Rechtbank Den Haag 15-12-2022, ECLI:NL:RBDHA:2022:14121

Datum publicatie17-03-2023
ZaaknummerC/09/614992 / FA RK 21-4714
ProcedureBeschikking
ZittingsplaatsDen Haag
RechtsgebiedenCiviel recht; Personen- en familierecht
TrefwoordenIPR familierecht; Afstamming;
Overig; Burgerlijke Stand (art. 1:16 t/m 1:29f BW);
Kinderen; Donorschap / draagmoederschap
Wetsverwijzingen

Inhoudsindicatie

Draagmoederschap. Amerikaanse rechtelijke beslissing wordt van rechtswege in Nederland erkend. Erkenningsregeling Boek 10 BW naar analogie toegepast op afstammingsrechtelijke gevolgen van draagmoederschap. Openbare orde exceptie: zorgvuldig draagmoederschapstraject. Vaststellen geboortegegevens; ambtenaar gelast latere vermelding te plaatsen van Amerikaanse beslissing.

Volledige uitspraak


Rechtbank DEN HAAG

Meervoudige kamer

Rekestnummer: FA RK 21-4714

Zaaknummer: C/09/614992

Datum beschikking: 15 december 2022

Beschikking op het op 14 juli 2021 ingekomen verzoekschrift van:

[verzoeker1] ,

de man,

wonende te [woonplaats1] , gemeente [gemeente] ,

advocaat: voorheen mr. W.J. Eusman te Amsterdam, nu mr. J.H. van der Tol te Amsterdam .

Als belanghebbende wordt aangemerkt:

de ambtenaar van de burgerlijke stand van de gemeente [plaats2] ,

zetelend te [plaats2] ,

de ambtenaar.

Procedure

De rechtbank heeft kennisgenomen van de stukken, waaronder:

- het verzoekschrift, met bijlagen;

- de brief van de ambtenaar van 10 september 2021;

- de brief van de man van 14 september 2021;

- de brief van de Raad voor de Kinderbescherming (hierna: de Raad) van 14 oktober 2021;

- de brief van 20 oktober 2021 van de man;

- de brief van 22 maart 2022 van de man.

Bij tussenbeschikking van 21 april 2022 heeft deze rechtbank de man benoemd tot voogd over [minderjarige] en is iedere verdere beslissing aangehouden.

Op 13 september 2022 is de zaak op de zitting van de meervoudige kamer van deze rechtbank behandeld. Hierbij zijn verschenen: de man en zijn advocaat. Namens de Raad was [naam] aanwezig en namens de ambtenaar [naam3] en [naam4] .

De rechtbank heeft de man op de zitting verzocht uiterlijk op 25 oktober 2022 de volgende stukken in het geding te brengen:

1) het procesdossier dat ten grondslag ligt aan de beslissing van [datum beslissing] 2020 van “the Superior Court of [staat 1] , County of [county] ”, Verenigde Staten van Amerika (VS) (hierna ook: de Amerikaanse beslissing);

2) de draagmoederschapsovereenkomst met [naam5] ;

3) de overeenkomst met de eiceldonatrice [naam6 1] ;

4) de overeenkomst met de door de man ingeschakelde “ Agency ”, die hij voor de bemiddeling bij het draagmoederschapstraject heeft ingeschakeld;

5) een resultaat van DNA-onderzoek, waarbij het onderzoek dient te zijn gedaan in een aan de hand van de ISO/ISFG normen geaccrediteerd laboratorium.

De ambtenaar is vervolgens in de gelegenheid gesteld – indien gewenst – binnen een week na voormelde termijn, dus uiterlijk op 1 november 2022, een reactie te geven op de ingediende stukken.

De rechtbank heeft de volgende stukken ontvangen:

- de brief van de man van 22 september 2022, met bijlagen;

- de brief van de man van 21 oktober 2022, met bijlagen;

- de brief van de ambtenaar van 28 oktober 2022.

Verzoek

Het verzoek – zoals dat nu luidt – strekt ertoe dat de rechtbank:

de geboortegegevens van [minderjarige] vaststelt zoals omschreven in het petitum van het verzoekschrift;

de ambtenaar zal gelasten de geboortegegevens van [minderjarige] zoals vastgesteld in deze beschikking in te schrijven in de daartoe bestemde registers van de burgerlijke stand;

de ambtenaar zal gelasten een latere vermelding van de beslissing van “the Superior Court of [staat 1] , County of [county] ”, Verenigde Staten van Amerika van
[datum beslissing] 2020 als latere vermelding aan de daarvoor in aanmerking komende akte toe te voegen in die zin: “op [datum beslissing] 2020 heeft “the Superior Court of [staat 1] , County of [county] ”, Verenigde Staten van Amerika , het moederschap van [naam5] ontkend en het vaderschap van [verzoeker1] vastgesteld.”

de man zal belasten met het eenhoofdig gezag over [minderjarige] ;

een en ander voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad.

Feiten

- De man heeft de Nederlandse nationaliteit.

- De man heeft zijn kinderwens verwezenlijkt door te kiezen voor een hoogtechnologisch draagmoederschap.

- De draagmoeder is [naam5] , geboren op [geboortedatum1] 1981 in [geboorteplaats] , [staat 1] , Verenigde Staten van Amerika (VS). Zij heeft de Amerikaanse nationaliteit en is ongehuwd.

- Voor begeleiding bij het draagmoederschapstraject is gekozen voor ‘ [agency] , LLC, [staat 2] , VS’. De man heeft op [datum 1] 2019 een overeenkomst gesloten met deze agency.

- De man en de draagmoeder hebben op [datum 3] respectievelijk [datum 2] 2020 een draagmoederschapsovereenkomst getekend.

- De man heeft voor dit traject gebruik gemaakt van een bekende eiceldonatrice, [naam6 1] met wie hij een overeenkomst heeft gesloten.

- De draagmoeder is na een ivf-behandeling door ‘ [centrum] ’ in verwachting geraakt. Er is daarbij een embryo bij de draagmoeder geplaatst, waarbij er gebruik is gemaakt van een zaadcel van de man en een eicel van de bekende eiceldonatrice, [naam6 1] , zoals blijkt uit de verklaring van [naam6 2] van het [centrum] van [datum 4] 2021.

- Bij beslissing van [datum beslissing] 2020 van “the Superior Court of [staat 1] , County of [county] ”, VS, voorzien van apostille, is – kort gezegd – bepaald dat de man de enige juridische ouder is van het kind dat de draagmoeder rond 19 maart 2021 verwacht en dat de draagmoeder niet de juridische ouder is van het kind. Tevens is bepaald dat het volledige, juridische en feitelijke gezag over dit kind wordt toegekend aan de man. In deze beslissing is vermeld op welke wijze de gegevens van het kind op de geboorteakte dienen te worden opgenomen, namelijk alleen de man als vader en geen moeder.

- Op [geboortedatum2] 2021 is uit de draagmoeder te [county] , [staat 1] , VS,
[minderjarige] van Wetten geboren.

- Op de Amerikaanse geboorteakte, voorzien van apostille, is als vader de man opgenomen. Er is geen moeder op de geboorteakte opgenomen.

- Op [datum 5] 2021 heeft de draagmoeder een ‘ Affidavit ’ ondertekend. Zij verklaart hier onder meer dat zij het eens is met voormelde Amerikaanse beslissing van [datum beslissing] 2020, dat zij de man erkent als de enige juridische ouder van [minderjarige] , dat als zij enige ouderlijke rechten of verplichtingen heeft naar Nederlands recht, dat zij verklaart dat het haar intentie is dat de man vanaf de geboorte alleen het gezag over [minderjarige] heeft en dat [minderjarige] niets van haar als ouder heeft te verwachten.

- [minderjarige] verblijft sinds haar geboorte bij de man.

- De Raad heeft aangegeven dat er geen zorgen zijn omtrent [minderjarige] . Zij wordt door de man verzorgd en opgevoed en lijkt zich adequaat te ontwikkelen. De Raad acht het in het belang van [minderjarige] dat wordt voorzien in het gezag over [minderjarige] .

- In het DNA-rapport van [bedrijf] van [datum 6] 2022, welk rapport betrekking heeft op [minderjarige] en de man, is vermeld dat de waarschijnlijkheid van vaderschap 99,9999% is.

Beoordeling

Rechtsmacht

De rechtbank heeft op grond van artikel 3 onder a van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv) rechtsmacht om van de verzoeken kennis te nemen, nu de man zijn woonplaats in Nederland heeft.

De positie van de draagmoeder

De draagmoeder kan in beginsel als belanghebbende als bedoeld in artikel 798 Rv worden aangemerkt. Gelet op de hierboven vastgestelde feiten, waaronder de ondertekende Affidavit van de draagmoeder waarin zij kort gezegd de man erkent als de enige juridische ouder met volledig gezag over [minderjarige] , zal de rechtbank de draagmoeder niet als belanghebbende aanmerken en verdere oproeping achterwege laten.

Om proceseconomische redenen zal de rechtbank eerst het verzoek onder III. beoordelen.

Verzoek onder III. latere vermelding op geboorteakte

Het verzoek van de man onder III. strekt ertoe dat de ambtenaar wordt gelast de beslissing van [datum beslissing] 2020 van “the Superior Court of [staat 1] , County of [county] ”, VS als latere vermelding aan de (nog op te maken) geboorteakte van [minderjarige] toe te voegen.

Toepasselijk recht

Nu dit verzoek strekt tot het laten aantekenen van de Amerikaanse beslissing op de (zoals hieronder blijkt nog op te maken) geboorteakte van [minderjarige] in de Nederlandse registers van de burgerlijke stand, is op het verzoek Nederlands recht van toepassing.

Voor de beoordeling van de vraag of de ambtenaar gelast kan worden een latere vermelding op te maken op de (nog) op te maken geboorteakte van [minderjarige] dient de rechtbank allereerst te onderzoeken of de uit de Amerikaanse beslissing voortvloeiende, uit hoofde van afstamming vastgestelde, familierechtelijke rechtsbetrekkingen hier te lande van rechtswege kunnen worden erkend.

Erkenning Amerikaanse beslissing?

De rechtbank zal in dit kader de in boek 10 van het Burgerlijk Wetboek (BW) geplaatste erkenningsregeling naar analogie toepassen op de afstammingsrechtelijke gevolgen van draagmoederschap.

Op grond van art. 10:100 lid 1 BW wordt een buitenslands tot stand gekomen onherroepelijke rechterlijke beslissing waarbij familierechtelijke betrekkingen uit hoofde van afstamming zijn vastgesteld of gewijzigd in Nederland van rechtswege erkend, tenzij:

a. er voor de rechtsmacht van de rechter kennelijk onvoldoende aanknoping bestond met de rechtssfeer van dat land;

b. aan die beslissing kennelijk geen behoorlijk onderzoek of behoorlijke rechtspleging is voorafgegaan, of

c. de erkenning van die beslissing kennelijk onverenigbaar is met de openbare orde. De erkenning van de beslissing kan, ook wanneer daarbij een Nederlander betrokken is, niet wegens onverenigbaarheid met de openbare orde worden geweigerd op de enkele grond dat daarop een ander recht is toegepast dan uit deze titel zou zijn gevolgd (lid 2).

Uitgangspunt van de wet is dat de Amerikaanse beslissing waarbij familierechtelijke betrekkingen uit hoofde van afstamming zijn vastgesteld tussen de man en [minderjarige] worden erkend. Dit is slechts anders indien er voor de rechtsmacht van de rechter kennelijk onvoldoende aanknoping bestond met de rechtssfeer van dat land, aan de beslissing geen behoorlijk onderzoek of behoorlijke rechtspleging is voorafgegaan of de erkenning van de beslissing onverenigbaar is met de openbare orde.

De rechtbank is, gelet op de beslissing, van oordeel dat sprake is geweest van behoorlijk onderzoek en rechtspleging.

Nu het draagmoederschap in de VS heeft plaatsgevonden en de draagmoeder daar woonachtig is, kan niet worden geoordeeld dat er voor de rechtsmacht van de Amerikaanse rechter kennelijk onvoldoende aanknoping bestond. In deze zaak gaat het om de vraag of de openbare orde zich verzet tegen erkenning van de in het buitenland tot stand gekomen familierechtelijke betrekkingen zoals vastgesteld in de Amerikaanse beslissing.

Openbare orde exceptie: zorgvuldig draagmoederschapstraject?

De rechtbank acht het in het kader van de openbare orde toets van belang om te beoordelen of het in het buitenland gevolgde traject van draagmoederschap zorgvuldig heeft plaatsgevonden, gelet op de ingrijpende gevolgen van draagmoederschap voor de rechten en verplichtingen van zowel het kind, de draagmoeder als de wensouders in kwestie. Hierbij zijn de aanbevelingen van de Staatscommissie Herijking Ouderschap zoals opgenomen in het adviesrapport ‘Kind en ouders in de 21e eeuw’ van 7 december 2016 van belang en de door het kabinet in zijn brief van 12 juli 2019 (kamerstukken TK 2018/2019, 33836, nr. 45 ) geformuleerde waarborgen om het traject zorgvuldig en transparant te laten verlopen en zoveel mogelijk rechtszekerheid te bieden aan de draagmoeder, de wensouders en het kind. Hieruit volgt dat het voor kinderen van groot belang is om te (kunnen) achterhalen uit wie zij zijn geboren, van wie zij genetisch afstammen en onder welke omstandigheden zij zijn ontstaan en geboren. Het recht van het kind om zijn of haar afstamming te kennen is een mensenrecht dat is opgenomen in artikel 7 van het Internationaal Verdrag inzake de Rechten van het Kind.

Nu de man in de Amerikaanse beslissing als ouder is aangemerkt van het kind dient hierbij met name te worden beoordeeld of de belangen van het kind en de draagmoeder voldoende in acht zijn genomen.

Op grond van de overgelegde stukken en dat wat op de zitting is besproken komt de rechtbank tot het oordeel dat het draagmoederschapstraject dat de man in de VS heeft doorlopen zorgvuldig heeft plaatsgevonden. Voor [minderjarige] is haar volledige ontstaansgeschiedenis te achterhalen. Zowel de draagmoeder als de eiceldonatrice is bekend. De man heeft verklaard dat hij op dit moment met beiden op regelmatige basis contact heeft, waarbij hij foto’s van [minderjarige] met hen deelt. De draagmoeder heeft in de VS onafhankelijk juridisch advies ontvangen, zij heeft gedurende het traject de mogelijkheid gehad tot psychologische bijstand en voor haar was medische zorg geregeld. Met de eiceldonatrice is een “open egg donation agreement” afgesloten. De gegevens van haar zijn bekend en [minderjarige] kan in de toekomst zelf contact met haar opnemen.

Gebleken is dat bij de Amerikaanse beslissing is bepaald dat de man de enige juridische ouder is van baby [minderjarige] : hierna [minderjarige] , dat de draagmoeder niet de juridische ouder is en dat de man alleen is belast met het gezag over [minderjarige] , een en ander in overeenstemming met de wetgeving in [staat 1] . De rechtbank kwalificeert deze Amerikaanse beslissing als een ‘ontkenning van het moederschap’ van de draagmoeder en een vaststelling van het ouderschap van de man. Hoewel de Nederlandse wet niet de ontkenning van het moederschap kent van de moeder, uit wie het kind geboren is - de ‘geboortemoeder’ -, kent de wet wel de mogelijkheid om de familierechtelijke betrekking met de geboortemoeder te beëindigen, namelijk langs de weg van adoptie. Het enkele feit dat een beslissing van een buitenlandse rechter niet overeenstemt met bepalingen uit het Nederlands recht, is onvoldoende om aan te nemen dat sprake is van onverenigbaarheid met de openbare orde. De rechtbank is dan ook van oordeel dat de Amerikaanse beslissing van rechtswege in Nederland kan worden erkend.

Latere vermelding op de geboorteakte

Artikel 1:20b BW bepaalt – voor zover hier van belang – dat op verzoek van een belanghebbende dan wel ambtshalve van akten en uitspraken, die buiten Nederland overeenkomstig de plaatselijke voorschriften door een bevoegde instantie zijn opgemaakt of gedaan en een overeenkomstige uitwerking hebben als de akten en rechterlijke uitspraken, bedoeld in artikel 1:20 BW, door de ambtenaar van de burgerlijke stand een latere vermelding wordt toegevoegd aan de desbetreffende in de registers van de burgerlijke stand hier te lande voorkomende geboorteakte, tenzij de Nederlandse openbare orde zich hiertegen verzet.

Zoals hiervoor is vastgesteld betreft de Amerikaanse beslissing een ‘ontkenning van het moederschap’ van de draagmoeder en een vaststelling van het ouderschap van de man over [minderjarige] , zodat deze beslissing overeenkomt met een Nederlandse rechterlijke uitspraak zoals bedoeld in artikel 1:20 BW. Nu deze Amerikaanse beslissing van rechtswege in Nederland kan worden erkend, dient dan ook een latere vermelding op de (nog op te maken) geboorteakte van [minderjarige] te worden gemaakt. De rechtbank zal dan ook in die zin de ambtenaar gelasten een latere vermelding te plaatsen op de nog op te maken geboorteakte van [minderjarige] . De rechtbank stelt vast dat de ambtenaar bij brief van 10 september 2021 heeft aangegeven dat hij met deze wijze van gelasten de beoogde registratie kan uitvoeren.

Verzoek onder I. en II.: vaststellen geboortegegevens en het gelasten van de ambtenaar

Verzoekers en de ambtenaar zijn het er over eens dat de in de Verenigde Staten van Amerika opgemaakte geboorteakte van [minderjarige] is opgemaakt door een daartoe bevoegde instantie in overeenstemming met het aldaar geldende recht. De ambtenaar heeft zich in zijn brief van 10 september 2021 op het standpunt gesteld dat deze geboorteakte niet in de Nederlandse registers kan worden ingeschreven, nu de moeder uit wie het kind is geboren niet is geregistreerd op deze geboorteakte. De rechtbank zal – naar de rechtbank begrijpt net als verzoeker, nu hij zijn primaire verzoek heeft ingetrokken – dit standpunt volgen.

Toepasselijk recht

Nu het gaat om het vaststellen van de noodzakelijke gegevens voor het opmaken van de geboorteakte van het kind en opname daarvan in de Nederlandse registers, acht de rechtbank Nederlands recht van toepassing op het verzoek.

Juridisch kader

Op grond van artikel 1:25c, eerste lid, BW kan, indien ten aanzien van een buiten Nederland geboren persoon geen akte van geboorte overeenkomstig de plaatselijke voorschriften door een bevoegde instantie is opgemaakt of kan worden overgelegd, op verzoek van een belanghebbende de rechtbank Den Haag de voor het opmaken van een geboorteakte noodzakelijke gegevens vaststellen, indien die persoon Nederlander is dan wel Nederlands onderdaan niet-Nederlander is geweest, die persoon rechtmatig verblijft op grond van artikel 8, onder c en d, van de Vreemdelingenwet 2000 dan wel op grond van dit boek, een latere vermelding aan de akte van geboorte moet worden toegevoegd. Op grond van het tweede lid van dat artikel houdt de rechtbank rekening met alle bewijzen en aanwijzingen omtrent de omstandigheden waaronder en het tijdstip waarop de geboorte moet hebben plaatsgehad. De geslachtsnaam, de voornamen, alsmede de plaats en de dag van de geboorte van de vader en van de moeder worden vastgesteld, voor zover daarvoor aanwijzingen zijn verkregen.

Nu vast staat dat het ouderschap van de man over [minderjarige] gerechtelijk is vastgesteld en deze uitspraak in Nederland voor erkenning in aanmerking komt, ontleent [minderjarige] aan de man de Nederlandse nationaliteit. Op deze grond kan de man worden ontvangen in zijn verzoek tot het vaststellen van de geboortegegevens van [minderjarige] .

De ambtenaar heeft in zijn brief van 10 september 2021 aangegeven op welke wijze de geboortegegevens van [minderjarige] dienen te worden vastgesteld. In aanvulling op de door de man verzochte vaststelling heeft de ambtenaar nog voorgesteld eveneens de geboortedatum en geboorteplaats van de draagmoeder vast te stellen. De man heeft in reactie op deze brief van de ambtenaar aangegeven dat hij het aan de rechtbank overlaat op welke wijze de geboorte van [minderjarige] in Nederland geregistreerd wordt, zolang maar voor een ieder in Nederland duidelijk is dat hij de enige juridische ouder is. De rechtbank maakt hieruit op dat de man in ieder geval geen bezwaar heeft tegen het vaststellen van de geboortedatum en geboorteplaats van de draagmoeder. Gelet hierop – en nu hiervoor voldoende aanwijzingen zijn verkregen – zal de rechtbank overeenkomstig het advies van de ambtenaar de geboortegegevens van [minderjarige] vaststellen.

Het verzoek om de ambtenaar te gelasten de door de rechtbank vast te stellen geboortegegevens van [minderjarige] aan te tekenen in het register van geboorte van de gemeente [plaats2] wijst de rechtbank wegens gebrek aan belang af. Immers, op grond van artikel 1:25f, tweede lid, BW vloeit zulks reeds voort uit de wet.

Verzoek onder IV: gezag

Rechtsmacht en toepasselijk recht

Nu de gewone verblijfplaats van het kind in Nederland is, is de Nederlandse rechter bevoegd om naar Nederlands recht te beslissen op het verzoek ten aanzien van het gezag.

De man verzoekt hem te belasten met het eenhoofdig gezag over [minderjarige] .

De rechtbank stelt vast dat de man – zoals hiervoor is gebleken – vanaf de geboorte als juridisch ouder alleen belast is met het gezag over [minderjarige] . Het verzoek van de man zal de rechtbank dan ook – bij gebrek aan belang – afwijzen.

Beslissing

De rechtbank:

*

stelt de volgende voor het opmaken van een geboorteakte noodzakelijke gegevens vast:

Geslachtsnaam : [verzoeker1]

Voornamen : [minderjarige]

Geboortedatum : [geboortedatum2] 2021

Geboorteplaats : [county] , [staat 1] , Verenigde Staten van Amerika

Geslacht : (F) vrouwelijk

Geslachtsnaam moeder : [naam5]

Voornamen moeder : [naam2]

Geboortedatum moeder : [geboortedatum1] 1981

Geboorteplaats moeder : [geboorteplaats] , [staat 1] , Verenigde Staten van Amerika

*

gelast de ambtenaar om op de nog op te maken geboorteakte van [minderjarige] van Wetten een latere vermelding te plaatsen van de beslissing van “the Superior Court of [staat 1] , County of [county] ”, Verenigde Staten van Amerika van [datum beslissing] 2020, welke beslissing de ontkenning van het moederschap van de draagmoeder, [naam5] , en de gerechtelijke vaststelling van het ouderschap van [verzoeker1] over [minderjarige] betreft, toe te voegen aan de geboorteakte;

*

wijst af het meer of anders verzochte.

Deze beschikking is gegeven door mrs. C.S.F. de Nijs, J.M. Vink en W.G. de Boer, rechters, bijgestaan door mr. M.T.E. Krijger-van Huut als griffier en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 15 december 2022.



© Copyright 2009 - 2024 XS2Knowledge b.v. - KVK: 24486465 - Telefoon: 085 744 0 733