Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden 29-10-2015, ECLI:NL:GHARL:2015:8225

Datum publicatie19-10-2021
Zaaknummer200.141.108/01
ProcedureHoger beroep
ZittingsplaatsLeeuwarden
RechtsgebiedenCiviel recht; Personen- en familierecht
TrefwoordenIPR familierecht; IPR huwelijksvermogensrecht;
Familieprocesrecht; Deskundigenonderzoek / Ouderschapsonderzoek
Wetsverwijzingen

Inhoudsindicatie

Hof komt terug op beslissing ten aanzien van deponeren van voorschot voor uit te brengen deskundigenbericht (welk (Pakistaans) recht is tussen partijen toepasselijk en moeten sieraden op grond van het toepasselijke Pakistaanse recht bij einde huwelijk door echtscheiding door (familie) man worden teruggegeven aan (familie) vrouw). Uit art. 195 Rv volgt dat geen voorschot kan worden opgelegd aan partij aan wie op grond van Wet op de rechtsbijstand een toevoeging is verleend, zodat een voorschot niet aan de orde kan zijn.

Volledige uitspraak


GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN

locatie Leeuwarden

afdeling civiel recht

zaaknummer gerechtshof 200.141.108/01

(zaaknummer rechtbank Noord-Nederland C/18/140322/FA RK 13-819)

beschikking van de familiekamer van 29 oktober 2015

inzake

[verzoeker] ,

wonende te [woonplaats] ,

verzoeker in hoger beroep,

verder te noemen: de man,

advocaat: mr. H.B. Boogaart, kantoorhoudend te Groningen,

tegen

[verweerster] ,

wonende op een geheim adres,

verweerster in hoger beroep,

verder te noemen: de vrouw,

advocaat: mr. W. de Kleine, kantoorhoudend te Emmen.

De inhoud van de beschikking van 10 maart 2015 wordt hierbij overgenomen.

1Het verdere procesverloop

1.1

Na de beschikking van 10 maart 2015 zijn ter griffie van het hof ingekomen:

- een journaalbericht van 23 maart 2014 van mr. De Kleine met een bijlage;

- een journaalbericht van 15 april 2015 van mr. Boogaart met een bijlage;

- een journaalbericht van 6 mei 2015 van mr. Boogaart met een bijlage.

2De verdere beoordeling

2.1

Het hof heeft in de tussenbeschikking overwogen dat een deskundigenonderzoek nodig is naar de vraag welk (Pakistaans) recht tussen partijen van toepassing is en of de sieraden op grond van dit van toepassing zijnde Pakistaanse recht - als zijnde 'dowery articles and gifts' dan wel anderszins - bij het einde van het huwelijk door echtscheiding door (de familie van) de man dient te worden teruggegeven aan (de familie van) de vrouw. Het hof heeft daartoe mr. [naam1] , werkzaam bij het Internationaal Juridisch Instituut te Den Haag, tot deskundige benoemd en in rechtsoverweging 4.17 een aantal vragen geformuleerd. Daarbij is het voorschot van de deskundige vastgesteld op € 2.117,50 inclusief btw, door partijen bij helfte te voldoen.

2.2

Geen van partijen heeft gebruik gemaakt van de bij de tussenbeschikking gegeven mogelijkheid om bezwaar te maken tegen de vraagstelling en/of gewenste aanvullende vragen kenbaar te maken. Het hof zal daarom de benoeming van de deskundige en de vragen handhaven.

2.3

Wel heeft zowel de vrouw als de man bezwaar gemaakt tegen de beslissing dat een voorschot dient te worden voldaan. Mr. De Kleine heeft bij journaalbericht van 23 maart 2015 een afschrift van de aan de vrouw verleende toevoeging overgelegd en mr. Boogaart heeft bij journaalbericht van 6 mei 2015 een afschrift van de aan de man verleende toevoeging overgelegd. Uit artikel 195 Rv vloeit voort dat geen voorschot kan worden opgelegd aan de partij aan wie op grond van de Wet op de rechtsbijstand een toevoeging is verleend, zodat een voorschot voor geen van partijen aan de orde kan zijn.

2.4

Het vorenstaande betekent dat de beslissing voor wat betreft het deponeren van (de helft van) het voorschot kan niet in stand blijven. In zoverre zal het hof de tussenbeschikking wijzigen. Het hof wijst er nogmaals uitdrukkelijk op dat bij de eindbeschikking een definitieve beslissing zal worden gegeven met betrekking tot de kosten van het deskundigenbericht.

2.4

Het hof verzoekt de deskundige haar deskundigenbericht uiterlijk op 1 december 2015 toe te sturen aan het hof. Na de ontvangst daarvan zal het hof aan partijen een kopie verstrekken waarna zij gelegenheid krijgen zich hier schriftelijk over uit te laten. Het hof zal de zaak vervolgens zonder nadere behandeling ter zitting afdoen, tenzij het hof op verzoek van partijen dan wel ambtshalve anders beslist.

2.5

Op grond van het vorenstaande zal het hof beslissen als volgt.

3De beslissing

Het gerechtshof:

bepaalt dat de beslissingen in de tussenbeschikking van 10 maart 2015 betreffende het voorschot en het deponeren van ieders aandeel door partijen komen te vervallen;

handhaaft de beschikking voor het overige en bepaalt dat het deskundigenbericht uiterlijk op 1 december 2015 aan het hof dient te worden toegezonden;

houdt iedere verdere beslissing aan.

Deze beschikking is gegeven door mr. G.M. van der Meer, mr. B.J.H. Hofstee en mr. G.J Jonkman, in tegenwoordigheid van de griffier uitgesproken ter openbare terechtzitting van dit hof van 29 oktober 2015.



© Copyright 2009 - 2024 XS2Knowledge b.v. - KVK: 24486465 - Telefoon: 085 744 0 733