Rechtbank Noord-Holland 13-03-2024, ECLI:NL:RBNHO:2024:2392

Datum publicatie20-03-2024
ZaaknummerC/15/343019 / FA RK 23-3928
ProcedureEerste aanleg - enkelvoudig
ZittingsplaatsAlkmaar
RechtsgebiedenCiviel recht; Personen- en familierecht
TrefwoordenIPR familierecht; IPR huwelijk
Wetsverwijzingen

Inhoudsindicatie

Verklaring voor recht dat tussen partijen geen rechtsgeldig huwelijk tot stand is gekomen. Partijen hebben Nigeriaanse nationaliteit. In BRP vrouw is op basis van haar verklaring onder ede ten overstaan van abs geregistreerd dat partijen met elkaar zijn gehuwd in Nigeria. Nimmer voldaan aan voorwaarden totstandkoming rechtsgeldig huwelijk naar Nigeriaans gewoonterecht.

Volledige uitspraak


RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Familie en Jeugd

locatie Alkmaar

zaaknummer / rekestnummer: C/15/343019 / FA RK 23-3928

Beschikking d.d. 13 maart 2024 betreffende de echtscheiding

in de zaak van:

[de vrouw] ,

wonende te [plaats] ,

hierna te noemen de vrouw,

advocaat mr. Z.C.E. Houben, gevestigd te Velsen-Zuid,

tegen

[de man] ,

wonende te [plaats] ,

hierna te noemen de man.

In verband met het bepaalde in artikel 810 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering is in de procedure opgeroepen:

de Raad voor de Kinderbescherming,

gevestigd te Haarlem,

hierna te noemen: de Raad.

1De procedure

1.1.

Het verloop van de procedure blijkt uit:

- het verzoekschrift van de vrouw, ingekomen op 8 augustus 2023.

1.2.

De mondelinge behandeling heeft plaatsgevonden op 14 februari 2024.

Bij die gelegenheid zijn verschenen:

  • de vrouw, bijgestaan door mr. Z.C.E. Houben;

  • de man;

  • [tolk] , die als tolk Engels voor beide partijen heeft opgetreden;

  • [vertegenwoordiger van de raad] namens de Raad.

2De beoordeling

2.1.

In de Basisregistratie Personen (BRP) van de vrouw is geregistreerd dat partijen met elkaar zijn gehuwd op [huwelijksdatum] . Het huwelijk zou te [plaats] , Nigeria, hebben plaatsgevonden en is geregistreerd op basis van de verklaring onder ede van de vrouw van [datum] ten overstaan van de ambtenaar van de burgerlijke stand van de gemeente [gemeente] .

2.2.

Het minderjarige kind van partijen is [de minderjarige 1] , geboren op [geboortedatum] te [plaats] .

2.3.

Uit de moeder is op [geboortedatum] te [plaats] geboren de minderjarige [de minderjarige 2] .

2.4.

Partijen hebben de Nigeriaanse nationaliteit.

2.5.

De verzoeken

2.5.1.

De vrouw heeft verzocht:

Primair:

I. Voor recht te verklaren dat tussen partijen geen (rechtsgeldig) huwelijk heeft plaatsgevonden, waardoor erkenning daarvan in Nederland moet worden onthouden;

Subsidiair (indien de verklaring voor recht niet wordt afgegeven):

II. De echtscheiding tussen partijen uit te spreken;

III. Te bepalen dat de vrouw na echtscheiding het eenhoofdig gezag over [de minderjarige 1] zal uitoefenen;

IV. Het vaderschap van de man over het ongeboren kind van de vrouw te ontkennen;

Meer subsidiair (indien de vrouw niet het eenhoofdig gezag over [de minderjarige 1] krijgt):

V. Te bepalen dat [de minderjarige 1] na echtscheiding haar hoofdverblijfplaats bij de vrouw zal hebben;

VI. Te bepalen dat de man na echtscheiding een bijdrage aan de vrouw dient te voldoen in de kosten van verzorging en opvoeding van [de minderjarige 1] van € 25,- per maand, althans een bijdrage vast te stellen die de rechtbank juist acht, althans vast te stellen dat de man geen draagkracht heeft om een bijdrage te voldoen.

2.6.

Verklaring voor recht

2.6.1.

Primair verzoekt de vrouw voor recht te verklaren dat tussen partijen geen (rechtsgeldig) huwelijk heeft plaatsgevonden en dat erkenning daarvan in Nederland achterwege moet blijven. De vrouw stelt daartoe het volgende. In september 2015 zijn de families van partijen volgens Nigeriaanse traditie aan elkaar voorgesteld. Er is echter nooit een huwelijk voltrokken tussen partijen. De vrouw is tot de ontdekking gekomen dat zij desondanks als gehuwd met de man staat geregistreerd in de BRP. Dit bleek toen zij en haar nieuwe partner de erkenning van hun (destijds) nog ongeboren kind wilden regelen. Zij is zich er nimmer van bewust geweest dat zij een verklaring onder ede heeft afgelegd over een huwelijk met de man en wat de inhoud en betekenis hiervan was. Verder stelt de vrouw dat ook als de rechtbank van oordeel is dat het huwelijk rechtsgeldig is gesloten, dit niet voor erkenning in aanmerking komt omdat zij ten tijde van de huwelijkssluiting minderjarig was en zij nimmer om erkenning van het huwelijk heeft verzocht.

2.6.2.

Nu partijen de Nigeriaanse nationaliteit hebben, draagt deze zaak een internationaal karakter. De rechtbank zal daarom eerst de bevoegdheid van de rechter en het toepasselijk recht beoordelen.

2.6.3.

De Nederlandse rechter heeft op grond van artikel 3 aanhef en onder a van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv) rechtsmacht, omdat partijen hun gewone verblijfplaats in Nederland hebben.

2.6.4.

De rechtbank past Nederlands recht toe op het verzoek, omdat het verzoek betrekking heeft op de Nederlandse registers.

2.6.5.

Op grond van artikel 10:31 lid 1 van het Burgerlijk Wetboek (BW) wordt een in het buitenland gesloten huwelijk dat naar het recht van de staat waar de huwelijksvoltrekking plaatsvond rechtsgeldig is of dit nadien is geworden, als zodanig erkend. Uit lid 4 van dit artikel volgt dat een huwelijk wordt vermoed rechtsgeldig te zijn, indien een huwelijksverklaring is afgegeven door een daartoe bevoegde autoriteit.

2.6.6.

Naar Nigeriaans recht kunnen twee vormen van huwelijken worden onderscheiden, te weten huwelijken op grond van de Marriage Act 1914 en huwelijken die zijn voltrokken op grond van het gewoonterecht en traditie.

2.6.7.

De rechtbank stelt voorop dat partijen geen huwelijksakte hebben overgelegd van hun huwelijk in Nigeria. Dit betekent dat het rechtsvermoeden van artikel 10:31 lid 4 BW in dit geval niet van toepassing is. De rechtbank dient dan aan de hand van de feiten en omstandigheden te beoordelen of sprake is van een in Nigeria gesloten huwelijk tussen partijen dat op de aldaar voorgeschreven wijze is gesloten en rechtsgeldig tot stand is gekomen naar Nigeriaans recht.

2.6.8.

Naar Nigeriaans gewoonterecht komt een huwelijk tot stand indien aan een aantal voorwaarden is voldaan, inhoudende (onder meer) dat de families van het aanstaande echtpaar een onderzoek instellen naar de andere huwelijkskandidaat, waarna een verlovingsceremonie plaatsvindt. Bij deze gelegenheid wordt een huwelijksovereenkomst gesloten, wordt door de ouders en familieleden toestemming gegeven voor het huwelijk, wordt een zogenaamde ‘middleman’ aangewezen en wordt de hoogte van de bruidsgave vastgesteld. Een huwelijk is vervolgens pas rechtsgeldig nadat de bruidsgave is voldaan, de bruid is ‘overgedragen’ aan haar echtgenoot en de echtgenoten met elkaar hebben samengeleefd.

2.6.9.

Tijdens de mondelinge behandeling hebben beide partijen herhaaldelijk en uitdrukkelijk verklaard dat tussen hen geen huwelijk is gesloten en dat bovenstaande formaliteiten niet hebben plaatsgevonden. Volgens de vrouw heeft in Nigeria wel een eerste kennismaking plaatsgevonden tussen haar familie en die van de man, maar ook dat wordt door de man betwist. De vrouw heeft verder verklaard dat partijen zich bij aankomst in Nederland hebben gedragen alsof zij waren gehuwd en dat zij elkaar man en vrouw noemden, maar dat formeel geen sprake was van een huwelijk. De rechtbank stelt op basis van hetgeen partijen naar voren hebben gebracht vast dat nimmer is voldaan aan de hierboven genoemde voorwaarden voor de totstandkoming van een rechtsgeldig huwelijk tussen partijen naar Nigeriaans gewoonterecht. Gelet hierop zal de rechtbank het primaire verzoek van de vrouw toewijzen, in die zin dat de rechtbank voor recht zal verklaren dat tussen partijen geen rechtsgeldig huwelijk tot stand is gekomen. Dit betekent dat in de BRP van de vrouw ten onrechte is vermeld dat zij op [huwelijksdatum] met de man is gehuwd.

2.6.10.

Nu het primaire verzoek van de vrouw zal worden toegewezen, behoeven de overige verzoeken en stellingen van de vrouw geen bespreking meer.

2.6.11.

Ten aanzien van [de minderjarige 1] merkt de rechtbank nog het volgende op. Tijdens de mondelinge behandeling is naar voren gekomen dat onduidelijkheid bestaat over de afstamming van [de minderjarige 1] . Volgens de man hebben de vrouw en haar moeder hem verteld dat hij niet de biologische vader is van [de minderjarige 1] . Om die reden heeft hij afstand van haar genomen. De vrouw heeft ter zitting desgevraagd verklaard dat de man wel de biologische vader van [de minderjarige 1] is. De rechtbank is met de Raad van oordeel dat het in het belang van [de minderjarige 1] is om te weten van wie zij afstamt en dat hierover duidelijkheid bestaat. Beide partijen hebben zich bereid verklaard mee te werken aan een DNA-onderzoek. Het is aan partijen om in onderlinge samenspraak een DNA-onderzoek te laten plaatsvinden teneinde vast te stellen of de man de biologische vader is van [de minderjarige 1] en vervolgens – indien de uitslag daartoe aanleiding geeft – vervolgstappen te ondernemen. De rechtbank geeft partijen mee zich in dit proces te laten bijstaan en begeleiden door een professional, mede nu zij lijnrecht tegenover elkaar staan voor wat betreft de vraag wat er met [de minderjarige 1] moet gebeuren indien de man de biologische vader blijkt te zijn.

3De beslissing

De rechtbank:

3.1.

verklaart voor recht dat tussen partijen geen rechtsgeldig huwelijk tot stand is gekomen op [huwelijksdatum] te Nigeria;

3.2.

wijst het meer of anders verzochte af.

Deze beschikking is gegeven door mr. W.P. van der Haak, rechter, tevens kinderrechter, en in het openbaar uitgesproken in tegenwoordigheid van de griffier T. Jelierse op 13 maart 2024.

Tegen deze beschikking kan - voor zover er definitief is beslist - door tussenkomst van een advocaat hoger beroep worden ingesteld bij het gerechtshof te Amsterdam. De verzoekende partij en verschenen belanghebbenden dienen het hoger beroep binnen de termijn van drie maanden na de dag van de uitspraak in te stellen. Andere belanghebbenden dienen het beroep in te stellen binnen drie maanden na de betekening van deze beschikking of nadat deze hun op andere wijze bekend is geworden en overeenkomstig artikel 820 lid 2 Rv openlijk bekend is gemaakt.



© Copyright 2009 - 2024 XS2Knowledge b.v. - KVK: 24486465 - Telefoon: 085 744 0 733