Rechtbank Rotterdam 14-06-2021, ECLI:NL:RBROT:2021:8086

Datum publicatie17-08-2021
ZaaknummerC/10/523314 / FA RK 17-2400
ProcedureBeschikking
ZittingsplaatsRotterdam
RechtsgebiedenCiviel recht; Personen- en familierecht
TrefwoordenKinderen; Gerechtelijke vaststelling ouderschap; DNA-onderzoek;
Overig; Persoon / verwantschap (art. 1:1 t/m 1:3 BW); Geslachtsnaam (art. 1:5 t/m 1:9 BW)
Wetsverwijzingen

Inhoudsindicatie

Sluitstuk 6-tal uitspraken over gerechtelijke vaststelling vaderschap overledene. Art.1:207 BW. Kosten noodzakelijk geachte DNA- onderzoek op stoffelijk overschot i.c. voor verzoekster (dochter prostituee): onvoldoende onderbouwd dat kosten zijn veroorzaakt door toedoen verweerders (en dus voorkomen hadden kunnen worden). Mbt geslachtsnaam-keuze verzoekster heeft rechter ogv art. 1:5 lid 7 BW geen beoordelingsruimte. Dus geen behandeling inhoudelijke bezwaren verweerders tegen keuze dochter voor geslachtsnaam vader. Tussenuitspraken1

Volledige uitspraak


Rechtbank Rotterdam

Team familie

zaaknummer / rekestnummer: C/10/523314 / FA RK 17-2400

Beschikking van 14 juni 2021 betreffende vaststelling ouderschap

in de zaak van:

[naam verzoekster] ,

wonende te [woonplaats verzoekster],

hierna te noemen verzoekster,

advocaat mr. A.G. van Tilburg-Keesmaat te Alblasserdam,

In deze zaak zijn belanghebbenden:

1 [naam verweerder 1],

2. [naam verweerder 2],

beiden wonende te [woonplaats verweerders],

hierna te noemen verweerders,

advocaat mr. T.J.E. op de Weegh te Alkmaar.

1De verdere procedure

1.1.

Het verdere verloop van de procedure blijkt uit:

  • de beschikking van deze rechtbank van 14 juli 2020 en de daarin genoemde stukken;

  • het deskundigenbericht en de factuur van Verilabs van 4 maart 2021;

  • het F-formulier met bijlage van verzoekster, gedateerd 22 maart 2021;

  • het F-formulier met bijlage van verweerders, gedateerd 22 maart 2021;

  • het F-formulier van verzoekster, gedateerd 23 maart 2021;

  • het F-formulier van verzoekster met aanvullend verzoek/verklaring keuze geslachtsnaam, gedateerd 29 maart 2021;

  • het F-formulier met de reactie van verweerders op het aanvullend verzoek/de verklaring geslachtsnaam van 14 april 2021;

  • het bericht van 16 april 2021 van deze rechtbank aan Verilabs om het resterende botmateriaal in ieder geval tot 1 september 2021 te bewaren.

1.2.

In voornoemde beschikking heeft deze rechtbank onder meer het door verzoekster verzochte DNA-onderzoek op het stoffelijk overschot van [naam man] ([naam man]) bevolen, ter beantwoording van de vraag of [naam man] de biologische vader is van verzoekster, en is de zaak in afwachting van het deskundigenbericht aangehouden. Het deskundigen-bericht dateert van 4 maart 2021 en partijen hebben hierop schriftelijk gereageerd. Verweerders hebben daarnaast schriftelijk gereageerd op het F-formulier van verzoekster van 29 maart 2021 waarin zij verklaart de geslachtsnaam [geslachtsnaam] te willen gaan dragen.

2De verdere beoordeling

Vaststelling ouderschap

2.1.

Verilabs concludeert in het deskundigenbericht dat het verwantschapsonderzoek bevestigend is en dat het praktisch bewezen is dat de persoon geïdentificeerd als [naam man] de biologische vader is van de persoon geïdentificeerd als [naam verzoekster]. Verzoekster verklaart in haar reactie dat op grond van het deskundigenbericht kan worden overgegaan tot toewijzing van de door haar verzochte gerechtelijke vaststelling van het vaderschap. Verweerders verklaren dat zij nooit hebben geweten of [naam man] de biologische vader is van verzoekster, maar dat het deskundigenbericht daarover nu duidelijkheid geeft. De rechtbank is met partijen van oordeel dat met het deskundigenbericht met aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid is komen vast te staan dat [naam man] de verwekker is van de verzoekster. Het verzoek van de vrouw om het ouderschap vast te stellen, zal dan ook worden toegewezen.

Keuze geslachtsnaam

2.2.

Verzoekster heeft bij F-formulier van 29 maart 2021 verzocht dat zij de geslachtsnaam “[geslachtsnaam]” krijgt. De rechtbank overweegt dat op grond van het bepaalde in artikel 1:5 lid 7 BW een kind dat op het tijdstip van het ontstaan van de familierechtelijke betrekking met beide ouders zestien jaar of ouder is, zelf ten overstaan van de rechter verklaart of het de geslachtsnaam van de ene of de andere ouder zal hebben en dat van deze verklaring melding wordt gemaakt in de rechterlijke uitspraak inzake gerechtelijke vaststelling van het vaderschap. Gelet hierop heeft de rechtbank ter zake de geslachtsnaam-keuze geen beoordelings- en beslissingsruimte en komt zij dus niet toe aan een inhoudelijke beoordeling van de daartegen door verweerders aangedragen bezwaren. De rechtbank zal van de verklaring van verzoekster hierna onder de beslissing melding maken.

2.3.

Vast staat dat verzoekster is geboren in [geboorteplaats verzoekster]. Verzoekster heeft een buitenlandse geboorteakte in het geding gebracht (productie 1). Niet gesteld of gebleken is dat de geboorteakte is ingeschreven in het register van geboorten van de gemeente

‘s-Gravenhage of dat de geboorteakte voor inschrijving in dat register vatbaar is. Indien de geboorteakte van verzoekster nog niet in Nederland is ingeschreven, wordt verzoekster gelast hiertoe over te gaan. Indien binnen drie maanden na vandaag komt vast te staat dat de geboorteakte van verzoekster in Nederland is ingeschreven en tegen deze beschikking geen hoger beroep is ingesteld, zal de griffier gelast worden een afschrift van deze akte naar de ambtenaar van de burgerlijke stand van de gemeente ’s-Gravenhage te zenden om de latere vermelding van de vaststelling van het ouderschap en de geslachtsnaamkeuze daarop te plaatsen.

Proceskosten

2.4.

Partijen verzoeken over en weer om de ander te veroordelen in de proceskosten, waaronder de kosten van het verwantschapsonderzoek. De rechtbank overweegt dat op het kind dat de gerechtelijke vaststelling van het ouderschap verzoekt, de stelplicht en bewijslast rust van het feit dat de genoemde persoon de verwekker is geweest. Verzoekster wijst op een in 2008 uitgevoerd verwantschapsonderzoek waaruit volgt dat [naam man] haar biologische vader is. Verweerders betwisten dat zij kennis hebben van dat onderzoek en van het resultaat daarvan. Al in de beschikking van 23 februari 2018 is het verzoek tot afgifte van het deskundigenrapport uit 2008 afgewezen en is overwogen dat uit de door verzoekster overgelegde stukken niet kan worden afgeleid wat voor soort onderzoek het is geweest en wat de uitkomst van dit onderzoek is. Vervolgens is geoordeeld dat een verwantschapsonderzoek gerechtvaardigd is. In de beschikking van 4 februari 2020 is overwogen dat voor een verwantschapsonderzoek nog slechts de mogelijkheid resteerde dat lichaamseigen materiaal van [naam man] zou worden verkregen door afname van dat materiaal van zijn stoffelijk overschot. De rechtbank heeft dat verwantschapsonderzoek bevolen en het hiervoor bedoelde deskundigenbericht van Verilabs heeft uiteindelijk duidelijkheid gegeven. Gelet hierop heeft verzoekster onvoldoende onderbouwd dat de kosten voor het verwantschapsonderzoek zijn veroorzaakt door toedoen van verweerders (en mitsdien voorkomen hadden kunnen worden). De rechtbank bepaalt dan ook dat de kosten van de verwantschapsonderzoeken door Verilabs, die resulteerden in het deskundigenbericht van 17 januari 2018 en in het deskundigenbericht van 4 maart 2021 voor rekening komen van verzoekster. De uiteindelijke kosten van de deskundige (en de ingeschakelde derden) zijn gelijk aan de vastgestelde voorschotten, die door verzoekster volledig zijn voldaan.

De overige proceskosten zullen worden gecompenseerd, in die zin dat elke partij de eigen kosten draagt.

3De beslissing

De rechtbank:

3.1.

stelt vast dat [naam man], geboren op [geboortedatum man] te [geboorteplaats man], de ouder is van [naam verzoekster], geboren op [geboortedatum verzoekster] te [geboorteplaats verzoekster], uit [naam vrouw], geboren op [geboortedatum vrouw] te [geboorteplaats vrouw];

3.2.

gelast verzoekster om uiterlijk binnen drie maanden na vandaag de rechtbank te berichten of haar geboorteakte in Nederland is ingeschreven, onder overlegging van daartoe strekkend bewijs, en zo niet om binnen die termijn tot inschrijving van haar geboorteakte in het register van geboorten van de gemeente ’s-Gravenhage over te gaan en de rechtbank daarover in te lichten, eveneens onder overlegging van daartoe strekkend bewijs;

3.3.

gelast de griffier om - niet eerder dan drie maanden na de dag van vandaag en indien daartegen geen hoger beroep is ingesteld én indien verzoekster binnen de in 3.2. gestelde termijn aantoont dat haar geboorteakte in Nederland is ingeschreven - een afschrift van deze beschikking te zenden aan de ambtenaar van de burgerlijke stand van de gemeente ‘s-Gravenhage op voet van het bepaalde in artikel 1:20e lid 1 BW;

3.4.

maakt melding van de verklaring van het kind ten overstaan van de rechter dat het de geslachtsnaam van de vader zal hebben;

3.5.

veroordeelt verzoekster in de kosten van de deskundigenberichten en compenseert de proceskosten voor het overige, in die zin dat iedere partij de eigen kosten draagt;

3.6.

wijst af het meer of anders verzochte.

Deze beschikking is gegeven door mr. H.J. Wieman-Bart, rechter, en in het openbaar uitgesproken in tegenwoordigheid van griffier mr. E.S. Jansen op 14 juni 2021.

Tegen deze beschikking kan - voor zover er definitief is beslist - door tussenkomst van een advocaat hoger beroep worden ingesteld bij het gerechtshof Den Haag. De verzoekende partij en verschenen belanghebbenden dienen het hoger beroep binnen de termijn van drie maanden na de dag van de uitspraak in te stellen. Andere belanghebbenden dienen het beroep in te stellen binnen drie maanden na de betekening van deze beschikking of nadat deze hun op andere wijze bekend is geworden.

Jurisprudentie 1

Rechtbank Rotterdam 23-02-2018, ECLI:NL:RBROT:2018:11484
Rechtbank Rotterdam 13-04-2018, ECLI:NL:RBROT:2018:11483
Rechtbank Rotterdam 04-06-2019, ECLI:NL:RBROT:2019:10935
Rechtbank Rotterdam 04-02-2020, ECLI:NL:RBROT:2020:13316
Rechtbank Rotterdam 14-07-2020, ECLI:NL:RBROT:2020:13315


© Copyright 2009 - 2024 XS2Knowledge b.v. - KVK: 24486465 - Telefoon: 085 744 0 733