Rechtbank Noord-Holland 10-07-2019, ECLI:NL:RBNHO:2019:6110

Datum publicatie17-09-2019
ZaaknummerC/15/289466 / FA RK 19-3168
ProcedureEerste aanleg - enkelvoudig
ZittingsplaatsAlkmaar
RechtsgebiedenCiviel recht; Personen- en familierecht
TrefwoordenKinderen; Adoptie;
Jeugdbescherming / Jeugdwet; Gezagsbeëindigende maatregel 1:266 BW/schorsing gezag;
Familieprocesrecht; Kindvriendelijke/begrijpelijke/klare taal
Wetsverwijzingen

Inhoudsindicatie

Moeder doet afstand van 5-de kind. Kinderrechter realiseert zich dat er waarschijnlijk een dag komt dat minderjarige de hierop volgende beslissing mbt beëindiging gezag abi art. 1:266 lid 1 BW zelf leest, omdat hij nieuwsgierig is naar zijn verleden. Belangrijk dat hij dan duidelijk kan teruglezen hoe het rondom zijn geboorte is gegaan. Daarom richt rechter zich in aparte overweging rechtstreeks tot hem, waarbij rechter benadrukt dat ouders hebben gezegd dat ze evenveel van hem houden als van hun andere kinderen. En meer.

Volledige uitspraak


beschikking

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Familie en Jeugd

Zittingsplaats: Alkmaar

Zaakgegevens : C/15/289466 / FA RK 19-3168

datum uitspraak: 10 juli 2019

beschikking beëindiging van het ouderlijk gezag na schorsing

in de zaak van

de Raad voor de Kinderbescherming, hierna te noemen de Raad,

gevestigd te Haarlem,

betreffende

[minderjarige] , geboren op [datum] te [plaats] , hierna te noemen [minderjarige] .

De kinderrechter merkt als belanghebbenden aan:

[de moeder] ,

hierna te noemen de moeder,

[de vader] ,

hierna te noemen de vader,

de gecertificeerde instelling De Jeugd- & Gezinsbeschermers, hierna te noemen de GI,

gevestigd te Alkmaar.

Het procesverloop


Het procesverloop blijkt uit de volgende stukken:

- het verzoek met bijlagen van de Raad van 22 mei 2019, ingekomen bij de griffie op

23 mei 2019;

- de brief van Stichting FIOM, namens de ouders, van 28 juni 2019, ingekomen bij de griffie op 1 juli 2019.

Op 2 juli 2019 heeft de kinderrechter de zaak ter zitting met gesloten deuren behandeld.

Gehoord zijn:

- [vertegenwoordiger van de raad] namens de Raad,

- [vertegenwoordiger van de GI] en [vertegenwoordiger van de GI] , namens de GI.

Opgeroepen en –met afbericht- niet verschenen zijn:

- de moeder,

- de vader.

De feiten


Bij beschikking van deze rechtbank van 26 februari 2019, bekrachtigd bij proces-verbaal van 8 maart 2019, is de moeder in de uitoefening van haar gezag over [minderjarige] geschorst en is de GI belast met de voorlopige voogdij over [minderjarige] .

[minderjarige] verblijft sinds 6 juni 2019 in een door de ouders uitgekozen adoptie gezin. Tot dat moment verbleef hij in een neutraal-terrein-gezin van Parlan.

Het verzoek


De Raad heeft verzocht het gezag van de moeder over [minderjarige] te beëindigen en de GI tot voogd over hem te benoemen.

Ter onderbouwing van het verzochte heeft de Raad het volgende naar voren gebracht. De moeder was ongepland en ongewenst zwanger. De zwangerschap was al vergevorderd toen de moeder erachter kwam. De moeder heeft te kennen gegeven dat zij niet zelf voor [minderjarige] kan zorgen. Zij heeft samen met de vader vier kinderen en de zorg voor een vijfde kindje kan zij niet aan. De indruk is dat de moeder een overbelaste vrouw is, die voor een groot deel alleen voor de zorg en opvoeding van haar kinderen staat. De vader werkt veel en is lange dagen weg. Op meerdere leefgebieden lijken problemen in het gezin te spelen en het gezin is bij de hulpverlening en de Raad bekend vanwege zorgen over de opvoedingsomgeving van de andere kinderen. De moeder heeft direct na de geboorte afstand gedaan van [minderjarige] . De moeder heeft het erg moeilijk met haar keuze, maar zij staat nog steeds achter haar besluit. De ouders hebben deze keuze uit liefde en in het belang van [minderjarige] en hun andere vier kinderen gemaakt. Zij willen dat [minderjarige] goed terecht komt. Gelet hierop is de Raad van mening dat de beëindiging van het gezag van de moeder op zijn plaats is. [minderjarige] is na zijn geboorte onder voorlopige voogdij gesteld van de GI en geplaatst in een neutraal-terrein-gezin. De ouders hebben een adoptiegezin voor [minderjarige] uitgekozen. De Raad vindt het belangrijk dat de GI wordt belast met de voogdij over [minderjarige] . Dit is de aangewezen instantie om de belangen van [minderjarige] te behartigen en te waarborgen. Ook is het noodzakelijk dat de GI de ingroei van [minderjarige] bij zijn adoptieouders voorlopig nog blijft volgen en zicht houdt op zijn ontwikkeling. Het ligt in de verwachting dat de adoptieouders op termijn met de voogdij over [minderjarige] zullen worden belast.

Ter zitting heeft de vertegenwoordigster van de Raad hier het volgende aan toegevoegd. De ouders hebben afstand gedaan van [minderjarige] omdat zij zich niet in staat voelden om voor nóg een kindje te zorgen. Zij hebben deze keuze gemaakt in het belang van [minderjarige] . De ouders houden evenveel van [minderjarige] als van hun oudere vier kinderen, maar zij kunnen niet voor vijf kinderen tegelijk zorgen. De moeder is de afgelopen maanden betrokken geweest bij [minderjarige] toen het niet goed ging met zijn gezondheid. Het besluit van de ouders, om [minderjarige] in een ander gezin een betere kans te geven, staat vast.

Het standpunt van de moeder en de vader

Uit het raadsrapport en de afstandsverklaring van de moeder blijkt dat de ouders het eens zijn met het verzoek van de Raad. De moeder vindt het heel moeilijk om [minderjarige] af te staan, maar zij maakt deze keuze in het belang van [minderjarige] en met heel veel liefde voor hem.

Het standpunt van de GI

De vertegenwoordigster van de GI heeft ter zitting gezegd dat de GI bereid is om de voogdij over [minderjarige] op zich te nemen. Verder heeft de vertegenwoordigster van de GI verteld dat het goed gaat met [minderjarige] in het adoptiegezin. [minderjarige] verblijft hier sinds 6 juni 2019. De ouders hebben dit gezin uitgekozen voor [minderjarige] .

De beoordeling

De kinderrechter realiseert zich dat er in de toekomst waarschijnlijk een dag komt dat [minderjarige] deze beschikking zelf leest, omdat hij nieuwsgierig is naar zijn verleden. De kinderrechter vindt het belangrijk dat [minderjarige] dan duidelijk terug kan lezen hoe het is gegaan rondom zijn geboorte. Daarom heeft de kinderrechter ervoor gekozen het volgende stuk in deze beslissing rechtstreeks aan hem te richten.

[minderjarige] , op het moment dat jouw biologische moeder erachter kwam dat ze in verwachting was van jou, was ze al best lang zwanger. Deze zwangerschap was niet gepland en een schok voor je ouders. In die tijd zorgde je moeder al voor je twee broers en twee zussen en had ze het daar zwaar mee. Je biologische vader was veel aan het werk om geld te verdienen en kon je moeder niet helpen met de kinderen. Je ouders maakten zich er zorgen over hoe dat allemaal zou moeten als jij geboren zou zijn. Je moeder was bang dat ze het niet aan kon om voor vijf kinderen te zorgen. Al voordat je geboren was heeft je moeder toen het besluit genomen dat het beter voor jou en voor je broers en zussen zou zijn als jij op een andere plek zou opgroeien. Bij mensen die jou wel alle tijd en aandacht konden geven die zij jou gunde. Na je geboorte heeft je moeder je nog even vastgehouden. Je vader heeft jou niet gezien, dat vond hij te moeilijk. Je bent nog diezelfde dag naar een tijdelijk pleeggezin gebracht. Toen je iets meer dan drie maanden oud was, ben je bij je adoptieouders gaan wonen.

Je moeder heeft aan de Raad voor de Kinderbescherming verteld dat ze de beslissing om jou af te staan heel moeilijk vond, maar dat zij die keuze heeft gemaakt uit liefde voor jou. Verder hebben je ouders gezegd dat ze evenveel van jou houden als van je broers en zussen. Daarom hebben ze jou ook een naam gegeven met de letter [letter] erin, net als je boers en zussen. Je ouders gunden jou een betere toekomst in een liefdevol gezin. Zij hebben je adoptieouders zelf uitgekozen. Je ouders hebben ook gezegd dat je later altijd welkom bij hen bent als je je biologische familie wilt ontmoeten. Jij mag zelf beslissen of je dat wilt.

Door de beslissing om afstand te doen van [minderjarige] is duidelijk dat hij niet bij de ouder met gezag (de moeder) gaat opgroeien. De Raad heeft daarom verzocht het gezag van de moeder te beëindigen en de GI tot voogd te benoemen.

Op grond van artikel 1:266, eerste lid, van het Burgerlijk Wetboek (hierna: BW) kan het gezag van een ouder beëindigd worden, indien een minderjarige zodanig opgroeit dat hij in zijn ontwikkeling ernstig wordt bedreigd, en de ouder niet in staat is de verantwoordelijkheid voor de verzorging en opvoeding, bedoeld in artikel 1:247, tweede lid, BW te dragen binnen een voor de persoon en de ontwikkeling van de minderjarige aanvaardbaar te achten termijn.

De kinderrechter is op basis van de verkregen inlichtingen van oordeel dat aan dit criterium is voldaan. Het is de kinderrechter duidelijk dat de moeder nog steeds achter haar beslissing staat om afstand van [minderjarige] te doen, ondanks dat dit een hele emotionele en moeilijke beslissing voor haar is.

Gelet op het bovenstaande zal de kinderrechter het verzoek van de Raad toewijzen en het gezag van de moeder over [minderjarige] beëindigen.

Omdat de beëindiging van het gezag van de moeder ertoe zal leiden, dat een gezagsvoorziening over [minderjarige] komt te ontbreken, dient de kinderrechter op grond van artikel 1:275, eerste lid BW een voogd over hem te benoemen. De kinderrechter acht het van belang dat de GI wordt belast met de voogdij over [minderjarige] en zodoende in staat is de belangen van [minderjarige] te behartigen. [minderjarige] verblijft nog maar kort bij zijn adoptiegezin. Het is van belang dat de GI voorlopig zicht kan houden op de ingroei en ontwikkeling van [minderjarige] in dit gezin. Ook kan de GI de statusvoorlichting van [minderjarige] met de adoptieouders bespreken. Gelet op het advies van de Raad en de bereidverklaring van de GI, zal de kinderrechter de GI met de voogdij over [minderjarige] belasten. Het ligt in de lijn der verwachting dat op termijn de adoptieouders worden belast met de voogdij over [minderjarige] .

De beslissing


De kinderrechter:

beëindigt het ouderlijk gezag van [de moeder] , geboren op [datum] te [plaats] over de minderjarige [minderjarige], geboren op [datum] te [plaats] ;

benoemt tot voogd over genoemde minderjarige de gecertificeerde instelling de Jeugd- en gezinsbeschermers, gevestigd te Alkmaar;

verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad.

Deze beschikking is gegeven door mr. G. Drenth, kinderrechter, in tegenwoordigheid van

mr. L.S. Hoenderdos als griffier en in het openbaar uitgesproken op 10 juli 2019.

Hoger beroep tegen deze beschikking kan worden ingesteld:

- door de verzoekers en degenen aan wie een afschrift van de beschikking is verstrekt of verzonden, binnen drie maanden na de dag van de uitspraak,

- door andere belanghebbenden binnen drie maanden na de betekening daarvan of nadat de beschikking aan hen op een andere wijze bekend is geworden.

Het hoger beroep moet, door tussenkomst van een advocaat, worden ingediend ter griffie van het gerechtshof
Amsterdam



© Copyright 2009 - 2024 XS2Knowledge b.v. - KVK: 24486465 - Telefoon: 085 744 0 733