Rechtbank Gelderland 09-11-2022, ECLI:NL:RBGEL:2022:6172

Datum publicatie16-11-2022
ZaaknummerC/05/401463 / HA ZA 22-121
ProcedureEerste aanleg - enkelvoudig
ZittingsplaatsArnhem
RechtsgebiedenCiviel recht; Goederenrecht
TrefwoordenFamilievermogensrecht; Ongehuwd samenleven; Gebruiksvergoeding; Medewerking aan verkoop/toedeling; Verdeling
Wetsverwijzingen

Inhoudsindicatie

Samenlevingscontract: afgesproken dat kosten hypotheek naar rato van eigendomsaandeel werd betaald en kosten gemeenschappelijke huishouding naar rato van inkomen. Feitelijk hebben pp gedurende samenwoning anders gehandeld dan afgesproken. Hij betaalde hypotheeklasten en zij onevenredig groot deel van kosten gemeenschappelijke huishouding. Tussentijds is nooit bedrag verrekend. Partijen hebben feitelijk anders gehandeld dan overeengekomen en daarmee stilzwijgend afspraken uit contract gewijzigd. Vorderingen afgewezen.

Volledige uitspraak


vonnis

RECHTBANK GELDERLAND

Team kanton en handelsrecht

Zittingsplaats Arnhem

zaaknummer / rolnummer: C/05/401463 / HA ZA 22-121 / 115 / 1628

Vonnis van 9 november 2022

in de zaak van

[eiseres in conventie, verweerster in reconventie] ,

wonende te [woonplaats],

eiseres in conventie,

verweerster in reconventie,

advocaat mr. P. van Lingen te Alkmaar,

tegen

[gedaagde in conventie, eiser in reconventie] ,

wonende te [woonplaats],

gedaagde in conventie,

eiser in reconventie,

advocaat mr. A. Carli te Geleen.

Partijen zullen hierna [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] en [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] worden genoemd.

1De procedure

1.1.

Het verloop van de procedure blijkt uit:

  • het tussenvonnis van 22 juni 2022

  • de conclusie van antwoord in reconventie tevens vermeerdering van eis in conventie van [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] van 2 augustus 2022

  • de akte overlegging producties 8 tot en met 16 van [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] van 15 september 2022

  • de akte overlegging productie 9 van [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] van 21 september 2022

  • het verkorte proces-verbaal van de mondelinge behandeling van 29 september 2022.

1.2.

Ten slotte is vonnis bepaald.

2De feiten

2.1.

[eiseres in conventie, verweerster in reconventie] en [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] hebben een affectieve relatie gehad waaruit op 5 november 2020 een dochter is geboren.

2.2.

Op 31 juli 2020 zijn [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] en [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] ieder voor de onverdeelde helft eigenaar geworden van een perceel grond aan het [adres perceel], kadastraal bekend [kadastrale gegevens]. [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] en [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] hebben op het perceel grond een woning laten bouwen die op 17 september 2020 is opgeleverd, waarna partijen de woning hebben betrokken.

2.3.

[eiseres in conventie, verweerster in reconventie] en [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] hebben hiervoor een hypothecaire geldlening afgesloten bij de Rabobank van € 785.000,00, waarvan € 40.000,00 een bouwdepot betrof. Van het bouwdepot is een deel gebruikt voor investeringen in de woning. Het restant van € 10.728,20 staat op een gezamenlijke bouwrekening.

2.4.

Op 2 oktober 2020 hebben partijen een notarieel samenlevingscontract gesloten. In deze overeenkomst staan de volgende bepalingen:

KOSTEN GEMEENSCHAPPELIJKE HUISHOUDING

Artikel 3.

(…)

2. Partijen verplichten zich naar evenredigheid van hun inkomen bij te dragen in de kosten van de gemeenschappelijke huishouding.

(…)

4. Indien slechts één van de partijen inkomen heeft, komen de kosten van de gemeenschappelijke huishouding geheel ten laste van die partij.

Artikel 4.

1. Tot de kosten van de gemeenschappelijke huishouding worden onder meer gerekend:

(…)

- de kosten ter zake van de aanschaffing van huishoudelijke apparaten en ter meubilering en stoffering van de gemeenschappelijk bewoonde woning, voorzover de betreffende goederen door partijen gezamenlijk in eigendom zijn verkregen;

(…)

2. Indien ter financiering van de door partijen gezamenlijk te bewonen woning en van zaken aangeschaft voor de gemeenschappelijke huishouding een geldlening is/wordt aangegaan, zal de rente met betrekking tot deze geldlening worden gerekend tot de kosten van de gemeenschappelijke huishouding, tenzij partijen met betrekking tot een bepaalde geldlening uitdrukkelijk schriftelijk anders zijn overeengekomen.

3. (…)

EIGENDOM.

Artikel 5.

(…)

3. Goederen die deel uitmaken van een door één van de partijen uitgeoefende onderneming, worden geacht eigendom te zijn van degene die deze onderneming uitoefent.

4. Tegoeden, zoals bankrekeningen en effectenrekeningen, die op welke wijze ook ten name van beide partijen staan, worden geacht aan ieder van hen voor de onverdeelde helft toe te behoren. Partijen worden in dat geval geacht deelgenoten te zijn in een gemeenschap, die bestaat uit de vordering die uit de betreffende rekening voortvloeit. (…)

GEMEENSCHAPPELIJK BEWOONDE WONING

Artikel 6.

(…) 4. Indien door één van of beide partijen een door hen gezamenlijk te bewonen woning (…) in (mede-)eigendom wordt verkregen, zal de partij die (uit eigen middelen) meer dan zijn/haar aandeel van de koopsom en de kosten aangaande deze woning heeft gedragen/voldaan/ingebracht, voor het meerdere een vordering hebben op de andere partij ten bedrage van het nominale bedrag van het hiervoor bedoelde verschil, tenzij partijen met betrekking tot een bepaalde geldlening uitdrukkelijk schriftelijk anders zijn overeengekomen. (…)

EINDE OVEREENKOMST.

Artikel 7.

Deze overeenkomst eindigt:

(…)

d. indien, zonder dat een opzegging als sub a bedoeld heeft plaatsgevonden, partijen in gezamenlijk overleg de overeenkomst feitelijk hebben beëindigd en zijn overgegaan tot verdeling van hun gezamenlijke vermogensbestanddelen.

(…)

2.5.

Op 27 november 2021 is de affectieve relatie geëindigd en heeft [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] de gezamenlijke woning verlaten. Zij is samen met hun dochter gaan wonen bij haar ouders in [woonplaats].

2.6.

[gedaagde in conventie, eiser in reconventie] heeft de woning op 3 januari 2022 laten taxeren door Van Oostede Makelaars, een NVM Register taxateur. [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] heeft het taxatierapport overgelegd met een waardebepaling van € 975.000,00.

3Het geschil

3.1.

Partijen zijn akkoord over toedeling van de woning aan [gedaagde in conventie, eiser in reconventie]. Over de verdere financiële afwikkeling van hun beëindigde samenleving verschillen partijen van mening. De belangrijkste geschilpunten betreffen de praktische gang van zaken met betrekking tot de verdeling van de woning, een vordering tot een gebruiksvergoeding en een vordering tot verrekening van hypotheeklasten. Daarnaast zijn er nog enkele verrekenvorderingen in geschil.

in conventie

3.2.

[eiseres in conventie, verweerster in reconventie] vordert, na vermeerdering en (ter zitting) na vermindering van eis, dat de rechtbank bij vonnis, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad:

  1. [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] veroordeelt zijn medewerking te verlenen aan de verdeling van de gemeenschappelijke onroerende zaak aan het [adres perceel], met benoeming van een notaris en een onzijdig persoon als bij de wet bepaald;

  2. de verdeling vaststelt van de gemeenschappelijke onroerende zaak aan het [adres perceel] op de navolgende wijze:

2.1.

de rechtbank wijst aan een taxateur/makelaar, teneinde de woning te taxeren;

2.2.

dan wel de rechtbank bepaalt dat partijen binnen drie weken na vonniswijzing een taxateur/makelaar aanwijzen, hetzij een gezamenlijk benoemde taxateur/makelaar, hetzij ieder één taxateur/makelaar die dan gezamenlijk een derde taxateur/makelaar aanwijzen;

2.3.

bepaalt dat de door de rechtbank genoemde taxateur/makelaar, dan wel de door partijen gezamenlijk benoemde taxateur/makelaar, dan wel de drie taxateurs/makelaars tezamen in aanwezigheid van beide partijen de woning zullen taxeren binnen zes weken na vonniswijzing tegen de actuele waarde in het economisch verkeer en dat deze taxatie tussen partijen zal gelden als een bindend advies in de zin van artikel 7:900 lid 1 BW;

2.4.

bepaalt dat de kosten van de taxatie door beide partijen gedragen worden, ieder voor de helft;

2.5.

bepaalt dat, voor het geval toedeling aan [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] van de woning onder ontslag van [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] uit de hoofdelijke aansprakelijkheid ter zake de bestaande hypotheekschuld bij de Rabobank kan worden gerealiseerd, aan [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] wordt toegedeeld de woning, onder de verplichting van [gedaagde in conventie, eiser in reconventie]:

- de bestaande hypothecaire geldlening bij de Rabobank geheel voor zijn rekening te nemen als eigen schuld te voldoen en [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] te doen ontslaan uit de hoofdelijke aansprakelijkheid voor deze hypothecaire geldlening;

- de helft van de eventuele overwaarde bestaande uit de taxatiewaarde na aftrek van de hypothecaire geldlening op het moment van de notariële overdracht aan [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] aan [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] te vergoeden, alsmede aan [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] uit te betalen de helft van het saldo van de bouwrekening bij de Rabobank ad € 10.728,20, onder toedeling van dit saldo aan [gedaagde in conventie, eiser in reconventie];

2.6.

bepaalt dat [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] binnen vier weken nadat de taxatie zal zijn gerealiseerd aan [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] dient te berichten dat hij de woning kan overnemen onder ontslag van [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] uit de hoofdelijke aansprakelijkheid van de hypotheekschuld bij de Rabobank;

2.7.

bepaalt dat de levering van de woning aan [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] dient plaats te vinden binnen een maand nadat [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] aan [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] heeft bericht dat hij de woning kan overnemen;

2.8.

bepaalt, voor het geval toedeling van [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] van de woning onder ontslag van [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] uit de hoofdelijke aansprakelijkheid niet binnen twee maanden na de taxatie zal zijn gerealiseerd, dat de verkoop van de woning dient te geschieden door middel van een opdracht aan de taxateur/makelaar die door de rechtbank is genoemd, dan wel door partijen gezamenlijk is aangewezen. Ieder van partijen is gehouden deze taxateur/makelaar daartoe opdracht te geven;

2.9.

bepaalt dat, indien partijen niet binnen twee weken na de opdrachtverlening erin slagen gezamenlijk de vraagprijs te bepalen, de taxateur/makelaar een door hem vast te stellen bindende marktconforme vraagprijs bepaalt;

2.10.

bepaalt dat partijen in overleg met de taxateur/makelaar een verkoopovereenkomst aangaan met degene die de hoogste prijs biedt, indien en voor zover die prijs volgens beide partijen, gezien de marktsituatie ter plaatse en de kwaliteit van de woning, de best mogelijke prijs is. Ingeval partijen het niet eens kunnen worden over de vraag en aanbod wat de best mogelijke prijs is, zal de taxateur/makelaar die naar beste weten en kunnen bindend bepalen;

2.11.

bepaalt dat als de verkoopprijs bindend is vastgesteld beide partijen verplicht zijn hun medewerking te verlenen aan de verkoop en levering van de woning te [woonplaats] aan derden;

2.12.

bepaalt dat de hypothecaire geldlening bij gelegenheid van de eigendomsoverdracht zal worden afgelost uit de verkoopopbrengst van de woning;

2.13.

bepaalt dat de netto verkoopopbrengst gelijkelijk tussen partijen dient te worden verdeeld, dan wel dat eenieder van partijen de helft van de restschuld zal dragen, terwijl voorts ook het restantsaldo van de bouwrekening ad € 10.728,29 bij helfte tussen partijen wordt verdeeld;

2.14.

bepaalt dat ieder van partijen bij de overdracht aan een derde gehouden is de helft van de kosten van de taxateur/makelaar, notaris en de overige kosten ter zake van de verkoop en levering te dragen;

3. een gebruiksvergoeding vaststelt ter zake het alleengebruik door [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] vanaf 27 november 2021 van de echtelijke woning van € 666,00 per maand, zulks vanaf 27 november 2021 tot aan de verdelingsdatum, daarbij ervan uitgaande dat [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] vanaf 27 november 2021 alleen de kosten betaalt van de woning ter zake hypotheekrente, hypotheekaflossing en verdere zakelijke kosten van de woning;

4. bepaalt dat [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] wordt veroordeeld in de proceskosten.

3.3.

[gedaagde in conventie, eiser in reconventie] voert verweer en stelt een eis in reconventie in.

in reconventie

3.4.

[gedaagde in conventie, eiser in reconventie] vordert, na vermindering van eis ter zitting, dat de rechtbank bij vonnis, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad:

  1. [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] veroordeelt tot betaling aan [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] van € 28.581,16 aan hypotheekaflossing en tot betaling van een bedrag van € 1.429,08 per maand vanaf juni 2022 tot het moment dat [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] uit de hoofdelijke aansprakelijkheid is ontslagen dan wel tot het moment dat partijen overeenstemming hebben over de toebedeling van de woning aan [gedaagde in conventie, eiser in reconventie];

  2. [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] veroordeelt tot betaling aan [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] van de helft van de kosten van de WOZ-aanslagen, te weten een bedrag van (€ 3.950,00:2 =) € 1.975,00;

  3. [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] veroordeelt tot betaling aan [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] van de helft van de kosten van de verbouwing en inrichting van de woning van (€ 112.026,04:2 =) € 56.013,02;

  4. althans de bedragen genoemd onder 1, 2, 3 en 4 te verrekenen met het deel van de overwaarde van de woning dat aan [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] toekomt;

  5. met veroordeling van [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] in de proceskosten en nakosten.

3.5.

[eiseres in conventie, verweerster in reconventie] voert verweer.

3.6.

Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

4De beoordeling

in conventie en in reconventie
4.1.

Gezien de onderlinge samenhang zullen de vorderingen in conventie en reconventie gezamenlijk worden behandeld.

4.2.

De rechtbank stelt het volgende voorop. Partijen zijn deelgenoten in een gemeenschap, namelijk de woning en de gezamenlijke bankrekening. Indien de deelgenoten in een gemeenschap geen overeenstemming over de verdeling van een gemeenschap kunnen bereiken, kan de rechter de verdeling daarvan op grond van artikel 3:185 lid 1 BW vaststellen. Bij een dergelijke vaststelling van de verdeling dient de rechtbank naar redelijkheid en billijkheid rekening te houden met de belangen van partijen en het algemeen belang. De rechtbank is daarbij niet gebonden aan hetgeen partijen hebben gevorderd en behoeft niet expliciet in te gaan op hetgeen partijen aanvoeren.

vordering in conventie onder 1: medewerking [gedaagde in conventie, eiser in reconventie], benoeming notaris en onzijdig persoon

4.3.

[eiseres in conventie, verweerster in reconventie] vordert allereerst een veroordeling tot medewerking van [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] aan de verdeling met benoeming van een notaris en een onzijdig persoon als bij de wet bepaald. [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] brengt daar tegenin dat hij bereid is mee te werken en benoeming van een notaris en onzijdig persoon onnodige kosten met zich meebrengt. Ter zitting heeft [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] kenbaar gemaakt dat hij de woning wil overnemen en zelf ook belang heeft om de verdeling zo snel mogelijk af te ronden. De rechtbank ziet geen concrete aanwijzingen dat [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] niet zal meewerken, zodat de benoeming van een notaris of onzijdig persoon niet nodig is, althans niet in dit stadium. De vordering in conventie onder 1 zal daarom worden afgewezen.

vorderingen in conventie onder 2.1 – 2.4: taxatie van de woning

4.4.

Partijen zijn het erover eens dat de woning aan [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] zal worden toebedeeld. Zij verschillen echter van mening over de waardebepaling van de woning en over de vraag welke makelaar de taxatie uit moet voeren. [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] verwijst naar de in zijn opdracht uitgevoerde taxatie van Van Oostede Makelaars en de daarin vastgestelde waarde van € 975.000,00. [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] verzet zich tegen deze waardebepaling en verzoekt gezamenlijk een taxateur te benoemen die de waarde bindend zal vaststellen. De rechtbank stelt vast dat [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] niet is betrokken bij de taxatie in opdracht van [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] en ziet dan ook geen aanleiding om [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] aan deze waardebepaling gebonden te achten. Om tot een gezamenlijke waardebepaling te komen, bepaalt de rechtbank het volgende. [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] wordt in de gelegenheid gesteld een taxateur/makelaar aan te wijzen, die met de reeds door [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] ingeschakelde taxateur/makelaar een derde taxateur/makelaar zal aanwijzen (hierna: de gezamenlijke taxateur/makelaar). Voorts bepaalt de rechtbank dat de gezamenlijke taxateur/makelaar in aanwezigheid van beide partijen de woning zal taxeren tegen de actuele waarde in het economisch verkeer en dat deze taxatie tussen partijen zal gelden als een bindend advies in de zin van artikel 7:900 lid 1 BW (hierna: de gezamenlijke taxatie). De rechtbank sluit aan bij het uitgangspunt dat voor de waardebepaling het moment van feitelijke verdeling geldt. Dat betekent dus dat het gaat om de huidige waarde. Om het proces te bespoedigen bepaalt de rechtbank de termijnen zoals in het dictum aangegeven. De kosten verbonden aan de gezamenlijke taxatie zullen door ieder der partijen bij helfte worden gedragen. De kosten verbonden aan de door partijen aangewezen taxateur/makelaar worden door iedere partij afzonderlijk gedragen.

vorderingen in conventie 2.5 – 2.11 en 2.14: toedeling woning aan [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] of verkoop aan derde

4.5.

[eiseres in conventie, verweerster in reconventie] heeft de rechtbank verzocht om de woning aan [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] toe te delen, mits - samengevat - [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] de hypotheek overneemt en [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] uit de hoofdelijke aansprakelijkheid jegens de bank wordt ontslagen en de helft van de overwaarde krijgt. Over de vordering met betrekking tot het saldo van het bouwdepot beslist de rechtbank onder 4.14. [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] stemt met de toedeling onder deze voorwaarden in, mits de termijnen worden verlengd. De rechtbank zal de vorderingen zoals weergegeven onder 2.5 tot en met 2.7 toewijzen en bepaalt omtrent de termijnen als volgt. Vanaf de gezamenlijke taxatie krijgt [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] drie maanden de tijd om aan [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] te berichten of hij financieel in staat is de woning over te nemen en om het ontslag van [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] uit de hoofdelijke aansprakelijkheid te bewerkstelligen. Na dit bericht dient de levering van de woning aan [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] binnen een termijn van een maand plaats te vinden.

4.6.

Indien [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] niet in staat is tot overname van de woning onder de hiervoor genoemde voorwaarden dient de woning te worden verkocht en geleverd aan een derde. [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] heeft tegen de vorderingen die hier op zien geen verweer gevoerd. Partijen dienen in dat geval binnen één week nadat voornoemde termijn van drie maanden is verstreken (dan wel zoveel eerder als [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] bericht niet in staat te zijn de woning te financieren) een verkoopopdracht te verstrekken aan de gezamenlijke taxateur/makelaar. Indien partijen niet binnen twee weken na de opdrachtverlening erin slagen gezamenlijk de vraagprijs te bepalen, zal de taxateur/makelaar bindend een marktconforme vraagprijs vaststellen. De rechtbank bepaalt dat partijen een verkoopovereenkomst aangaan met de derde tegen de best mogelijke prijs. Partijen zullen alle medewerking dienen te verlenen aan de verkoop en levering van de woning aan derden. De kosten voor de taxateur/makelaar, notaris en overige kosten ter zake van verkoop en levering zullen door ieder der partijen bij helfte worden gedragen. De vorderingen onder 2.8 tot en met 2.11 en 2.14 zullen worden toegewezen zoals in het dictum nader bepaald.

vorderingen in conventie onder 2.5 en 3: verdeling overwaarde, gebruiksvergoeding woning

vorderingen in reconventie onder 1, 2 en 4: verrekening betaalde hypotheeklasten en WOZ-aanslagen

4.7.

Voor de verdeling van de overwaarde geldt het volgende. Met betrekking tot de woning is sprake van een eenvoudige gemeenschap in de zin van artikel 3:166 lid 1 BW en partijen hebben daarin een gelijk aandeel (artikel 3:166 lid 2 BW) . Bij de verdeling kunnen zij daarom aanspraak maken op de helft van de (over)waarde van het goed. Indien de woning wordt toegedeeld aan [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] dient hij op het moment van de notariële overdracht uit hoofde van deze toedeling in beginsel de helft van de overwaarde aan [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] te voldoen, bestaande uit de taxatiewaarde na aftrek van de hypothecaire geldlening.

4.8.

[gedaagde in conventie, eiser in reconventie] is akkoord met de toedeling van de helft van de overwaarde aan [eiseres in conventie, verweerster in reconventie], maar heeft in reconventie een vordering ingesteld met betrekking tot de door hem betaalde hypotheeklasten. [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] voert aan dat hij deze altijd volledig zelf heeft betaald, terwijl [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] de helft verschuldigd was op grond van artikel 6 lid 4 van het samenlevingscontract. [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] heeft onderbouwd dat hij vanaf september 2020 de maandelijkse hypotheeklasten van € 2.858,16 via de rekening van zijn onderneming [onderneming] heeft overgemaakt naar de gezamenlijke rekening van partijen. Vanaf deze rekening zijn de maandelijkse aflossingen van de hypothecaire lening van € 2.531,90 en de rente van € 326,26 betaald. [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] is volgens [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] tot en met mei 2022 verschuldigd een bedrag van in totaal (20 x € 2.858,16 = € 57.163,20:2 =) € 28.581,60 en vanaf juni 2022 een bedrag van € 1.429,08 per maand totdat [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] uit de hoofdelijke aansprakelijkheid is ontslagen of totdat partijen overeenstemming hebben bereikt over de toedeling van de woning aan [gedaagde in conventie, eiser in reconventie]. [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] heeft tevens aangeboden de hypothecaire lasten volledig op zich te nemen vanaf datum vonnis.

4.9.

[eiseres in conventie, verweerster in reconventie] voert gemotiveerd verweer. Zij heeft onderbouwd dat zij in totaal minstens een bedrag van € 36.110,00 heeft besteed aan de gemeenschappelijke huishouding tegenover een veel lager bedrag dat [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] heeft betaald, terwijl [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] een hoger inkomen had. Zij voert aan dat [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] veel meer had moeten bijdragen aan de kosten voor de gemeenschappelijke huishouding op grond van het samenlevingscontract. Tot februari 2021 had [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] alle kosten moeten dragen, omdat [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] tot die tijd geen inkomen had gezien haar zwangerschap en bevalling (artikel 3 lid 4 van het samenlevingscontract). Vanaf februari 2021 had [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] naar rato moeten bijdragen (artikel 3 lid 2 jo 6 van het samenlevingscontract), waarbij volgens [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] gold dat hij vier keer zoveel verdiende als zij. [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] heeft echter veel minder dan [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] bijgedragen aan de gemeenschappelijke huishouding. Verder geldt nog dat de hypotheeklasten door de onderneming van [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] zijn betaald, en niet door [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] zelf, zodat [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] geen vordering toekomt.

4.10.

De rechtbank overweegt ter zake als volgt. In het samenlevingscontract hebben [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] en [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] afgesproken dat zij de kosten van de hypotheek naar rato van hun aandeel in de eigendom (50%) zouden betalen (artikel 4 lid 4 samenlevingscontract) en de kosten van de gemeenschappelijke huishouding naar rato van hun inkomen zouden betalen (artikel 3 lid 2 en artikel 4 lid 3 samenlevingscontract). Feitelijk hebben [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] en [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] gedurende de periode dat zij hebben samengewoond echter anders gehandeld dan hoe zij het hadden afgesproken. [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] (althans zijn onderneming) heeft de hypotheekaflossing en -rente en de WOZ-aanslagen volledig betaald en [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] heeft tot 1 januari 2022 een (gelet op hun beider inkomen) onevenredig groot deel van de gemeenschappelijke huishouding bekostigd. Tussentijds heeft [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] nooit aanspraak gemaakt op de helft van de hypotheeklasten of WOZ-aanslagen en [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] heeft geen aanspraak gemaakt op vergoeding van het door haar teveel betaalde aan de gemeenschappe-lijke huishouding. Tussen partijen is ook nooit een bedrag verrekend. Partijen hebben feitelijk anders gehandeld dan aanvankelijk was overeengekomen en daarmee stilzwijgend de afspraken uit het samenlevingscontract gewijzigd. 1 Gelet hierop kunnen de vorderingen van [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] tot vergoeding van de helft van de hypotheeklasten en de WOZ-aanslagen conform de aanvankelijke afspraken, niet slagen. Partijen zijn het tijdens de zitting erover eens geworden dat als datum voor de beëindiging van het samenlevingscontract uitgegaan wordt van 1 januari 2022 (in de zin van artikel 7 sub d van het samenlevingscontract). Over die periode komt [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] gezien het bovenstaande geen vordering toe.

4.11.

Voor de periode na 1 januari 2022 geldt het volgende. [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] heeft de woning vanaf dat tijdstip alleen bewoond en is de woning mede ten behoeve van zijn onderneming blijven gebruiken. Voorts is [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] (althans zijn onderneming) de hypotheeklasten en de WOZ-aanslagen blijven betalen. [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] heeft de woning verlaten en droeg niet meer bij aan de kosten van de gemeenschappelijke huishouding. [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] vordert ook over deze periode betaling door [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] van de helft van de betaalde hypotheeklasten en WOZ-aanslagen. [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] betoogt dat de vorderingen van [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] dienen te worden afgewezen althans verrekend dienen te worden met de gebruiksvergoeding voor de woning, ter hoogte van de maandelijkse kosten of subsidiair ter hoogte van € 666,66 per maand.

4.12.

De rechtbank oordeelt als volgt. Zolang de woning niet is verkocht en geleverd aan een derde, blijft de mede-eigendom bestaan en komen de eigenaarskosten (inclusief de hypotheekrente en aflossing) in beginsel voor gelijke delen voor rekening van partijen (artikel 3:172 BW) . Daartegenover staat het recht van [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] om gecompenseerd te worden voor het gemis aan genot en gebruik van de woning dat [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] als rechthebbende mist (artikel 6:169 BW) . Onder de gegeven omstandigheden, te weten het exclusief privé en zakelijk gebruik van de woning door [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] vanaf 1 januari 2022, acht de rechtbank het redelijk en billijk om voor de berekening van de hoogte van de gebruiksvergoeding aansluiting te zoeken bij de door partijen voor de woning verschuldigde lasten, in die zin dat de hoogte van de door [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] te betalen gebruiksvergoeding gelijk zal zijn aan de helft van de woonlasten waarvoor [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] draagplichtig is. De rechtbank zal de vordering van [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] die ziet op de hypotheeklasten en WOZ-lasten afwijzen voor de periode na 1 januari 2022, omdat deze kosten gezien moeten worden als vergoeding voor het exclusief gebruik van de woning. Nu deze gebruiksvergoeding wordt verrekend met de vordering van [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] bestaat er ook geen grond meer voor de toekenning van een gebruiksvergoeding. De betreffende vordering van [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] zal worden afgewezen.

vordering in conventie onder 2.12 en 2.13: verdeling overwaarde bij verkoop aan een derde

4.13.

In het geval van verkoop van de woning aan een derde heeft [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] gevorderd dat de hypothecaire geldlening zal worden afgelost uit de verkoopopbrengst van de woning. Voorts heeft zij gevorderd dat de netto verkoopopbrengst gelijkelijk tussen partijen zal worden verdeeld, danwel dat ieder der partijen de helft van de restschuld zal dragen. [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] heeft hiertegen geen verweer gevoerd. De vorderingen van [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] zullen worden toegewezen.

vordering in conventie onder 2.5 en 2.13 verdeling saldo bankrekening bouwdepot

4.14.

[eiseres in conventie, verweerster in reconventie] vordert de helft van het saldo van het bouwdepot op de gemeenschappelijke rekening, aangezien dit onderdeel is van de gezamenlijk door partijen aangegane hypotheekschuld. De rechtbank zal deze vordering toewijzen. Ter zake van die rekening is een beperkte gemeenschap ontstaan, op grond waarvan een op die rekeningen staand overschot bij helfte door partijen dient te worden gedeeld (artikel 3:166 lid 2 en lid 3 BW en artikel 5 lid 4 van het samenlevingscontract). Dat [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] de hypotheeklasten (inclusief het bouwdepot) voor zijn rekening heeft genomen, doet hier niet aan af gezien het onder 4.12 overwogene. Bij toedeling aan [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] van de woning zal [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] derhalve de helft van het saldo van de bankrekening waarop het bouwdepot staat aan [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] dienen te betalen. Bij verkoop van de woning aan een derde zal het saldo op de gezamenlijke rekening bij helfte tussen partijen worden gedeeld.

vordering in reconventie onder 3: kosten inrichting woning

4.15.

[gedaagde in conventie, eiser in reconventie] voert aan dat hij (althans zijn onderneming) een bedrag van € 112.026,04 voor inrichting van de woning heeft betaald en [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] daarvan de helft (€ 56.013,02) dient te betalen op grond van artikel 6 lid 4 van het samenlevingscontract. [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] voert aan dat deze bepaling niet ziet op de aanschaf van meubilering en stoffering van de woning. Ook zijn de kosten niet te kwalificeren als kosten van de gemeenschappe-lijke huishouding, omdat de goederen niet door partijen gezamenlijk in eigendom zijn verkregen (artikel 4 lid 1 van het samenlevingscontract). [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] heeft gemotiveerd betwist dat partijen deze goederen gemeenschappelijk hebben aangeschaft. Zij heeft aangevoerd dat de goederen zonder instemming van [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] en ten behoeve van de onderneming van [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] zijn aangeschaft. De facturen voor de goederen zijn gericht aan en betaald door de ondernemingen van [gedaagde in conventie, eiser in reconventie], de BTW is zakelijk verrekend en de afschrijvingen zijn als materiële vaste activa opgenomen op de balans van de onderneming van [gedaagde in conventie, eiser in reconventie]. Voorts betwist [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] gemotiveerd de hoogte van het bedrag van € 102.702,33. De rechtbank is met [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] van oordeel dat deze kosten niet vallen onder artikel 6 lid 4 van het samenlevingscontract, aangezien dit artikel gaat over de kosten van de gemeenschappelijk bewoonde woning en niet gaat over de inrichtingskosten daarvan. [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] heeft niet onderbouwd dat de door hem opgevoerde kosten volledig of deels zijn aan te merken als kosten van de woning in de zin van artikel 6 lid 4. [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] heeft desgevraagd geen andere grondslag aangevoerd op basis waarvan [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] gehouden is tot betaling van de helft van de kosten van de aangeschafte goederen. Daar komt nog bij dat de betreffende goederen (grotendeels) deel lijken uit te maken van de door [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] uitgeoefende onderneming in de zin van artikel 5 lid 3 van het samenlevingscontract. De rechtbank zal deze vordering derhalve afwijzen.

proceskosten

4.16.

Gelet op de relatie tussen partijen zullen de proceskosten tussen hen worden gecompenseerd, in die zin dat iedere partij de eigen kosten draagt.

5De beslissing

De rechtbank

in conventie

5.1.

bepaalt dat [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] binnen twee weken na vonniswijzing een taxateur/makelaar aanwijst en dat die taxateur/makelaar met de reeds door [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] ingeschakelde taxateur/makelaar vervolgens binnen twee weken een gezamenlijke taxateur/makelaar aanwijst;

5.2.

bepaalt dat de gezamenlijke taxateur/makelaar in aanwezigheid van beide partijen de woning zullen taxeren binnen zes weken na vonniswijzing tegen de actuele waarde in het economisch verkeer en dat deze taxatie tussen partijen zal gelden als een bindend advies in de zin van artikel 7:900 lid 1 BW;

5.3.

bepaalt dat de kosten van de gezamenlijke taxatie door beide partijen gedragen worden, ieder voor de helft en dat de kosten aan de door partijen aangewezen taxateur/makelaar door iedere partij afzonderlijk worden gedragen;

5.4.

bepaalt dat de woning en de daaraan verbonden hypothecaire geldlening wordt toegedeeld aan [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] tegen de door de gezamenlijke taxateur/makelaar vast te stellen waarde van de woning, onder de verplichting van [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] om [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] te laten ontslaan uit haar hoofdelijke aansprakelijkheid jegens de bank en onder de verplichting van [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] om de helft van de eventuele overwaarde aan [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] uit te keren;

5.5.

bepaalt dat [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] binnen drie maanden na de gezamenlijke taxatie aan [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] dient te berichten of hij de woning kan overnemen onder ontslag van [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] uit de hoofdelijke aansprakelijkheid van de hypotheekschuld bij de Rabobank;

5.6.

bepaalt dat de levering van de woning aan [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] dient plaats te vinden binnen een maand nadat [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] aan [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] heeft bericht dat hij de woning kan overnemen;

5.7.

bepaalt dat de woning verkocht en geleverd dient te worden aan een derde indien het [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] niet lukt om binnen drie maanden na gezamenlijke taxatie aan te tonen dat hij in staat is om de woning over te nemen en dat partijen in dat geval binnen een week nadat blijkt dat de [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] de woning niet kan overnemen gezamenlijk een verkoopopdracht dienen te verstrekken aan de gezamenlijke taxateur/makelaar;

5.8.

bepaalt dat, indien partijen niet binnen twee weken na de opdrachtverlening erin slagen gezamenlijk de vraagprijs te bepalen, de gezamenlijke taxateur/makelaar een door hem vast te stellen bindende marktconforme vraagprijs bepaalt;

5.9.

bepaalt dat partijen in overleg met de taxateur/makelaar een verkoopovereenkomst aangaan met degene die de hoogste prijs biedt, indien en voor zover die prijs volgens beide partijen, gezien de marktsituatie ter plaatse en de kwaliteit van de woning, de best mogelijke prijs is. Ingeval partijen het niet eens kunnen worden over de vraag en aanbod wat de best mogelijke prijs is, zal de taxateur/makelaar die naar beste weten en kunnen bindend bepalen;

5.10.

bepaalt dat beide partijen alle medewerking te verlenen aan de verkoop en notariële levering van de woning aan een derde;

5.11.

bepaalt dat bij verkoop en levering aan een derde de hypothecaire geldlening dient te worden afgelost en de verkoopkosten tussen partijen bij helfte dienen te worden gedeeld;

5.12.

bepaalt dat bij de notariële levering van de woning aan [gedaagde in conventie, eiser in reconventie], dan wel bij verkoop en levering aan een derde, het restant van de overwaarde (taxatiewaarde minus hypotheekschuld) dan wel het restant van de verkoopopbrengst (verkoopopbrengst minus hypotheekschuld) na aftrek van de verkoopkosten, bij helfte dient te worden gedeeld door partijen, dan wel dat beide partijen in hun onderlinge verhouding ieder voor de helft draagplichtig zijn ten aanzien van een eventuele onderwaarde c.q. restantschuld, terwijl voorts ook het restantsaldo van de bouwrekening ad € 10.728,29 bij helfte tussen partijen wordt verdeeld;

5.13.

bepaalt dat [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] vanaf 1 januari 2022 tot aan de toedeling van de woning aan [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] of tot aan de verkoop van de woning aan een derde bij wijze van gebruiksvergoeding de eigenaarslasten (waaronder hypotheeklasten, WOZ-aanslagen en andere kosten verbonden aan het gebruik van de woning) dient te dragen;

in reconventie

5.14.

wijst de vorderingen af;

in conventie en in reconventie

5.15.

compenseert de kosten van deze procedure tussen partijen, in die zin dat iedere partij de eigen kosten draagt;

5.16.

wijst het meer of anders gevorderde af.

Dit vonnis is gewezen door mr. M.S.T. Belt en in het openbaar uitgesproken op 9 november 2022.

1

Zie Hoge Raad 8 juni 2012, ECLI:NL:HR:2012:BV9539.



© Copyright 2009 - 2024 XS2Knowledge b.v. - KVK: 24486465 - Telefoon: 085 744 0 733