Rechtbank Amsterdam 17-11-2022, ECLI:NL:RBAMS:2022:6728

Datum publicatie25-11-2022
ZaaknummerC/13/724257 / KG ZA 22-906
ProcedureKort geding
ZittingsplaatsAmsterdam
RechtsgebiedenCiviel recht; Verbintenissenrecht
TrefwoordenErfrecht; Wilsonbekwaamheid erflater;
Tuchtrecht / aansprakelijkheid; Tuchtrecht/aansprakelijkheid notaris;
Overig; Privacy in het familierecht;
Familieprocesrecht; Kort geding art. 254 Rv
Wetsverwijzingen

Inhoudsindicatie

Vermoeden van (financieel) misbruik erflaatster door mantelzorger. Op de notaris rust zware plicht om mogelijk misbruik kwetsbare personen te signaleren. Aanwijzingen dat notaris verwijtbaar en ondeskundig heeft gehandeld bij totstandkoming testament. Onderzoek is in dat geval (postuum) in belang erflaatster. Verschoningsrecht notaris werpt belemmering op voor onderzoek naar vermoedelijke misstand. Veroordeling afgifte dossier.

Volledige uitspraak


vonnis

RECHTBANK AMSTERDAM

Afdeling privaatrecht, voorzieningenrechter civiel

zaaknummer / rolnummer: C/13/724257 / KG ZA 22-906 AB/EB

Vonnis in kort geding van 17 november 2022

in de zaak van

1 [eiser] ,

wonende te [woonplaats] ,

2. [eiseres],

wonende te [woonplaats] ,

eisers bij dagvaarding van 26 oktober 2022,

advocaat mr. H. Loonstein te Amsterdam,

tegen

MR. [gedaagde], in haar hoedanigheid van waarnemend notaris van het protocol van oud-notaris [oud-notaris] ,

kantoorhoudende te [plaats] ,

gedaagde,

advocaat mr. I.R. Köhne te Voorburg.

Partijen zullen eisers en notaris [gedaagde] worden genoemd.

1De procedure

Op de zitting van 3 november 2022 hebben eisers de vordering zoals omschreven in de dagvaarding toegelicht. Notaris [gedaagde] heeft verweer gevoerd aan de hand van een conclusie van antwoord die van tevoren was toegestuurd. Beide partijen hebben producties ingediend en [eiser] ook een pleitnota.

Bij de zitting waren eisers aanwezig met mr. Loonstein. Notaris [gedaagde] was aanwezig met mr. Köhne.

Vonnis is bepaald op vandaag.

2De feiten

2.1.

De tante van eisers, [tante] , hierna ook wel erflaatster genoemd, is nooit getrouwd geweest en had geen kinderen. Zij heeft tot vier keer toe een testament laten opmaken. In haar testamenten van 1976, 1984 en 1998 had zij telkens – kort gezegd – haar moeder en/of haar jongere broer [broer] en/of diens kinderen (eisers) tot haar enige erfgenamen benoemd.

2.2.

Op 27 oktober 2017 heeft erflaatster haar testament voor de laatste keer gewijzigd. Zij heeft in dat testament haar eerdere wilsbeschikkingen herroepen en haar buurman en mantelzorger [naam 1] als enig erfgenaam en executeur benoemd.

2.3.

[naam 1] houdt zich blijkens het handelsregister sinds 11 januari 2016 bezig met welzijnswerk voor ouderen, vanuit zijn eenmanszaak [zaak] .

2.4.

In het testament van 2017 staat als notaris vermeld mr. [naam 2] , kandidaat-notaris, als waarnemer van notaris mr. [oud-notaris] . Het kantoor van [oud-notaris] bestaat niet meer. In december 2017 kwam aan het licht dat [oud-notaris] derdengelden van cliënten had verduisterd en stukken had vervalst om dat te verhullen. Hij is toen meteen geschorst en in 2018 uit het ambt ontzet. In 2020 is hij vanwege deze feiten veroordeeld tot twee jaar gevangenisstraf en een beroepsverbod van vijf jaar. [oud-notaris] had ook andere notariële gedragsregels geschonden, door twee oud-notarissen in dienst te nemen die uit het ambt waren ontzet. Eén van hen werkte onder een valse naam bij het kantoor. Een derde werknemer van het kantoor was door de tuchtrechter al eens op de vingers getikt omdat hij als kandidaat-notaris geld had onttrokken aan nalatenschappen. Het kantoor van [oud-notaris] bestaat niet meer. Notaris [gedaagde] is door de voorzitter van de Kamer voor het Notariaat benoemd tot waarnemer van het protocol van [oud-notaris] . In die hoedanigheid heeft zij sindsdien de beschikking over onder meer het dossier van erflaatster.

2.5.

Bij beschikking van 28 mei 2019 zijn een bewindvoerder en een mentor benoemd voor erflaatster. Anders dan verzocht heeft de kantonrechter daarbij niet [naam 1] maar een professionele bewindvoerder benoemd.

2.6.

Op 15 januari 2021 is erflaatster op 88-jarige leeftijd overleden. Haar moeder en jongere broer waren al eerder overleden.

2.7.

Eisers vertrouwden de gang van zaken rond het laatste testament niet, en waren van plan dat aan te vechten. Om hun belang bij nietigverklaring van dat testament te kunnen aantonen, hebben zij de eerdere testamenten opgevraagd bij notaris [notaris] , die het protocol had overgenomen van de notaris die de eerdere testamenten had verleden. Notaris [notaris] heeft niet voldaan aan het verzoek tot afgifte, met een beroep op de notariële geheimhouding. Bij vonnis van 17 juni 2021 heeft de voorzieningenrechter van deze rechtbank notaris [notaris] veroordeeld tot afgifte van de eerdere testamenten.

2.8.

In de eerste helft van 2021 heeft de kantonrechter op verzoek van eisers [naam 1] geschorst, en later ontslagen als executeur testamentair, en de woning van erflaatster verzegeld. De kantonrechter was van oordeel dat het bewindsdossier van erflaatster aanleiding gaf om te twijfelen aan de intenties van [naam 1] en de geldigheid van het testament en zijn benoeming als erfgenaam.

2.9.

Eisers zijn een bodemprocedure tegen [naam 1] gestart. Inzet van die procedure is onder meer nietigverklaring van het in 2017 opgemaakte testament, op de grond dat erflaatster ten tijde van het opmaken van dat testament niet meer wilsbekwaam was als gevolg van een geestelijke stoornis. In die procedure is op 11 mei 2022 een tussenvonnis gewezen, waarin aan eisers is opgedragen te bewijzen dat erflaatster op 27 oktober 2017 vanwege een geestelijke stoornis niet in staat was tot een redelijke waardering van haar belangen bij het aanpassen van haar testament. Eisers zijn in de gelegenheid gesteld getuigen te horen en om andere bewijsstukken in te brengen.

2.10.

In augustus 2021 heeft Follow the Money (FTM) op haar website een artikel gepubliceerd onder de kop “Erfenis dementerende ouderen is makkelijke prooi voor mantelzorgers”. In dat artikel wordt onder meer ingegaan op de contacten van [naam 1] en erflaatster (onder andere namen). In het artikel schrijft FTM dat zij heeft ontdekt dat [naam 1] ook een aanzienlijk deel van de erfenis van een andere buurvrouw heeft opgestreken. In het artikel staat dat [naam 1] tegenover FTM heeft verklaard erbij te zijn geweest toen de notaris bij erflaatster langs kwam, omdat ze slechthorend was.

2.11.

De huisartsenpraktijk waar erflaatster in haar laatste levensfase patiënt was, heeft in september 2021 op last van de voorzieningenrechter van deze rechtbank het medische dossier van erflaatster over de jaren 2015 tot en met 2018 moeten afgeven. De huisartsenpraktijk had dat geweigerd met een beroep op het medische beroepsgeheim.

2.12.

Op 21 september 2022 is C.M.P.M. Hertogh, hoogleraar ouderengeneeskunde, door de bodemrechter als deskundige gehoord. In het proces-verbaal van dat verhoor staat onder meer het volgende:

“Ik weet wanneer de testamentswijziging heeft plaatsgevonden. Idealiter heb je dan het liefst gegevens uit die tijd. Het dossier van mevrouw is zeer gebrekkig, zowel bij de huisarts als de POH. Dat heeft te maken met de gezondheidssituatie van mevrouw. Zij was echt een zorgmijder. Zij hield contact met hulpverleners af. Als zij daar mee in contact kwam, was het altijd in een soort crisissituatie. In juni van het jaar dat zij haar testament wijzigde is zij opgenomen in de Amstelring. De gegevens uit Amstelring heb ik gezien. Dat zijn de meest contemporaine gegevens gelet op de datum van het testament. Tijdens die opname is regelmatig twijfel geuit aan de wisbekwaamheid van mevrouw. Dat had vooral te maken met medicatieweigering, behandelweigering, gebrek aan inzicht in de ernst van haar eigen gezondheidssituatie. Men heeft haar toch met ontslag gegaan, maar onder verwijzing van de GGZ. Fact is een team van de GGZ dat bemoeizorg brengt. De indicatie was vrees voor maatschappelijke teloorgang. Dat team heeft mevrouw getracht te bezoeken, maar tot zorg is het niet gekomen.

(…)

Mevrouw is nog een keer opgenomen geweest, in Slotervaart, begin 2018. De gegevens die ik daarvan heb gezien komen overeen met die van Amstelring.
In die periode was bij mevrouw geen sprake van dementie. Mevrouw heeft wel een psychiatrisch ziektebeeld en een persoonlijkheidsstoornis. Dat staat niet met zoveel woorden, maar dat leid ik af uit het patroon van haar gedrag dat een constante is over de jaren heen. Rond haar vijftigste kwam zij al in de problemen. Zij is haar werk verloren door ruzie. In 2010 is zij ook door de GGZ gezien, om te kijken of er een reden was voor een RM. Daar is het niet van gekomen. Er is wel psychiatrische diagnostiek gedaan. Het gaat steeds om momentopnames. Er is niet langjarig behandelcontact geweest waaruit een diagnose onderbouwd had kunnen worden. Mevrouw verbrak altijd het contact met hulpverleners. Ik herhaal dat het gedragspatroon dat ik heb kunnen teruglezen mij leidt tot de stelling dat zij een persoonlijkheidsstoornis had. Omdat de diagnostiek beperkt is geweest denk ik dat en schizotypische persoonlijkheid het waarschijnlijkst is. De achterdocht past daarbij. En het verbreken van de contacten ook.

Iemand met een persoonlijkheidsstoornis kan op depressieve op psychotische episodes hebben Bij mevrouw is in 2010 een waanstoornis vastgesteld. Dat wil niet zeggen dat er permanent een waanstoornis aanwezig was. Of haar wel steeds aanwezige achterdocht voortkwam uit een waanstoornis, kan ik niet zeggen. De achterdocht is kenmerk van de schizotypische en de paranoïde persoonlijkheid.

Ben je met zo’n stoornis in staat om je wil te bepalen ter zake een nalatenschap?

Ik twijfel daaraan. Achterdocht is geen goede raadgever. Achterdocht brengt je altijd in problemen en maakt dat je moeilijk in staat bent om een beslissing te maken over het opmaken van je testament. Het bedrieglijke van een persoonlijkheidsstoornis is, is dat het gaat om persoonlijkheidstrekken die wij allemaal wel eens ervaren maar als dat je drijfveer is, kom je in de problemen.

Het kan inderdaad zo zijn dat de beslissingen van mevrouw ook in bijvoorbeeld 2003, 2009 en 2013 waren gedreven door die achterdocht. Dat valt niet uit te sluiten want dat patroon toonde zij.

Als je kijkt naar wilsbekwaamheid ter zake een testament kijk je ook of de mensen vrij plotseling afwijken van een in het verleden gehuldigd waardepatroon, zonder duidelijke motivatie. Als ik die notaris was geweest, had ik daar natuurlijk een vraag over gehad. (…) Als ik notaris was zou het voor mij een alarmsignaal zijn aangaande de wilsbekwaamheid als in een testament wettelijk erfgenamen zouden worden vervangen door een derde en al helemaal als die persoon van die derde afhankelijk zou zijn.

Heeft u aanleiding om te denken dat mevrouw in dit geval afhankelijk was?

Ja, als ik zo teruglees in het dossier, heb ik de indruk dat zij afhankelijk was van de heer [naam 1] . Met afhankelijk bedoel ik hier undue influence, ongepaste beïnvloeding. Daar moet je altijd op bedacht zijn als mensen mentaal kwetsbaar zijn. voor ons als hulpverlener is het belangrijk om grenzen in acht te nemen als patiënten van ons afhankelijk zijn. dat geldt ook in dit soort kwesties. Ik wil benadrukken dat ik niet zeg dat er in dit geval sprake was van ongepaste beïnvloeding, wel dat er aanleiding was om daarop bedacht te zijn. (…)”

2.13.

Op 23 september 2022 is notaris [gedaagde] gehoord als getuige. Zij heeft toen een aantal vragen beantwoord, onder meer over de inhoud van het dossier van erflaatster.

2.14.

Notaris [gedaagde] heeft niet voldaan aan het verzoek van eisers om het hele dossier aan hen af te geven. Wel heeft zij, na afstemming met (de advocaat van) [naam 1] , aan eisers de informatie verstrekt die volgens haar niet onder haar geheimhoudingsplicht valt. Het gaat om de hierna opgesomde stukken/informatie, die gedeeltelijk onleesbaar is gemaakt door notaris [gedaagde] vanwege haar geheimhoudingsplicht:

  • een bevestiging van inschrijving van het testament in het Centraal Testamentenregister;

  • het testament;

  • de uitdraai uit de agenda van oud-notaris [oud-notaris] tot het passeren van het testament;

  • een brief van [naam 3] (medewerker van het kantoor) aan erflaatster van 19 oktober 2017 met een bevestiging van de passeerafspraak en als bijlagen het testament in concept en een declaratie;

  • een e-mail van [naam 3] aan [naam 1] van 19 oktober 2017 met als bijlage het testament in concept en een declaratie. In de e-mail staat onder meer het volgende:

“Zoals besproken treft u bijgaand de correspondentie die ik vandaag per post naar mw. [eiser] heb verzonden.

o het testament in concept; en

o een declaratie (…)”

Op de uitdraai van deze e-mail staat de handgeschreven aantekening “tel contact 25 10 17 akte = ok”;

  • een kopie van de identiteitskaart van erflaatster, met daarop (i) een aantekening dat kandidaat-notaris [naam 2] het origineel heeft gezien op 27 oktober 2017, met een paraaf, en (ii) een stempel met handtekening van [naam 3] dat erflaatster conform de geldende regels op 12 oktober 2017 is geïdentificeerd aan de hand van het legitimatiebewijs en dat daarvan een kopie is gemaakt. In de kopie die aan eisers is verstrekt, heeft notaris [gedaagde] de datum van afgifte van de identiteitskaart onleesbaar gemaakt;

  • een uitdraai uit het systeem van kantoor [oud-notaris] met daarop de handgeschreven aantekeningen “mevr kan veel vertellen en is goed bij de les  geen twijfel aan wilsbekwaamheid” en “mevr is alleen wat doof zodat het wat moeilijk communiceren is”;

  • de laatste pagina van correspondentie van erflaatster aan een geadresseerde die notaris [gedaagde] heeft afgeschermd vanwege haar geheimhoudingsplicht. Boven de handtekening van erflaatster staat de plaats en datum van ondertekening vermeld (Amsterdam, 11 september 2017).

2.15.

[naam 3] heeft in een e-mail van 27 oktober 2022 bevestigd dat zij de handgeschreven aantekeningen in het dossier heeft gemaakt.

2.16.

Oud kandidaat-notaris [naam 2] is door eisers opgeroepen om te getuigen op 21 november 2022. In een e-mail aan notaris [gedaagde] daarover heeft hij geschreven:

“Eerlijk gezegd zegt deze zaak mij niets. Kan mij er oprecht niets van herinneren”.

3. Het geschil

3.1.

Eisers vorderen, kort gezegd, notaris [gedaagde] te veroordelen tot afgifte van het dossier van hun tante, met veroordeling van notaris [gedaagde] in de proceskosten.

3.2.

Notaris [gedaagde] voert verweer. Dat komt erop neer dat zij haar notariële geheimhoudingsplicht zou schenden als zij nog andere stukken uit het dossier aan eisers zou verstrekken.

3.3.

Op de stellingen van partijen zal, voor zover van belang, hierna worden ingegaan.

4De beoordeling

4.1.

Het gaat erom of notaris [gedaagde] verplicht is de overige stukken uit het dossier van erflaatster die zij onder zich heeft, geheim te houden. In artikel 22 van de Wet op het notarisambt is bepaald dat de notaris “ten aanzien van al hetgeen waarvan hij uit hoofde van zijn werkzaamheid als zodanig kennis neemt tot geheimhouding is verplicht.”
De vraag of iets aan de notaris als zodanig is toevertrouwd, wordt in beginsel bij uitsluiting door de notaris zelf beantwoord. Wel valt volgens vaste rechtspraak informatie over de gang van zaken die heeft geleid tot het tot stand komen van een akte of de wijze waarop de notaris zich een oordeel heeft gevormd over bijvoorbeeld de wilsbekwaamheid van een cliënt, niet onder de geheimhoudingsplicht. In deze laatste categorie valt de informatie die notaris [gedaagde] tot dusver aan eisers heeft verstrekt.

4.2.

De grondslag voor de geheimhoudingsplicht en het daaraan gekoppelde verschoningsrecht moet worden gezocht in het algemene rechtsbeginsel dat bij een beperkte groep vertrouwenspersonen, onder wie notarissen, het maatschappelijk belang dat de waarheid in rechte aan het licht komt, moet wijken voor het maatschappelijk belang dat een ieder zich vrijelijk en zonder vrees voor openbaarmaking van het besprokene om bijstand en advies tot hen moet kunnen wenden 1. Het grote belang van de geheimhoudingsplicht komt onder meer tot uitdrukking door de strafbaarstelling, in artikel 272 van het Wetboek van Strafrecht, van schending van een ambts- of beroepsgeheim. Eisers stellen de zaken te simpel voor als zij aannemen dat de notaris zich opwerpt als beschermengel van [oud-notaris] . Er is geen enkele aanleiding om te veronderstellen dat notaris [gedaagde] zich sterk maakt voor enig ander belang dan het hiervoor genoemde maatschappelijk belang.

4.3.

Het verschoningsrecht is niet absoluut. Er kunnen zich zeer uitzonderlijke omstandigheden voordoen waarin het belang dat de waarheid aan het licht komt – ook ten aanzien van datgene waarvan de wetenschap de verschoningsgerechtigde als zodanig is toevertrouwd – boven het verschoningsrecht gaat. 2 Deze inbreuk op het verschoningsrecht mag niet verder gaan dan strikt noodzakelijk is voor het aan het licht brengen van de waarheid en voor een dergelijke uitzondering gelden strenge motiveringseisen. Hierbij kan onder meer een rol spelen of het gaat om een tegen de verschoningsgerechtigde bestaande verdenking; de aard en ernst van de verdenking(en); de aard en omvang van de gegevens en de vraag of de informatie niet via andere weg kan worden verkregen.

4.4.

In deze zaak speelt een vermoeden van (financieel) misbruik van erflaatster door haar mantelzorger. Uit de verklaring van deskundige Hertogh blijkt dat erflaatster psychisch zeer kwetsbaar was, ook in de periode dat zij haar testament opmaakte. [naam 1] moet dat hebben geweten. Zo blijkt erflaatster in haar laatste levensjaren telkens te hebben gezegd dat ze Jezus in aanwezigheid van twee agenten had gezien. Niet alleen eisers, maar ook de begrafenisondernemer en de dominee die haar uitvaart heeft begeleid, maken daarvan melding. Bovendien lijkt het er op, gezien de publicatie in FTM, dat [naam 1] zich ook in het testament van een andere bejaarde buurvrouw heeft gewerkt. Het misbruik van kwetsbare ouderen om hun hun vermogen afhandig te maken, is een ernstige misstand.

4.5.

Op de notaris rust de zware plicht om mogelijk misbruik van kwetsbare personen te signaleren. Hij moet zijn ministerie weigeren als hij de indruk heeft dat de cliënt niet in staat is zijn wil te bepalen. Als de notaris die plicht niet secuur vervult, dreigt het risico dat met een testament iets heel anders wordt bereikt dan wat de cliënt altijd voor ogen had.

4.6.

In deze zaak zijn er aanwijzingen dat de geheimhouder verwijtbaar en ondeskundig heeft gehandeld bij de totstandkoming van het testament van erflaatster. Notaris [gedaagde] heeft verklaard in het dossier geen Stappenplan Beoordeling Wilsbekwaamheid te hebben aangetroffen. De handgeschreven aantekening “geen twijfel aan wilsbekwaamheid” is afkomstig van [naam 3] , een juridisch medewerker en niet degene die het testament heeft verleden. Het Stappenplan Beoordeling Wilsbekwaamheid is door de Koninklijke Notariële Beroepsorganisatie opgesteld, in samenwerking met deskundigen, en wordt door (kandidaat-)notarissen gebruikt als hulpmiddel bij de beoordeling van de wilsbekwaamheid van een cliënt. Pas als er aanleiding is om aan de wilsbekwaamheid van een cliënt te twijfelen, komt het Stappenplan in beeld.

4.7.

Voor de medewerkers van kantoor [oud-notaris] moet duidelijk zijn geweest dat erflaatster zich voor praktische zaken verliet op [naam 1] . Zo werd een kopie van de correspondentie aan erflaatster ook aan hem gestuurd, en is aannemelijk dat hij aanwezig was bij het passeren van het testament. Dat gegeven, in combinatie met het voornemen van erflaatster om haar neef en nicht uit haar testament te halen en [naam 1] , van wie zij zich afhankelijk toonde, tot haar enig erfgenaam te benoemen, had voor de (kandidaat-)notaris die het testament zou verlijden, aanleiding moeten zijn om de wilsbekwaamheid van erflaatster te toetsen. Het lijkt erop dat dit niet is gebeurd.

4.8.

In het geval dat erflaatster inderdaad niet wilsbekwaam was, is door het verlijden van het testament haar laatste wil niet uitgevoerd. Waar zij in het verleden herhaaldelijk en uitdrukkelijk aan haar familieleden had laten weten dat haar erfenis in de familie zou blijven, dreigt die nu naar een ander te gaan. En terwijl zij zich in haar eerdere testamenten ervan had verzekerd dat zij zou worden begraven op de Joodse begraafplaats in Muiderberg, is zij nu op een christelijke begraafplaats begraven. Met het verlijden van het testament is – als ze op dat moment wilsonbekwaam was – het tegendeel bereikt van wat ze altijd had gewild. Een onderzoek is in dat geval ook (postuum) in haar belang. Het verschoningsrecht van de notaris werpt hier een belemmering op voor onderzoek naar een vermoedelijke misstand. 3 Het belang van waarheidsvinding weegt in dit geval daarom zwaarder dan de geheimhoudingsplicht van de notaris.

4.9.

Voor het onderzoek naar de vraag of er gronden zijn om het testament te vernietigen, is afgifte van het gehele dossier noodzakelijk. Van belang is immers niet alleen welke stukken daarin zitten, maar ook welke stukken daar juist niet in zitten.

4.10.

Eisers hebben een spoedeisend belang bij hun vordering. Oud kandidaat-notaris [naam 2] zal nog deze maand als getuige worden gehoord, en eisers moeten hem kunnen confronteren met de inhoud van het dossier.

4.11.

De slotsom van het voorgaande is dat de vordering zal worden toegewezen.

4.12.

Notaris [gedaagde] zal als de in het ongelijk gestelde partij, worden veroordeeld in de proceskosten. De kosten aan de zijde van eisers worden begroot op:

- dagvaarding € 125,03

- griffierecht 314,00

- salaris advocaat 1.016,00

Totaal € 1.455,03

5De beslissing

De voorzieningenrechter

5.1.

veroordeelt notaris [gedaagde] om binnen twee werkdagen na vonnisdatum een kopie van het dossier van erflaatster ( [tante] ) aan eisers te verschaffen,

5.2.

veroordeelt notaris [gedaagde] in de proceskosten, aan de zijde van eisers tot op heden begroot op € 1.455,03,

5.3.

verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad,

5.4.

wijst het meer of anders gevorderde af.

Dit vonnis is gewezen door mr. A.J. Beukenhorst, voorzieningenrechter, bijgestaan door mr. E. van Bennekom, griffier, en in het openbaar uitgesproken op 17 november 2022. 4

1

Zie bijvoorbeeld ECLI:NL:HR:2002:AE6324

3

Vergelijk de conclusie van de procureur-generaal bij de Hoge Raad in ECLI:NL:HR:2009:BG9494.

4

type: EB

coll: MA



© Copyright 2009 - 2024 XS2Knowledge b.v. - KVK: 24486465 - Telefoon: 085 744 0 733