Rechtbank Amsterdam 03-12-2019, ECLI:NL:RBAMS:2019:8967

Datum publicatie06-12-2019
ZaaknummerC/13/674730 / KG ZA 19-1135
ProcedureKort geding
ZittingsplaatsAmsterdam
RechtsgebiedenCiviel recht
TrefwoordenOverig; Straatverbod/contactverbod/huiselijk geweld
Wetsverwijzingen

Inhoudsindicatie

De vader van een voormalige leerlinge van een school in Amsterdam krijgt een 2-jarig contactverbod.

Volledige uitspraak


vonnis

RECHTBANK AMSTERDAM

Afdeling privaatrecht, voorzieningenrechter civiel

zaaknummer / rolnummer: C/13/674730 / KG ZA 19-1135 FB/MV

Vonnis in kort geding van 3 december 2019

in de zaak van

de stichting

ONDERWIJSSTICHTING ESPRIT,

gevestigd te Amsterdam,

eiseres bij dagvaarding van 19 november 2019,

advocaat mr. J. Liauw-A-Joe te Amsterdam,

tegen

[gedaagde] ,

wonende te [woonplaats] ,

gedaagde,

niet verschenen.


Partijen worden hierna ook Esprit en [gedaagde] genoemd.

1De procedure

1.1.

Voorafgaand aan de mondelinge behandeling van dit kort geding op 28 november 2019 heeft [gedaagde] herhaaldelijk, en mede toegelicht met een brief van zijn behandelend psycholoog, verzocht om de behandeling van de zaak tenminste zes maanden aan te houden. Esprit heeft bezwaar gemaakt tegen dit verzoek.
De voorzieningenrechter heeft daarop besloten de behandeling doorgang te doen vinden.

Ter zitting is tegen [gedaagde] verstek verleend. Daarop is andermaal aan de advocaat van Esprit gevraagd hoe zij inmiddels stond tegenover het verzoek van [gedaagde] om aanhouding, onder mededeling van de binnengekomen stukken.
Esprit heeft bij haar verzoek tot onmiddellijke behandeling van het kort geding volhard.

De voorzieningenrechter heeft daarop besloten de behandeling van de zaak doorgang te doen vinden. Als het bijwonen van de zitting voor [gedaagde] teveel stress zou veroorzaken, had hij zich kunnen laten vertegenwoordigen door een advocaat. Daarom, en mede gelet op de inhoud van het dossier, moet het belang van Esprit bij behandeling van het geding thans prevaleren boven het belang van [gedaagde] bij uitstel daarvan.

1.2.

Vervolgens heeft Esprit volhard bij haar vordering. Vonnis is bepaald op 3 december 2019.

2De beoordeling

2.1.

Het gevorderde komt de voorzieningenrechter niet onrechtmatig of ongegrond voor en zal worden toegewezen op de wijze zoals hierna vermeld.

2.2.

[gedaagde] zal als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten worden veroordeeld. De kosten aan de zijde van Esprit worden begroot op:

- dagvaarding € 83,52

- griffierecht 639,00

- salaris advocaat 633,00

Totaal € 1.355,52

Ook zal [gedaagde] in de nakosten worden veroordeeld.

3De beslissing

De voorzieningenrechter

3.1.

verbiedt [gedaagde] gedurende een periode van twee jaar vanaf de betekening van dit vonnis om zowel mondeling als schriftelijk, waaronder in ieder geval telefonisch, per e-mail, WhatsApp, sms of op andere wijze, contact op te nemen met Esprit, de [school] , enige andere door Esprit in stand gehouden school en de (voormalig) werknemers van Esprit, op straffe van een dwangsom van € 5.000,- per overtreding van dit verbod, met een maximum van € 100.000,-,

3.2.

verbiedt [gedaagde] gedurende een periode van twee jaar vanaf de betekening van dit vonnis om zich in de toekomst mondeling of schriftelijk onrechtmatig - beledigend, belagend, misleidend of onjuist - uit te laten over Esprit, de [school] , enige andere door Esprit in stand gehouden school en de (voormalig) werknemers van Esprit, op straffe van een dwangsom van € 5.000,- per overtreding van dit verbod, met een maximum van € 100.000,-,

3.3.

verbiedt [gedaagde] gedurende een periode van twee jaar vanaf de betekening van dit vonnis om de aan Esprit gerichte en mogelijk nog te richten correspondentie (waaronder per e-mail, WhatsApp, sms), voor zover onrechtmatig - beledigend, belagend, misleidend of onjuist - naar aard of inhoud, in welke vorm dan ook openbaar te maken en/of te publiceren en/of daarvan afschriften aan derden toe te sturen, op straffe van een dwangsom van € 5.000,- per overtreding van dit verbod, met een maximum van € 100.000,-,

3.4.

veroordeelt [gedaagde] in de proceskosten, aan de zijde van Esprit tot op heden begroot op € 1.355,52, te vermeerderen met de wettelijke rente over dit bedrag met ingang van de vijftiende dag na betekening van dit vonnis tot de dag van volledige betaling,

3.5.

veroordeelt [gedaagde] in de na dit vonnis ontstane kosten, begroot op € 157,00 aan salaris advocaat, te vermeerderen, onder de voorwaarde dat betekening van dit vonnis heeft plaatsgevonden, met een bedrag van € 82,00 aan salaris advocaat en de explootkosten van betekening van dit vonnis, en te vermeerderen met de wettelijke rente over deze bedragen met ingang van de vijftiende dag na betekening van dit vonnis tot de dag van volledige betaling,

3.6.

verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad,

3.7.

wijst het meer of anders gevorderde af.

Dit vonnis is gewezen door mr. F.B. Bakels, voorzieningenrechter, bijgestaan door mr. M. Veraart, griffier, en in het openbaar uitgesproken op 3 december 2019. 1

1

type: MV

coll: BB



© Copyright 2009 - 2024 XS2Knowledge b.v. - KVK: 24486465 - Telefoon: 085 744 0 733