Rechtbank Overijssel 25-09-2023, ECLI:NL:RBOVE:2023:3814

Essentie (redactie)

Bevel aan vader van 10 kinderen op grond van art. 279 lid 3 Rv om persoonlijk op volgende zitting te verschijnen. Plaatsvervangende toestemming aan moeder om
a. de 8 minderjarige kinderen aan te melden voor KIES-training;
b. 4 kinderen aan te melden bij Stichting de Vluchtheuvel, opdat zij zo nu en dan bij gastgezinnen kunnen verblijven. Kinderen dan even los van thuis, zonder zorgtaken en met volledige aandacht van het gastgezin.


Datum publicatie28-09-2023
ZaaknummerC/08/298146 / FA RK 23-1557
ProcedureEerste aanleg - meervoudig
ZittingsplaatsZwolle
RechtsgebiedenCiviel recht
TrefwoordenKinderen; Gezag;
Familieprocesrecht;
Jeugdbescherming / Jeugdwet
Wetsverwijzingen

Inhoudsindicatie Rechtspraak.nl

Tussenbeschikking. Bevel tot persoonlijke verschijning van de vader inzake het verzoek van de moeder tot eenhoofdig gezag.

Volledige uitspraak


RECHTBANK OVERIJSSEL

locatie Zwolle

team familie- en jeugdrecht

zaaknummer: C/08/298146 / FA RK 23-1557

beschikking van 25 september 2023

in de zaak van

[de moeder] ,

verder te noemen: de moeder,

wonende te [woonplaats 1] ,

advocaat: mr. M. Lont,

en

[de vader] ,

verder te noemen: de vader,

wonende te [woonplaats 2] ,

De rechtbank merkt verder als belanghebbende aan:

Stichting Jeugdbescherming Overijssel,

de gecertificeerde instelling,

gevestigd te Zwolle,

hierna te noemen: de GI.

1De procedure

1.1.

De rechtbank heeft de volgende stukken ontvangen:

  • het verzoekschrift (met bijlagen), binnengekomen op 14 juni 2023;

  • de op 28 juni 2023 binnengekomen brief, met bijlagen, van mr. Lont;

  • de op 4 september 2023 binnengekomen brief, met bijlagen, van mr. Lont;

  • de op 4 september 2023 binnengekomen brieven van hierna te noemen minderjarigen [minderjarige 3] en [minderjarige 2] .

1.2.

Het verzoek is besproken tijdens de mondelinge behandeling met gesloten

deuren op 7 september 2023. Daarbij waren aanwezig:

  • de moeder, bijgestaan door haar advocaat,

  • [medewerker jeugdbescherming 1] en [medewerker jeugdbescherming 2] , namens de GI,

  • [medewerker jeugdbescherming 3] , namens de Raad voor de Kinderbescherming (hierna te noemen: de raad).

1.3.

De vader is opgeroepen, maar niet verschenen.

2De feiten

2.1.

De ouders zijn op 21 maart 2003 met elkaar getrouwd.

2.2.

Zij hebben samen de volgende kinderen:

  • de meerderjarige [jongmeerderjarige 1] , geboren op [geboortedatum 1] 2004 ([jongmeerderjarige 1]);

  • de meerderjarige [jongmeerderjarige 2] , geboren op [geboortedatum 2] 2005 te [geboorteplaats 1] (hierna: [jongmeerderjarige 2]);

  • [minderjarige 1] , geboren op [geboortedatum 3] 2006 te [geboorteplaats 2] (hierna: [minderjarige 1]);

  • [minderjarige 2] , geboren op [geboortedatum 4] 2008 te [geboorteplaats 3] (hierna: [minderjarige 2]);

  • [minderjarige 3] , geboren op [geboortedatum 5] 2009 te [geboorteplaats 4] (hierna: [minderjarige 3]);

  • [minderjarige 4] , geboren op [geboortedatum 6] 2011 te [geboorteplaats 5] (hierna: [minderjarige 4]);

  • [minderjarige 5] , geboren op [geboortedatum 7] 2014 te [geboorteplaats 6] (hierna: [minderjarige 5]);

  • [minderjarige 6] , geboren op [geboortedatum 8] 2015 te [geboorteplaats 7] (hierna: [minderjarige 6]);

  • [minderjarige 7] , geboren op [geboortedatum 9] 2017 te [geboorteplaats 8] (hierna: [minderjarige 7]);

  • [minderjarige 8] , geboren op [geboortedatum 10] 2019 te [geboorteplaats 9] (hierna: [minderjarige 8]).

2.3.

De ouders hebben samen het gezag over de kinderen.

2.4.

Bij beschikking van deze rechtbank van 23 mei 2022 heeft de rechtbank:

  • de scheiding van tafel en bed tussen de man en de vrouw uitgesproken;

  • bepaald dat de hoofdverblijfplaats van [minderjarige 1] , [minderjarige 2] , [minderjarige 3] , [minderjarige 4] , [minderjarige 5] , [minderjarige 6] , [minderjarige 7] en [minderjarige 8] bij de moeder zal zijn;

  • de volgende zorg- en contactregeling vastgesteld:

reguliere zorgregeling tijdens schoolweken

• maandag: twee kinderen verblijven van 17.30 uur tot 22.00 uur bij de vader, waarbij de vader om 17.30 uur haalt en ze terugbrengt om 22.00 uur;

• woensdag: twee kinderen verblijven van 16.30 uur tot 20.00 uur bij de vader, waarbij de moeder brengt om 16.30 uur en de vader terugbrengt om 20.00 uur;

• vrijdag: twee kinderen verblijven van 17.30 uur tot 20.00 uur bij de vader, waarbij de vader haalt om 17.30 uur en terugbrengt om 20.00 uur;

• zaterdag: twee kinderen verblijven van 14.00 uur tot 20.00 uur bij de vader, waarbij de vader om 14.00 uur haalt en terugbrengt om 20.00 uur;

• waarbij geldt dat de moeder in overleg met de kinderen afstemt welke twee kinderen naar de vader zullen gaan, waarbij het uitgangspunt is dat ieder kind elke week een aantal uren bij de vader verblijft, alsmede dat de moeder wekelijks op zaterdag de vader per e-mail informeert over het schema van de omgang voor de daaropvolgende week;

bijzondere dagen, feestdagen en vakanties:

• op Koningsdag, biddag en dankdag, tweede paasdag, Hemelvaartsdag, tweede pinksterdag en eerste en tweede kerstdag verblijven twee van de kinderen van 12.00 uur tot 20.00 uur bij de vader, waarbij de vader de kinderen om 12.00 uur ophaalt en om 20.00 uur weer thuisbrengt;

• de reguliere zorgregeling loopt in de vakanties door, tenzij ouders elkaar uiterlijk de woensdag voorafgaand aan de betreffende vakantie per e-mail aangeven dat zij een wijziging willen, waarbij de moeder uiterlijk op vrijdagavond voorafgaand aan de betreffende vakantie beslist hoe de regeling voor die betreffende vakantie eruit komt te zien;

2.5.

Bij beschikking van 5 augustus 2022 heeft de kinderrechter [minderjarige 1] , [minderjarige 2] , [minderjarige 3] , [minderjarige 4] , [minderjarige 5] , [minderjarige 6] , [minderjarige 7] en [minderjarige 8] onder toezicht gesteld van de GI. Bij beschikking van 21 juli 2024 heeft de kinderrechter de ondertoezichtstelling van hen verlengd tot 5 augustus 2024.

3Het verzoek

3.1.

De moeder verzoekt de rechtbank om bij beschikking en voor zover mogelijk

uitvoerbaar bij voorraad:

I. het gezamenlijk gezag van partijen te beëindiging en te bepalen dat de moeder

voortaan alleen met het gezag wordt belast over de minderjarige kinderen;

II. voor het geval de rechtbank nader onderzoek nodig vindt of om een andere

reden niet op korte termijn kan beslissen over de beëindiging van het gezamenlijk gezag, dan wel dit verzoek afwijst:

a. vervangende toestemming te verlenen om alle minderjarige kinderen in te

schrijven voor een KIES-training;

vervangende toestemming te verlenen om [minderjarige 2] , [minderjarige 4] , [minderjarige 5] en [minderjarige 6]

via Stichting De Vluchtheuvel in gastgezinnen te plaatsen;

III. de kosten van de procedure te compenseren.

4De beoordeling

Het verzoek tot eenhoofdig gezag

4.1.

[jongmeerderjarige 2] is tijdens de procedure 18 jaar geworden, zodat er automatisch geen

ouderlijk gezag meer over hem wordt uitgeoefend. Dit betekent dat het verzoek van de

moeder geen betrekking meer kan hebben op [jongmeerderjarige 2] . De rechtbank beschouwt het

verzoek met betrekking tot [jongmeerderjarige 2] daarom als ingetrokken.

4.2.

De rechtbank zal het verzoek van de moeder tot eenhoofdig gezag aanhouden en

zal een voortzetting van de mondelinge behandeling plannen over (ongeveer) een half

jaar. De rechtbank legt hierna uit hoe zij tot deze beslissing is gekomen.

4.3.

De rechtbank is van oordeel dat zij op dit moment nog geen inhoudelijke

beslissing kan nemen op het verzoek van de moeder. De scheiding van tafel en bed is

op 23 mei 2022 uitgesproken. De ouders zijn momenteel nog verwikkeld in de perikelen rondom de scheiding. Het is een nieuwe fase in het leven van de ouders en van de kinderen waarin iedereen zijn of haar draai moet zien te vinden. Een draai waarin de ouders afstand van elkaar nemen als partners en met elkaar verder gaan als ouders van de kinderen. Dat kost tijd. Bij de ene persoon gaat dat sneller dan bij de andere. Uit het dossier komt sterk naar voren dat de vader veel moeite heeft met het accepteren van de scheiding, waardoor de samenwerking tussen de ouders moeizaam verloopt. Volgens de moeder ligt de oorzaak in het karakter van de vader dat niet valt te veranderen. Daar is de rechtbank op dit moment onvoldoende van overtuigd. De rechtbank denkt dat de vader nog een weg moet zien te vinden om te leven met deze nieuwe situatie. De rechtbank is van oordeel dat er winst valt te behalen in de samenwerking tussen de ouders. De verwachting is dat de vader na zijn verwerkingsproces rondom de scheiding meer openstaat voor de samenwerking met de moeder. Hiervoor moet de vader de kans en de tijd krijgen. De vader moet gaan inzien dat hij en de moeder niet meer met elkaar verder gaan als partners, maar nog wel met elkaar verder moeten als ouders. Ook al druist dit in tegen zijn opvattingen en overtuigingen. De verantwoordelijkheid ligt bij de vader zelf om hiervoor hulp te zoeken.

4.4.

Daarnaast valt naar het oordeel van de rechtbank nog winst te behalen in de

hulpverlening rondom de communicatie tussen de ouders. De hulpverlening is al

intensief betrokken geweest bij de ouders, maar dit is volgens de rechtbank nog niet uitgeput. Het is belangrijk dat er goede afspraken worden gemaakt over de manier van communiceren. De rechtbank stelt daarin het volgende voor. De ouders communiceren niet rechtstreeks met elkaar, maar alleen via de hulpverlening. De moeder informeert en overlegt met de vader per e-mailbericht (via de hulpverlening) tijdig en volledig over de gezagsbeslissingen die genomen moeten worden. De vader krijgt een termijn om te reageren op de mail van de moeder. De moeder krijgt vervolgens een termijn om te reageren op de mail van de vader. Het tijdsbestek van de ouders om te reageren op elkaar wordt in overleg met de hulpverlening afgesproken. De hulpverlening zal erop toezien dat de ouders tijdig reageren. Als het de ouders niet lukt om een knoop door te hakken, kunnen de ouders beslissen om de beslissing over te laten aan de GI.

4.5.

De hulpverlening wijst de vader op zijn plicht om voor de kinderen te zorgen. Het gaat hierbij niet alleen om de dagelijkse verzorging. Het is belangrijk dat de vader op alle vlakken weet hoe het met de kinderen gaat, zodat hij ook meer zicht krijgt op de redenen van de moeder om hulpverlening in te zetten voor de kinderen. Daarin is het ook van belang dat de moeder de vader volledig informeert, zodat de vader goed weet wat er speelt rondom de kinderen.

4.6.

Op de voortzetting van de mondelinge behandeling zal worden besproken hoe

het afgelopen half jaar is verlopen. De rechtbank vindt het belangrijk dat de vader

hierbij aanwezig is. Aangezien de vader niet is verschenen op de mondelinge

behandeling van 7 september 2023, zal de rechtbank de persoonlijke verschijning van

de vader bevelen op grond van artikel 279, lid 3 van het Wetboek van Burgerlijke

Rechtsvordering. Dit betekent dat de vader verplicht is om te verschijnen op de

mondelinge behandeling waarvoor hij nog een oproep zal krijgen van de rechtbank.

4.7.

De rechtbank vindt het daarnaast belangrijk dat de persoonlijke hulpverleners van de ouders aanwezig zijn bij de voortzetting van de mondelinge behandeling. Uit de stukken volgt dat Agathos thuiszorg betrokken is bij de moeder en Omega Groep bij de vader. De rechtbank zal de hulpverleningsinstanties als informanten oproepen voor de mondelinge behandeling.

De vervangende toestemming

4.8.

Gelet op de aanhouding van het verzoek eenhoofdig gezag zal de rechtbank

beslissen op de verzoeken tot

vervangende toestemming.

Het wettelijk kader

4.9.

Als de ouders van mening verschillen over de uitoefening van het ouderlijk gezag, kunnen de ouders of kan één van de ouders het geschil voorleggen aan de rechtbank.

De rechtbank neemt dan een beslissing die het meest wenselijk is voor de kinderen (artikel 1:253a, lid 1 van het Burgerlijk Wetboek) .

De beslissing van de rechtbank

4.10.

[jongmeerderjarige 2] is tijdens de procedure 18 jaar geworden, zodat er automatisch geen

ouderlijk gezag meer over [jongmeerderjarige 2] wordt uitgeoefend. Dit betekent dat het verzoek van

de moeder geen betrekking meer kan hebben op [jongmeerderjarige 2] . De rechtbank beschouwt het

verzoek met betrekking tot [jongmeerderjarige 2] daarom als ingetrokken.

4.11.

De rechtbank zal de verzoeken van de moeder toewijzen en legt hierna uit hoe

zij tot deze beslissing is gekomen.

4.12.

De rechtbank vindt het in het belang van [minderjarige 1] , [minderjarige 2] , [minderjarige 3] ,

[minderjarige 4] , [minderjarige 5] , [minderjarige 6] , [minderjarige 7] en [minderjarige 8] dat zij de KIES-training kunnen volgen,

zodat zij leren omgaan met de scheiding van de ouders. Nu de vader hiervoor tot op

heden geen toestemming heeft verleend, zal de rechtbank in plaats van de vader

toestemming verlenen aan de moeder om de kinderen aan te melden voor de KIES-

training.

4.13.

Daarnaast vindt de rechtbank het in het belang van [minderjarige 2] , [minderjarige 4] , [minderjarige 5] en

[minderjarige 6] dat zij zo nu en dan bij gastgezinnen kunnen verblijven. De kinderen zijn

dan even los van thuis, hoeven geen zorgtaken op zich te nemen en krijgen de

volledige aandacht van het gastgezin. Nu de vader hiervoor geen toestemming wil

verlenen, zal de rechtbank in plaats van de vader toestemming verlenen aan de moeder

om de kinderen aan te melden bij Stichting de Vluchtheuvel.

5De beslissing

De rechtbank:

5.1.

verleent aan de moeder vervangende toestemming om de hierna genoemde minderjarigen aan te melden voor de KIES-training:

  • [minderjarige 1] , geboren op [geboortedatum 3] 2006 te [geboorteplaats 2] ([minderjarige 1]);

  • [minderjarige 2] , geboren op [geboortedatum 4] 2008 te [geboorteplaats 3] ([minderjarige 2]);

  • [minderjarige 3] , geboren op [geboortedatum 5] 2009 te [geboorteplaats 4] ([minderjarige 3]);

  • [minderjarige 4] , geboren op [geboortedatum 6] 2011 te [geboorteplaats 5] ([minderjarige 4]);

  • [minderjarige 5] , geboren op [geboortedatum 7] 2014 te [geboorteplaats 6] ([minderjarige 5]);

  • [minderjarige 6] , geboren op [geboortedatum 8] 2015 te [geboorteplaats 7] ([minderjarige 6]);

  • [minderjarige 7] , geboren op [geboortedatum 9] 2017 te [geboorteplaats 8] ([minderjarige 7]);

  • [minderjarige 8] , geboren op [geboortedatum 10] 2019 te [geboorteplaats 9] ([minderjarige 8]);

5.2.

verleent aan de moedervervangende toestemming om de hierna genoemde minderjarigen aan te melden bij Stichting De Vluchtheuvel voor het verblijf van deze minderjarigen in gastgezinnen:

  • [minderjarige 2] , geboren op [geboortedatum 4] 2008 te [geboorteplaats 3] ([minderjarige 2]);

  • [minderjarige 4] , geboren op [geboortedatum 6] 2011 te [geboorteplaats 5] ([minderjarige 4]);

  • [minderjarige 7] , geboren op [geboortedatum 9] 2017 te [geboorteplaats 8] ([minderjarige 7]);

  • [minderjarige 6] , geboren op [geboortedatum 8] 2015 te [geboorteplaats 7] ([minderjarige 6]);

5.3.

verklaart deze beschikking tot zover uitvoerbaar bij voorraad;

5.4.

houdt iedere verdere beslissing met betrekking tot de gezagsvoorziening aan en

verzoekt mr. Lont om binnen twee weken na heden haar verhinderdata voor januari en

februari 2024 door te geven aan de rechtbank voor het plannen van de voortzetting van

de mondelinge behandeling die zal plaatsvinden op een nog nader door de rechtbank te

bepalen datum en tijdstip, waarvoor de volgende personen bij afzonderlijke brief van

de griffier zullen worden opgeroepen:

  • de moeder (via mr. Lont);

  • de vader;

  • Stichting Jeugdbescherming Overijssel;

  • de Raad voor de Kinderbescherming;

  • Agathos thuiszorg (informant);

  • Omega Groep (informant);

5.5.

beveelt de persoonlijke verschijning van [de vader] op de nog

nader te plannen voortzetting van de mondelinge behandeling inzake de

gezagsvoorziening.

Deze beschikking is gegeven door mr. M. van Bruggen, mr. K. van Leeuwen en
mr. C. Waanders, (kinder)rechters, en in het openbaar uitgesproken op 25 september 2023 in tegenwoordigheid van mr. K.J. de Jong, griffier.

De rechtbank stuurt een afschrift van deze beschikking naar de raad voor de kinderbescherming. De raad neemt de gegevens uit deze beschikking op in zijn registratie..

Tegen deze beschikking kan - uitsluitend door tussenkomst van een advocaat - hoger beroep worden ingesteld bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden:

  1. door verzoeker en door degene(n) aan wie een afschrift van de beschikking (vanwege de griffier) is verstrekt of verzonden: binnen drie maanden na de dag van de uitspraak;

  2. door andere belanghebbenden: binnen drie maanden na betekening daarvan of nadat de beschikking hun op andere wijze bekend is geworden.



© Copyright 2009 - 2025 XS2Knowledge b.v. - KVK: 24486465 - Telefoon: 085 744 0 733