Rechtbank Gelderland 12-03-2024, ECLI:NL:RBGEL:2024:1587

Datum publicatie28-03-2024
ZaaknummerC/05/428863 / FA RK 23-3968
ProcedureEerste aanleg - enkelvoudig
ZittingsplaatsArnhem
RechtsgebiedenCiviel recht; Personen- en familierecht
TrefwoordenKinderen; Gezagsgeschil 1:253a BW;
Overig; Geslachtsnaam (art. 1:5 t/m 1:9 BW)
Wetsverwijzingen

Inhoudsindicatie

Verzoek wijziging zorgregeling: vader beschikt inmiddels over eigen woonruimte, zorgregeling uitgebreid, verdeling vakanties en feestdagen. Vervangende toestemming inschrijving basisschool. Afwijzing vervangende toestemming toevoegen geslachtsnaam: in Wet introductie gecombineerde geslachtsnaam ontbreekt daartoe een wettelijke basis.

Volledige uitspraak


beschikking

RECHTBANK GELDERLAND

Familie- en jeugdrecht

Zittingsplaats Arnhem

Zaakgegevens: C/05/428863 / FA RK 23-3968

Datum uitspraak: 12 maart 2024

beschikking ex artikel 1:253a BW

in de zaak van

[naam vader] (hierna: de vader),

wonende te [woonplaats vader] ,

advocaat mr. B.J. Driessen te Nijmegen,

tegen

[naam moeder] (hierna: de moeder),

wonende te [woonplaats moeder] ,

advocaat mr. L.D.M. Rubens-Snijders te Nijmegen.

1Het verloop van de procedure

1.1.

Het procesverloop blijkt uit de volgende stukken:

- het verzoekschrift, ingekomen bij de griffie op 6 december 2023;

- het verweerschrift tevens zelfstandige verzoek, ingekomen bij de griffie op
6 februari 2024.

1.2.

Tijdens de mondelinge behandeling van 13 februari 2024 zijn gehoord:

- de vader, bijgestaan door mr. B.J. Driessen;

- de moeder, bijgestaan door mr. L.D.M. Rubens-Snijders;

- een vertegenwoordigster van de Raad voor de Kinderbescherming (hierna: de Raad).

2De feiten

2.1.

De ouders hebben een affectieve relatie gehad.

2.2.

Het kind van de ouders is:

- [naam minderjarige], geboren op [geboortedatum] 2021 in [geboorteplaats] (hierna: [minderjarige] ).

De vader heeft [minderjarige] erkend.

2.3.

De ouders zijn gezamenlijk belast met het ouderlijk gezag over [minderjarige] .

2.4.

[minderjarige] woont bij de moeder.

2.5.

Bij beschikking van 9 februari 2023 is een opbouwende zorgregeling vastgesteld waarbij uiteindelijk [minderjarige] in de ene week bij de vader verblijft van dinsdag 18.30 uur tot en met woensdag 18.30 uur en van vrijdag 7.15 uur tot en met zondag 18.30 uur, en in de andere week van dinsdagavond 18.30 uur tot en met woensdagavond 18.30 uur. Daarbij heeft de rechtbank bepaald dat de moeder [minderjarige] steeds naar de vader brengt en dat de vader [minderjarige] weer terug naar de moeder brengt.

3Het verzoek

3.1.

De vader verzoekt, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad:

- de beschikking van 9 februari 2023 te wijzigen in die zin dat de volgende nadere verdeling van de zorg- en opvoedingstaken ten behoeve van [minderjarige] wordt vastgesteld:

- [minderjarige] verblijft in de ene week bij de vader van dinsdag 18.30 uur tot en met vrijdagochtend 7.15 uur, en

- in de andere week van dinsdag 18.30 uur tot woensdag 18.30 uur en van vrijdag 7.15 uur tot zondag 18.30 uur,

- waarbij telkens geldt dat de moeder [minderjarige] naar de vader brengt en de vader [minderjarige] weer terug naar de moeder brengt;

- voor wat betreft de vakanties en feestdagen deze jaarlijks vóór 1 januari in onderling overleg worden ingevuld op basis van de volgende uitgangspunten:

a. zomervakantie: iedere ouder heeft recht op 2 weken aaneengesloten met [minderjarige] . De overige weken volgens het reguliere schema.

b. voorjaarsvakantie, mei-, herfst- en kerstvakantie: in deze vakanties geldt het reguliere schema, tenzij een van de ouders een vakantie wenst, hetgeen alsdan tijdig in goed overleg besproken dient te worden en voorts de bijzondere feestdagen als volgt worden ingevuld:

- in de oneven jaren: moeder kerstavond en 1e kerstdag, vader 2e kerstdag vanaf 9.00 uur en oud- en nieuwjaarsdag. In de even jaren andersom;

- oneven jaren: moeder 2e Paasdag en Hemelvaartsdag, vader 2e Pinksterdag en in de even jaren andersom;

- verjaardag [minderjarige] : oneven jaren bij de moeder en de even jaren bij de vader, waarbij de andere ouder welkom is. Cadeaus in onderling overleg;

- bij de verjaardagen van de ouders verblijft [minderjarige] bij de ouder die die dag jarig is, zowel de dag zelf als de opvolgende nacht;

- Vaderdag bij de vader, Moederdag bij de moeder;

- verder wordt [minderjarige] in de gelegenheid gesteld om de verjaardagen van opa en oma bij te wonen, een en ander in onderling overleg.

3.2.

De vader stelt zich op het standpunt dat de ouders hadden afgesproken dat zij zich gingen aanmelden voor een SCHIP- of soortgelijk traject om hun communicatie te verbeteren. Dit traject is pas in november 2023 bij Entrea in Nijmegen gestart en verloopt moeizaam. De vader heeft diverse pogingen ondernomen om tot uitbreiding van de zorgregeling te komen, maar dat is niet gelukt. Hij acht een uitbreiding van de zorgregeling in het belang van [minderjarige] . De door hem verzochte regeling doet recht aan een gelijkwaardiger ouderschap. Bovendien beschikt de vader inmiddels over eigen woonruimte.

3.3.

De moeder voert verweer. Zij verzoekt de vader niet-ontvankelijk te verklaren in zijn verzoek over de zorgregeling, dan wel zijn verzoek hierover af te wijzen. Daarnaast verzoekt de moeder:

- een verdeling van de vakanties vast te stellen, aldus dat [minderjarige] één aaneengesloten week bij de vader verblijft in de zomervakantie en één aaneengesloten week bij de moeder, terwijl in de overige vakanties de reguliere regeling doorloopt;

- de verdeling van de feestdagen vast te stellen zoals omschreven in punt 19 van het verweerschrift.

De moeder verzoekt bovendien, als zelfstandige verzoeken en uitvoerbaar bij voorraad:

- vervangende toestemming te verlenen voor de inschrijving van [minderjarige] op basisschool [naam basisschool] in [woonplaats moeder] ;

- vervangende toestemming te verlenen voor het toevoegen van de achternaam van de moeder aan de achternaam van [minderjarige] , primair zodat de achternaam van [minderjarige] ‘ [naam moeder] [naam vader] ’ zal komen te luiden, subsidiair zodat de achternaam van [minderjarige] ‘ [naam vader] [naam moeder] ’ zal komen te luiden;

- voorwaardelijk verzoek: te bepalen dat als zorgregeling tussen de vader en [minderjarige] zal gelden één weekend per twee weken van zaterdag 8.00 uur tot zondag 18.30 uur alsmede elke week van dinsdag 18.30 uur tot woensdag 18.30 uur.

4De beoordeling


Wat beslist de rechtbank?

4.1.

De rechtbank zal het verzoek van de vader deels toewijzen en deels afwijzen en het voorwaardelijke verzoek van de moeder afwijzen. Verder zal de rechtbank een vakantie- en feestdagenregeling vaststellen. Ten aanzien van de zelfstandige verzoeken van de moeder zal de rechtbank vervangende toestemming verlenen voor de inschrijving van [minderjarige] op de basisschool en haar verzoek over de toevoeging van haar geslachtsnaam aan die van [minderjarige] afwijzen. De rechtbank zal deze beslissingen hierna uitleggen.

Zorgregeling

4.2.

Op grond van artikel 1:377e gelezen in samenhang met artikel 1:253a, vierde lid, van het Burgerlijk Wetboek kan de rechtbank op verzoek van de ouders of van een van hen een beslissing inzake de verdeling van de zorg- en opvoedingstaken of een door de ouders onderling getroffen verdeling van de zorg- en opvoedingstaken wijzigen als nadien de omstandigheden zijn gewijzigd of dat bij het nemen van de beslissing van onjuiste of onvolledige gegevens is uitgegaan.

Gebleken is dat de vader inmiddels over eigen woonruimte beschikt. De rechtbank is – anders dan de moeder – van oordeel dat dit een relevante wijziging van omstandigheden is die een herbeoordeling van de zorgregeling rechtvaardigt.

4.3.

De rechtbank zal de zorgregeling wijzigen als volgt:

- [minderjarige] verblijft in de ene week bij de vader van dinsdag 18.30 uur tot donderdagochtend naar de peuterspeelzaal en van vrijdag 7.15 uur tot en met zondag 18.30 uur;

- [minderjarige] verblijft in de andere week bij de vader van dinsdag 18.30 uur tot donderdagochtend naar de peuterspeelzaal;

- de moeder brengt [minderjarige] op dinsdagavond en vrijdagochtend steeds naar de vader. De vader brengt [minderjarige] op donderdagochtend naar de peuterspeelzaal en de moeder haalt [minderjarige] daar op donderdag weer op. De vader brengt [minderjarige] op zondag weer terug naar de moeder.

4.4.

De rechtbank constateert dat de vader inmiddels over eigen woonruimte beschikt, waardoor hij in staat is om [minderjarige] langer bij zich te hebben dan nu het geval is. De rechtbank is het met de Raad eens dat het in het belang van [minderjarige] is dat er duidelijkheid is over de zorgregeling en dat de ouders in staat zijn om elkaar iets te gunnen. Volgens de Raad past daar een ruime zorgregeling met beide ouders bij. De ouders zijn een SCHIP-traject bij Entrea gestart. De rechtbank vindt het in het belang van [minderjarige] dat de ouders dit traject voortzetten en positief afronden. In ieder geval zullen daar de overdracht tussen de ouders en hun onderlinge communicatie gespreksonderwerpen moeten zijn.

4.5.

De Raad heeft geadviseerd om de zorgregeling uit te breiden naar de donderdagochtend, waarbij de vader [minderjarige] naar de peuterspeelzaal brengt en de moeder haar daar ophaalt. De rechtbank zal dit advies volgen, omdat zij dit gelet op het voorgaande in het belang van [minderjarige] vindt. Op die manier wordt een – op dit moment nog – spanningsvolle overdracht van [minderjarige] naar de andere ouder weggehaald.

4.6.

De rechtbank zal aldus de zorgregeling uitbreiden tot de donderdagochtend. De rechtbank vindt een verdere uitbreiding zoals de vader verzoekt vooralsnog niet in het belang van [minderjarige] , gelet op de communicatie tussen ouders. Het is belangrijk dat de ouders werken aan verbetering van hun onderlinge communicatie en de overdrachten van [minderjarige] , zodat de spanningen afnemen en [minderjarige] met beide ouders een fijn contact kan hebben.

4.7.

De rechtbank ziet geen aanleiding om het voorwaardelijke verzoek van de moeder toe te wijzen. De rechtbank vindt het in het belang van [minderjarige] dat zij één keer in de twee weken op vrijdag naar haar vader gaat in plaats van dat zij vanaf zaterdagochtend bij hem is zoals de moeder verzoekt.

Vakanties

4.8.

De ouders zijn het niet eens over de verdeling van de vakanties. De vader wenst dat [minderjarige] in de zomervakantie twee aaneengesloten weken bij hem en daarna twee aaneengesloten weken bij de moeder is en dat de overige weken volgens het reguliere schema verlopen. Voor wat betreft de voorjaars-, mei-, herfst- en kerstvakantie verzoekt de vader dat het reguliere schema wordt aangehouden, tenzij één van de ouders een vakantie wenst hetgeen alsdan tijdig in goed overleg besproken dient te worden.

4.9.

De moeder is van mening dat het niet in het belang van [minderjarige] is dat zij een aaneengesloten periode van twee weken bij de vader is, omdat [minderjarige] nog nooit langer dan twee nachten achter elkaar bij de vader heeft geslapen. De moeder wil dan ook dat voor beide ouders geldt dat [minderjarige] tijdens vakanties maximaal één aaneengesloten week bij elke ouder verblijft totdat [minderjarige] vijf jaar oud is. Daarna kan dit worden uitgebreid naar twee aaneengesloten weken. Voor de overige vakanties wenst de moeder dat het reguliere schema wordt gevolgd.

4.10.

De rechtbank constateert dat het grote geschilpunt de verdeling van de zomervakantie is. De rechtbank hecht waarde aan het standpunt van de moeder dat [minderjarige] het op dit moment gewend is om twee (en straks drie) nachten achter elkaar bij de vader te overnachten. Een vakantieregeling waarbij zij twee weken aaneengesloten bij de vader zou verblijven, acht de rechtbank dan nu nog niet in het belang van [minderjarige] . Gelet daarop zal de rechtbank beslissen dat [minderjarige] tijdens de zomervakantie twee niet aaneengesloten weken bij de vader is en twee niet aaneengesloten weken bij de moeder en dat tijdens de overige weken het reguliere schema wordt gevolgd. Voor de jaren 2024 en 2025 zullen de ouders deze weken met elkaar moeten afstemmen. [minderjarige] wordt in 2026 5 jaar en dan zal zij tijdens de zomervakantie twee aaneengesloten weken bij de vader en twee aaneengesloten weken bij de moeder zijn, in onderling overleg tussen de ouders te bepalen. Verder zal de rechtbank bepalen dat tijdens de komende zomervakanties er elke woensdag een videobelmoment zal zijn tussen [minderjarige] en de ouder waar zij op dat moment niet is.

4.11.

Met betrekking tot de overige vakanties zal de rechtbank het verzoek van de vader toewijzen. In principe geldt tijdens de overige vakanties het reguliere schema. De rechtbank houdt, net als de vader, ermee rekening dat de ouders tijdens (één van) deze vakanties met [minderjarige] op vakantie willen. De rechtbank ziet geen beletsel om te bepalen dat in zo’n geval de ouders hierover met elkaar overleggen en afspraken maken. De ouders volgen immers op dit moment een SCHIP-traject en de rechtbank verwacht dat dit traject de ouders helpt om in de toekomst beter met elkaar te communiceren en overleggen.

Feestdagen

4.12.

Ten aanzien van de feestdagen zal de rechtbank beslissen:

- Kerstavond, 1e en 2e kerstdag: [minderjarige] is in de even jaren bij de moeder en in de oneven jaren bij de vader, telkens vanaf Kerstavond 18.30 uur tot 2e kerstdag 9.00 uur, waarna [minderjarige] op 2e kerstdag tot 18.30 uur bij de andere ouder is;

- Oud & Nieuw: [minderjarige] is in de even jaren op Oudjaarsdag vanaf 18.30 uur bij de moeder tot en met Nieuwjaarsdag 11.00 uur. In de oneven jaren is dit andersom;

- Pasen: [minderjarige] is in de even jaren 1e Paasdag bij de moeder en 2e Paasdag bij de vader. In de oneven jaren is dit andersom;

- Hemelvaartsdag: [minderjarige] is in de even jaren bij de moeder en in de oneven jaren bij de vader;

- Pinksteren: [minderjarige] is in de even jaren op 1e Pinksterdag bij de vader en 2e Pinksterdag bij de moeder. In de oneven jaren is dit andersom;

- Verjaardag [minderjarige] : in de even jaren bij de moeder, in de oneven jaren bij de vader, waarbij de andere ouder de gelegenheid krijgt om [minderjarige] te feliciteren en cadeaus ieder voor zich;

- Verjaardagen ouders: [minderjarige] is op de verjaardag van de ouder bij die ouder en ook de opvolgende nacht;

- Vaderdag: [minderjarige] is bij de vader;

- Moederdag: [minderjarige] is bij de moeder;

- Verjaardagen opa/oma: [minderjarige] wordt in de gelegenheid gesteld om de verjaardagen bij te wonen, een en ander in onderling overleg;

- Sinterklaas: Sinterklaas wordt met [minderjarige] gevierd daar waar zij dan volgens het reguliere schema is.

4.13.

De ouders zijn het voor een groot deel eens over bovenstaande verdeling van de

feestdagen. Ten aanzien van de kerstdagen overweegt de rechtbank dat het voor [minderjarige] fijn is

als zij zowel kerstavond als 1e kerstdag bij dezelfde ouder is en dan vanaf 2e kerstdag

9.00

uur tot 18.30 uur bij de andere ouder is. In de even jaren zal [minderjarige] bij de moeder zijn,

omdat tijdens de mondelinge behandeling is gebleken dat [minderjarige] in 2023 bij de vader was.

Vervangende toestemming inschrijving basisschool

4.14.

De rechtbank zal de vervangende toestemming voor inschrijving van [minderjarige] op de door de moeder verzochte basisschool toewijzen. De vader heeft weliswaar tijdens de mondelinge behandeling toegelicht dat hij het eens is met dit verzoek, maar hij heeft nog geen schriftelijke toestemming voor de inschrijving verleend. Om die reden vindt de rechtbank het in het belang van [minderjarige] om vervangende toestemming te verlenen.

Vervangende toestemming toevoegen geslachtsnaam

4.15.

De moeder stelt zich op het standpunt dat het vanaf 1 januari 2024 mogelijk is om kinderen een dubbele geslachtsnaam te geven. Zij wil haar geslachtsnaam aan die van [minderjarige] toevoegen. De moeder vindt het belangrijk dat [minderjarige] ook haar geslachtsnaam krijgt, om zo tot uiting te brengen dat de ouders beiden de ouders van [minderjarige] zijn. Tijdens de mondelinge behandeling heeft zij hieraan nog toegevoegd dat het bij de geboorte van [minderjarige] nog niet mogelijk was om twee geslachtsnamen aan [minderjarige] te geven. Daarnaast maakt een dubbele geslachtsnaam reizen met [minderjarige] ook makkelijker.

4.16.

De vader is het niet eens met dit verzoek van de moeder. Hij denkt dat de moeder dit verzoek heeft ingediend om ervoor te zorgen dat [minderjarige] uiteindelijk alleen de geslachtsnaam van de moeder zal hebben. Bovendien is bij de geboorte van [minderjarige] gekozen voor de geslachtsnaam van de vader.

4.17.

Vaststaat dat de vader [minderjarige] bij de aangifte van haar geboorte bij de ambtenaar van de burgerlijke stand met toestemming van de moeder heeft erkend en dat de ouders toen gekozen hebben voor de geslachtsnaam: [naam vader].

4.18.

Op 1 januari 2024 is de Wet van 24 maart. 2023 tot wijziging van enige bepalingen in Boek 1 en Boek 10 van het Burgerlijk Wetboek en van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek van Bonaire, Sint Eustatius en Saba met betrekking tot de keuze van de geslachtsnaam (introductie gecombineerde geslachtsnaam) in werking is getreden 1. Hierdoor is het sinds
1 januari 2024 voor de duur van één jaar mogelijk dat kinderen van dezelfde ouders, geboren op of na 1 januari 2016, de geslachtsnaam van beide ouders in een door hen te bepalen volgorde verkrijgen.

4.19.

Indien de ouders op grond van de hiervoor genoemde wet de geslachtsnaam van hun kind willen wijzigen, zullen zij zich tot de ambtenaar van de burgerlijke stand moeten wenden. Daarbij is het nodig dat beide ouders instemmen met de wijziging van de geslachtsnaam van hun kind. Indien één van de ouders niet instemt, kan er geen wijziging van de geslachtsnaam plaatsvinden. Omdat de vader in onderhavige zaak geen toestemming geeft voor de wijziging van de geslachtsnaam van [minderjarige] , is een wijziging van de geslachtsnaam van [minderjarige] niet mogelijk. Er is geen wettelijke basis om hiervoor vervangende toestemming te verlenen. Daarom zal de rechtbank het verzoek van de moeder afwijzen.

5De beslissing

De rechtbank

5.1.

wijzigt de zorgregeling die bij beschikking van 9 februari 2023 is vastgesteld als volgt:

- [minderjarige] verblijft in de ene week bij de vader van dinsdag 18.30 uur tot donderdagochtend naar de peuterspeelzaal en van vrijdag 7.15 uur tot en met zondag 18.30 uur;

- [minderjarige] verblijft in de andere week bij de vader van dinsdag 18.30 uur tot donderdagochtend naar de peuterspeelzaal;

- de moeder brengt [minderjarige] op dinsdagavond en vrijdagochtend steeds naar de vader. De vader brengt [minderjarige] op donderdagochtend naar de peuterspeelzaal en de moeder haalt [minderjarige] daar op donderdag weer op. De vader brengt [minderjarige] op zondag weer terug naar de moeder;

5.2.

laat de beschikking van 9 februari 2023 voor het overige in stand;

5.3.

stelt de volgende vakantieregeling vast:

- Zomervakantie 2024 en 2025: [minderjarige] is twee niet aaneengesloten weken bij de vader en twee niet aaneengesloten weken bij de moeder, in onderling overleg te bepalen. Tijdens de overige weken geldt de reguliere zorgregeling;

Vanaf Zomervakantie 2026: [minderjarige] is twee aaneengesloten weken bij de vader en twee aaneengesloten weken bij de moeder, in onderling overleg te bepalen. Tijdens de overige weken geldt de reguliere zorgregeling;

Videobelmomenten: tijdens de zomervakantie is er op woensdag een videobelmoment tussen [minderjarige] en de andere ouder;

Voorjaars-, mei, herfst- en kerstvakantie: tijdens deze vakanties geldt in principe de reguliere zorgregeling, waarbij rekening wordt gehouden met de hierna te bepalen feestdagenregeling, tenzij één van de ouders met [minderjarige] met vakantie wil. In dit laatste geval zullen de ouders daarover tijdig in goed overleg tot afspraken komen;

5.4.

stelt de volgende feestdagenregeling vast:

- Kerstavond, 1e en 2e kerstdag: [minderjarige] is in de even jaren bij de moeder en in de oneven jaren bij de vader, telkens vanaf Kerstavond 18.30 uur tot 2e kerstdag 9.00 uur, waarna [minderjarige] op 2e kerstdag tot 18.30 uur bij de andere ouder is;

- Oud & Nieuw: [minderjarige] is in de even jaren op Oudjaarsdag vanaf 18.30 uur bij de moeder tot en met Nieuwjaarsdag 11.00 uur. In de oneven jaren is dit andersom;

- Pasen: [minderjarige] is in de even jaren 1e Paasdag bij de moeder en 2e Paasdag bij de vader. In de oneven jaren is dit andersom;

- Hemelvaartsdag: [minderjarige] is in de even jaren bij de moeder en in de oneven jaren bij de vader;

- Pinksteren: [minderjarige] is in de even jaren op 1e Pinksterdag bij de vader en 2e Pinksterdag bij de moeder. In de oneven jaren is dit andersom;

- Verjaardag [minderjarige] : in de even jaren bij de moeder, in de oneven jaren bij de vader, waarbij de andere ouder de gelegenheid krijgt om [minderjarige] te feliciteren en cadeaus ieder voor zich;

- Verjaardagen ouders: [minderjarige] is op de verjaardag van de ouder bij die ouder en ook de opvolgende nacht;

- Vaderdag: [minderjarige] is bij de vader;

- Moederdag: [minderjarige] is bij de moeder;

- Verjaardagen opa/oma: [minderjarige] wordt in de gelegenheid gesteld om de verjaardagen bij te wonen, een en ander in onderling overleg;

- Sinterklaas: Sinterklaas wordt met [minderjarige] gevierd daar waar zij dan volgens het reguliere schema is.

5.5.

verleent vervangende toestemming, die de toestemming van de vader vervangt, aan de moeder om [minderjarige] in te schrijven bij basisschool [naam basisschool] in [woonplaats moeder] ;

5.6.

verklaart deze beslissing tot zover uitvoerbaar bij voorraad;

5.7.

wijst het meer of anders verzochte af.

Deze beschikking is gegeven door mr. C.J.M. van Apeldoorn, (kinder)rechter, in tegenwoordigheid van mr. D.B.T. Koster als griffier en in het openbaar uitgesproken op 12 maart 2024.

Indien hoger beroep tegen deze beschikking mogelijk is, kan dat worden ingesteld:

- door de verzoekers en degenen aan wie een afschrift van de beschikking is verstrekt of verzonden, binnen drie maanden na de dag van de uitspraak,

- door andere belanghebbenden binnen drie maanden na de betekening daarvan of nadat de beschikking aan hen op een andere wijze bekend is geworden.

Het hoger beroep moet, door tussenkomst van een advocaat, worden ingediend ter griffie van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden.

1

Stb. 2023, 116.



© Copyright 2009 - 2024 XS2Knowledge b.v. - KVK: 24486465 - Telefoon: 085 744 0 733