Rechtbank Midden-Nederland 16-03-2023, ECLI:NL:RBMNE:2023:7480

Datum publicatie16-04-2024
Zaaknummer549896
ProcedureBeschikking
ZittingsplaatsLelystad
RechtsgebiedenCiviel recht; Personen- en familierecht
TrefwoordenKinderen; Verhuizing met kind
Wetsverwijzingen

Inhoudsindicatie

Geen toestemming voor verhuizing vader. Noodzaak ontbreekt. Begrijpelijk dat hij
wens heeft om met nieuwe partner samen te gaan wonen en nieuwe start te maken. Ook invoelbaar dat zij mede gelet op paarden nieuwe partner en eigen bedrijf vader wens hebben om op verder gelegen boerderij te gaan wonen. Een wens is echter iets anders dan een noodzaak. Verder is afstand van 30 of 40 km te onbepaald. Belangen kinderen bij rust, het in vertrouwde omgeving kunnen blijven en continueren co-ouderschapsregeling wegen het zwaarste.

Volledige uitspraak


RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Familierecht

locatie Lelystad

zaaknummer: C/16/549896 / FL RK 22-1223

Beschikking van 16 maart 2023

in de zaak van:

[de vader] ,

wonende in [woonplaats] ,

hierna te noemen: de vader,

advocaat mr. S. Flantua,

tegen

[de moeder] ,

wonende in [woonplaats] ,

hierna te noemen: de moeder,

advocaat mr. A.C. van 't Hek.

1De procedure

1.1.

De rechtbank heeft de volgende stukken ontvangen:

- het verzoekschrift van de vader (met bijlagen), binnengekomen op

23 december 2022;

  • het verweerschrift van de moeder met daarin tevens (voorwaardelijke) zelfstandige verzoeken, binnengekomen op 9 februari 2023;

  • een brief van de vader (met bijlagen) met daarin tevens een aanvullend verzoek, binnengekomen op 15 februari 2023.

1.2.

De verzoeken zijn besproken tijdens de mondelinge behandeling (zitting) van

16 februari 2023. Daarbij waren aanwezig:

  • de vader met zijn advocaat;

  • de moeder met haar advocaat;

  • mevrouw [A] namens de Raad voor de Kinderbescherming (hierna te noemen de Raad).

2Waar de procedure over gaat

2.1.

De ouders zijn met elkaar getrouwd geweest.

2.2.

Zij hebben samen twee kinderen:

  • [minderjarige 1] , geboren op [geboortedatum 1] 2014 in [geboorteplaats] ;

  • [minderjarige 2] , geboren op [geboortedatum 2] 2018 in [geboorteplaats] .

2.3.

De ouders hebben samen het gezag over de kinderen. Dat betekent dat zij samen de belangrijke beslissingen over de kinderen nemen.

2.4.

De ouders zijn in het ouderschapsplan overeengekomen dat [minderjarige 1] zijn hoofdverblijfplaats heeft bij de vader en [minderjarige 2] zijn hoofdverblijfplaats heeft bij de moeder. De kinderen verblijven volgens een co-ouderschapsregeling van zondagavond tot woensdag naar school bij de vader, van woensdag uit school tot vrijdag naar school bij de moeder en in de oneven weken het weekend bij de vader en in de even weken het weekend bij de moeder.

2.5.

De vader verzoekt de rechtbank:

primair

- aan hem vervangende toestemming te verlenen om met [minderjarige 1] te verhuizen naar een woning (boerderij) waar paarden gehouden kunnen worden en voldoende ruimte is om de paarden voldoende gelegenheid te geven om zich vrijelijk te kunnen bewegen middels een weide en paddock en een rijbaan van 20 bij 40 meter, met een maximale reistijd van 40 minuten van de door de vader te bewonen woning en de huidige school van de kinderen;

subsidiair

- te bepalen dat de vader vervangende toestemming krijgt om met [minderjarige 1] te verhuizen naar een woning (boerderij) waar paarden gehouden kunnen worden en voldoende ruimte is om de paarden voldoende gelegenheid te geven om zich vrijelijk te kunnen bewegen middels een weide en paddock en een rijbaan van 20 bij 40 meter, met een maximale reistijd van 30 minuten van de door de vader te bewonen woning en de huidige school van de kinderen, dan wel met een maximale reisafstand door de rechtbank in goede justitie te bepalen;

aangevuld

- het ouderschapsplan voor wat betreft de zorgregeling te wijzigen, inhoudende dat de kinderen volgens een schema bij de ouders zullen verblijven waarbij de wisseling om de week van zondagavond naar maandagochtend wordt gewijzigd.

2.6.

De moeder is het niet eens met de verzoeken van de vader en verzoekt dan ook deze af te wijzen. Na toelichting tijdens de mondelinge behandeling begrijpt de rechtbank de zelfstandige verzoeken van de moeder als volgt. Voorwaardelijk, indien aan de vader vervangende toestemming tot verhuizing wordt verleend, verzoekt de moeder de rechtbank:

primair

- een wijziging van de invulling van de zorgregeling toe te staan, waarbij de vader vervangende toestemming krijgt van de rechtbank om maximaal 15 kilometer van de huidige school van de kinderen te mogen verhuizen;

subsidiair

  • de zorgregeling te wijzigen naar een regeling waarbij de kinderen drie weekenden per maand van vrijdag uit school tot maandag naar school en elke woensdag na school tot na het eten bij de vader verblijven, althans enige regeling die de rechtbank in het belang van de kinderen voorkomt;

  • de hoofdverblijfplaats van de kinderen bij de moeder te bepalen.

3De beoordeling

De verhuizing

3.1.

De rechtbank zal de verzoeken van de vader afwijzen. Dat betekent dat de vader niet met [minderjarige 1] mag verhuizen. De rechtbank zal hieronder uitleggen waarom zij deze beslissing neemt. De rechtbank merkt daarbij op dat formeel gezien alleen [minderjarige 1] zijn hoofdverblijfplaats bij de vader heeft, maar het de bedoeling van de ouders is dat de kinderen bij elkaar blijven en volgens een co-ouderschapsregeling de helft van de tijd bij de vader verblijven. De rechtbank zal daarom voor de beoordeling niet alleen uitgaan van de belangen van [minderjarige 1] , maar van de belangen van beide kinderen.

Standpunten van partijen

3.2.

De vader wil graag verhuizen en heeft daar naar eigen zeggen verschillende redenen voor. Hij voelt zich niet langer gelukkig in de voormalig echtelijke woning en in [plaats 1] , omdat hij daar veel negatieve herinneringen heeft en de familie van de moeder in [plaats 1] woont. Hij zou daarom graag met zijn nieuwe partner een nieuwe start maken buiten [plaats 1] . Ook de nieuwe partner van de vader wil namelijk niet in [plaats 1] wonen, omdat zij geen stadsmens is en omdat zij drie paarden heeft waar in de nabije omgeving van [plaats 1] geen passende plek voor is. De paarden hebben namelijk speciale weidegang en andere faciliteiten nodig, mede omdat zij daarmee wil gaan fokken. De vader en zijn nieuwe partner hebben daarom noodzaak om te verhuizen en zijn op zoek naar een woning (boerderij) waar de paarden aan huis gehouden kunnen worden en waar voldoende ruimte is voor de paarden om zich vrijelijk te kunnen bewegen. Dergelijke woningen zijn in de omgeving van [plaats 1] maar beperkt beschikbaar en daarom wil de vader naar de omgeving van [plaats 2] verhuizen. Daar zijn de woningen/boerderijen goedkoper en spreekt de indeling van de percelen de vader en zijn nieuwe partner meer aan. Volgens de vader heeft de verhuizing geen enkel gevolg voor de zorgregeling. De vader is bereid om al het vervoer van de kinderen naar de moeder, school, sport en andere sociale activiteiten te faciliteren. De vader begrijpt dat het voor de kinderen vervelend is dat ze dan langer in de auto moeten zitten, maar ziet dat niet als een belasting die maakt dat een verhuizing niet in hun belang is. Tijdens de autorit kunnen de vader en zijn partner met de kinderen de dag doornemen of een toets overhoren, vergelijkbaar met wat normaal thuis aan tafel met een kopje thee gebeurt. Verder zijn de ouders goed in staat om in het belang van de kinderen te communiceren en te overleggen. De vader is dan ook van mening dat de belangen van de kinderen, die voorop staan, op geen enkele wijze worden geschaad door de gewenste verhuizing.

3.3.

Volgens de moeder kan van een verhuizing geen sprake zijn, omdat partijen in het ouderschapsplan zijn overeengekomen dat ze ernaar zullen streven om in [plaats 1] te blijven wonen en dat daar alleen van af kan worden geweken als de ouders hierover overeenstemming hebben. Nu de moeder voor de door de vader voorgenomen verhuizing geen toestemming verleent, dient het verzoek van de vader dus te worden afgewezen. Indien de rechtbank toch aan een inhoudelijke belangenafweging toekomt, is de moeder van mening dat een verhuizing niet in het belang van de kinderen is. Volgens de moeder is er geen noodzaak om te verhuizen en is de verhuizing ook niet voldoende doordacht en voorbereid. De door de vader gestelde belangen bij de verhuizing zien voornamelijk op zijn nieuwe partner en de paarden van zijn nieuwe partner en niet op de kinderen. Hoewel de communicatie tussen de ouders erg goed is en de vader alternatieven heeft geboden om de gevolgen te compenseren, is de moeder van mening dat de verhuizing te grote gevolgen heeft voor de kinderen. De ouders hebben altijd als uitgangspunt gehanteerd om de zorg voor de kinderen gelijk te verdelen door een co-ouderschapsregeling en de moeder wil ook graag dat dit zo blijft. Na een verhuizing kunnen de kinderen zich niet langer vrijelijk bewegen en zullen zij altijd gehaald en gebracht moeten worden wat bovendien veel reistijd met zich mee brengt. Zeker met het oog op de toekomst zijn er veel situaties denkbaar waarin een dergelijke afstand niet werkt. Mocht de vader toch vervangende toestemming krijgen om te verhuizen, dan zou de moeder graag zien dat dit wordt beperkt tot een afstand van 15 kilometer. Indien het een grotere afstand is, denkt de moeder dat het in het belang van de kinderen is om de zorgregeling te wijzigen naar een weekendregeling.

De beoordeling

3.4.

Iedere ouder heeft het recht om zijn of haar leven met de kinderen in te richten op een manier die hem of haar goed lijkt. Daaronder valt in beginsel ook de vrijheid om op een andere plek met de kinderen te gaan wonen. Als de ene ouder het niet eens is met de verhuisplannen van de andere ouder, dan moet de rechtbank alle omstandigheden in kaart brengen en een belangenafweging maken. Het belang van het kind staat hierbij voorop, maar afhankelijk van de omstandigheden kunnen andere belangen zwaarder wegen. Omstandigheden die volgens de rechtspraak van de Hoge Raad een rol kunnen spelen zijn:

  • de noodzaak om te verhuizen;

  • de mate waarin de verhuizing is doordacht en voorbereid;

  • de door de verhuizende ouder geboden alternatieven en maatregelen om de gevolgen van de verhuizing voor de kinderen en de andere ouder te verzachten en/of te compenseren;

  • de mate waarin de ouders in staat zijn tot onderlinge communicatie en overleg;

  • de rechten van de andere ouder en de kinderen op onverminderd contact met elkaar in een vertrouwde omgeving;

  • de verdeling van de zorgtaken en de continuïteit van de zorg;

  • de frequentie van het contact tussen de kinderen en de andere ouder voor en na de verhuizing;

  • de leeftijd van de kinderen, hun mening en de mate waarin de kinderen geworteld zijn in hun omgeving of juist extra gewend is aan verhuizingen;

  • de (extra) kosten van de omgang na de verhuizing.

3.5.

De rechtbank vindt in dit geval van doorslaggevend belang dat de noodzaak om te verhuizen voor de vader ontbreekt. Het is begrijpelijk dat de vader de wens heeft om met zijn nieuwe partner samen te gaan wonen en een nieuwe start te maken. Ook is het invoelbaar dat zij mede gelet op de paarden van de nieuwe partner en het eigen bedrijf van de vader de wens hebben om op een verder gelegen boerderij te gaan wonen. Een wens is echter iets anders dan een noodzaak. De vader heeft op dit moment een geschikte woning waar hij met de kinderen kan wonen en ook kan blijven. Voor de rechtbank zijn de belangen van (de paarden van) de nieuwe partner van de vader ondergeschikt aan de belangen van de kinderen. Het feit dat voor de paarden geen geschikte (naar de rechtbank begrijpt vooral ook betaalbare) plek is in de omgeving van [plaats 1] is voor de rechtbank dan ook geen reden om te oordelen dat het voor vader noodzakelijk is om te verhuizen. Ook het feit dat de vader niet langer gelukkig is in [plaats 1] , is voor de rechtbank op dit moment geen reden om aan te nemen dat een verhuizing noodzakelijk is.

3.6.

Ook is de rechtbank van oordeel dat de vader de verhuizing onvoldoende heeft doordacht en voorbereid. Met de Raad heeft de rechtbank namelijk de indruk dat de vader de gevolgen van de verhuizing voor de kinderen onvoldoende overziet. Ondanks dat de rechtbank er niet aan twijfelt dat de vader bereid is om de kinderen te halen en te brengen indien nodig, overweegt de rechtbank dat de voorgenomen verhuizing nog zoveel meer gevolgen met zich meebrengt dan alleen een langere reistafstand. Het zal betekenen dat de kinderen de voor hun zo vertrouwde echtelijke woning moeten verlaten en zich zullen moeten aanpassen aan een nieuwe gezinssituatie in een onbekende omgeving. Dit terwijl er in de afgelopen periode binnen korte tijd al zo veel is gebeurd en veranderd in het leven van deze jonge kinderen. Hoewel de grotere reisafstand hoe dan ook een extra belasting voor de kinderen zal zijn, lijkt het halen en brengen op dit moment nog enigszins haalbaar, omdat de kinderen op dezelfde school zitten, dezelfde sporten beoefenen en de vader en zijn nieuwe partner allebei in [plaats 1] werken. Dit zijn echter allemaal dingen die kunnen veranderen. De situatie zal in ieder geval anders worden zodra de oudste en later beide kinderen naar de middelbare school gaan, waardoor zij op verschillende tijden op verschillende locaties aanwezig moeten zijn. Ook is het zeer aannemelijk dat de kinderen na verloop van tijd een andere sport zullen gaan beoefenen en hun eigen sociale activiteiten krijgen waardoor zij tevens op verschillende tijden en locaties ergens moeten zijn. Een grote reisafstand brengt met zich mee dat de kinderen in grote mate in hun vrijheid worden beperkt. Zeker als de kinderen ouder worden, naar de middelbare school gaan en hun eigen sociale activiteiten hebben, acht de rechtbank het niet in het belang van de kinderen om een grote reisafstand te hebben en mogelijk altijd gebracht en gehaald te moeten worden.

3.7.

De rechtbank heeft ook meegewogen dat de communicatie tussen de ouders erg goed is en dat vader heeft aangeboden om de gevolgen te compenseren in die zin dat de huidige zorgregeling volgens de vader voortgezet kan worden. De rechtbank vindt het fijn dat het de ouders zo goed lukt om het gelijkwaardig ouderschap vorm te geven. Zij waarderen elkaar als ouders en communiceren op een respectvolle en constructieve manier met elkaar. Beide ouders hebben ook duidelijk aangegeven dat het voor hen het allerbelangrijkst is dat zij evenveel tijd met de kinderen kunnen doorbrengen. De rechtbank volgt de vader niet in zijn stelling dat de voorgenomen verhuizing daar niets aan hoeft te veranderen. De rechtbank overweegt dat het uitgangspunt bij co-ouderschap is dat ouders dicht bij elkaar wonen. Bij een langere reisafstand is een co-ouderschapsregeling mogelijk te belastend voor de kinderen. Gelet op de onbepaalde verzoeken van de vader is het voor de rechtbank op dit moment echter moeilijk om dat te beoordelen. Het is goed dat de vader nog geen concrete plannen heeft gemaakt voor een verhuizing zolang hij daarvoor de toestemming van de moeder of van de rechtbank niet heeft, maar met de Raad kan de rechtbank niet anders dan constateren dat de belangen van de kinderen bij de verhuizing op dit moment niet goed af te wegen zijn. De door de vader verzochte afstand van 40 dan wel 30 minuten reisafstand maakt dat er een heel groot gebied is waarbinnen hij zou kunnen verhuizen. Het is dan ook niet duidelijk om hoeveel kilometers het mogelijk zal gaan, of de route spitsgevoelig is, of de afstand te fietsen is, of er openbaar vervoer beschikbaar is en hoe lang die reis met de fiets of met het openbaar vervoer dan eventueel zou duren. Ook is het nog niet duidelijk waar de kinderen naar de middelbare school zullen gaan en welk verschil dat voor de reisafstand naar de vader met zich mee zal brengen. De rechtbank kan op dit moment dan ook niet beoordelen hoe groot de extra belasting is die de voorgenomen verhuizing voor de kinderen met zich meebrengt. Zolang de ouders allebei willen vasthouden aan het gelijkwaardig ouderschap is het echter, ondanks de goede communicatie tussen de ouders, onvermijdelijk dat een verhuizing op een afstand zoals door de vader verzocht een grote belasting voor de kinderen oplevert.

3.8.

In dit geval vindt de rechtbank het belang van de kinderen om in [plaats 1] te blijven groot. De kinderen zijn in [plaats 1] geboren en getogen en hun hele leven speelt zich daar af. Ze gaan in [plaats 1] naar school en sport en hebben daar hun vriendjes en vriendinnetjes. Na een periode van veel veranderingen door de scheiding van de ouders (nog niet zo lang geleden), is het belangrijk voor de kinderen om rust te hebben en in hun vertrouwde omgeving te kunnen blijven. Ook vindt de rechtbank het voor de kinderen van groot belang dat de huidige co-ouderschapregeling op goede wijze en zonder extra belasting voor hen kan worden voortgezet. De rechtbank is van oordeel dat door de vader geen omstandigheden zijn aangevoerd die maken dat andere belangen zwaarder wegen dan die van de kinderen. De rechtbank zal daarom zowel het primaire als het subsidiaire verzoek van de vader om aan hem vervangende toestemming te verlenen voor een verhuizing afwijzen. De rechtbank komt daarmee niet meer niet toe aan de door de moeder voorwaardelijke gedane verzoeken.

3.9.

Tot slot wil de rechtbank het volgende opmerken. Uit de stukken en tijdens de mondelinge behandeling heeft de rechtbank geconstateerd dat de moeder bereid is om mee te denken over de mogelijkheden van de vader om te verhuizen buiten [plaats 1] . De moeder gunt de vader en zijn nieuwe partner hun geluk, maar vindt dat de gevolgen van de verhuizing voor de kinderen niet te groot moeten zijn. Zij kan op dit moment echter niet aangeven waar voor haar precies de grens ligt, omdat dat telkens zal afhangen van de specifieke omstandigheden. Als de vader een geschikte woning vindt op een afstand die de kinderen (als zij ouder zijn) zelfstandig en binnen redelijke tijd kunnen afleggen, is de moeder bereid om daarover met de vader in gesprek te gaan. Deze beslissing van de rechtbank laat onverlet dat de ouders het in de toekomst alsnog samen eens kunnen worden over een verhuizing van de vader.

Zorgregeling

3.10.

Tijdens de mondelinge behandeling heeft de vader verklaard dat hij ongeacht de verhuizing zou willen dat de zorgregeling wijzigt in die zin dat de kinderen om de week in plaats van op zondagavond door de moeder worden teruggebracht bij de vader, op maandagochtend door de moeder naar school worden gebracht. De moeder heeft aangegeven daar niet mee in te kunnen stemmen. De rechtbank overweegt dat de huidige zorgregeling nu goed verloopt en dat het in het belang van de kinderen is dat er rust en duidelijkheid komt. De rechtbank vindt het daarom nu niet in het belang van de kinderen om de zorgregeling te wijzigen en wijst het verzoek van de vader daarom af. Dat neemt niet weg dat de ouders samen tot andere afspraken kunnen komen indien dat in het belang van de kinderen blijkt te zijn.

De proceskosten

3.11.

De rechtbank zal bepalen dat de ouders allebei hun eigen proceskosten moeten betalen, omdat zij geen reden ziet om één van de ouders in de proceskosten te veroordelen.

4De beslissing

De rechtbank:

4.1.

wijst de verzoeken van de vader af;

4.2.

bepaalt dat de ouders allebei hun eigen proceskosten moeten betalen.

Dit is de beslissing van de rechtbank, genomen door mr. M.A.A. ter Meer-Siebers (voorzitter), mr. M.E.A. Braeken en mr. D. van Bloemendaal, (kinder)rechters in samenwerking met mr. L. de Kroon, griffier. De beslissing is in het openbaar uitgesproken op 16 maart 2023.

Tegen deze beschikking kan - voor zover er definitief is beslist - door tussenkomst van een advocaat hoger beroep worden ingesteld bij het gerechtshof te Arnhem-Leeuwarden. De verzoekende partij en verschenen belanghebbenden dienen het hoger beroep binnen de termijn van drie maanden na de dag van de uitspraak in te stellen. Andere belanghebbenden dienen het beroep in te stellen binnen drie maanden na de betekening van deze beschikking of nadat deze hun op andere wijze bekend is geworden.



© Copyright 2009 - 2024 XS2Knowledge b.v. - KVK: 24486465 - Telefoon: 085 744 0 733