Rechtbank Overijssel 14-05-2020, ECLI:NL:RBOVE:2020:1778

Datum publicatie19-05-2020
ZaaknummerC/08/246362 / KG ZA 20-71
ProcedureKort geding
ZittingsplaatsAlmelo
RechtsgebiedenCiviel recht
TrefwoordenOverig; Straatverbod/contactverbod/huiselijk geweld; Social media in het familierecht
Wetsverwijzingen

Inhoudsindicatie

Gebrouilleerde vriendinnen. Contact- en gebiedsverbod toegewezen voor de duur van 1 jaar. T.a.v. het contactverbod is geoordeeld dat de bedreigingen die zijn geuit, onrechtmatig zijn. T.a.v. het gebiedsverbod is geoordeeld dat vanuit het handelen een zekere dreiging uit gaat, met een onveilig gevoel in en rond de woning tot gevolg. Er zijn zwaarwegende omstandigheden die een inbreuk rechtvaardigen op het recht om vrijelijk te kunnen bewegen. Terughoudendheid op social media. Kaart met gearceerde straten als verboden gebied.

Volledige uitspraak


RECHTBANK OVERIJSSEL

Team kanton en handelsrecht

Zittingsplaats Almelo

zaaknummer / rolnummer : C/08/246362 / KG ZA 20-71

Vonnis in kort geding van 14 mei 2020

in de zaak van

[X] ,

wonende te [woonplaats] ,

eiseres in conventie, verweerster in reconventie, hierna te noemen [X] ,

advocaat: mr. M.A. Buld te Hengelo (O),

tegen

[Y] ,

wonende te [woonplaats] ,

gedaagde in conventie, eiseres in reconventie, hierna te noemen [Y] ,

advocaat: mr. H.J.M. van Denderen te Hengelo (O).

1De procedure

1.1.

Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding in kort geding, betekend op 17 april 2020, met producties,
- de aanvullende producties 10 en 11 van [X] , binnengekomen op 22 april 2020 respectievelijk 29 april 2020,
- de producties 1 tot en met 4 van [Y] , binnengekomen op 30 april 2020,
- de pleitnotitie met eis in reconventie van [Y] ,
- de mondelinge behandeling via Skype, gehouden op 30 april 2020.

1.2.

Ten slotte is vonnis bepaald.

2De feiten

2.1.

[X] is in de periode van 2014 tot april 2017 bevriend geweest met [Y] .

2.2.

[Y] heeft een relatie gehad met [A] . Met hem heeft zij twee nog minderjarige kinderen. Er geldt een zorg- en contactregeling ten aanzien van de kinderen.

2.3.

Vanaf april 2017 heeft [X] een relatie gekregen met [A] . Door de relatie tussen [X] en [A] is de vriendschap tussen [X] en [Y] geëindigd.

2.4.

Op Facebook heeft [Y] over [X] geschreven (productie 1 bij dagvaarding):
mn allerbeste vriendin neukt met mn ex, de vader van mijn kinderen… hoop dat je gelukkig word met elkaar. dat het t je allemaal waard is! Vuile hoer da je bent.. eens een hoer altijd een hoer!

2.5.

Via whatsapp en sms heeft [Y] aan [X] meerdere bedreigingen geuit (producties 4, 5, en 6 bij de dagvaarding). Voor zover van belang gaat het om onder meer de volgende teksten:

whatsapp:
(…) 23-01-20 20.20 – [Y] : Laat ik jou niet tegenkomen want nu is t de tijd om mn lijstje af te werken.. its youre turn hoer
23-01-20 20.20 – [Y] : Watch youre back
(…)
14-02-20 7.36 – [Y] : Ik pak jou!!! Jou alleen (…)’.

sms:
18-02-2020 vanaf 23.24:
Nodig je me uit en doe je niet open? Vuile bange schijthoer Kom zo weer’ en ‘Ik maak jou kapot vuile kankerhoer Bel de politie maar je zal ze nodig hebben Ik sta om het hoekje…’.

2.6.

Uit het bij dagvaarding overgelegde proces-verbaal van aangifte, productie 7, blijkt dat [X] op 25 februari 2020 aangifte heeft gedaan tegen [Y] . Voor zover van belang staat hierin het volgende opgenomen:
(…) Ik doe aangifte van vernieling van twee ruiten van dubbel glas (…) Ook doe ik aangifte van bedreiging en stalking (…) Ik word al drie jaar lastig gevallen door [Y] van [geboortedatum] . [Y] was een vriendin van mij maar door allerlei omstandigheden is dit stuk gelopen. Ik heb in 2019 al aangifte gedaan tegen [Y] (…) [Y] stuurt mij allerlei appjes, spreekt berichten in en valt mijn familie lastig. [Y] heeft een psychiatrische stoornis en staat onder begeleiding van JADE zorg. Ik heb al vaak melding gedaan van het lastig vallen door [Y] , ook haar begeleiding weet daarvan. Het is af en toe rustig maar sinds januari 2020 is het weer meer geworden (…)’.

2.7.

[Y] heeft op 3 april 2020 na 23.00 uur een brief achter gelaten voor

[X] , productie 9 bij de dagvaarding. Voor zover van belang staat daarom geschreven:
,
aangezien jij mij niet met rust kunt laten, en mijn gehandicapte broertje zit lastig te vallen. Ga ik jou waarschuwen! Nogmaals, ik ben niet onder de indruk van de politie, die gasten kunnen niks en doen niks dus bespaar je de moeite meid. Ga niet mij lopen uitdagen via mijn broertje want ik sla je kapot in je eigen huis ja kanker hoer! Groeten!! be Safe’.

3De vordering

in conventie

3.1.

[X] vordert -samengevat- in conventie om bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad:

I. binnen 24 uur na betekening van dit vonnis [Y] te verbieden om op enige wijze

[X] of haar dochter te benaderen, noch fysiek door hen aan te spreken, noch per brief, sms, whatsapp, facebook, email of enig ander communicatiemiddel,
II. binnen 24 uur na betekening van dit vonnis [Y] te verbieden zich te begeven in een straal van 500 meter rond de [adres] te [plaats] , althans een gebied door de voorzieningenrechter in goede justitie te bepalen,
III. een en ander op straffe van een dwangsom van € 500,00 voor iedere keer dat gedaagde nalatig blijft aan dit verbod te voldoen, met een maximum van € 100.000,00.

3.2.

[Y] voert verweer.

in reconventie

3.3.

[Y] vordert in reconventie om [X] te verbieden om gedurende een jaar op enigerlei wijze met [Y] contact te leggen, hetzij door haar aan te spreken dan wel per brief, sms, whatsapp, facebook, email of enig ander communicatiemiddel te benaderen, zulks op straffe van een dwangsom van € 100,00 voor iedere keer dat [X] nalatig blijft aan het verbod te voldoen met een maximum van € 5.000,00.

3.4.

[X] voert verweer.

in conventie en in reconventie

3.5.

Op de stellingen van partijen in conventie en in reconventie wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

4De beoordeling

in conventie

4.1.

Gelet op de aard van de vorderingen heeft [X] daarbij voldoende spoedeisend belang.

4.2.

Vooropgesteld wordt dat een contact- en gebiedsverbod een inbreuk vormt op het aan een ieder toekomend recht vrijelijk contact op te nemen met een ander respectievelijk het recht om zich vrijelijk te verplaatsen. Voor het toewijzen van een zo ingrijpende maatregel, moet sprake zijn van in hoge mate aannemelijke feiten en omstandigheden die zo’n inbreuk kunnen rechtvaardigen.

4.3.

De voorzieningenrechter stelt vast dat [X] de vordering onder I. (enkel) in privé heeft ingesteld en niet (mede) in haar hoedanigheid als wettelijke vertegenwoordigster van haar dochter. Voor de uitkomst van dit kort geding heeft dit verder geen consequenties. De voorzieningenrechter acht het namelijk van belang dat er voor zowel [X] als voor haar dochter een periode van rust aanbreekt.

contactverbod
4.4. Met inachtneming van het toetsingskader zoals in 4.2. staat opgenomen, overweegt de voorzieningenrechter ten aanzien van het door [X] gevorderde contactverbod als volgt.

4.5.

De voorzieningenrechter is van oordeel dat [X] voldoende aannemelijk heeft gemaakt dat het handelen van [Y] door haar als beledigend en/of intimiderend wordt ervaren en dat zij om die reden een zwaarwegend belang heeft bij toewijzing van het gevorderde contactverbod. [Y] heeft bovendien niet betwist de whatsappberichten, smsjes, Facebookberichten, voicemailberichten te hebben verstuurd en de brief te hebben achtergelaten. Uit de door [X] overgelegde stukken volgt dat [Y] op ontoe-laatbare wijze inbreuk maakt op de persoonlijke levenssfeer van [X] . De bedreigingen die door [Y] zijn geuit, zijn onrechtmatig. Het gevorderde contactverbod zal daarom worden toegewezen. Dat [Y] zich in eerste instantie op het standpunt heeft gesteld dat de door [X] gestelde hinder (nog) niet duurzaam of indringend genoeg is en dat daarom de vordering moet worden afgewezen, leidt niet tot een ander oordeel. Daarbij wordt in aanmerking genomen dat [Y] heeft verklaard geen bezwaar te hebben tegen het contactverbod, met dien verstande dat het contactverbod geen betrekking moet hebben op het plaatsen van reacties op berichten van [X] op openbare pagina’s op Facebook of op andere social media kanalen.

4.6.

Met [Y] is de voorzieningenrechter van oordeel dat het plaatsen van reacties op openbare pagina’s niet gezien moeten worden als het benaderen van [X] of een overtreding van het contactverbod. De voorzieningenrechter geeft [X] in overweging zich zoveel mogelijk te beperken in het plaatsen van berichten op openbare pagina’s op Facebook of op andere social media kanalen, zodat [Y] ook niet het gevoel krijgt dat zij ‘uitgelokt’ wordt om tot een openbare reactie over te gaan. De voorzieningenrechter acht het overigens wenselijk dat beide partijen zich zullen beperken in hun uitlatingen en reacties op openbare pagina’s, zowel op Facebook als op andere social media kanalen.


gebiedsverbod

4.7.

Ten aanzien van het door [X] gevorderde gebiedsverbod overweegt de voorzieningenrechter als volgt.

4.8.

Vanuit het handelen van [Y] gaat een zekere dreiging uit, die [X] en haar dochter een onveilig gevoel geven in en rond de woning aan de [adres] . Op grond hiervan komt de voorzieningenrechter tot de slotsom dat sprake is van zwaarwegende omstandigheden die een inbreuk rechtvaardigen op het recht van [Y] zich vrijelijk te bewegen. Mede gelet hierop volgt de voorzieningenrechter het standpunt van [Y] dat de door [X] gestelde hinder (nog) niet duurzaam of indringend genoeg is, niet. Het gevorderde gebiedsverbod zal worden toegewezen met inachtneming van het volgende.

4.9.

Volgens [Y] valt (een deel van) de [straatnaam 1] , een belangrijke uitvalsweg van [plaats] , binnen de straal van 500 meter, net als een deel van de [straatnaam 2] . Als het verbod zover strekt, houdt dat een te grote beperking in van haar persoonlijke vrijheid, aldus [Y] . Om vorenstaande redenen verzoekt [Y] om het gebiedsverbod te beperken. [X] heeft haar vordering omtrent het gebiedsverbod gehandhaafd.

4.10.

Het gebied, waarvoor het verbod voor [Y] om zich daarin te bevinden dan wel op te houden zal gelden, zal worden toegewezen met betrekking tot het gebied dat omsloten wordt door de volgende straten: [straatnaam 3] , [straatnaam 4] , [straatnaam 5] , [straatnaam 6] , [straatnaam 7] , [straatnaam 8] en [straatnaam 9] zoals aangegeven op de kaart die aan dit vonnis is gehecht. De straten waarbinnen en waarop het verbod voor [Y] zal gelden, zijn gearceerd op de betreffende kaart.

De voorzieningenrechter heeft hierbij meegewogen dat [Y] geen omstandigheden heeft gesteld die maken dat zij zich noodzakelijk in dat gebied moeten begeven. Ook kan [Y] zich begeven naar de [straatnaam 2] , kan zij gebruik blijven maken van de [straatnaam 1] en wordt de omgangsregeling met de kinderen, gelet op het woonadres van [A] , niet belemmerd.

4.11.

In verband met de eisen van proportionaliteit zullen het contact- en gebiedsverbod voor de duur van één jaar worden opgelegd.

4.12.

De voorzieningenrechter ziet aanleiding om de gevorderde dwangsom op grond van de kennelijk geringe financiële draagkracht van [Y] te matigen en te maximeren als na te melden.

4.13.

De voorzieningenrechter ziet ambtshalve aanleiding om [Y] als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten te veroordelen. Aangezien aan [X] een toevoeging is verleend zijn de kosten voor het uitbrengen van de dagvaarding (exclusief verschotten zoals informatiekosten) in debet gesteld. Deze kosten komen daarom niet voor vergoeding aan [X] in aanmerking. De kosten aan de zijde van [X] worden begroot op:

-griffierecht € 83,00

-informatiekosten 1,71

-salaris advocaat 633,00

totaal € 717,71

in reconventie

4.14.

[Y] heeft in reconventie gevorderd dat er (ook) een contactverbod komt voor [X] . [Y] voert daartoe aan dat het eventueel door [X] zoeken van contact met [Y] , dan wel het anderszins uitlokken van [Y] ook onrechtmatig is. Daartegen moet [Y] beschermd worden.

4.15.

[X] heeft ter zitting verweer gevoerd tegen het in reconventie gevorderde contactverbod. Volgens [X] is er geen enkele grondslag voor de vordering. Ook is er geen bewijs overgelegd dat [X] onrechtmatig jegens [Y] zou handelen. Zij concludeert dan ook tot afwijzing van de vordering in reconventie.

4.16.

Met [X] is de voorzieningenrechter van oordeel dat er geen grondslag is voor de reconventionele vordering. [Y] heeft geen bewijs overgelegd waaruit blijkt dat

[X] onrechtmatig jegens haar handelt. De vordering zal daarom worden afgewezen.

Zoals onder 4.6. is overwogen, acht de voorzieningenrechter het wel wenselijk dat partijen zich zullen beperken in hun uitlatingen en reacties op openbare pagina’s, zowel op Facebook als op andere social media kanalen.

4.17.

Als de in het ongelijk gestelde partij zal [Y] worden veroordeeld in de kosten van het geding in reconventie, aan de zijde van [X] begroot op nihil.

5De beslissing

De voorzieningenrechter

in conventie

5.1.

verbiedt [Y] om gedurende één jaar na betekening van dit vonnis op enige wijze [X] of haar dochter te benaderen, dan wel fysiek door hen aan te spreken, dan wel per brief, sms, whatsapp, facebook, email of enig ander communicatiemiddel,

5.2.

verbiedt [Y] om zich gedurende één jaar na betekening van dit vonnis te bevinden in het gebied dat wordt omgeven door de [straatnaam 3] , [straatnaam 4] , [straatnaam 5] , [straatnaam 6] , [straatnaam 7] , [straatnaam 8] en [straatnaam 9] , zoals weergegeven op de aan dit vonnis gehechte kaart,

5.3.

veroordeelt [Y] om aan [X] een dwangsom te betalen van € 100,00 voor iedere keer dat [Y] niet aan onderdeel 5.1. en/of 5.2. van dit vonnis voldoet, tot een maximum van € 5.000,00 aan verbeurde dwangsommen is bereikt,

5.4.

verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad,

5.5.

veroordeelt [Y] in de proceskosten, aan de zijde van [X] begroot op € 717,71,

5.6.

wijst het meer of anders gevorderde af,

in reconventie

5.7.

wijst de vordering af,

5.8.

veroordeelt [Y] in de proceskosten, aan de zijde van [X] begroot op nihil.

Dit vonnis is gewezen door mr. K.J. Haarhuis en in het openbaar uitgesproken op

14 mei 2020.



© Copyright 2009 - 2024 XS2Knowledge b.v. - KVK: 24486465 - Telefoon: 085 744 0 733