Rechtbank Den Haag 15-02-2023, ECLI:NL:RBDHA:2023:1864

Datum publicatie06-03-2023
Zaaknummer10189503 EJ VERZ 22-85341
ProcedureBeschikking
ZittingsplaatsDen Haag
RechtsgebiedenCiviel recht
TrefwoordenErfrecht; Beneficiaire aanvaarding; Vereffening nalatenschap
Wetsverwijzingen

Inhoudsindicatie

Zoon wil beneficiaire aanvaarding van nalatenschap van zijn vader ongedaan maken, en nalatenschap alsnog verwerpen. Bedreigingen waarmee hij en zijn familie worden geconfronteerd zijn hem mogelijke waarde van nalatenschap niet waard. Zoon baseert zijn verzoek op analoge toepassing van art. 4:190 lid 4 BW, en stelt dat deze bepaling ook moet kunnen worden toegepast indien de (beneficiaire) aanvaarding van nalatenschap tot onevenredig nadelige gevolgen leidt voor degene die heeft aanvaard. Ktr is het daarmee niet eens.

Volledige uitspraak


Rechtbank den haag

Zittingsplaats 's-Gravenhage

CB+MV/c

Zaaknr.: 10189503 EJ VERZ 22-85341

15 februari 2023

Beschikking van de kantonrechter op het verzoek van :

[verzoeker01] ,

wonende te [woonplaats01] ,

verzoeker,

gemachtigde: mr. J.W. Damstra.

betreffende de nalatenschap van [erflater01] , geboren te [geboorteplaats01] op [geboortedatum01] 1976, overleden te [plaats01] op [datum overlijden01] 2022, hierna te noemen: erflater.

1 De procedure

1.1

De kantonrechter heeft kennis genomen van de navolgende stukken:

- het verzoekschrift van 19 oktober 2022 met acht producties (nrs. 1 tot en met 8);

- de brief van de gemachtigde van verzoeker van 23 januari 2023 met een (ongenummerde) productie.

1.2

De zaak is behandeld ter zitting van 3 januari 2023. Daarbij is verzoeker samen met zijn gemachtigde verschenen. Van het verhandelde ter zitting is aantekening gehouden.

2 De feiten

2.1.

Erflater is overleden op [datum overlijden01] 2022. Erflater was ongehuwd. Hij had niet bij testament over zijn nalatenschap beschikt. Zijn nalatenschap vererft volgens de wettelijke regels.

2.2.

Verzoeker was het enige kind van erflater en daarmee zijn enige erfgenaam.

2.3

Verzoeker heeft de nalatenschap van erflater op 23 augustus 2022 beneficiair aanvaard.

2.4

Tot de (positieve) nalatenschap behoort een appartement gelegen aan de [adres01] te [plaats01] .

2.5

Op 24 augustus 2022 heeft verzoeker het appartement bezocht met een slotenmaker, om zich toegang te verschaffen tot het appartement. Dat is hem door zekere personen verhinderd.

3 Het verzoek

3.1.

Verzoeker verzoekt bij beschikking, uitvoerbaar bij voorraad te vernietigen de beneficiaire aanvaarding van verzoeker d.d. 23 augustus 2022 terzake de nalatenschap van erflater te vernietigen en opnieuw rechtdoende te oordelen dat verzoeker de nalatenschap van erflater heeft verworpen.

4 De beoordeling

4.1

Verzoeker is erfgenaam van erflater, zodat hij bevoegd is tot het indienen van het onderhavige verzoek.

4.2.

Verzoeker baseert zijn verzoek op analoge toepassing van artikel 4:190 lid 4 BW. Daartoe stelt hij dat deze bepaling ook moet kunnen worden toegepast indien de (beneficiaire) aanvaarding van een nalatenschap tot onevenredig nadelige gevolgen leidt voor degene die heeft aanvaard.

4.3

Verzoeker onderbouwt de nadelige gevolgen van zijn beneficiaire aanvaarding van de nalatenschap van erflater als volgt:

a. Hij had al jaren geen contact met zijn vader, de erflater. Hij heeft zelfs in 2021 zijn achternaam gewijzigd en de achternaam van zijn moeder aangenomen. Bij beschikking van de Rechtbank Rotterdam van 22 augustus 2012 is aan erflater een omgangsverbod met verzoeker opgelegd, onder meer vanwege huiselijk geweld en een mogelijke verslavingsproblematiek van erflater;

b. Verzoeker is eerst onwetend gebleven van het overlijden van erflater. Pas nadat hij werd aangeschreven door een notariskantoor in Den Haag, dat contact had met de grootmoeder (van vaderszijde) van verzoeker, werd hij bekend met het overlijden. Het notariskantoor deelde verzoeker mee dat een appartement aan de [adres01] te [plaats01] (hierna: het appartement) tot de nalatenschap behoorde;

c. Op aanraden van het notariskantoor heeft verzoeker de nalatenschap beneficiair aanvaard;

d. Op 24 augustus 2022 heeft verzoeker met een slotenmaker het appartement bezocht teneinde zich daartoe toegang te verschaffen, mede om een boedelbeschrijving te kunnen opmaken;

e. Verzoeker is de toegang tot het appartement onder het uiten van heftige bedreigingen door zekere personen verhinderd. De politie is daarbij met inzet van vier politievoertuigen tussenbeide moeten komen.

4.4

Gelet op het voorgaande is het de wens van verzoeker om de beneficiaire aanvaarding van de nalatenschap van erflater ongedaan te maken, ondanks dat de nalatenschap positief is, gelet op de aanname dat het appartement een waarde lijkt het hebben van € 208.000,- en slechts bezwaard is met een hypotheek van € 108.000,-. De bedreigingen, waarmee hij en zijn familie worden geconfronteerd zijn hem de mogelijke waarde van de nalatenschap niet waard.

4.5

Verzoeker baseert zijn verzoek op analoge toepassing van artikel 4:190 lid 4 BW. In artikel 4:190 lid 4 BW staat:

Een eenmaal gedane keuze is onherroepelijk en werkt terug tot het ogenblik van het openvallen der nalatenschap. Een aanvaarding of verwerping kan niet op grond van dwaling, noch op grond van benadeling van een of meer schuldeisers worden vernietigd.

In Tekst & Commentaar Burgerlijk Wetboek, commentaar op artikel 4:190 BW, onder 7 verduidelijkt deze bepaling (voor zover relevant) als volgt:

Een aanvaarding of verwerping kan ingevolge lid 4, tweede zin, niet op grond van dwaling (art. 6:228), noch op grond van benadeling van een of meer schuldeisers (art. 3:45 BW en art. 42 Fw) worden vernietigd. (…)Wel zal vernietiging der verwerping of aanvaarding mogelijk zijn wanneer zij door bedreiging, door bedrog of door misbruik van omstandigheden tot stand is gekomen (art. 3:44 vgl. TM, p. 353; Parl. Gesch. Boek 4 BW, p. 922).

4.6

Uit de tekst van artikel 4:190 lid 4 BW volgt enerzijds dat een eenmaal gedane keuze onherroepelijk is en anderzijds dat een aanvaarding of verwerping van een nalatenschap niet op grond van dwaling of benadeling van schuldeisers kan worden vernietigd. Daarbij wordt in het midden gelaten of een eenmaal gedane keuze wel op grond van een ander wilsgebrek, zoals bijvoorbeeld dwang, zou kunnen worden vernietigd, maar in ieder geval staat vast dat verzoeker niet stelt dat een ander wilsgebrek dan dwaling aan de orde is. Verzoeker stelt slechts dat hij gelet op de voorvallen van 24 augustus 2022 en de bedreigingen die daarbij en later zijn gedaan, alsnog wil verwerpen. Voor zover deze wens gebaseerd zou zijn op dwaling van verzoeker staat naar het oordeel van de kantonrechter artikel 4:190 lid 4 BW, ook een ‘analoge toepassing’ daarvan, aan toewijzing in de weg. Het verzoek van verzoeker zal daarom worden afgewezen.

4.7

Het voorgaande neemt echter niet weg dat de bedreigingen aan het adres van verzoeker dermate ernstig zijn dat van hem niet gevergd kan worden dat hij de nalatenschap van erflater zelf vereffent. In dat licht is tijdens de mondelinge behandeling aan de orde geweest of, indien toewijzing van het inleidende verzoek op wettelijke bezwaren zou stuiten, het benoemen van een vereffenaar een uitweg zou bieden. Intussen heeft de gemachtigde van verzoeker bij brief van 23 januari 2023 laten weten mr. A.C. de Bakker, advocaat en vereffenaar te Hendrik-Ode-Ambacht bereid te hebben gevonden als vereffenaar in deze nalatenschap op te treden. De kantonrechter merkt deze mededeling mede aan als een verzoek van verzoeker op de voet van artikel 4:203 lid 1 BW tot benoeming van een vereffenaar. De kantonrechter zal het verzoek als na te melden toewijzen.

5 De beslissing

De kantonrechter:

- wijst het inleidende verzoek tot vernietiging van de beneficiaire aanvaarding af;

- benoemt mr. A.C. de Bakker, advocaat en vereffenaar te Hendrik-Ido-Ambacht als vereffenaar in de nalatenschap van [erflater01] , geboren te [geboorteplaats01] op [geboortedatum01] 1976 en overleden te [plaats01] op [datum overlijden01] 2022.

Deze beschikking is gegeven door mr. C.W.D. Bom, kantonrechter, en uitgesproken op de openbare terechtzitting van 15 februari 2023.

Tegen deze beschikking kan - uitsluitend door tussenkomst van een advocaat - hoger beroep worden ingesteld bij het gerechtshof te Den Haag:

a. door de verzoeker en degenen aan wie een afschrift van deze beschikking (digitaal) is verstrekt of verzonden binnen drie maanden na de dag van de uitspraak;

b. door andere belanghebbenden binnen drie maanden na betekening daarvan of nadat deze beschikking hun op andere wijze bekend is geworden.



© Copyright 2009 - 2024 XS2Knowledge b.v. - KVK: 24486465 - Telefoon: 085 744 0 733