Rechtbank Amsterdam 25-03-2025, ECLI:NL:RBAMS:2025:2613


Datum publicatie01-05-2025
ZaaknummerC/13/754807 / JE RK 25-509
ProcedureEerste aanleg - enkelvoudig
ZittingsplaatsAmsterdam
RechtsgebiedenCiviel recht; Personen- en familierecht
TrefwoordenJeugdbescherming / Jeugdwet; Uithuisplaatsing 1:265a e.v. BW
Wetsverwijzingen

Inhoudsindicatie Rechtspraak.nl

Ondertoezichtstelling en machtiging tot uithuisplaatsing. Het baart de kinderrecher grote zorgen dat na anderhalf jaar ondertoezichtstelling nog altijd geen vaste gezinsmanager is aangesteld. De kinderrechter mist een visie bij Jeugdbescherming en het is zorgelijk dat de verschillende hulpverleners niet op één lijn zitten.

Volledige uitspraak


beschikking

RECHTBANK AMSTERDAM

Familie- en Jeugdrecht

Zaakgegevens : C/13/754807 / JE RK 24-509

datum uitspraak: 25 maart 2025

beschikking verlenging ondertoezichtstelling en verlenging machtiging uithuisplaatsing

in de zaak van

JEUGDBESCHERMING REGIO AMSTERDAM, hierna te noemen Jeugdbescherming,

gevestigd te [vestigingsplaats] ,

betreffende

[minderjarige 1] , geboren op [geboortedatum 1] 2015 te [geboorteplaats 1] (Dominicaanse Republiek), hierna te noemen [minderjarige 1] ,

[minderjarige 2] , geboren op [geboortedatum 2] 2017 te [geboorteplaats 1] (Dominicaanse Republiek), hierna te noemen [minderjarige 2] ,

[minderjarige 3] , geboren op [geboortedatum 3] 2021 te [geboorteplaats 2] , hierna te noemen [minderjarige 3] .

De kinderrechter merkt als belanghebbenden aan:

[de moeder] , hierna te noemen de moeder,

wonende te [woonplaats] ,

advocaat mr. R. Pothast te Amsterdam,

[de grootmoeder (mz)] ,

hierna te noemen de grootmoeder mz.

1Het procesverloop


Het procesverloop blijkt uit de volgende stukken:

- de beschikking van 18 september 2024 die als hier herhaald en ingelast geldt;

- de schriftelijke update van Jeugdbescherming van 18 maart 2025 met als bijlage de

rapportage van [zorginstelling] GGZ .

Bij e-mail van 21 maart 2025 heeft de kinderrechter aan

Jeugdbescherming (met cc aan mr. Pothast) naar aanleiding van de schriftelijke update een

aantal vragen voorgelegd. Bij e-mail van 24 maart 2025 heeft Jeugdbescherming hier een

reactie op gegeven.

Op 25 maart 2025 heeft de kinderrechter de zaak ter zitting met gesloten deuren behandeld.

Gehoord zijn:

- mevrouw [naam 1] namens Jeugdbescherming, als vervanger van de gezinsmanager,

- mevrouw [naam 2] namens Levvel,

- de moeder, bijgestaan door haar advocaat en een tolk, en haar begeleidster mevrouw [naam 3] werkzaam bij [zorginstelling] GGZ ,

- de grootmoeder mz.

2De feiten

Het ouderlijk gezag over [minderjarige 1] , [minderjarige 2] en [minderjarige 3] wordt uitgeoefend door de moeder.

[minderjarige 1] , [minderjarige 2] en [minderjarige 3] wonen in een voorziening voor pleegzorg, bij grootmoeder mz, ten huize van de moeder.

Bij beschikking van 18 september 2024 is de ondertoezichtstelling van [minderjarige 1] , [minderjarige 2] en [minderjarige 3] verlengd tot 3 april 2025 en is hun machtiging tot uithuisplaatsing eveneens verlengd tot 3 april 2025. De verzoeken van Jeugdbescherming zijn voor het overige aangehouden. Deze betreffen thans nog een verlenging van beide maatregelen met zes maanden.

3De standpunten

3.1.

In de schriftelijke update heeft Jeugdbescherming aangevoerd dat het gezin helaas nog altijd geen vaste gezinsmanager heeft. JBRA heeft het resterende deel van het de verzoeken gehandhaafd. De moeder is nog niet in staat de zorg voor de kinderen op zich te nemen. Zij is na een detoxopname teruggevallen in middelengebruik en kan de kinderen daardoor niet de veiligheid bieden die zij nodig hebben. Zij is ook onvoldoende emotioneel en fysiek beschikbaar. Zij komt omgangsafspraken onvoldoende na en treedt soms uit contact met de hulpverlening en andere betrokkenen. Jeugdbescherming heeft de komende periode nodig om samen met hulpverlening uit te zoeken voor welke behandeling de moeder in aanmerking komt en het opgroeiperspectief van de kinderen duidelijk in beeld te krijgen. Bij het Uitvoerdersoverleg op 18 maart 2025 is gebleken dat momenteel nog geen passende vorm van behandeling voor de moeder is gevonden. Een buitenlandse opname waar in februari 2025 mogelijk sprake van was, is geen optie gebleken omdat de moeder vanwege medische redenen niet in aanmerking komt voor die behandeling. In Nederland zijn momenteel geen passende behandelingen gezien de taalbarrière, omdat er dan een tolk nodig zou zijn, die bij de groepsbehandeling niet aanwezig mag zijn vanwege de privacy van andere deelnemers. De begeleider van de moeder heeft contact met het Jellinek Outreachend Team en de psychiater van de moeder vanuit het ACT en heeft binnenkort een gesprek over de mogelijkheden tot behandeling. De moeder staat nog steeds op de wachtlijst voor beschermd wonen bij [locatie] van HVO Querido. Er is nog te weinig ruimte om daadwerkelijk aan de doelen van de ondertoezichtstelling en de behandeling te werken binnen het gezinssysteem omdat er nog te veel onrust heerst. De oma heeft een sterk (familie)netwerk dat haar ondersteunt. Eigen Plan zal worden ingezet om uit te zoeken wat het netwerk nog meer voor de oma kan betekenen.

3.2.

Bij de mondelinge behandeling heeft Jeugdbescherming gewezen op het grote gebrek aan gezinsmanagers. Daarom is er nog steeds geen vaste gezinsmanager voor dit gezin. Deze zaak heeft wel een hoge prioritering bij JBRA, omdat de zaak vraagt om regievoering. Het is duidelijk dat Jeugdbescherming tekort is geschoten in de uitvoering van de ondertoezichtstelling, ofschoon de terugval van de moeder Jeugdbescherming niet te verwijten valt. Drie maanden na de vorige beschikking heeft een eerste Uitvoerdersoverleg plaatsgevonden. Bij [minderjarige 1] zijn er zorgen over zijn overgewicht en woedeaanvallen. Hij is heel sensitief. Zijn woedeaanvallen zijn wel alleen op de BSO, waar steeds andere leiding is. Op school gaat het wel goed met hem. Hij heeft daar ook al twee jaar dezelfde onderwijzeres die hem structuur geeft. Kindercoaching wordt als onvoldoende ingeschat, hij heeft echt een psycholoog nodig. Mogelijk kan zijn coach de psychologenrol op zich nemen, zij is ook psycholoog. Dit hangt af van de mogelijkheid tot financiering. Over [minderjarige 2] zijn nu geen zorgen. Zij is wel heel stil en meebewegend. [minderjarige 3] heeft fors overgewicht. Zij is nog steeds niet zindelijk, terwijl zij bijna vier wordt en dan naar school zal gaan. Haar verzorging is nu wel veel beter. [minderjarige 2] en [minderjarige 3] hebben geen kindercoach. Eigen Plan is op 21 maart 2025 aangevraagd.

3.3.

Namens Jeugdbescherming is voorts naar voren gebracht dat het wellicht beter is om in te zetten op een gezinsopname in [plaats] in plaats van op [locatie] . Nog los van de lange wachtlijsten voor [locatie] zal een gezinsopname meer zicht bieden op de opvoedvaardigheden van de moeder. Bovendien kan de oma bij dat traject worden betrokken. Op deze wijze kan een volwaardige ouderschapsbeoordeling plaatsvinden, waarbij dan wel een vereiste is dat de moeder clean is. Een gezinsopname is nu wellicht onrustig voor de kinderen, maar op de lange termijn zal het beter zijn. Jeugdbescherming heeft daarom voorgesteld de machtiging slechts voor drie maanden te verlengen onder aanhouding van het resterende deel van het verzoek, zodat Jeugdbescherming de gelegenheid heeft plaatsing in de gezinskliniek te onderzoeken.

3.4.

Levvel heeft naar voren gebracht niet achter een gezinsopname te staan, dit is te onrustig voor de kinderen, terwijl zij nu juist een zekere rust hebben. De oma is door Adagio heel goed begeleid. Wegens de financiën is die hulpverlening in december 2024 gestopt. 10 voor Toekomst kwam elke week helpen, maar is inmiddels ook gestopt. Mevrouw [naam 4] , de gezinsmanager, is in december 2024 begonnen. Die heeft gedaan wat zij kon. Levvel heeft niet kunnen doen wat zij in september 2024 van plan was, onder andere omdat het lang duurde om een tolk te regelen. Levvel heeft wel altijd goed contact gehad met de leerkrachten. Er zijn wel leuke dingen met de kinderen ondernomen, maar inhoudelijk is het Levvel niet gelukt om de regie te nemen. De omgang zal voortaan plaatsvinden met één ouder tegelijk, zonder de aanwezigheid van de oma, omdat alleen dan te beoordelen valt in hoeverre zij kunnen aansluiten bij de kinderen. De oma heeft aangegeven dat de moeder een hele goede moeder kan zijn. Als zij herstelt kan zij weer voor de kinderen zorgen. [minderjarige 1] heeft psychologische hulp nodig en [minderjarige 2] heeft ook hulp nodig. Levvel gunt [minderjarige 3] structuur. Er is nog geen opvoedondersteuning voor de oma. [minderjarige 3] vertelde vanochtend dat zij zindelijk is. Zij zit wel de hele dag op social media.

3.5.

De oma heeft verklaard dat zij hulp krijgt van haar buren. Zij heeft ook de

Nederlandse nationaliteit. Zij wil in Nederland blijven wonen. De oma is voorstander van een nieuwe detox behandeling voor de moeder.

3.6.

De begeleidster van [zorginstelling] GGZ heeft verklaard dat vanaf 9 april 2025 structureel elke zondag omgang zal plaatsvinden met de moeder. De wachtlijst bij [locatie] is momenteel een half jaar tot een jaar. De moeder kan niet naar een kliniek in het buitenland omdat zij Haldol gebruikt wegens de psychiatrische diagnose. Er kan weer een detox behandeling plaatsvinden voor minimaal zes weken. Als de moeder daarna weer naar huis kan, kan er ook individuele dagbehandeling ingezet worden. De begeleidster kan dan drie of vier keer per week langskomen. De moeder heeft eerder laten zien dat zij het kan. De moeder kan het niet lang meer volhouden op haar huidige woonplek. Die woonplek is ook de reden van haar terugval.

3.7.

De moeder wil heel graag weer naar huis. Na de detox behandeling was zij clean, maar door haar huidige verblijfsplek kwam zij weer in aanraking met gebruikers.

Namens de moeder is aangevoerd dat het een atypische uithuisplaatsing betreft, waarbij de moeder haar huis ter beschikking heeft gesteld. De kinderen en de moeder moeten ook kunnen vertrouwen op de instanties. Bij de beschikking van 18 september 2024 is een hele duidelijke opdracht gegeven door de rechtbank. In anderhalf jaar tijd is Jeugdbescherming niets opgeschoten. Er is nog steeds geen vaste gezinsmanager. De moeder is alleen maar slechter geworden. Zij staat in de kou. [locatie] is een doodlopend pad. De plek waar de moeder nu verblijft, werkt niet. Zij zit daar tussen gebruikers. Daar wordt niemand beter van. Ook de omgang gaat daardoor niet goed. Het hangt allemaal samen met de plek waar de moeder nu verblijft. Jeugdbescherming heeft weinig informatie verstrekt. Er is ook een half jaar niets gedaan met het netwerkonderzoek van de oma. Pas drie maanden na de vorige zitting vond er overleg plaats. Over een mogelijke gezinsopname in [plaats] is nu nog niets bekend. Gezien de omstandigheden gaat het redelijk goed met de kinderen. Van echte gedragsproblematiek is bij [minderjarige 1] alleen sprake in de opvang niet thuis of op school. Het is geen ideale situatie. Het is niet goed om de uithuisplaatsing nu voort te zetten. Dit is in niemands belang. Er is te weinig gebeurd. De moeder kan terug naar haar woning. Er is voldoende hulp van mevrouw [naam 3] . Tegen verlenging van de ondertoezichtstelling bestaat geen bezwaar. De moeder moet niet langer op haar huidige plek verblijven. Alles is beter dan deze situatie nog een half jaar te laten voortduren. Het is nu een gepasseerd station om het verzoek tot de machtiging uithuisplaatsing weer aan te houden. De moeder moet terug naar huis en beginnen met de detox behandeling.

4De beoordeling

4.1.

Het baart de kinderrechter grote zorgen dat na anderhalf jaar ondertoezichtstelling nog altijd geen vaste gezinsmanager is aangesteld. In de vorige beschikking is al overwogen dat Jeugdbescherming meer regie zou moeten nemen. Vervolgens blijkt dat eerst drie maanden na die zitting een eerste Uitvoerdersoverleg heeft plaatsgevonden. Volgens Levvel is er parallel aan de hulp door JBRA ook door Levvel hulpverlening ingezet, maar daarvan ontbreekt de verslaglegging. Ook daaruit blijkt dat Jeugdbescherming onvoldoende regie heeft genomen. Tijdens de mondelinge behandeling is bovendien gebleken dat hulpverlening niet kon worden gecontinueerd omdat is verzuimd een Individuele Behandelovereenkomst aan te vragen. Tot slot ontbreekt ook een plan voor de toekomst. Waar eerder telkens werd ingezet op [locatie] , is tijdens de mondelinge behandeling ineens gesproken over een gezinsopname. De kinderrechter mist een visie vanuit Jeugdbescherming op wat het beste is voor dit gezin en het is zorgelijk dat de verschillende hulpverleners niet met elkaar op één lijn zitten.

4.2.

Het bovenstaande maakt dat het niet verwonderlijk is dat de kinderen nog steeds ernstig in hun ontwikkeling worden bedreigd. De moeder is van goede wil, maar is er mede door het gebrek aan een gebruikersvrije woonplek nog niet in geslaagd haar verslaving onder controle te krijgen. Bij met name [minderjarige 1] is sprake van gedragsproblematiek, maar ook over [minderjarige 2] en [minderjarige 3] bestaan zorgen die nog onvoldoende zijn opgepakt. Er dient meer zicht te komen op wat de kinderen aan hulp nodig hebben en hoe dat kan worden ingezet.

4.3.

Uit voorgaande volgt dat is voldaan aan het wettelijke criterium genoemd in artikel 1:255 BW. De ondertoezichtstelling wordt daarom verlengd met zes maanden.

4.4.

Ook is verlenging van de machtiging tot uithuisplaatsing van de kinderen nog noodzakelijk in het belang van de verzorging en opvoeding (artikel 1:265b, eerste lid, BW) . De moeder is nog niet stabiel genoeg om weer naar huis te kunnen. De veiligheid van de kinderen zou in geding zijn als zij op dit moment weer voor de kinderen zou moeten zorgen. Wel dient onderzocht te worden of het plan van [zorginstelling] GGZ kans van slagen heeft. In dat plan zal moeder weer een (klinische) detox behandeling ondergaan, waarna zij met zeer intensieve opvoedondersteuning, in combinatie met een ambulante dagbehandeling en thuisbezoeken van de ambulant begeleidster, weer naar huis terugkeert. De machtiging wordt voor twee maanden verleend, opdat Jeugdbescherming in samenspraak met Levvel en [zorginstelling] GGZ kan onderzoeken of het bovenstaande op een voor de kinderen veilige manier kan worden vormgegeven. Daarnaast dient worden onderzocht of een gezinsopname noodzakelijk en wenselijk is.

4.5.

Ten overvloede merkt de kinderrechter dat het voorgaande niet noodzakelijkerwijs betekent dat de moeder over twee maanden weer naar huis kan. Dit zal voor een groot deel ook afhangen van de vraag of de moeder haar verslaving onder controle kan krijgen en welke hulpverlening noodzakelijk en beschikbaar is. Wel verwacht de kinderrechter bij de volgende mondelinge behandeling dat Jeugdbescherming met een visie op het in te zetten traject komt, waarbij overeenstemming bestaat over de te bewandelen weg.

4.6.

Op dit moment zijn de bedreigingen in de ontwikkeling van de kinderen waaraan in ieder geval gewerkt moet worden:

  • er dient meer en beter regie te worden gevoerd, waarbij er meer samenwerking is tussen de hulpverleningsinstanties;

  • de kinderen moeten erop kunnen vertrouwen dat de moeder zorgt voor een veilige omgeving met mensen die zij kunnen vertrouwen;

  • de kinderen zijn geen getuige en/of slachtoffer van fysiek of verbaal geweld;

  • de kinderen kunnen erop rekenen dat de moeder structureel (emotioneel) beschikbaar is en hen op een passende manier begrenst en ondersteunt als zij dat nodig hebben;

  • er moet meer zicht op het netwerk van de moeder en van de oma, om te bekijken wat hun mogelijkheden zijn en hoe de moeder kan worden ontlast;

  • de moeder moet binnen de komende twee maanden een nieuwe detox behandeling ondergaan;

  • Jeugdbescherming en Levvel dienen te onderzoeken wat nodig is om te waarborgen dat de moeder voldoende stabiel is en onder welke omstandigheden de moeder weer naar huis zou kunnen;

  • Jeugdbescherming moet opvoedondersteuning aanvragen en langdurig kunnen inzetten voor het geval de moeder weer naar huis zou kunnen;

  • Jeugdbescherming moet de mogelijkheid tot een gezinsopname onderzoeken.

4.7.

De kinderrechter heeft in overleg met partijen een volgende mondelinge behandeling gepland op maandag 2 juni 2025 om 09.45, waar za worden besproken of de machtiging tot uithuisplaatsing verder moet worden verlengd.

De beslissing

De kinderrechter:

- verlengt de ondertoezichtstelling van [minderjarige 1] , [minderjarige 2] en [minderjarige 3] tot 3 oktober 2025, uit te voeren door Jeugdbescherming Regio Amsterdam, gevestigd te [vestigingsplaats] ;

- verleent machtiging tot uithuisplaatsing van [minderjarige 1] , [minderjarige 2] en [minderjarige 3] in een voorziening voor pleegzorg, bij de grootmoeder mz. ten huize van de moeder en de kinderen met ingang van 3 april 2025 tot uiterlijk 3 juni 2025;

- verklaart deze beschikking tot zover uitvoerbaar bij voorraad;

- bepaalt dat de mondelinge behandeling wordt voorgezet op maandag 2 juni 2025 om 09.45 uur;

- bepaalt dat jeugdbescherming uiterlijk drie werkdagen voor die zitting een schriftelijke update geeft over de situatie, waarin staat vermeld hoe de ontwikkeling van de kinderen verloopt, welke hulpverlening zij nodig hebben, hoe de detox van de moeder is verlopen en welke hulpverlening zij verder nodig heeft en ontvangt;

- houdt iedere verdere beslissing aan.

Deze beschikking is mondeling gegeven door mr. E.M. Devis, kinderrechter, in tegenwoordigheid van mr. W.C. van Lavieren als griffier en in het openbaar uitgesproken op 25 maart 2025.

De schriftelijke uitwerking is vastgesteld op 15 april 2025.

Hoger beroep tegen deze beschikking kan worden ingesteld:

- door de verzoekers en degenen aan wie een afschrift van de beschikking is verstrekt of verzonden, binnen drie maanden na de dag van de uitspraak,

- door andere belanghebbenden binnen drie maanden na de betekening daarvan of nadat de beschikking aan hen op een andere wijze bekend is geworden.

Het hoger beroep moet, door tussenkomst van een advocaat, worden ingediend ter griffie van het gerechtshof
Amsterdam



© Copyright 2009 - 2025 XS2Knowledge b.v. - KVK: 24486465 - Telefoon: 085 744 0 733