de dochter ontvankelijk is in haar vorderingen. De executeur is privatief bevoegd om de erfgenamen in en buiten rechte te vertegenwoordigen zolang de executele loopt. Een machtiging van de kantonrechter is er niet. De dochter stelt haar vorderingen echter in ten behoeve van de verdeling, die zij ook vordert. Uit rechtspraak van de Hoge Raad volgt dat ook tijdens de executele verdeling kan worden gevorderd 1. Onder de voorwaarde dat de executele zal zijn geëindigd, kan de dochter in haar vorderingen die strekken tot verdeling worden ontvangen. Voor zover de dochter haar vorderingen baseert op onrechtmatig handelen van [geïntimeerde2] als gevolmachtigde krachtens het levenstestament, bij leven van erflaatster, is zij eveneens ontvankelijk in haar vorderingen tegen hem in persoonlijke hoedanigheid.
Tenslotte zijn alle partijen die betrokken zijn in de (processueel ondeelbare) rechtsverhouding waarover deze zaak gaat ook in dit geding betrokken.
Wilsgebrek; misbruik van omstandigheden? (grief 1)
In artikel 7:176 BW staat: Indien de schenker feiten stelt waaruit volgt dat de schenking door misbruik van omstandigheden is tot stand gekomen, rust bij een beroep op vernietigbaarheid de bewijslast van het tegendeel op de begiftigde, tenzij van de schenking een notariële akte is opgemaakt of deze verdeling van de bewijslast in de gegeven omstandigheden in strijd met de eisen van redelijkheid en billijkheid zou zijn.
De dochter stelt dat de schenkingsovereenkomst nietig dan wel vernietigbaar is, omdat de zoon bij het aangaan van die schenking misbruik heeft gemaakt van omstandigheden, en stelt de volgende omstandigheden:
1. moeder was niet meer in staat haar wil te bepalen, zoals geconstateerd door [de arts]
;
2. moeder was kwetsbaar en afhankelijk van begeleiding en verzorging (in de
woorden van [de arts] );
3. moeder kan de reikwijdte van haar beslissingen niet meer overzien (in de woorden
van [de arts] );
4. moeder had ernstige geheugenproblematiek, zoals geconstateerd door [de arts]
;
5. de financiën van moeder werden beheerd door de zoon, de zoon beschikte daartoe
over een bankvolmacht;
6. de verzorging van moeder werd georganiseerd door de zoon;
7. de zoon heeft aanzienlijke bedragen van moeder aan zichzelf overgeboekt;
(waarvan de rechtbank heeft geoordeeld dat deze gedeeltelijk door hem moeten
worden terugbetaald, wegens onverschuldigde betaling)
8. de zoon heeft bedragen van bankrekeningen van moeder gepind;
9. moeder verbleef al sinds juli 2014 in een verzorgingstehuis;
10. de zoon deed boodschappen voor moeder, zij kon dat al sinds haar opname in
het verzorgingstehuis niet meer zelf;
11. de schenkingen waren niet in overeenstemming met de financiële positie waarin
moeder verkeerde. Per saldo schonk zij met de schenkingen aan de zoon ruim de
helft van haar vermogen weg;
12. de schenkingen hadden geen nut in het kader van estate planning;
13. de schenkingen waren niet in overeenstemming met enige schenkingstraditie;
14 de schenkingen waren niet in lijn met de herhaaldelijk door moeder geuite wensen,
toen zij nog in staat was haar wil te bepalen;
15. de schenkingen (in december 2017) zijn gedaan met als (oneigenlijke) argumentatie een akkefietje tussen moeder en dochter in 2015, maar uit niets blijkt dat moeder zich realiseerde dat dit akkefietje allang was afgedaan;
16. de schenkingen zijn gedaan met overschrijding van de verleende volmacht.
De zoon is het hier niet mee eens. Volgens hem toont hij al voldoende aan dat de gestelde feiten onjuist zijn. De schenking is juridisch op een zuivere wijze geschied. Er is een onderhandse akte opgesteld, er is een arts bij betrokken geweest en de gevolmachtigde heeft, na zich van de situatie te hebben vergewist, de schenking uitgevoerd. De zoon deed veel voor moeder en had veel contact met haar. Moeder was hem zeer erkentelijk voor de verzorging en wilde hem daarvoor ook bedanken. De relatie tussen moeder en de dochter was enorm bekoeld door het debacle in 2015 rondom de koop van de ouderlijke woning. Gezien alle omstandigheden blijkt dat op uiterst voorzichtige wijze is gehandeld bij het uitvoeren van de schenkingen. Uit het door de executeur opgenomen gesprek vlak voor de datum van de schenking blijkt dat erflaatster zélf deze schenkingen wilde doen. Zij heeft de executeur gevraagd om dat uit te voeren en dat is op zorgvuldige wijze gedaan.
Het hof is van oordeel dat de feiten die de dochter heeft gesteld voldoende zijn voor de conclusie dat de schenking door misbruik van omstandigheden tot stand is gekomen.
De dochter – die als mede-erfgenaam rechtsopvolgster is van de moeder – heeft de vernietigbaarheid van de schenking ingeroepen. De omstandigheden die de dochter hieraan ten grondslag heeft gelegd, komen erop neer dat de moeder kwetsbaar en in meerdere opzichten afhankelijk was van de zoon, en dat sprake was van een in verhouding tot het totale vermogen van de moeder grote schenking die niet in het gebruikelijke patroon viel waarin de kinderen gelijk behandeld werden. Van de schenking is geen notariële akte opgemaakt. Op de zoon rust de bewijslast van het tegendeel, namelijk dat de schenking niet door misbruik van omstandigheden tot stand is gekomen. Een en ander op de voet van artikel 7:176 BW (zoals hiervoor onder 4.3 is opgenomen).
De zoon heeft in de rechtbankprocedure alleen schriftelijke bewijsstukken aangeleverd. Op grond van het materiaal dat nu voorhanden is, is naar het oordeel van het hof niet het bewijs geleverd dat geen sprake is geweest van misbruik van omstandigheden. De zoon heeft bewijs aangeboden, voor zover er op hem een bewijslast rust. Het hof zal de zoon in de gelegenheid stellen om bewijs te leveren dat de schenking niet door misbruik van omstandigheden tot stand is gekomen.
Het hof zal de beslissingen over de overige geschilpunten aanhouden.
5De beslissing
Het hof, recht doende in hoger beroep:
Het hof laat de zoon toe te bewijzen dat de schenkingsovereenkomst waarbij de moeder aan hem in december 2017 € 5.320 en € 100.000 heeft geschonken niet door misbruik van omstandigheden tot stand is gekomen.
Als getuigen worden gehoord, zal raadsheer-commissaris mr. M.L. van der Bel de getuigen verhoren in het Paleis van Justitie aan de Walburgstraat 2-4 in Arnhem. Partijen moeten daar zelf bij aanwezig zijn.
De zoon moet op dinsdag 6 augustus 2024 (roldatum) laten weten hoeveel getuigen deze wil laten horen met opgave van de verhinderdagen van die getuigen, van partijen en van hun advocaten. Daarna stelt het hof de dag en het tijdstip van het verhoor vast. Dat gebeurt ook als de opgave onvolledig is.
De zoon moet de namen en woonplaatsen van de getuigen ten minste een week voor het getuigenverhoor aan de wederpartij/wederpartijen en de griffier van het hof opgeven.
Een partij die tijdens het getuigenverhoor nieuwe stukken wil indienen, moet het hof en de wederpartij daarvan uiterlijk twee weken voor de dag van de zitting een kopie sturen.
Iedere verdere beslissing wordt aangehouden.
Dit arrest is gewezen door mrs. M.L. van der Bel, R.A. Dozy en R.E. Brinkman, en in tegenwoordigheid van de griffier in het openbaar uitgesproken op 23 juli 2024.
HR 19 mei 2017, ECLI:NL:HR: 2017:939, NJ 2017/408
© Copyright 2009 - 2025 XS2Knowledge b.v. - KVK: 24486465 - Telefoon: 085 744 0 733