Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden 15-11-2022, ECLI:NL:GHARL:2022:9789

Datum publicatie17-11-2022
Zaaknummer200.307.847
ProcedureHoger beroep
ZittingsplaatsArnhem
RechtsgebiedenCiviel recht; Personen- en familierecht
TrefwoordenMeerderjarigenbescherming; Curatele; Bewind
Wetsverwijzingen

Inhoudsindicatie

Verzoek omzetting curatele in bewind. Advocaat vraagt zaak zonder mondelinge behandeling op stukken af te doen, omdat curator instemt met verzoek. Hof wijst dit af. De beslissing of curatele al dan niet wordt opgeheven of wordt omgezet in bewind en mentorschap, staat niet ter vrije beschikking van pp. De rechter - in dit geval het Hof - moet een daarop gericht verzoek zelfstandig toetsen. Verzoek afgewezen, want verzoeker heeft weer nagelaten met - medische- stukken - te onderbouwen dat gronden niet langer aanwezig zijn.

Volledige uitspraak


GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN

locatie Arnhem

afdeling civiel recht

zaaknummer gerechtshof 200.307.847

(zaaknummer rechtbank Overijssel 8637558)

beschikking van 15 november 2022

inzake

[verzoeker] ,

wonende te [woonplaats1] ,

verzoeker in hoger beroep,

verder te noemen: [verzoeker] ,

advocaat: mr. R. Kaya te Enschede.

Als overige belanghebbende is aangemerkt:

[naam1] Bewindvoering B.V.,

gevestigd te [vestigingsplaats] ,

verder te noemen: [naam1] .

1Het geding in eerste aanleg

Het hof verwijst voor het geding in eerste aanleg naar de beschikking van de kantonrechter (rechtbank Overijssel, team toezicht-bewindsbureau, zittingsplaats Enschede) van 6 december 2021, uitgesproken onder voormeld zaaknummer, verder ook te noemen: de bestreden beschikking.

2Het geding in hoger beroep

2.1

Het verloop van de procedure blijkt uit:

  • het beroepschrift met producties, ingekomen op 4 maart 2022;

  • een e-mailbericht van mr. Kaya van 27 september 2022 met een productie;

  • een e-mailbericht van mr. Kaya van 10 oktober 2022;

  • een e-mailbericht van [naam1] van 12 oktober 2022.

2.2

De mondelinge behandeling heeft op 13 oktober 2022 plaatsgevonden. [verzoeker] was aanwezig en werd bijgestaan door zijn advocaat.

3De feiten

3.1

[verzoeker] is geboren [in] 1949 te [plaats1] .

3.2

Bij beschikking van 4 juni 2014 heeft de kantonrechter [verzoeker] onder curatele gesteld wegens een geestelijke stoornis en een curator benoemd.

Bij beschikking van 9 april 2015 heeft dit hof deze beschikking bekrachtigd.

3.3

Bij beschikking van 29 maart 2016 heeft de kantonrechter het verzoek van [verzoeker] tot omzetting van de curatele in onderbewindstelling, afgewezen.

3.4

Bij beschikking van 1 februari 2019 heeft de kantonrechter het verzoek van [verzoeker] tot omzetting van de curatele in mentorschap, afgewezen.

3.5

Bij beschikking van 3 oktober 2019 heeft de kantonrechter het verzoek van [verzoeker] tot omzetting van de curatele in onderbewindstelling ten behoeve van (het vermogen van) [verzoeker] afgewezen.

Bij beschikking van 22 april 2021 heeft dit hof deze beschikking bekrachtigd.

3.6

Bij ambtshalve beschikking van 23 juni 2020 heeft de kantonrechter de toenmalige curator met ingang van 1 juli 2020 ontslagen als curator en met ingang van 1 juli 2020 [naam1] tot opvolgend curator benoemd.

4De omvang van het geschil

4.1

Bij de bestreden beschikking heeft de kantonrechter het verzoek van [verzoeker] om de curatele om te zetten naar bewind en mentorschap, afgewezen.

4.2

[verzoeker] is met één grief in hoger beroep gekomen van de bestreden beschikking. [verzoeker] verzoekt het hof de bestreden beschikking te vernietigen en, opnieuw beschikkende, zijn verzoek tot omzetting van de curatele in bewind en mentorschap alsnog toe te wijzen.

5De motivering van de beslissing

5.1

Ingevolge artikel 1:378 lid 1 sub a van het Burgerlijk Wetboek (BW) kan een meerderjarige door de kantonrechter onder curatele worden gesteld, wanneer hij tijdelijk of duurzaam zijn belangen niet behoorlijk waarneemt of zijn veiligheid of die van anderen in gevaar brengt, als gevolg van

  1. zijn lichamelijke of geestelijke toestand, dan wel

  2. gewoonte van drank- of drugsmisbruik,

en een voldoende behartiging van die belangen niet met een meer passende en minder verstrekkende voorziening kan worden bewerkstelligd.

5.2

Ingevolge artikel 1:389 lid 2 BW kan de kantonrechter, indien de noodzaak daartoe niet meer bestaat of voortzetting van de curatele niet zinvol is gebleken, de curatele opheffen, zulks op verzoek van de curator of degene die gerechtigd is de curatele te verzoeken als bedoeld in artikel 379, alsmede ambtshalve.

5.3

[verzoeker] kan zich met de bestreden beschikking niet verenigen en voert daartoe het volgende aan. Volgens [verzoeker] zijn de omstandigheden gewijzigd sinds het vorige verzoek tot omzetting van de curatele in bewind en mentorschap, omdat hij in de praktijk al twee jaar alles zelf regelt. De curator hoeft alleen af en toe dingen te accorderen. [verzoeker] gaat niet onzorgvuldig om met geld. [verzoeker] is juist zuinig en waardeert geld op de juiste waarde. [verzoeker] is dan ook in staat om zijn eigen belangen waar te nemen. [verzoeker] brengt zichzelf of anderen niet in gevaar en er is geen sprake van verslavingsproblematiek. [verzoeker] meent onder deze omstandigheden dat er in de praktijk geen verschil is tussen curatele enerzijds en bewind en mentorschap anderzijds, terwijl omzetting van de curatele zijn psychische druk sterk vermindert. [verzoeker] wijst in dit kader op de rapportage van psychiater [naam2] van 4 november 2020.

5.4

Bij e-mailbericht van 10 oktober 2022 heeft mr. Kaya verzocht de onderhavige procedure ‘op de stukken af te doen’ (dat wil zeggen: zonder mondelinge behandeling), omdat de curator instemt met omzetting van de curatele in bewind en mentorschap. Bij e-mailbericht van 12 oktober 2022 heeft [naam1] eveneens uitdrukkelijk ingestemd met omzetting van de curatele in bewind en mentorschap. Er zijn volgens [naam1] in overleg met de behandelaar voldoende waarborgen ingebouwd, zodat deze maatregelen voldoende bescherming bieden.

5.5

Het hof stelt voorop dat de beslissing of de curatele al dan niet wordt opgeheven of omgezet wordt in bewind en mentorschap, niet ter vrije beschikking van partijen staat.
Het is aan de kantonrechter - of aan het hof in hoger beroep - om te beoordelen of aan de hiervoor onder 5.1 genoemde voorwaarden voor het opheffen (of omzetten) van de curatele is voldaan. Bij de hiervoor in rechtsoverweging 3.5 vermelde beschikking van 22 april 2021 heeft dit hof naar aanleiding van een eerder verzoek van [verzoeker] tot omzetting van de curatele in onderbewindstelling overwogen dat het op de weg van [verzoeker] ligt om met stukken nader te onderbouwen dat er sprake is van een verbetering in zijn geestelijke en/of lichamelijke toestand en dat de gronden voor curatele niet langer aanwezig zijn. [verzoeker] heeft dit heeft toen nagelaten. Het hof heeft daarop geconcludeerd dat er geen andere maatregel (dan de curatele) is die [verzoeker] afdoende bescherming biedt. In de onderhavige procedure in hoger beroep heeft [verzoeker] wederom niet met - medische- stukken - nader onderbouwd dat de gronden voor curatele niet langer aanwezig zijn.
De eerder dit jaar geplande mondelinge behandeling van het onderhavige verzoek van [verzoeker] is op verzoek van zijn advocaat door het hof uitgesteld in afwachting van een rapport van een psycholoog, maar een dergelijk rapport is vervolgens niet aan het hof overgelegd. [verzoeker] heeft ook anderszins geen nieuwe feiten of omstandigheden aangevoerd die moeten leiden tot het oordeel dat de gronden voor curatele niet langer aanwezig zijn. Dat [verzoeker] al twee jaar alles zelf regelt is, nog daargelaten dat [verzoeker] deze stelling niet nader heeft onderbouwd, onvoldoende grond voor het oordeel dat de gronden voor curatele niet langer aanwezig zijn.

Ook de mondelinge behandeling in hoger beroep geeft het hof geen aanleiding om aan te nemen dat de sociale en financiële kwetsbaarheid van [verzoeker] is afgenomen. Het voorgaande betekent dat het verzoek in hoger beroep moet worden afgewezen.

5.6

Het voorgaande neemt niet weg dat het hof oog heeft voor de psychische druk en de weerstand van [verzoeker] tegen de curatele. Het hof is evenwel van oordeel dat een zwaarder gewicht moet worden toegekend aan de te beschermen belangen van [verzoeker] .

6De slotsom

Op grond van hetgeen hiervoor is overwogen, zal het hof de bestreden beschikking bekrachtigen.

7De beslissing

Het hof, beschikkende in hoger beroep:

bekrachtigt de beschikking van de kantonrechter (rechtbank Overijssel, team toezicht-bewindsbureau, zittingsplaats Enschede) van 6 december 2021.

Deze beschikking is gegeven door mrs. I.G.M.T. Weijers-van der Marck, R. Feunekes en E. de Boer, bijgestaan door mr. M. van Esveld als griffier, en is op 15 november 2022 uitgesproken in het openbaar in tegenwoordigheid van de griffier.



© Copyright 2009 - 2024 XS2Knowledge b.v. - KVK: 24486465 - Telefoon: 085 744 0 733