Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden 17-11-2022, ECLI:NL:GHARL:2022:9945

Datum publicatie28-11-2022
Zaaknummer200.303.244/01 en 200.303.245/01
ProcedureHoger beroep
ZittingsplaatsLeeuwarden
RechtsgebiedenCiviel recht; Personen- en familierecht
TrefwoordenMeerderjarigenbescherming; Bewind;
Kinderen; Toeslagenaffaire en kinderen
Wetsverwijzingen

Inhoudsindicatie

Beschermingsbewind is destijds ambtshalve ingesteld ogv lichamelijke en geestelijke gesteldheid. Op zitting blijkt dat dit niet de juiste grond was en dat het wegens problematische schulden had moeten zijn. Door de eenmalige uitkering van de overheid van €30.000,-- ivm Toeslagenaffaire en de overname van de schulden van vóór 2021 door de overheid zijn de financiën van partijen weer op orde en wordt het beschermingsbewind door het hof opgeheven..

Volledige uitspraak


GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN

locatie Leeuwarden

afdeling civiel recht

zaaknummer gerechtshof 200.303.244/01 en 200.303.245/01

(zaaknummers rechtbank Midden-Nederland 8835853, 8853891, 8954663 en 8954395)

beschikking van 17 november 2022

in de zaak 200.303.244/01

[verzoekster] ,

wonende te [woonplaats1] ,
verzoekster in hoger beroep, verder te noemen: [verzoekster] ,

advocaat: mr. B.V. Rafaela te Rotterdam,

en

de voormalige bewindvoerder over de goederen van [verzoekster]

[naam1] , handelend onder de naam [verweerder] ,

kantoorhoudende te [vestigingsplaats1] ,

verweerder in hoger beroep, verder te noemen: [verweerder] ,

in de zaak 200.303.245/01

[verzoeker] ,

wonende te [woonplaats1] ,
verzoeker in hoger beroep, verder te noemen: [verzoeker] ,

advocaat: mr. B.V. Rafaela te Rotterdam,

en

de voormalige bewindvoerder over de goederen van [verzoeker] ,

[naam1] , handelend onder de naam [verweerder] ,

kantoorhoudende te [vestigingsplaats1] :

verweerder in hoger beroep, verder te noemen: [verweerder] .

Als overige belanghebbenden zijn aangemerkt:

in de zaak 200.303.244/01: [verzoeker] ,

in de zaak 200.303.245/01: [verzoekster] ,

in beide zaken:

1. [dochter1],

wonende te [woonplaats1] ,

2. [dochter2] ,

wonende te [woonplaats1] ,

3. [dochter3] ,

wonende te [woonplaats1] ,

verder te noemen: de meerderjarige dochters van [verzoekster] en [verzoeker] .

4 [de bewindvoerder] B.V.,

de huidige bewindvoerder van [verzoekster] en [verzoeker] ,

kantoorhoudende te [vestigingsplaats2] ,

verder te noemen: [de bewindvoerder] .

1Het geding in eerste aanleg

Het hof verwijst voor het geding in eerste aanleg naar de beschikkingen van de kantonrechter in de rechtbank Midden-Nederland, locatie Almere, van 30 september 2021, uitgesproken onder voormelde zaaknummers.

2Het geding in hoger beroep

in de zaak 200.303.244:

2.1.

Het verloop van de procedure blijkt uit:

- het beroepschrift met bijlage(n), ingekomen op 23 november 2021;

- een journaalbericht namens [verzoekster] van 7 december 2021 met bijlage(n);

- een journaalbericht namens [verzoekster] van 21 januari 2022 met bijlage(n);

- het verweerschrift van [verweerder] met bijlage(n);

- een journaalbericht namens [verzoekster] van 13 mei 2022 met bijlage(n);

- een journaalbericht namens [verzoekster] van 19 mei 2022 met bijlage(n).

in de zaak 200.303.245:

2.2.

Het verloop van de procedure blijkt uit:

- het beroepschrift met bijlage(n), ingekomen op 23 november 2021;

- een journaalbericht namens [verzoeker] van 7 december 2021 met bijlage(n);

- een journaalbericht namens [verzoeker] van 21 januari 2022 met bijlage(n);

- het verweerschrift van [verweerder] met bijlage(n);

- een journaalbericht namens [verzoeker] van 19 mei 2022 met bijlage(n).

2.3.

Beide zaken zijn gelijktijdig mondeling behandeld op 20 oktober 2022 in Zwolle. Daarbij zijn verschenen:

- [verzoekster] en [verzoeker] , bijgestaan door hun advocaat;

- [naam1] , namens [verweerder] , via een video-verbinding;

- [dochter1] en [dochter2] , twee van de meerderjarige dochters van [verzoekster] en [verzoeker] .

2.4.

Er is niemand namens [de bewindvoerder] verschenen.

3De feiten

3.1.

[verzoeker] is geboren [in] 1964. [verzoekster] is geboren [in] 1978. Zij zijn met elkaar gehuwd sinds 2003 en zij zijn de ouders van zes kinderen, van wie er drie inmiddels meerderjarig zijn.

3.2.

Bij beschikking van 1 september 2020 heeft de kantonrechter in de rechtbank

Midden-Nederland, locatie Almere, een bewind ingesteld over de (toekomstige) goederen van [verzoekster] en [verzoeker] wegens lichamelijke of geestelijke toestand met benoeming van [verweerder] tot bewindvoerder.

3.3.

Bij verzoekschrift, ingekomen bij dezelfde kantonrechter op 19 oktober 2020, heeft [verweerder] verzocht de onderbewindstelling van [verzoekster] en [verzoeker] om te zetten naar een curatele-maatregel. [verzoekster] en [verzoeker] voerden verweer, met daarbij een zelfstandig verzoek tot opheffing van de bewindvoering.

4De omvang van het geschil

4.1.

Bij beschikking van 30 september 2021 heeft de kantonrechter [verweerder] ontslagen als bewindvoerder van [verzoekster] en [verzoeker] en is [de bewindvoerder] benoemd tot bewindvoerder. De kantonrechter heeft in de beschikkingen overwogen dat de verzoeken tot omzetting van de bewindvoering naar curatele en de opheffing van de bewindvoering moeten worden afgewezen, maar geen beslissing hierover opgenomen.

4.2.

[verzoekster] en [verzoeker] zijn ieder met vijf gelijkluidende grieven in hoger beroep gekomen van deze beschikking. De grieven zien op de afwijzing op het verzoek tot opheffing van de bewindvoering. [verzoekster] en [verzoeker] verzoeken de bestreden beschikkingen te vernietigen en het bewind alsnog op te heffen.

4.3.

[verweerder] voert verweer en verzoekt het verzoek in hoger beroep van [verzoekster] en [verzoeker] af te wijzen en de bewindvoering niet op te heffen of te beëindigen.

5De motivering van de beslissing

5.1.

Ingevolge artikel 1:449 lid 2 BW kan de kantonrechter, indien de noodzaak daartoe niet meer bestaat of voortzetting van het bewind niet zinvol is gebleken, het bewind opheffen op verzoek van de bewindvoerder of van degene die gerechtigd is onderbewindstelling te verzoeken als bedoeld in artikel 432 lid 1 en 2 BW, dan wel ambtshalve.

5.2.

[verzoekster] en [verzoeker] stellen dat het bewind op onjuiste gronden is ingesteld. Zij zijn weliswaar akkoord gegaan met een onderbewindstelling in eerste aanleg, maar bleken onvoldoende voorgelicht over wat een onderbewindstelling voor hen zou betekenen. [verzoekster] en [verzoeker] wilden enkel hulp bij het beheer van hun problematische schuldenlast. Zij hebben daarom contact gezocht met [verweerder] . Er is volgens [verzoekster] en [verzoeker] nooit sprake geweest van een lichamelijke of geestelijke toestand waardoor zij niet in staat waren of zijn om hun vermogensrechtelijke belangen zelf waar te nemen. Ter onderbouwing van dit standpunt hebben zij een brief van hun huisarts van 10 december 2020 overgelegd. [verzoekster] en [verzoeker] stellen dat hun financiële situatie inmiddels stabiel is, mede omdat zij vanwege de toeslagen-affaire een bedrag van € 30.000,- hebben ontvangen als compensatie en hun schulden van voor 2021 worden overgenomen door de overheid. Er zijn na 2021 geen nieuwe schulden ontstaan, waardoor er geen schulden overblijven.

5.3.

[verweerder] heeft aangevoerd dat het bewind destijds terecht is uitgesproken, maar niet op de juiste gronden. De kantonrechter heeft ambtshalve het bewind uitgesproken op grond van hun lichamelijke en geestelijke toestand, terwijl bij [verzoekster] en [verzoeker] was sprake van problematische schulden. [verweerder] heeft haar twijfels of [verzoekster] en [verzoeker] hun financiën op orde kunnen houden, omdat zij hierin geen enkele verantwoordelijkheid nemen. [verweerder] vindt het jammer dat [de bewindvoerder] , als huidige bewindvoerder, niet op de zitting is verschenen om het hof te informeren over de meest recente situatie.

5.4.

Aan het hof ligt in dit hoger beroep de vraag voor of het bewind kan worden opgeheven, omdat de noodzaak van het bewind niet meer bestaat dan wel voortzetting van het bewind niet zinvol is gebleken. Hoewel [de bewindvoerder] niet is verschenen, acht het hof zich voldoende voorgelicht om uitspraak te doen op basis van de stukken en wat er op de zitting is besproken.

5.5.

Het hof is van oordeel dat niet is gebleken dat er sprake is van beperkingen bij [verzoekster] en [verzoeker] waardoor zij niet in staat zijn hun vermogensrechtelijke belangen te behartigen. Onbetwist is gesteld dat [verzoekster] en [verzoeker] een eenmalige uitkering hebben gekregen van minimaal € 30.000,- en dat al hun schulden worden overgenomen door de overheid. Ook is gebleken dat de kantonrechter op eigen initiatief en ambtshalve op de grond van lichamelijke en geestelijke toestand het bewind heeft ingesteld, terwijl het bewind was aangevraagd omdat er sprake was van problematische schulden. Voor het hof staat voldoende vast dat [verzoekster] en [verzoeker] hun financiën weer op orde hebben en dat zij geen schulden meer hebben. Het hof is al met al van oordeel dat een onderbewindstelling een te zware maatregel is en dat de noodzaak van de onderbewindstelling niet langer bestaat. [verzoekster] en [verzoeker] hebben misschien niet altijd voortvarend gecommuniceerd met hun bewindvoerder(s), maar worden door het hof voldoende in staat geacht, eventueel met ondersteuning van door henzelf in te schakelen hulpverlening en/of familie, hun financiën te beheren.

5.6.

Gelet op het voorgaande zal het hof de bestreden beschikking vernietigen, voor zover het de periode vanaf heden betreft, en het bewind opheffen, nu de noodzaak van het bewind niet (meer) bestaat.

6De beslissing

Het hof, beschikkende in hoger beroep:

vernietigt de beschikkingen van de kantonrechter in de rechtbank Midden-Nederland, locatie Almere, van 30 september 2021 en opnieuw beschikkende:

heft het bewind over de goederen die toebehoren of zullen toebehoren aan:

- [verzoeker] , geboren [in] 1964, en

- [verzoekster] , geboren [in] 1978,

met ingang van heden op;

verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad.

Deze beschikking is gegeven door mrs. E.B.E.M. Rikaart-Gerard, M.A.F. Veenstra en W. Schoo, bijgestaan door I.M. Walinga als griffier, en is op 17 november 2022 uitgesproken in het openbaar in tegenwoordigheid van de griffier.



© Copyright 2009 - 2024 XS2Knowledge b.v. - KVK: 24486465 - Telefoon: 085 744 0 733