Rechtbank Zeeland-West-Brabant 28-12-2021, ECLI:NL:RBZWB:2021:6689

Datum publicatie27-01-2022
ZaaknummerC/02/388674 FA RK 21-3819
ProcedureRekestprocedure
ZittingsplaatsBreda
RechtsgebiedenCiviel recht
TrefwoordenOverig; Nietigverklaring huwelijk/GP; Burgerlijke Stand (art. 1:16 t/m 1:29f BW)
Wetsverwijzingen

Inhoudsindicatie

Verzoek OM tot nietigverklaring van het huwelijk en doorhaling van de huwelijksakte. Huwelijk tussen partijen op 4 juli 2021 voltrokken ten overstaan van een persoon die op dat moment geen babs was; hij was enkel aangewezen als babs voor een huwelijksvoltrekking tussen de vrouw en de man op 3 juli 2021. Afwijzing verzoek vernietiging huwelijk, omdat er geen huwelijk tot stand is gekomen. Wel staat vast dat ten onrechte een huwelijksakte is opgemaakt. Toewijzing verzoek tot doorhaling van die akte.

Volledige uitspraak


RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Team Familie- en Jeugdrecht

Breda

Zaaknummer: C/02/388674 FA RK 21-3819

beschikking betreffende de registers van de burgerlijke stand

op het verzoek van

het openbaar ministerie,

arrondissementsparket Zeeland-West-Brabant.

1. Het verloop van het geding

Dit blijkt uit de volgende stukken:

- het op 9 augustus 2021 ontvangen verzoek van het openbaar ministerie met bijlagen;

- de akte met nummer 300049 van het jaar 2021 van het register van huwelijken van de burgerlijke stand van de gemeente Etten-Leur;

- de brief van het openbaar ministerie van 21 september 2021 met bijlagen;

- de op 15 november 2021 ontvangen instemmingsverklaring van de hierna te noemen ambtenaar van de burgerlijke stand;

- de op 26 november 2021 ontvangen instemmingsverklaringen van de hierna onder 1 en 2 te noemen belanghebbenden.

Als belanghebbenden in deze zaak zijn aangemerkt:

1. mevrouw [belanghebbende 1], hierna te noemen de vrouw,

2. de heer [belanghebbende 2], hierna te noemen de man,

3. de ambtenaar van de burgerlijke stand van de gemeente Etten-Leur.

2Het verzoek

Het verzoek strekt ertoe dat het op 4 juli 2021 gesloten huwelijk tussen de vrouw en de man nietig wordt verklaard en dat voormelde huwelijksakte wordt doorgehaald.

3De beoordeling

3.1.

In voormelde akte, opgemaakt op 3 juli 2021, is opgenomen dat op 3 juli 2021 te Etten-Leur zijn gehuwd de heer [belanghebbende 2] en mevrouw [belanghebbende 1].

3.2.

Het openbaar ministerie verzoekt het tussen de vrouw en de man gesloten huwelijk nietig te verklaren, omdat blijkt dat de op 28 juni 2021 beëdigde onbezoldigd buitengewoon ambtenaar van de burgerlijke stand van de gemeente Etten-Leur (de heer [naam 1]) niet bevoegd was om voornoemd huwelijk te sluiten op 4 juli 2021. Voorts wordt verzocht de huwelijksakte door te halen, omdat is gebleken dat een verkeerde datum van het nietig te verklaren huwelijk is vermeld (namelijk 3 juli 2021, terwijl het nietig te verklaren huwelijk is gesloten op 4 juli 2021).

3.3.

Blijkens voormelde instemmingsverklaringen hebben de belanghebbenden geen bezwaar tegen toewijzing van het verzoek.

3.4.

De rechtbank stelt op basis van de overgelegde stukken het volgende vast:

- Op 19 mei 2021 is er bij de burgerlijke stand van de gemeente Etten-Leur een verzoek ontvangen van de vrouw en de man om te mogen trouwen op zondag 4 juli 2021 op een eigen gekozen locatie binnen de gemeente. Daarbij is het college verzocht om de heer [naam 1] aan te wijzen als buitengewoon ambtenaar van de burgerlijke stand (babs).

- Omdat trouwen op zondag in de gemeente Etten-Leur niet mogelijk is, heeft het bruidspaar uiteindelijk laten weten – al verschillen de betrokkenen van mening over de wijze waarop dit is gegaan – dat zij op zaterdag 3 juli 2021 willen trouwen, waarna zij op 4 juli 2021 het feest zouden vieren.

- De heer [naam 2] is vervolgens bij aanwijzingsbesluit van het college van Burgemeester en Wethouders van 28 mei 2021 aangewezen als buitengewoon ambtenaar van de burgerlijke stand, met dien verstande dat de aanwijzing slechts geldt voor het voltrekken van het huwelijk tussen mevrouw [naam 3] en de heer [naam 4] op 3 juli 2021 om 19:00 uur te Etten-Leur.

- De heer [naam 2] heeft op 28 juni 2021 de voorgeschreven (wettelijke) eed afgelegd bij de rechtbank.

  • De gemeentebode is op 3 juli 2021 gebeld door de heer [naam 2] met de mededeling dat niet alle getuigen aanwezig konden zijn in verband met ziekte en dat daarom besloten is om het huwelijk te verplaatsen naar 4 juli 2021. De bode is verzocht op 4 juli 2021 naar de trouwlocatie te komen voor het ophalen van de huwelijksakte. Uit het oogpunt van dienstverlening heeft de bode daarmee ingestemd. Hij was aanwezig bij de huwelijksplechtigheid en het tekenen van de akte op 4 juli 2021 en heeft de akte daarna in ontvangst genomen.

  • Op de huwelijksakte staat vermeld dat de vrouw en de man op 3 juli 2021 zijn gehuwd.

  • Naar aanleiding van de gang van zaken zijn de vrouw en de man door de burgemeester uitgenodigd voor een gesprek op 27 juli 2021. Tijdens dit gesprek hebben zij bevestigd dat de datum op de huwelijksakte niet klopt, omdat zij op 4 juli 2021 zijn getrouwd en niet op 3 juli 2021. Zij waren in de veronderstelling dat de gemeente wist wat zij deed toen zij samen (de babs en het bruidspaar) besloten het huwelijk van zaterdag naar zondag door te schuiven.

  • De heer [naam 2] heeft tegenover de burgemeester mondeling bevestigd dat het huwelijk door hem op 4 juli 2021 is voltrokken en dat de huwelijksakte op 4 juli 2021 door hem is opgemaakt.

3.5.

Op grond van het voorgaande staat vast dat de heer [naam 2] enkel was aangewezen als buitengewoon ambtenaar van de burgerlijke stand voor een huwelijksvoltrekking tussen de vrouw en de man op 3 juli 2021. De heer [naam 2] was op het moment van de daadwerkelijke huwelijksvoltrekking op 4 juli 2021 niet aangewezen als buitengewoon ambtenaar van de burgerlijke stand en derhalve niet bevoegd om dit huwelijk te sluiten. Het huwelijk van de vrouw en de man is aldus niet voltrokken ten overstaan van een ambtenaar van de burgerlijke stand en daarmee voldoet de huwelijksvoltrekking niet aan het vereiste van artikel 1:63 van het Burgerlijk Wetboek (BW).

3.6.

Artikel 1:70 BW bepaalt, voor zover thans relevant, dat een huwelijk op verzoek van het openbaar ministerie nietig kan worden verklaard, wanneer het ten overstaan van een niet bevoegde ambtenaar van de burgerlijke stand is voltrokken.

Uit de literatuur en jurisprudentie volgt dat dit artikel betrekking heeft op de situatie dat het huwelijk weliswaar is voltrokken door een ambtenaar van de burgerlijke stand, maar er sprake is van de situatie dat deze ambtenaar niet bevoegd was het huwelijk te sluiten, bijvoorbeeld omdat het huwelijk in een verkeerde gemeente is voltrokken. Het artikel is niet van toepassing wanneer het huwelijk is voltrokken ten overstaan van iemand die geen ambtenaar van de burgerlijke stand was. In een dergelijk geval is geen huwelijk tot stand gekomen.

3.7.

De rechtbank stelt op basis van het voorgaande vast dat er sprake is van een non-existent huwelijk, omdat het huwelijk tussen de vrouw en de man op 4 juli 2021 is voltrokken ten overstaan van een persoon die op dat moment geen (bijzonder) ambtenaar van de burgerlijke stand was. Omdat er in het geheel geen huwelijk tot stand is gekomen tussen de vrouw en de man, kan er ook geen sprake zijn van vernietiging van dat huwelijk. Dit maakt dat het verzoek van het openbaar ministerie tot vernietiging van het huwelijk wordt afgewezen.

Wel staat vast dat ten onrechte een huwelijksakte is opgemaakt. Het verzoek van het openbaar ministerie tot doorhaling van die huwelijksakte ligt op grond van artikel 1:24 BW derhalve voor toewijzing gereed.

4De beslissing

De rechtbank

gelast de ambtenaar van de burgerlijke stand van de gemeente Etten-Leur om de akte met nummer 300049 van het jaar 2021 van het onder hem berustende register van huwelijken door te halen;

wijst het meer of anders verzochte af.

Deze beschikking is gegeven door mr. van de Kraats, rechter, en in tegenwoordigheid van de griffier in het openbaar uitgesproken op

Mededeling van de griffier:

Indien hoger beroep tegen deze beschikking mogelijk is, kan dat worden ingesteld:

- door de verzoekers en degenen aan wie een afschrift van de beschikking is verstrekt of verzonden, binnen drie maanden na de dag van de uitspraak,

- door andere belanghebbenden binnen drie maanden na de betekening daarvan of nadat de beschikking aan hen op een andere wijze bekend is geworden.

Het hoger beroep moet, door tussenkomst van een advocaat, worden ingediend ter griffie van het

gerechtshof ’s-Hertogenbosch.

BL

verzonden op:

1

1

In verband met deze procedure/ten behoeve van een juiste procesvoering worden uw persoonsgegevens, voor zover nodig, verwerkt in een systeem van het gerecht.



© Copyright 2009 - 2024 XS2Knowledge b.v. - KVK: 24486465 - Telefoon: 085 744 0 733