Essentie (gemaakt door AI)
[appellant] gaat in hoger beroep tegen de benoeming van [mentor] als zijn mentor en verzoekt dat [mantelzorger], zijn mantelzorger, deze rol op zich neemt. Het hof oordeelt dat de voorkeur van [appellant] moet worden gevolgd: dat is de uitdrukkelijke wens van betrokkene en het hof acht de mantelzorg hiervoor geschikt. Hof benoemt [mantelzorger] tot mentor, met ingang van 24 april 2025. [mentor] wordt ontslagen.
Datum publicatie | 26-06-2025 |
Zaaknummer | 200.345.267_01 |
Procedure | Hoger beroep |
Zittingsplaats | 's-Hertogenbosch |
Rechtsgebieden | Civiel recht; Personen- en familierecht |
Trefwoorden | Meerderjarigenbescherming; Bewind |
Wetsverwijzingen |
Inhoudsindicatie Rechtspraak.nl
benoeming mantelzorg tot mentor voor betrokkene (in plaats van professionele mentor). Dat is de uitdrukkelijke wens van betrokkene en het hof acht de mantelzorg hiervoor geschikt.Volledige uitspraak
Team familie- en jeugdrecht
Uitspraak: 10 april 2025
Zaaknummer: 200.345.267/01
Zaaknummer eerste aanleg: 11081507 OV VERZ 24-3082
in de zaak in hoger beroep van:
[appellant] ,
wonende te [woonplaats] , locatie [locatie] in een voorziening van [de stichting] ,
verzoeker in hoger beroep,
hierna te noemen: [appellant] ,
advocaat: mr. A. Huseinovic.
tegen
Stichting [de stichting],
gevestigd te [vestigingsplaats] ,
verweerster in hoger beroep,
hierna te noemen: [de stichting] .
Als belanghebbenden zijn aangemerkt:
- [mentor] h.o.d.n. [naam]
, gevestigd te [vestigingsplaats] ,
hierna: [mentor] .
- [broer van betrokkene], broer van [appellant] , wonende te [woonplaats] .
Als informant is aangemerkt:
- [mantelzorger], wonende te [woonplaats] ,
mantelzorger van [appellant] ,
hierna: [mantelzorger] .
In het kort
[appellant] is het er niet mee eens dat [mentor] is benoemd tot zijn mentor; hij wil dat [mantelzorger] dat gaat doen.
1Het geding in eerste aanleg
Het hof verwijst voor het verloop van het geding in eerste aanleg naar de beschikking van de rechtbank Zeeland-West-Brabant (kantonrechter Tilburg) van 30 mei 2024, uitgesproken onder voormeld zaaknummer.
2Het geding in hoger beroep
Bij beroepschrift met producties, ingekomen ter griffie op 29 augustus 2024, heeft [appellant] verzocht voormelde beschikking te vernietigen, voor wat betreft de benoeming van [mentor] tot zijn mentor, en opnieuw rechtdoende te bepalen dat [mantelzorger] tot zijn mentor wordt benoemd.
De mondelinge behandeling heeft plaatsgevonden op 21 maart 2025. Bij die gelegenheid zijn gehoord:
-
mr. Huseinovic;
-
[mantelzorger] ;
-
mevrouw [betrokkene] , namens [mentor] .
[appellant] is, met bericht van verhindering, niet verschenen.
[broer van betrokkene] en [de stichting] zijn, correct opgeroepen, maar niet verschenen.
Het hof heeft voorts kennisgenomen van de inhoud van:
-
het e-mailbericht van [de stichting] van 22 oktober 2024;
-
het V-formulier met bijlagen van de advocaat van [appellant] van 11 maart 2025.
3De beoordeling
[appellant] is geboren op [geboortedatum] 1946 in [geboorteplaats] . Sinds oktober 2023 verblijft hij binnen de huidige woonvoorziening van [de stichting] ; in de periode daarvoor (2022 – oktober 2023) verbleef hij in een verzorgingstehuis in [plaats] .
Bij de bestreden beschikking heeft de kantonrechter, op verzoek van [de stichting] , ten behoeve van [appellant] een mentorschap ingesteld, met benoeming van [mentor] tot zijn mentor.
[appellant] kan zich met deze beslissing, voor zover het de benoeming van de mentor betreft, niet verenigen en hij is van dat gedeelte van de beschikking in hoger beroep gekomen. In zijn beroepschrift, zoals aangevuld op de mondelinge behandeling, voert hij – samengevat – het volgende aan,
[appellant] wenst [mantelzorger] , zijn mantelzorger, als mentor te hebben. [mantelzorger] draagt feitelijk al vijftien jaren de meeste zorg voor [appellant] en tot het moment waarop het mentorschap werd ingesteld, was zij het eerste aanspreekpunt voor de instelling. Dit verliep prima. [mantelzorger] is op de hoogte van de medische situatie van [appellant] en kent alle ins en outs van hem. Het is in het belang van [appellant] dat [mantelzorger] wordt benoemd tot zijn mentor. Zij is daartoe bereid. [appellant] kampt met verschillende gezondheidsklachten, maar hij is mentaal nog goed bij en hij kan zijn wens duidelijk uiten. Verder heeft [appellant] al veertig jaar geen contact meer met zijn tweelingbroer en andere familieleden heeft hij niet. [mantelzorger] staat dag en nacht klaar voor [appellant] ; hij belt haar dagelijks en hij heeft veel steun aan haar. [mantelzorger] bezoekt [appellant] regelmatig en zij hebben veel telefonisch contact met elkaar. Hij vertrouwt haar. [appellant] dacht eerder dat hij wel een professionele mentor wilde, maar dat was omdat hij [mantelzorger] niet wilde belasten en omdat hij niet helemaal begreep wat een mentorschap inhield. Nu denkt hij daar anders over.
[de stichting] heeft het hof laten weten geen bezwaar te hebben tegen de benoeming van [mantelzorger] tot mentor van [appellant] .
Het standpunt van [mentor] , zoals geformuleerd in de brief en op de mondelinge behandeling, luidt als volgt.
[mantelzorger] is een belangrijk (vertrouwens)persoon is in het leven van [appellant] . Hij is heel loyaal aan haar. Omdat [mantelzorger] vorig jaar haar man had verloren, wilde [appellant] haar niet meer belasten dan nodig en stond hij achter het verzoek van [de stichting] dat hij een professionele mentor zou krijgen. Tijdens het kennismakingsgesprek van [mentor] met [appellant] was ook [mantelzorger] aanwezig. Zij was erg geëmotioneerd en voelde zich gepasseerd. De laatste tijd heeft er een prettige samenwerking plaatsgevonden tussen [mantelzorger] en [mentor] . Zij overleggen met elkaar en als [appellant] iets nodig heeft, gaat [mantelzorger] op pad om dat te regelen. Het is voor [appellant] fijn als hij een mentor heeft die dichtbij hem staat en die hij vertrouwt. [mantelzorger] kan die rol zeker vervullen. Er zijn geen redenen waarom [mantelzorger] geen mentor kan zijn voor [appellant] .
[mantelzorger] heeft op de mondelinge behandeling verklaard dat zij 17 jaar geleden [appellant] heeft leren kennen toen zij als zorgverlener betrokken raakte bij hem. [appellant] verkeerde toen al jarenlang in moeilijkheden en [mantelzorger] trok zich zijn lot aan. Zij woonden bij elkaar in de buurt in [plaats] . [mantelzorger] is altijd voor hem blijven zorgen, ook nadat zij vier jaar geleden met haar gezin naar Brabant verhuisde. [appellant] zat niet op een fijne plek in het verzorgingstehuis in [plaats] . Hij is in oktober 2023 naar Brabant verhuisd, om dichterbij [mantelzorger] te kunnen zijn. [mantelzorger] heeft deze verhuizing gecoördineerd, maar [appellant] heeft de beslissing zelf genomen. [appellant] heeft het naar zijn zin in het huidige verzorgingstehuis van [de stichting] . [mantelzorger] heeft voor [appellant] huishoudelijke hulp geregeld, want [de stichting] doet dat niet. Voordat [mentor] tot mentor werd benoemd, was [mantelzorger] altijd het eerste aanspreekpunt voor het toenmalige verzorgingstehuis in [plaats] en daarna voor [de stichting] . Nu hoort [mantelzorger] niets meer en daar heeft ze het best moeilijk mee; ze zorgt al zo lang voor [appellant] en nu voelt ze zich aan de kant gezet. [mantelzorger] bezoekt [appellant] wekelijks (soms zelfs twee à drie keer per week) en zij hebben dagelijks belcontact.
Het hof overweegt als volgt.
Bij de benoeming van een mentor volgt de rechter op grond van artikel 1:452 lid 3 BW de uitdrukkelijke voorkeur van de betrokkene, tenzij gegronde redenen zich tegen zodanige benoeming verzetten. De rechter vergewist zich van de bereidheid en vormt zich een oordeel omtrent de geschiktheid van de te benoemen persoon.
[appellant] heeft uitdrukkelijk zijn voorkeur te kennen gegeven. Uit de stukken is voldoende aannemelijk geworden dat hij ook in staat is om zijn voorkeur te onderbouwen en toe te lichten, zodat slechts nog de kwestie ter beoordeling voorligt of [mantelzorger] (die zich bereid heeft verklaard om als opvolgend mentor te worden benoemd) geschikt is om het mentorschap uit te oefenen.
Volgens het stelsel van de wet heeft het in beginsel de voorkeur als iemand die het vertrouwen geniet van de rechthebbende het mentorschap op zich kan nemen. Gebleken is dat er tussen [appellant] en [mantelzorger] een langdurige en hechte vertrouwensband bestaat waarbij zij veelvuldig contact met elkaar hebben. Feitelijk draagt [mantelzorger] al circa zeventien jaar (als mantelzorger) de meeste zorg voor [appellant] . Zij is voor hem het eerste aanspreekpunt als er iets aan de hand is, zij heeft zicht op zijn medische situatie, is volledig geïntegreerd in zijn leven en hij in dat van haar en haar gezin. Verder helpt [mantelzorger] hem al jarenlang met allerhande praktische zaken en heeft zij voor hem de verhuizing van [plaats] naar het verzorgingstehuis van [de stichting] in Brabant gecoördineerd. Totdat het mentorschap werd ingesteld, was [mantelzorger] altijd het eerste aanspreekpunt voor het verzorgingstehuis: eerst in [plaats] en daarna voor [de stichting] . Niet gebleken is dat dit op problemen heeft gestuit, tot spanningen heeft geleid of dat de zorg voor [appellant] op enig moment in het gedrang is gekomen, integendeel. Ook binnen de huidige situatie die voor haar erg moeilijk is (ze voelt zich gepasseerd), heeft [mantelzorger] met [mentor] de samenwerking opgezocht en blijft zij op een positieve manier actief betrokken bij de zorg voor [appellant] . Zij gaat (in samenspraak met de mentor) op pad om spullen te kopen die [appellant] op dat moment nodig heeft en zij heeft recent een schoonmaker voor zijn kamer geregeld. Het hof deelt de visie van [de stichting] en [mentor] dat er geen twijfel bestaat over de vraag of [mantelzorger] op een goede manier invulling kan geven aan het mentorschap.. Op grond van de wijze waarop zij voor [appellant] heeft gezorgd en dat nu nog doet, acht het hof haar geschikt om tot mentor te worden benoemd.
Gelet op al deze omstandigheden is het hof van oordeel dat er geen aanleiding bestaat om af te wijken van de uitdrukkelijke voorkeur van [appellant] . Het hof zal het verzoek in hoger beroep daarom toewijzen en [mantelzorger] tot zijn mentor benoemen. Het hof stelt de datum van het ontslag van [mentor] als mentor en de benoeming van [mantelzorger] tot opvolgend mentor vast op twee weken na de datum van deze beschikking.
4De beslissing
Het hof:
verleent met ingang van 24 april 2025 aan [mentor] h.o.d.n. [naam] , gevestigd te [plaats] , ontslag als mentor van [appellant] , geboren op [geboortedatum] 1946 in [geboorteplaats] ;
benoemt met ingang van 24 april 2025 [mantelzorger] , [adres] te [plaats] tot opvolgend mentor;
bepaalt dat de opvolgend mentor voor haar (aanvangs)werkzaamheden en voor de met het mentorschap gemoeide kosten de in de Regeling beloning curatoren, bewindvoerders en mentoren vastgestelde forfaitaire tarieven ten laste van het vermogen van de betrokkene mag brengen;
bepaalt dat [mentor] h.o.d.n. [naam] , schriftelijk verslag doet van haar werkzaamheden aan de opvolgende mentor en aan de kantonrechter;
bepaalt dat [mantelzorger] een afschrift van deze beschikking krijgt.
Deze beschikking is gegeven door mrs. C.N.M. Antens, S.P.A. Wensink-Vergunst, F.M.E. Schulmer en is in het openbaar uitgesproken op 10 april 2025 in tegenwoordigheid van de griffier.
© Copyright 2009 - 2025 XS2Knowledge b.v. - KVK: 24486465 - Telefoon: 085 744 0 733