Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden 25-05-2023, ECLI:NL:GHARL:2023:4588

Datum publicatie05-06-2023
Zaaknummer200.296.673/01
ProcedureHoger beroep
ZittingsplaatsLeeuwarden
RechtsgebiedenCiviel recht; Personen- en familierecht
TrefwoordenKinderen; Zorgregeling / omgang / informatie
Wetsverwijzingen

Inhoudsindicatie

Zeer negatieve impact van vader's alcoholproblematiek op kinderen leidt tot strenge voorwaarden omgang.
Hof benadrukt dat vader hulp voor verslavingsproblematiek (die hij bagatelliseert) moet aanvaarden om omgang met dochter veilig te kunnen laten plaatsvinden en om contact met zoon te behouden. Hoewel dochter het minder laat blijken, is het voor haar net zo belangrijk dat vader zijn alcoholprobleem aanpakt (en dus geheel stopt met het drinken van alcohol) en leven op orde krijgt. Daarbij hoort dat hij afspraken nakomt.

Volledige uitspraak


GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN

locatie Leeuwarden

afdeling civiel recht

zaaknummer gerechtshof 200.296.673/01

(zaaknummer rechtbank Noord-Nederland 173597)

beschikking van 25 mei 2023

inzake

[verzoekster] (de moeder),

wonende te [woonplaats1] ,
verzoekster in hoger beroep,

advocaat: mr. A.J. de Boer te Leeuwarden,

en

[verweerder] (de vader),

wonende te [woonplaats1] ,

verweerder in hoger beroep,

advocaat: mr. P. Bollema te Leeuwarden.

In zijn toetsende en/of adviserende taak is gekend:

de raad voor de kinderbescherming (de raad),

regio Noord Nederland, locatie Leeuwarden.

1Het verloop van het geding in hoger beroep

1.1

Voor het verloop van het geding tot 23 augustus 2022 verwijst het hof naar zijn tussenbeschikking van die datum (hierna: de tussenbeschikking).

1.2

Het verdere verloop blijkt uit:

- een brief van de raad van 12 januari 2023 met bijlage(n);

- een journaalbericht namens de moeder van 18 januari 2023;

- een journaalbericht namens de vader van 26 januari 2023 met bijlage(n);
- een journaalbericht namens de moeder van 21 april 2023 met bijlage(n).

1.3

Op 4 mei 2023 is de mondelinge behandeling voortgezet. De ouders zijn verschenen, bijgestaan door hun advocaten. Namens de raad is [naam1] verschenen.

2De motivering van de beslissing

2.1

Het hof blijft bij hetgeen is overwogen en beslist in de tussenbeschikking, voor zover hierna niet anders wordt overwogen of beslist.

2.2

Het hof heeft in die tussenbeschikking een voorlopige omgangsregeling tussen de vader en de kinderen vastgesteld waarbij de vader wekelijks onder begeleiding van de [naam2] omgang heeft met [de minderjarige1] en waarbij [de minderjarige2] , als hij dat wil, kan aansluiten. Het hof heeft iedere verdere beslissing aangehouden in afwachting van de resultaten van het onderzoek van de raad naar de mogelijkheden van een omgangsregeling tussen de vader en de kinderen.

2.3

Het hof heeft een rapport van de raad van 12 januari 2023 ontvangen en een reactie daarop van de moeder en de vader. De raad adviseert de voorlopige omgangsregeling ten aanzien van [de minderjarige1] als definitieve regeling vast te stellen omdat het goed gaat met [de minderjarige1] en zij geniet van de huidige omgangsregeling zoals die eerder voorlopig door het hof is vastgesteld. Om de vader een stok achter de deur te geven is de raad van mening dat de begeleider van de [naam2] de verantwoordelijkheid moet krijgen om de omgang niet door te laten gaan indien het vermoeden bestaat dat de vader onder invloed is van alcohol. Ter zitting heeft de raad aangegeven dat als de vader zijn alcoholverslaving onder controle heeft, gekeken kan worden naar eventuele uitbreiding van de omgangsregeling mits dit in het belang van [de minderjarige1] is. Ten aanzien van [de minderjarige2] heeft de raad zijn advies ter zitting aangepast omdat [de minderjarige2] sinds 3 mei jl. in behandeling is bij de gespecialiseerde jeugd GGZ-kliniek [naam3] ( [naam3] ). De raad adviseert de afronding van dit traject af te wachten omdat de verwachting is dat vanuit dit traject duidelijkheid zal komen over hoe de omgangsregeling tussen de vader en [de minderjarige2] het beste vormgegeven kan worden. De uitkomst hiervan moet leidend zijn. Wat betreft de belmomenten tussen de vader en de kinderen adviseert de raad de huidige regeling te continueren. De raad vindt het tot slot van belang dat de kinderen de opa en oma van vaderszijde (opa en oma) blijven zien. Daarbij heeft het de voorkeur dat deze contactmomenten apart plaatsvinden van de omgangsmomenten tussen de vader en de kinderen.

De moeder is het eens met het advies van de raad. De vader heeft zijn bedenkingen bij het raadsrapport. Hij geeft aan dat hij [de minderjarige2] niet kan dwingen tot omgang, maar dat hij graag zou zien dat de omgangsregeling ten aanzien van [de minderjarige1] weer zou worden opgepakt zoals die altijd was. Dat wil zeggen dat [de minderjarige1] een keer in de veertien dagen bij de vader zal verblijven. De vader wenst in ieder geval een omgangsregeling met [de minderjarige1] die uitgebreider is dan één uurtje in de week.

2.4

Aan het hof ligt de vraag voor welke omgangsregeling het meest in het belang van de kinderen is. Gelet op de stukken en het onderzoek ter zitting sluit het hof zich aan bij het advies van de raad. Het hof overweegt hiertoe als volgt.

2.5

Ten aanzien van [de minderjarige1] geldt dat de voorlopige omgangsregeling zoals bepaald in de tussenbeschikking definitief moet worden vastgelegd omdat tijdens de zitting is gebleken dat het momenteel goed gaat met [de minderjarige1] en dat er bij haar vooruitgang is te zien. Nu het voor [de minderjarige1] enorm belangrijk is om ritme en structuur te hebben, zal het hof bepalen dat de omgangsmomenten tussen de vader en [de minderjarige1] iedere week op donderdag, zoals ook nu het geval is, zullen plaatsvinden. Het spreekt voor zich dat de vader tijdens deze momenten niet onder invloed van alcohol mag zijn. Ook is het van belang dat de vader de avond(en) voorafgaand aan het omgangsmoment geen alcohol drinkt zodat hij tijdens de omgang niet meer onder invloed is en niet meer naar alcohol ruikt. Omdat het voor de emotionele veiligheid van beide kinderen van belang is dat de vader daadwerkelijk nuchter is tijdens de omgangsmomenten, zal het hof dit als een voorwaarde verbinden aan de omgangsregeling. Het hof acht de professionals van de [naam2] geschikt om te beoordelen of de vader in staat is tot onbelast contact met de kinderen, hetgeen niet het geval zal zijn indien hij onder invloed is van alcohol of naar alcohol ruikt. Dat wil zeggen dat de begeleider van de [naam2] de bevoegdheid heeft om te bepalen dat het omgangsmoment geen doorgang zal vinden als de vader onder invloed van alcohol is of naar alcohol ruikt. Hun visie is daarin leidend en dus niet voor discussie vatbaar. De vader zal zich dan moeten voegen naar hun beslissing. Aangezien de vader in het verleden en tegen de adviezen in meerdere keren onder invloed van alcohol is verschenen bij de omgangsmomenten, is het hof van oordeel dat deze stok achter de deur voor de vader in het belang van de kinderen noodzakelijk is. De vader heeft in zijn gedrag als ouder een voorbeeldfunctie en daar hoort drankmisbruik niet bij.

Wat betreft de wens van de vader om ten aanzien van [de minderjarige1] toe te werken naar een uitbreiding van de omgang is het hof van oordeel dat dit onverantwoord is zolang de vader zijn verslaving aan alcohol niet onder controle heeft. Sterker nog, zelfs voor de continuering van de huidige omgangsregeling geldt dat de vader intensief aan de slag moet met zijn alcoholproblematiek. Zijn alcoholverslaving heeft een enorm negatief effect op de kinderen, terwijl de vader als ouder de verantwoordelijkheid heeft om zijn kinderen daarmee niet te belasten maar juist aan hen gedrag te tonen dat hij zelf ook later graag bij hen terug wil zien. Naast de alcoholproblematiek van de vader maakt de verstandelijke beperking van [de minderjarige1] de situatie gecompliceerder. [de minderjarige1] is een kwetsbaar meisje en heeft een verzwaarde opvoedingsvraag in die zin dat zij duidelijkheid, structuur, sturing, voorspelbaarheid en constante nabijheid nodig heeft. Het is belangrijk dat de vader zich ervan bewust is dat de verstandelijke beperking van [de minderjarige1] maakt dat (nog) meer van hem als vader verwacht mag worden.

2.6

Het hof is van oordeel dat [de minderjarige2] de ruimte moet krijgen om zelf te bepalen of hij, nadat zijn behandeling bij de [naam3] is afgerond, al dan niet zal aansluiten bij de omgangsmomenten tussen de vader en [de minderjarige1] . [de minderjarige2] heeft aangegeven dat hij op dit moment geen behoefte heeft aan structureel contact met zijn vader. Hij is boos en teleurgesteld in het gedrag van de vader, met name het alcoholgebruik. [de minderjarige2] heeft aangegeven het prettig te vinden om zelf te kunnen bepalen wanneer hij bij de omgangsmomenten aansluit. Het hof acht dit ook in het belang van [de minderjarige2] . Het hof neemt verder mee in zijn overweging dat tijdens het traject van [de minderjarige2] bij de [naam3] oog is voor de mogelijkheden in de contacten van [de minderjarige2] met de vader. De invulling van eventuele omgang met de vader is afhankelijk van de uitkomst van de behandeling van [de minderjarige2] en zijn behoefte aan omgang. Voor de vader is nu van belang dat [de minderjarige2] bij de raad heeft aangegeven dat hij wil overwegen om vaker naar de omgangsmomenten te komen als de vader laat zien dat hij kan stoppen met alcohol drinken. De vader heeft daarmee zelf de sleutel voor een goed contact met [de minderjarige2] in handen. Het hof hoopt dat de vader zich hiervan bewust is en inziet dat hij zijn alcoholverslaving daarom onder controle moet krijgen. Het hof vreest dat als de vader niet aan de slag gaat met zijn alcoholverslaving, [de minderjarige2] op den duur helemaal geen omgang meer met de vader wil. Niet alleen ten aanzien van de omgangsmomenten is het van belang dat de vader aan de slag gaat met zijn alcoholverslaving, ook ten aanzien van de ontwikkeling van [de minderjarige2] is dit belangrijk. De raad maakt zich namelijk zorgen dat [de minderjarige2] door het ontbreken van een veilig en positief contact met zijn vader zijn eigen identiteit onvoldoende kan gaan ontwikkelen. Het hof deelt deze zorg van de raad. [de minderjarige2] lijkt door de persoonlijke problematiek van de vader een verkeerd rolmodel te hebben en heeft op dit moment een negatief zelfbeeld. Daarnaast heeft [de minderjarige2] last van aanhoudende emotieregulatie- en gedragsproblemen. Bij de intake voor de behandeling in de [naam3] is de indruk ontstaan dat het gemis van een vaderfiguur die er onvoorwaardelijk voor [de minderjarige2] is een aanzienlijke rol speelt in het voortduren van de problematiek van [de minderjarige2] . De persoonlijke problematiek van de vader speelt dus een grote rol in de psychiatrische problematiek van [de minderjarige2] . Voorts is het ten aanzien van het traject van [de minderjarige2] bij de [naam3] belangrijk dat de vader zijn alcoholgebruik onder controle heeft omdat de vader enkel mag deelnemen aan het ouderschapstraject bij de [naam3] als hij nuchter is. Om [de minderjarige2] te kunnen steunen in zijn traject bij de [naam3] zal de vader dus zijn eigen alcoholproblematiek onder controle moeten krijgen. En dat betekent ook hier dat de vader het liefst per onmiddellijke ingang in het geheel geen alcohol meer drinkt maar in elk geval ruim voor de therapiesessies geen alcohol gebruikt. Als hij dat toch doet, zet hij zijn deelname aan de sessies op het spel en staat hij daarmee het succes van de behandeling van [de minderjarige2] in de weg.

2.7

De vader heeft al jarenlang te kampen met alcoholproblematiek en uit het voorgaande blijkt dat dit een zeer negatieve invloed heeft op de kinderen. De vader zal daarom in het belang van beide kinderen zijn alcoholverslaving onder controle moeten krijgen. De vader erkent zijn alcoholverslaving, maar stelt dat hij zijn alcoholverslaving inmiddels onder controle heeft; hij drinkt maximaal twee keer per week. De vader lijkt zijn alcoholverslaving echter te bagatelliseren en ziet de gevolgen die zijn alcoholgebruik heeft voor de kinderen niet in. Het hof heeft de vader ter zitting erop gewezen dat, nu de alcoholverslaving van de vader al jarenlang speelt, hij dit zeer waarschijnlijk niet zonder hulp van professionals onder controle krijgt. De vader heeft ter zitting aangegeven bereid te zijn om hulp te zoeken voor zijn alcoholverslaving en toegezegd dat hij na de zitting direct hulp zal inschakelen. Het hof wenst te benadrukken dat de vader zich in het belang van de kinderen moet houden aan zijn toezegging en aan de slag moet gaan met zijn verslavingsproblematiek om de omgang met [de minderjarige1] op een veilige wijze te kunnen laten plaatsvinden en om het contact met [de minderjarige2] te behouden. Hoewel [de minderjarige1] het minder laat blijken dan [de minderjarige2] , is het voor haar net zo belangrijk dat de vader zijn alcoholprobleem aanpakt (en dus geheel stopt met het drinken van alcohol) en zijn leven op orde krijgt. Daarbij hoort dat de vader betrouwbaar is in de afspraken met de kinderen. In dit kader is het van belang dat ter zitting naar voren is gekomen dat de vader nog een gevangenisstraf moet uitzitten wegens het niet uitvoeren van zijn werkstraffen. Het is belangrijk dat de vader voor de continuïteit van de omgangs- en belmomenten het initiatief zal nemen om de openstaande zaken met het Openbaar Ministerie af te handelen zodat hij zijn leven op orde kan brengen en zijn afspraken met de kinderen in de toekomst kan nakomen.

2.8

Wat betreft de drie wekelijkse belmomenten tussen de vader en (momenteel alleen) [de minderjarige1] is het hof van oordeel dat deze belmomenten door moeten gaan. Voor [de minderjarige1] zijn deze momenten belangrijk. Het is vanzelfsprekend dat de vader nuchter moet zijn tijdens deze belmomenten. Daarnaast is het belangrijk dat de vader op tijd belt. De kinderen zijn zich bewust van de tijd en hebben er last van als de vader te laat belt. Zo is [de minderjarige1] een keer overstuur geraakt waardoor zij naderhand niet meer heeft kunnen slapen en heeft [de minderjarige2] in het verleden een uitbarsting gehad nadat de vader drie kwartier te laat was met bellen.

2.9

Het hof vindt het contact tussen de kinderen en de opa en oma belangrijk en is het met de raad eens dat dit contact in stand moet blijven en dat dit niet gecombineerd moet worden met de omgangsmomenten tussen de vader en de kinderen. Het hof verwacht dat de moeder en de opa en oma in onderling overleg afspraken kunnen maken op welke momenten de omgang met opa en oma zal plaatsvinden. Ten overvloede merkt het hof op dat de vader niet bij deze contactmomenten aanwezig mag zijn. Opa en oma dragen daarin ook een eigen verantwoordelijkheid dat zij zich houden aan die afspraak.

3De slotsom

Op grond van hetgeen hiervoor is overwogen zal het hof de bestreden beschikking vernietigen en beslissen als volgt.

4De beslissing

Het hof, beschikkende in hoger beroep:

vernietigt de beschikking van de rechtbank Noord-Nederland, locatie Leeuwarden, van 7 april 2021, voor zover daarbij een omgangsregeling tussen de vader en de kinderen is vastgesteld, en in zoverre opnieuw beschikkende:

stelt een omgangsregeling vast inhoudende dat de vader iedere donderdag één uur onder begeleiding van de [naam2] omgang met [de minderjarige1] zal hebben onder de voorwaarde dat de vader niet onder invloed van alcohol is en niet naar alcohol ruikt, waarbij [de minderjarige2] zelf kan beslissen of hij aansluit bij deze omgangsmomenten;

verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad;

wijst het meer of anders verzochte af.

Deze beschikking is gegeven door mrs. J.G. Knot, M.P. den Hollander en L. van Dijk, bijgestaan door mr. L. Kiemel als griffier, en is op 25 mei 2023 uitgesproken in het openbaar in tegenwoordigheid van de griffier.



© Copyright 2009 - 2024 XS2Knowledge b.v. - KVK: 24486465 - Telefoon: 085 744 0 733