Rechtbank Noord-Nederland 14-04-2021, ECLI:NL:RBNNE:2021:1569

Datum publicatie23-04-2021
Zaaknummer177680
ProcedureEerste aanleg - enkelvoudig
ZittingsplaatsLeeuwarden
RechtsgebiedenCiviel recht; Personen- en familierecht
TrefwoordenJeugdbescherming / Jeugdwet; 1:263 e.v. BW Aanwijzing GI;
Familieprocesrecht; Kindvriendelijke/begrijpelijke/klare taal
Wetsverwijzingen

Inhoudsindicatie

Beschikking gericht aan de kinderen in kindertaal. Verzoek vervallenverklaring SA met verzoek over zorgregeling en beëindiging OTS en UHP. Zijnsloyaliteit. Vergeving. Christelijke context.

"Deze beschikking is anders dan andere beschikkingen. Ik schrijf deze beschikking namelijk als kinderrechter voor jullie, [kind 1] en [kind 2] . Waarom? Omdat jullie mij verteld hebben dat jullie je niet gehoord voelen in alle eerdere procedures die er zijn geweest bij de rechtbank en in alle beslissingen die over jullie zijn genomen."

Volledige uitspraak


RECHTBANK NOORD-NEDERLAND

Familie- en Jeugdrecht

Locatie Leeuwarden

Zaaknummer: C/17/177680 / FJ RK 21-224

Datum uitspraak: 14 april 2021

Beschikking betreffende schriftelijke aanwijzing

in de zaak van

[de vader] , wonende te [woonplaats] ,
hierna te noemen de vader,

betreffende

[kind 1] , geboren op [geboortedatum] 2006 te [geboorteplaats] ,

hierna te noemen [kind 1] ,

[kind 2] , geboren op [geboortedatum] 2008 te [geboorteplaats] ,

hierna te noemen [kind 2] .

De kinderrechter merkt als belanghebbenden aan:

[de moeder] , wonende te [woonplaats] ,

hierna te noemen de moeder,

Leger des Heils Jeugdbescherming en Reclassering, gevestigd te Leeuwarden,

hierna te noemen de GI (Gecertificeerde Instelling).

Deze beschikking is anders dan andere beschikkingen. Ik schrijf deze beschikking namelijk als kinderrechter voor jullie, [kind 1] en [kind 2] . Waarom? Omdat jullie mij verteld hebben dat jullie je niet gehoord voelen in alle eerdere procedures die er zijn geweest bij de rechtbank en in alle beslissingen die over jullie zijn genomen. En omdat ik de situatie waarin jullie nu zitten erg naar en verdrietig vind. Ik wil daarom mijn best doen om vooral jullie uit te leggen hoe deze procedure is verlopen en hoe ik tot mijn beslissing kom.

Wat ik daarbij als eerste wil zeggen, voordat jullie verder lezen, is dat je goed moet weten dat jullie geen dingen fout hebben gedaan en dat jullie geen schuld hebben aan hoe dingen zijn gegaan en hoe de situatie nu is. De volwassenen om jullie heen, en ook ik als kinderrechter, wij zijn verantwoordelijk voor beslissingen die over jullie worden genomen, niet jijzelf! Jij mag aangeven wat jij denkt dat goed is voor jou. En wij, wij moeten het doen, wij moeten ervoor zorgen dat jij je zo goed mogelijk kunt ontwikkelen als mens. Dat kan ook betekenen dat er soms iets anders wordt besloten dan jij had bedacht. Niet, omdat we dan niet naar jou hebben geluisterd, maar omdat wij, op basis van onze kennis en levenservaring denken dat een andere beslissing verstandiger is, ook al duurt het soms langere tijd voordat je dit kunt merken.

1. Hoe is deze procedure verlopen?

1.1. Ik heb de volgende stukken ontvangen:

- het verzoek met bijlagen van jullie vader van 8 maart 2021, ingekomen bij de griffie op 8 maart 2021;
- de OTS rapportage met bijlagen van de GI van 18 maart 2021, ingekomen bij de griffie op 19 maart 2021;

- de pleitnota van de advocaat van jullie vader, mr. H.W.R. Nakad-Weststrate, die tijdens

deze zitting is overgelegd.

1.2. Op 17 maart 2021 heb ik de zaak op de zitting aangehouden, omdat het plan van aanpak en het verslag van het verloop van de ondertoezichtstelling op dat moment nog niet was overgelegd door de GI en jullie vader daar bezwaar tegen maakte. De zaak is vervolgens inhoudelijk behandeld op de zitting met gesloten deuren van 31 maart 2021.

1.3. Voorafgaand aan de zitting van 17 maart 2021 heb ik telefonisch met jullie, [kind 1] en [kind 2] , gesproken, zonder dat daarbij anderen aanwezig waren.

1.4. Op 31 maart 2021 heb ik de zaak tijdens de zitting met gesloten deuren behandeld. De volgende personen zijn verschenen en gehoord:
- jullie vader, bijgestaan door mr. H.W.R. Nakad-Weststrate;
- jullie moeder, bijgestaan door mr. C.W. van Weert;
- [de gezinsvoogd] , namens de GI.

2Wat staat er verder vast?

2.1.

Het ouderlijk gezag over jullie, [kind 1] en [kind 2] , wordt uitgeoefend door jullie ouders gezamenlijk.

2.2.

Jullie, [kind 1] en [kind 2] , verblijven op een geheime locatie.

2.3.

Bij beschikking van 28 mei 2020 is de ondertoezichtstelling van jullie verlengd tot 7 juni 2021.

2.4.

Bij beschikking van 4 december 2020 is de machtiging tot uithuisplaatsing van jullie in wat dan wordt genoemd ‘een accommodatie zorgaanbieder 24-uurs’ verlengd tot uiterlijk 7 juni 2021.

2.5.

De GI heeft op 22 februari 2021 aan jullie vader een schriftelijke aanwijzing gegeven betreffende jullie verzorging en opvoeding. In deze aanwijzing heeft de GI verschillende dingen geschreven. Wat in deze procedure, voor de beslissingen die ik moet nemen, van belang is, is het volgende dat de GI aan jullie vader heeft geschreven:

  1. U moet zo spoedig mogelijk na ontvangst van de definitieve schriftelijke aanwijzing bekendmaken waar [kind 1] en [kind 2] verblijven en meewerken aan hun terugkeer naar het gezinshuis;

  2. U biedt de kinderen zolang er sprake is van een MUHP geen onderdak meer aan of helpt de kinderen onderdak te vinden;

  3. U neemt geen contact op met de kinderen buiten de omgangsafspraken die LJ&R maakt. Dit geldt ook voor contacten via internet/social media.

3Wat hebben jullie vader en zijn advocaat aan mij gevraagd?

Zij hebben mij gevraagd de volgende beslissingen te nemen:

  1. te bepalen dat de schriftelijke aanwijzing van 22 februari wordt geschorst en vervallen wordt verklaard; dat zou betekenen dat deze afspraken niet meer voor jullie vader zouden gelden;

  2. te bepalen dat jullie, samen met jullie jongere zus [kind 3] , weer omgang met jullie vader mogen hebben en dat dit voor 99,9% van de tijd geldt; dat zou betekenen dat jullie (samen met [kind 3] ), als je dat zou omrekenen naar een jaar, 1x per jaar een paar uurtjes contact met jullie moeder zouden kunnen hebben;

  3. te bepalen dat de ondertoezichtstelling en de uithuisplaatsing van jullie en [kind 3] zo snel mogelijk wordt beëindigd;

  4. te bepalen dat al deze beslissingen onmiddellijk ingaan; dat heet ‘uitvoerbaar bij voorraad verklaren’.

4Wat heeft iedereen (samengevat) mij verteld?

[kind 1] en [kind 2]

Jullie hebben mij verteld dat jullie in een heel moeilijke situatie zitten. Jullie wonen op een geheime plek en kunnen en mogen met bijna niemand contact hebben. Jullie mogen geen gebruik maken van internet. Jullie kunnen niet naar school, maar kunnen ook niet online-les volgen. Jullie krijgen wel huiswerk van school en dat kunnen jullie inleveren en dan wordt het nagekeken. Naar het gezinshuis, waar jullie eerder hebben gewoond, kun jullie niet terug, omdat het daar niet meer veilig was. Jij hebt mij verteld [kind 1] dat jullie daar werden mishandeld en dat één van de gezinshuisouders bij [kind 2] op de kamer is gekomen terwijl zij zich omkleedde. Jij hebt mij ook verteld [kind 1] , dat je een tijdje echt depressief bent geweest, en misschien nog steeds wel. Jullie kunnen en willen niet terug naar jullie moeder, omdat zij verkeerde dingen heeft gedaan en heeft gelogen, en dat kan ze niet meer goedmaken. De enige tijd dat jullie wel gelukkig zijn geweest is de tijd dat jullie bij jullie vader hebben gewoond. Dat is ook wat jullie weer willen: terug naar jullie vader.

Jullie vader en zijn advocaat

Zij hebben mij verteld dat zij vinden dat de beslissing van de GI om een schriftelijke aanwijzing te geven niet op een goede manier is genomen en dat deze schriftelijke aanwijzing niet voldoet aan de eisen die in de wet staan. Zij vinden ook dat het eigenlijk al mis is gegaan op het moment dat de rechtbank in september 2019 heeft besloten dat jullie (samen met [kind 3] ) bij jullie moeder moesten wonen. Volgens de advocaat had jullie moeder in 2014/2015 psychische problemen en heeft dat ervoor gezorgd dat de relatie tussen jullie en jullie moeder zo slecht is geworden, dat jullie in september 2019 wel 23 keer zijn weggelopen bij jullie moeder. Heel snel daarna zijn jullie geplaatst in het gezinshuis in [plaats] . De advocaat vindt dat de GI fouten heeft gemaakt door dit gezinshuis voor jullie uit te kiezen en door daarna niet goed te letten op jullie veiligheid. Daarom hebben jullie geprobeerd om op 2 januari 2021 weg te lopen. Die keer is dat niet gelukt, maar op 15 januari 2021 en 12 februari 2021 wel. De advocaat vindt dat de GI aangifte had moeten doen tegen het gezinshuis en jullie daar niet naar terug had moeten laten gaan. De GI had ook geen schriftelijke aanwijzing moeten geven, maar had jullie vader moeten bedanken dat hij jullie heeft teruggebracht. De GI heeft volgens de advocaat niet steeds de waarheid verteld en opgeschreven en heeft om al deze redenen volgens de advocaat in strijd gehandeld met de wet, met het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM) en met het Internationaal Verdrag inzake de Rechten van het Kind (IVRK). Omdat jullie door de GI nu in een noodsituatie zitten, moeten de ondertoezichtstelling en de uithuisplaatsing worden beëindigd, zo zegt de advocaat. Zij en jullie vader vinden dat jullie terug moeten naar jullie vader. Hij zal ervoor zorgen dat jullie weer contact met jullie moeder kunnen opbouwen, als jullie dat zelf zouden willen. Jullie vader heeft mij ook nog de kaarten laten zien die jullie (en [kind 3] ) hem met zijn verjaardag hebben gestuurd. Jullie hebben geschreven hoeveel jullie van hem houden en dat jullie hem zo missen. Hij heeft daar nog bij gezegd dat hij dit wilde laten zien, omdat jullie dit hebben geschreven in een periode dat hij geen contact met jullie had en dat hij dus niet voor jullie had bedacht dat jullie dit moesten schrijven, maar dat dit helemaal uit jezelf komt.

Jullie moeder en haar advocaat

Zij hebben mij verteld dat het met [kind 3] goed gaat, zolang zij nu bij jullie moeder woont. Dat wil zeggen, de relatie tussen haar en jullie moeder is hersteld, maar ze mist jullie en jullie vader wel heel erg. De advocaat heeft ook gezegd dat zij het raar vindt dat er nu opeens wordt gezegd dat jullie moeder psychische problemen zou hebben of hebben gehad en het daarom voor jullie bij haar niet veilig zou zijn. Toen jullie ouders namelijk uit elkaar gingen was het eerst de bedoeling dat jullie om en om bij jullie vader en moeder zouden wonen (co-ouderschap). Toen heeft jullie vader nooit gezegd dat het voor jullie niet goed zou zijn bij jullie moeder. Het ging pas mis toen jullie moeder niet terugkwam bij jullie vader en hij dit wel had gehoopt en verwacht. Jullie vader hield zich toen niet meer aan de omgangsafspraken en toen lukte het niet meer, omdat jullie het ook niet meer zouden willen. De hulpverleners die in die periode bij jullie gezin betrokken waren (IAG en KKE) hebben gezien en beschreven dat het door de invloed van jullie vader is gekomen dat jullie als kinderen geen contact meer wilden met jullie moeder. Ook [hulpverlener Netwerk-Pluz] , die daarbij heeft proberen te helpen, heeft dit gezien en het is ook haar niet gelukt om dit te veranderen. Dit is steeds het probleem gebleven, zo geeft de advocaat aan. Daardoor is uiteindelijk de situatie ontstaan dat jullie niet bij jullie moeder konden wonen en in het gezinshuis zijn geplaatst. Dat het daar niet veilig was is ook nooit gebleken. De politie heeft daar onderzoek naar gedaan, maar heeft geen aanwijzingen gevonden van onveiligheid of kindermishandeling. Toen jullie eerder dit jaar twee keer zijn weggelopen, wist jullie vader waar jullie waren. Toch heeft hij dit niet verteld aan jullie moeder en aan de gezinsvoogd. Daarmee heeft hij het voor jullie moeder en de gezinsvoogd onmogelijk gemaakt om ook het gezag over jullie uit te oefenen. Jullie vader heeft daardoor laten zien dat hij vindt dat eigenlijk alleen hij contact met jullie mag hebben, zo heeft de advocaat gezegd. Dat is niet goed, want zo is een situatie ontstaan waarin jullie eigenlijk in niemand meer vertrouwen hebben, zelfs niet in de praatmaatjes die er voor jullie waren. Ook heeft de advocaat nog gezegd dat ik als kinderrechter nu eigenlijk geen beslissing kan nemen over omgang met jullie vader. Zij vindt dat, omdat er ook bij het gerechtshof (hoger beroepsrechter) nog een procedure loopt over waar jullie zouden moeten wonen en dat een deskundige van het NIFP daar nog onderzoek naar doet. Dat onderzoek is bijna klaar. Tot slot heeft de advocaat gevraagd om de schriftelijke aanwijzing van de GI te bekrachtigen, omdat die op dat moment terecht is gegeven. Jullie moeder heeft als laatste nog aangegeven dat het lijkt alsof [kind 3] in het hele verhaal wordt vergeten. Zij heeft samen met jullie moeder een flesje en een briefje gekocht, waarop zij zelf iets mocht schrijven voor de verjaardag van jullie vader.

De GI

[de gezinsvoogd] was als jullie gezinsvoogd aanwezig op de zitting en heeft het volgende verteld.

Het is lange tijd best goed gegaan in het gezinshuis. Vanaf het najaar van 2020, toen de omgang tussen jullie en jullie vader weer werd opgestart en begeleid ging het eigenlijk snel steeds slechter met jullie. De eerste keren ging het nog wel, maar daarna ontstond opnieuw het beeld dat jullie vooral heel erg onder druk staan van jullie vader, en dat jullie hem dingen vertellen die hij wil horen. Er werden afspraken gemaakt met de omgangscoach, maar jullie vader hield zich daar niet altijd aan. Het ging dan niet altijd om blij zijn om elkaar weer te zien, maar vaak juist over dingen die niet bij zo’n moment van contact passen. Daar had de omgangscoach ook last van en die vond daarom op een bepaald moment dat het zo niet langer kon. Het was niet goed voor jullie. Nadat jullie in januari waren weggelopen, kwamen jullie gebroken terug, zo beschrijft [de gezinsvoogd] . Het werd duidelijk uit verhalen en uit briefjes die zijn gevonden, dat jullie contact hadden gehad met jullie vader, terwijl dit niet de afspraak was. Ook hebben jullie een gesprek gehad met [X], die aan jullie zou hebben verteld dat het door de GI kwam dat jullie geen contact met jullie vader mochten hebben. Ook toen jullie terugkwamen na de tweede keer weglopen, gingen dingen niet zoals afgesproken. Jullie vader kwam mee naar binnen in het gezinshuis, beschuldigde de gezinshuisouders en zei dat hij aangifte tegen hen ging doen. Ook zou hij hebben gezegd dat het allemaal de schuld van jullie moeder was dat het zover is gekomen, en dat dit niet had gehoeven als zij gewoon had meegewerkt. [de gezinsvoogd] heeft daarna met jullie gesproken. Zij merkte aan jullie dat jullie niet meer wisten hoe het verder moest; dat jij [kind 2] het heel erg vond wat je over de gezinshuisouders had moeten vertellen, en dat je [kind 1] troostte omdat hij zo verdrietig was. Wat de GI voor jullie nu vooral wil, is dat er rust komt, en dat kan alleen als er even geen contacten met anderen zijn. De GI blijft erbij dat zij in de noodsituatie van het weglopen niet anders kon dan jullie vader de schriftelijke aanwijzing geven.

5Wat vind ik er als kinderrechter van?

De schriftelijke aanwijzing

Eerst wil ik het met jullie hebben over wanneer een GI een schriftelijke aanwijzing kan geven, hoe dat dan moet, en wanneer een schriftelijke aanwijzing vervallen kan worden verklaard. Als jullie de regels daarover willen nalezen in de wet, dan moeten jullie kijken naar artikel 263 en 264 van het eerste boek van het Burgerlijk Wetboek. Kort gezegd staat daarin, dat de GI een schriftelijke aanwijzing kan geven aan een ouder over de verzorging of opvoeding van zijn/haar kind(eren), als:

  • die ouder niet voldoende meewerkt aan de uitvoering van (het hulpverleningsplan van) de ondertoezichtstelling; of, als

  • dit noodzakelijk is om bedreigingen in de ontwikkeling van een kind weg te nemen.

Ik vind dat deze beide situaties aan de hand waren toen jullie voor de tweede keer waren weggelopen en nog niet terug waren, toen de schriftelijke aanwijzing werd gegeven. Nadat jullie terug waren van de eerste keer weglopen uit het gezinshuis, heeft de GI afspraken met jullie vader gemaakt. Toen jullie voor de tweede keer weg waren, en jullie moeder en de GI meer dan een week niet wisten waar jullie waren, maar jullie vader dat wel wist (dat heeft hij op zitting mij nog verteld), heeft de GI nog een keer tegen jullie vader gezegd dat hij moest vertellen waar jullie waren. De GI heeft ook gezegd dat als hij dat niet zou doen, dat de GI dan een schriftelijke aanwijzing zou geven. Dus, jullie vader heeft genoeg tijd gekregen om te bedenken of hij wilde meewerken met de GI of niet en hij heeft ervoor gekozen om dat niet te doen. De GI kon dus niet anders dan deze schriftelijke aanwijzing geven en zij heeft dat ook terecht gedaan. En dat heeft de GI niet gedaan met het doel om jullie in een nog moelijker positie te brengen. Nee, juist met het idee dat jullie even jullie eigen gedachten en gevoelens weer op een rij kunnen zetten. Los van wat de mensen om jullie heen zeggen, denken, voelen of willen.

Het is onterecht dat jullie vader en zijn advocaat hebben gezegd dat de GI / [de gezinsvoogd] op dit punt heeft gelogen of onware dingen heeft geschreven. Dat hebben ze niet kunnen onderbouwen en ik vind het kwalijk dat zij zo over de GI en [de gezinsvoogd] hebben gesproken! Niet alleen voor haar en haar collega’s, maar ook omdat ze jullie daarmee het verkeerde (voor)beeld geven.

Jullie moeten daarbij goed bedenken, dat de GI met de ondertoezichtstelling een opdracht heeft gekregen van de kinderrechter om te proberen ervoor te zorgen dat het met jullie, [kind 1] , [kind 2] en [kind 3] , zo goed mogelijk gaat, dat jullie zo weinig mogelijk last hebben van de problemen tussen jullie ouders. De GI heeft dus, samen met jullie ouders, een grote verantwoordelijkheid voor jullie. Als de GI niet weet waar jullie zijn, kan zij die verantwoordelijkheid niet dragen en kan zij dat ook niet uitleggen aan de kinderrechter. Datzelfde geldt voor jullie moeder. Zij heeft samen met jullie vader ouderlijk gezag en zij moet dus gewoon weten waar jullie zijn en hoe het met jullie gaat. Dat staat dan nog los van het gevoel dat je als moeder krijgt, als je niet weet waar jouw kinderen zijn. Ik probeer me dan voor te stellen hoe het zou zijn als de situatie andersom zou zijn geweest. Stel dat [kind 3] weg was, en jullie moeder wist waar ze was, maar jullie en jullie vader niet en zij wilde het niet aan jullie vertellen. Wat voor gevoel zou dat geven?

Ik zal dus het verzoek van jullie vader om de schriftelijke aanwijzing te schorsen en vervallen te verklaren afwijzen.

De advocaat van jullie moeder heeft gevraagd om de schriftelijke aanwijzing te bekrachtigen, maar dat kan alleen de GI vragen, dus dat verzoek zal ik ook afwijzen.

De omgang

Het verzoek van jullie vader is om te bepalen dat hij weer contact met jullie mag hebben en weer voor jullie mag zorgen en jullie mag opvoeden. Volgens hem zou het zo moeten zijn dat jullie voor 99,9% van de tijd bij hem zouden moeten zijn. Ik probeer te bedenken wat dat betekent, wat de andere kant daarvan is: minder dan 1 uur per maand en minder dan 1 dag per jaar contact met jullie moeder.

Zou dat verstandig zijn? Ook voor de langere termijn?

Dat vraag ik mij dus af. En natuurlijk heb ik goed onthouden wat jullie mij hebben verteld: geen contact met jullie moeder, want er zijn dingen gebeurd die niet goed te maken zijn.

Ik heb zelfs gelezen in een verslag van [hulpverlener Netwerk-Pluz] (die de omgang een tijd heeft begeleid) dat (iemand van) jullie zou(den) hebben gezegd dat jullie moeder ‘onvergeeflijke zonden heeft begaan en daardoor verantwoordelijk is voor al het leed dat jullie is aangedaan’ en dat zij ‘alle tien geboden uit de bijbel heeft overtreden en dat daarvoor geen vergeving is’. Ik heb uit het dossier begrepen dat het christelijk geloof belangrijk voor jullie gezin is. Deze woorden triggerden mij daarom.

Want ik heb in de bijna zes jaren dat ik nu kinderrechter ben, veel geleerd over de ontwikkeling van kinderen/jongeren, over hechting tussen kinderen en ouders en over de loyaliteit van kinderen aan hun ouders. Over dit laatste punt heeft een van oorsprong Hongaarse professor/psychiater veel nagedacht en geschreven. Zijn naam is Iván Nagy. Hij is de bedenker van wat heet: ‘contextuele therapie’. Best een moeilijke theorie zit daarachter, maar één belangrijk punt daaruit is wat hij over kinderen schrijft: “Kinderen krijgen van hun ouders het leven en daarom zijn zij en hun ouders onlosmakelijk met elkaar verbonden. Dat jij het leven krijgt van jouw ouders is zo’n groot cadeau, dat jij als kind daarvoor iets terug wilt geven aan jouw ouders. Hij noemt dit ook wel ‘zijnsloyaliteit’. Ook als ouders, of één van beide ouders niet fysiek aanwezig kan zijn in het opvoeden van kinderen, dan nog blijven de ouders of die ouder in jouzelf als kind aanwezig.”

Ik schrijf dit allemaal op, want als ik hier goed over nadenk en bedenk hoe dit in jullie gezin werkt, dan is het voor mij heel moeilijk om me voor te stellen dat jullie over jullie moeder denken en zeggen dat zij het niet meer goed kan maken, dat zij niet kan worden vergeven. En dat dit een idee of gevoel is dat vanuit jullie zelf, in jullie zelf is ontstaan.

Natuurlijk kan in een gezin, zeker in een situatie van echtscheiding de balans tussen ouders en kinderen, de balans van geven en krijgen, verstoord raken. Maar ik ben ervan overtuigd dat dit ook kan worden hersteld.

En niet alleen vanuit de theorie van Nagy, maar ook vanuit de lessen die je uit het christelijk geloof, uit de bijbel kunt leren. Kun je als christen over een ander mens zeggen dat ze iets onvergeeflijks heeft gedaan? Of is juist de boodschap van Jezus dat iedereen kan worden vergeven, ook zonder erom te vragen? En is vergeving niet juist een cadeau aan jezelf en niet aan een ander? Kan vergeving niet de ruimte geven aan jezelf om verder te gaan en de wond te genezen die je hebt opgelopen?

Ik denk dat de balans in jullie gezin kan worden hersteld als tussen jullie ouders en tussen jullie en jullie ouders een situatie ontstaat, waarin je het oordeel over elkaar los kunt laten, waarin je elkaar kunt vergeven. Jullie moeder heeft een eerste stap gezet in hoe het kan en hoe het moet. Zij heeft [kind 3] actief geholpen met het zoeken van een verjaardagscadeau voor haar (jullie) vader en heeft haar de kans en de ruimte gegeven om hem een bericht van liefde te sturen.

Die situatie is er nu, tussen jullie allen helaas, nog niet. Ik kan daarom nu geen verstandige beslissing nemen over de (balans in de) omgang tussen jullie en jullie vader en moeder en zal het verzoek van jullie vader op dit punt afwijzen.

Daarvoor is trouwens nog een reden. En dat is de procedure die nu nog bij het gerechtshof loopt. Zoals ik eerder al schreef, heeft een deskundige van het NIFP in die procedure onderzoek gedaan naar waar jullie zouden moeten wonen en hoe de omgang er uit zou moeten zien en mogelijk welke hulp daarbij nodig is. Het zou niet alleen onverstandig, maar ook onjuist zijn als ik nu een beslissing zou nemen over de omgang terwijl de hogere rechter daar ook een beslissing over gaat nemen. Die hogere rechter heeft daarover ook uitgebreid advies gekregen en ik niet.

De ondertoezichtstelling en uithuisplaatsing

Het verzoek van de advocaat van jullie vader is om de OTS en de uithuisplaatsing per direct te beëindigen. Dat vind ik niet verstandig en niet juist. Als ik alles wat ik hierboven heb beschreven nog een keer nalees, dan kan ik alleen maar tot de conclusie komen dat jullie ontwikkeling om verschillende redenen ernstig wordt bedreigd. Bovendien is de verstandhouding en de balans tussen jullie ouders zo verstoord, dat ik niet kan bedenken hoe zij deze situatie zonder een gezinsvoogd voor jullie zouden kunnen oplossen of beter zouden kunnen maken. De ondertoezichtstelling laat ik dus in stand. Dat geldt ook voor de machtiging tot uithuisplaatsing. Want, als die zou worden beëindigd, zou dat betekenen dat jullie per direct weer bij jullie moeder zouden moeten wonen. Wat ik over de omgang schreef geldt ook hier: daar gaat het gerechtshof een beslissing over nemen.

Voor zowel de beslissing over de schriftelijke aanwijzing als over de ondertoezichtstelling en de machtiging tot uithuisplaatsing wil ik nog opmerken dat ik vind dat hierbij de wettelijke regels op de juiste manier zijn toegepast. Omdat het EVRM en het IVRK ook de ruimte laten aan elk eigen land om in wetten hiervoor regels vast te stellen, kom ik, anders dan de advocaat van jullie vader, tot de conclusie dat niet in strijd is gehandeld met internationale verdragen.

Al mijn beslissingen komen hieronder nog een keer in officiële woorden te staan.

6De beslissing:

De kinderrechter:

6.1.

laat de bestreden schriftelijke aanwijzing van 22 februari 2021 in stand;

6.2.

wijst alle verzoeken (van de vader en de moeder) af.

Deze beschikking is gegeven door mr. S.T. Kooistra, kinderrechter in tegenwoordigheid van R.Y. Wesdijk, als griffier en in het openbaar uitgesproken op 14 april 2021.



© Copyright 2009 - 2024 XS2Knowledge b.v. - KVK: 24486465 - Telefoon: 085 744 0 733