Rechtbank Den Haag 26-03-2024, ECLI:NL:RBDHA:2024:4136

Datum publicatie26-03-2024
ZaaknummerC/09/633586 / FA RK 22-5186
ProcedureEerste aanleg - enkelvoudig
ZittingsplaatsDen Haag
RechtsgebiedenCiviel recht; Personen- en familierecht
TrefwoordenIPR familierecht;
Overig; Voornaam (art. 1:4 BW)
Wetsverwijzingen

Inhoudsindicatie

Vaststelling geboortegegevens (art. 1:25c BW). Geen recent afschrift Iraanse geboorteakte overgelegd; voldoende aannemelijk gemaakt dat verzoeker daarover niet kan beschikken. Hem is op humanitaire gronden (in Iran trauma's opgelopen, PTSS) verblijfsvergunning verleend. Wijziging voornaam (art. 1:4 lid 4 BW jo. art. 20a lid 1 BW); zwaarwichtig belang.

Volledige uitspraak


Rechtbank DEN HAAG

Enkelvoudige kamer

Rekestnummer: FA RK 22-5186

Zaaknummer: C/09/633586

Datum beschikking: 26 maart 2024

Voornaamswijziging en vaststellen geboortegegevens

Beschikking op het op 9 augustus 2022 ingekomen verzoekschrift van:

[verzoeker] ,

verzoeker,

wonende te [plaats 1] ,

Volgorde = geslachtsnaam, voornaam, geboren op ..... te .....,

Toelichting: Geboorteplaats bepaalt de gemeente waar de akte is of moet worden opgenomen en dus ook welke rechtbank bevoegd is ex art. 263 Rv.

advocaat: mr. V.S. Nolet te ‘s-Gravenhage.

Als belanghebbende wordt aangemerkt:

de ambtenaar van de burgerlijke stand van de gemeente ’s-Gravenhage,

zetelend te ’s-Gravenhage,

de ambtenaar.

Procedure

De rechtbank heeft kennis genomen van de stukken, waaronder:

 het verzoekschrift, met bijlagen;

 het bericht met bijlage van 10 januari 2023 van verzoeker;

 het verweerschrift van de ambtenaar van 2 maart 2023;

 het bericht van 27 maart 2023 van verzoeker;

 de brief van de ambtenaar van 11 april 2023.

Op 6 september 2023 is de zaak op de zitting van deze rechtbank behandeld. Hierbij zijn verschenen: verzoeker, bijgestaan door zijn advocaat, en namens de gemeente: [naam 1] en [naam 2] .

Na de zitting heeft de rechtbank nog de volgende stukken ontvangen:

  • de brief van 17 oktober 2023 van verzoeker, met bijlagen;

  • de brief van 31 oktober 2023 van de ambtenaar.

Feiten

 Bij Koninklijk Besluit van 12 februari 2000, nummer 00.000605 is de man genaturaliseerd.

 Verzoeker is in de Nederlandse basisregistratie persoonsgegevens opgenomen als “ [verzoeker] ”.

 Van verzoeker is geen geboorteakte opgenomen in de registers van de burgerlijke stand van de gemeente ’s-Gravenhage.

Verzoek

Het verzoekschrift strekt ertoe:

 de voor het opmaken van een vervangende geboorteakte noodzakelijke gegevens vast te stellen, conform artikel 1:25c van het Burgerlijk Wetboek (hierna: BW), te weten:

  • Geslachtsnaam: [geslachtsnaam]

  • Voornamen: [voornaam 1]

  • Dag van geboorte: [geboortedatum] 1964

  • Plaats van geboorte: [plaats 2] , Iran

  • Geslacht: M (mannelijk);

 toestemming te verlenen tot wijziging van de voornaam [voornaam 1] en deze te veranderen in [voornaam 2] zodat hij komt te heten: [naam 3], welke wijziging als laatste vermelding zal worden toegevoegd aan de akte van geboorte van verzoeker, conform artikel 1:4 BW.

Beoordeling

Rechtsmacht en toepasselijk recht

Nu verzoeker in Nederland woont, heeft de Nederlandse rechter rechtsmacht op grond van artikel 3 aanhef en onder a van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (hierna: Rv).

De rechtbank Den Haag acht zich op grond van artikel 263 Rv relatief bevoegd om van de verzoeken kennis te nemen, aangezien de vervangende geboorteakte moet worden ingeschreven in de registers van de burgerlijke stand van de gemeente ’s-Gravenhage.

Volgens artikel 10:20 BW is Nederlands recht op de verzoeken van toepassing.

Vaststellen geboortegegevens

Op grond van artikel 1:25c eerste lid BW kan deze rechtbank, indien ten aanzien van een buiten Nederland geboren persoon geen akte van geboorte overeenkomstig de plaatselijke voorschriften door een bevoegde instantie is opgemaakt of kan worden overgelegd, op verzoek van het openbaar ministerie, van een belanghebbende of van de ambtenaar van de burgerlijke stand van de gemeente ’s-Gravenhage, de voor het opmaken van een geboorteakte noodzakelijke gegevens vaststellen, indien:

  1. die persoon Nederlander is of te eniger tijd Nederlander dan wel Nederlands onderdaan niet-Nederlander is geweest;

  2. die persoon rechtmatig verblijft op grond van artikel 8 onder c en d van de Vreemdelingenwet 2000;

  3. op grond van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek een latere vermelding aan de akte van geboorte moet worden toegevoegd.

Omdat verzoeker Nederlander is, kan hij worden ontvangen in zijn verzoek.

Op grond van artikel 1:4 lid 4 BW jo. artikel 20a lid 1 BW, geschiedt de wijziging van de voornamen door van de beschikking van de rechtbank tot het verlenen van toestemming voor de wijziging van de voornamen, een latere vermelding aan de akte van geboorte van verzoeker toe te voegen. In het geval dat een persoon niet beschikt dan wel kan beschikken

over de in het land van geboorte opgemaakte geboorteakte, heeft de rechtbank op grond van artikel 1:25c BW de bevoegdheid om de geboortegegevens van verzoeker vast te stellen. Van de vaststelling maakt de ambtenaar een akte op die eenzelfde waarde is toegekend als een geboorteakte, zodat de voornaamswijziging administratief kan worden verwerkt.

Verzoeker beschikt niet over een recent afschrift van de geboorteakte. Hij stelt als politiek vluchteling gevlucht te zijn vanuit Iran naar Nederland. Het is voor hem te gevaarlijk om zelf of via familie/vrienden contact op te (laten) nemen met de Iraanse autoriteiten of om af te reizen naar Iran.

Ter zitting is niet duidelijk geworden op welke gronden aan verzoeker een verblijfsvergunning is verleend, terwijl dit van belang kan zijn bij de beoordeling van het verzoek. Verzoeker is in de gelegenheid gesteld daarover nadere informatie in te dienen, met gelegenheid tot reactie voor de ambtenaar.

Na de zitting heeft verzoeker nadere stukken overgelegd ter onderbouwing van zijn verblijfsstatus en daarbij het volgende gesteld. Uit de nader ingediende stukken blijkt dat op humanitaire gronden aan verzoeker een verblijfsvergunning is verleend. Hiermee lijkt uitgesloten dat aan hem ooit een status als vluchteling danwel asielstatus is verleend. Ondanks dat handhaaft verzoeker zijn standpunt dat van hem niet kan worden verwacht contact op te nemen met de Iraanse autoriteiten danwel af te reizen naar Iran ter verkrijging van zijn geboorteakte. Immers, uit het IND-dossier blijkt dat de humanitaire gronden onder meer waren gelegen in het feit dat verzoeker door (ernstige) gebeurtenissen in Iran een of meerdere (aanzienlijke) trauma’s heeft opgelopen. Na psychologisch onderzoek van verzoeker in 1996 is vastgesteld dat bij hem sprake was van een posttraumatische stressstoornis. Gezien de diagnose en de ernst van de klachten alsmede de complexiteit van de opgelopen trauma’s is het aannemelijk dat verzoeker bij terugkeer naar Iran en/of bezoek aan de Iraanse autoriteiten (opnieuw) last zal krijgen van zijn PTSS klachten. Het benaderen van de Iraanse autoriteiten is voor verzoeker te traumatiserend en zal hem schaden. Ook bestaat bij verzoeker een groot wantrouwen richting de Iraanse autoriteiten. Hij heeft grote angst dat het benaderen van de Iraanse autoriteiten negatieve en zelfs gevaarlijke consequenties voor hem zal hebben. Derhalve kan in redelijkheid van verzoeker niet verwacht worden een geboorteakte te verkrijgen. Voor verzoeker is het van groot belang dat zijn geboortegegevens worden vastgesteld zodat er een juridische basis komt voor zijn bestaan.

De ambtenaar handhaaft zijn verweer, dat van verzoeker mag worden verwacht contact op te nemen met de Iraanse autoriteit om zijn gelegaliseerde geboorteakte te verkrijgen. Alleen in het geval aan verzoeker een verblijfsvergunning was verleend op grond van artikel 8 onder c of d van de Vreemdelingenwet 2000, kan hij worden ontslagen van zijn verplichting om zijn geboorteakte op te vragen bij zijn geboortegemeente in Iran. Daarvan is bij verzoeker geen sprake. Van verzoeker mag verwacht worden contact op te nemen met de Iraanse autoriteit om zijn gelegaliseerde geboorteakte te verkrijgen. Gelet op het bepaalde in artikel 1:25c lid 1 BW kan niet tot vaststelling van de geboortegegevens van verzoeker worden toegekomen. Mocht echter van verzoeker nooit een geboorteakte zijn opgemaakt, dient dit bewezen te worden door objectief meetbare en verifieerbare documenten.

De rechtbank is van oordeel dat verzoeker voldoende aannemelijk heeft gemaakt dat hij niet kan beschikken over een overeenkomstig de plaatselijke voorschriften door een bevoegde instantie opgemaakte Iraanse geboorteakte. Aan verzoeker is op humanitaire gronden een verblijfsvergunning verleend, ontleend aan trauma’s die verzoeker in Iran heeft opgelopen. Aannemelijk is dat verzoeker wordt geconfronteerd met deze trauma’s wanneer hij genoodzaakt wordt contact op te nemen met de Iraanse autoriteiten. Hoewel de rechtbank de ambtenaar kan volgen in het formele standpunt, is hier sprake van bijzondere persoonlijke omstandigheden aan de zijde van verzoeker waardoor naar het oordeel van de rechtbank redelijkerwijs niet van hem kan worden verwacht dat hij contact opneemt met de Iraanse autoriteiten of naar Iran afreist voor het verkrijgen van een afschrift van de geboorteakte. De rechtbank zal daarom de geboortegegevens van verzoeker vaststellen.

Ter zitting is besproken dat verzoeker bij aanmelding voor het gehoor bij de IND is geregistreerd onder de namen [verzoeker] . In de Basisregistratie personen is verzoeker voor het eerst in Nederland geregistreerd onder de naam [verzoeker] , welke gegevens volgens de ambtenaar als uitgangspunt moeten worden genomen bij het vaststellen van de geboortegegevens van verzoeker. De rechtbank zal de geboortegegevens vaststellen zoals hierna vermeld.

Voornaamswijziging

Verzoeker heeft de voornaam “ [voornaam 1] ” naar goed Islamitisch gebruik gekregen. Hij heeft geen verbondenheid meer met het Islamitische of enig ander geloof. Dat maakt dat hij

emotionele en principiële bezwaren heeft tegen zijn huidige voornaam. In het dagelijks leven gebruikt verzoeker de naam “ [voornaam 2] ”. Verzoeker wenst daarom zijn voornaam te wijzigen van “ [voornaam 1] ” naar “ [voornaam 2] ”.

Naar het oordeel van de rechtbank is voldoende gebleken van een zwaarwichtig belang bij toewijzing van het verzoek tot voornaamswijziging. De gevraagde voornaam is geoorloofd naar de maatstaven van artikel 1:4, tweede lid, van het Burgerlijk Wetboek. De rechtbank zal het verzoek derhalve toewijzen.

Keuze 2: “Blijkens....toe.” als de Nederlandse rechter geen rechtsmacht heeft ingevolge de Overeenkomst. Dan luidt het Dictum: “verklaart zich onbevoegd om van het verzoekschrift kennis te nemen.”

Overige bij de Overeenkomst aangesloten landen: Duitsland, Frankrijk, Italië, Luxemburg, Oostenrijk,

Portugal, Spanje, Turkije.

Keuze 3: Op grond van art. 15 van het Vluchtelingenverdrag erkende vluchteling; dezen zijn in het bezit van een - over te leggen - ‘B-document’.

Keuze 4: Toepassing Nederlands recht.

Beslissing

De rechtbank:

stelt van verzoeker de volgende geboortegegevens vast:

Geslachtsnaam : [geslachtsnaam]
Voornaam : [voornaam 1]
Geboortedatum : [geboortedatum] 1964
Geboorteplaats : [plaats 2] , Iran
Geslacht : M (mannelijk)

gelast de wijziging van de voornaam van verzoeker in die zin dat de voornaam zal luiden: “ [voornaam 2] ”.

Deze beschikking is gegeven door mr. H. Dragtsma, rechter, bijgestaan door mr. K. Willems als griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 26 maart 2024.

!NIET VERWIJDEREN, PLAATS VOOR HANDTEKENING SECRETARIS!

!NIET VERWIJDEREN, PLAATS VOOR HANDTEKENING RECHTER!

!NIET VERWIJDEREN, PLAATS VOOR STEMPELS!



© Copyright 2009 - 2024 XS2Knowledge b.v. - KVK: 24486465 - Telefoon: 085 744 0 733