Rechtbank Limburg 01-08-2019, ECLI:NL:RBLIM:2019:7137

Datum publicatie13-08-2019
Zaaknummer7830956 BM VERZ 19-2468 en 7830971 BM VERZ 19-2469
ProcedureBeschikking
ZittingsplaatsMaastricht
RechtsgebiedenCiviel recht; Personen- en familierecht
TrefwoordenMeerderjarigenbescherming; Bewind;
Familieprocesrecht; Kindvriendelijke/begrijpelijke/klare taal
Wetsverwijzingen

Inhoudsindicatie

Rechthebbenden verzoeken binnen maand na intrekking van eerder wijzigingsverzoek opnieuw om wijziging bewindvoerder. Het verzoek wordt direct en zonder zitting afgewezen wegens ontbreken van gewichtige redenen. De kantonrechter zal in de toekomst niet meer om elk wissewasje een zitting zal plannen. "Klachten die op niets (nieuws) zijn gebaseerd, zullen direct worden afgewezen. Concrete (!) nieuwe (!) klachten kunnen natuurlijk wél worden ingediend en die zal de kantonrechter dan natuurlijk serieus nemen, zoals dat hoort."

Volledige uitspraak


RECHTBANK LIMBURG

Team Toezicht

Zittingsplaats Maastricht

Zaaknummers: 7830956 BM VERZ 19-2468 en 7830971 BM VERZ 19-2469

BM-nummers: 388123 en 388124

Uitspraakdatum: 1 augustus 2019

Beschikking wijziging bewindvoerder

op het verzoek van:

[rechthebbende 1] ,

geboren te [geboorteplaats 1] op [geboortedatum 1] 1952

en

[rechthebbende 2]

geboren te [geboorteplaats 2] op [geboortedatum 2] 1946

beiden wonende te [woonplaats] , [adres]

hierna: de rechthebbenden.

procedure

De kantonrechter heeft kennisgenomen van:

- het verzoekschrift, ingekomen op 12 juni 2019

- een reactie van de huidige bewindvoerder, ingekomen op 25 juni 2019

- reacties van verzoekers, ingekomen op 22 en 25 juli 2019.

De kantonrechter heeft vervolgens bepaald dat het verzoek zonder mondelinge behandeling kan worden afgewezen.

verzoek

Bij beschikkingen van 29 augustus 2018 zijn onder bewind gesteld de goederen die (zullen) toebehoren aan de rechthebbenden.

Thans is de bewindvoerder:

[bewindvoerder] h.o.d.n. [handelsnaam]

[postbus]

[vestigingsplaats] .

Het verzoek strekt tot ontslag van de bewindvoerder en gelijktijdige benoeming van een opvolgend bewindvoerder.

feiten

Het gaat om de beoordeling van het verzoek van 12 juni 2019. Rechthebbenden wilden, kort gezegd, een andere bewindvoerder.

Dat was niet het eerste verzoek om een andere bewindvoerder.

Op 29 maart 2019 was namelijk ook al zo’n verzoek van rechthebbenden ontvangen. In dat verzoek klaagden rechthebbenden er toen over dat de bewindvoerder nooit de telefoon aannam als zij hem belden en dat hij ook nooit terugbelde als rechthebbenden hem iets vroegen.

Op die klacht heeft de bewindvoerder toen uitvoerig gereageerd, bij brief van 12 april 2019. De bewindvoerder schreef onder andere:

- “ “Zij bellen veel buiten de reguliere spreekuurtijden en spreken dan de voicemail in. Conform de interne richtlijnen, die ook met rechthebbenden uitgebreid zijn besproken tijdens de intakegesprekken, wordt er niet teruggebeld indien de voicemail buiten de spreekuurtijden wordt ingesproken. Immers, rechthebbenden worden geacht te bellen tijdens het spreekuur, dat is er niet voor niks. We hebben wel als “service” (dat is geen must) de mogelijkheid om in SPOEDGEVALLEN de voicemail in te spreken, waarna binnen 24 uur wordt teruggebeld. Daarvan blijkt telkens geen sprake. We hebben verzoekers meermalen gevraagd om zich aan de spreekuurtijden te houden. Op mails wordt doorgaans gewoon binnen de termijn gereageerd. Alleen hebben rechthebbenden de neiging om bijvoorbeeld op zondag een mail te sturen en dan op maandag of dinsdag al klagend de voicemail in te spreken dat zij maar niets horen..

- Rechthebbenden hebben in het verleden bij meerdere instanties klachten ingediend en zijn mij bekend als “klagers” indien iets niet gaat zoals zij dat wensen. We hebben een dossier van meer dan 75 pagina’s in het bezit, waarin rechthebbenden klagen bij onder meer woningstichtingen, gemeenten, bewindvoerders, etc. Het gaat te ver om dit omvangrijk dossier mee te zenden, maar op uw verzoek kan dat uiteraard worden ingezien.

- Dat rechthebbenden ooit zouden gaan klagen bij of over ons, was op voorhand al te verwachten. Ondanks dat dit waarschijnlijk veel tijd en energie blijkt te gaan kosten, hebben we toch besloten een bereidverklaring af te geven inzake de bewindvoering. Rechthebbenden hebben reeds meerdere bewindvoerders gehad en telkens hebben zij daarover geklaagd en/of wijzigingsverzoeken ingediend. (..) Blijkbaar menen verzoekers hun “klachten-drang” toch voort te moeten zetten en kost het ons veel tijd, moeite en energie om daar telkens op te moeten reageren. Zoals hierboven reeds aangegeven zal dit niet de eerste en zeker niet de laatste uiting van ontevredenheid gaan worden….”

Tijdens de zitting van 16 mei 2019 hebben rechthebbenden toen hun verzoek om een andere bewindvoerder, bij de kantonrechter ingetrokken. Over de bewindvoerder zeiden ze letterlijk “dat hij eigenlijk best wel een goede knakker was….”

Op 11 juni 2019 komt bij de griffie een nieuw verzoek binnen om een andere bewindvoerder te benoemen. Rechthebbende schreven:

- “ “Wij willen een andere bewindvoerder, want aan deze hebben we niks. Hij reageert niet, als we bellen, belt hij niet terug. Als wij gebeld hebben, belt hij niet terug. Nou zijn wij of mijn man heeft vanochtend om 10.10 uur gebeld toen hij het antwoordapparaat moest inspreken. En nou wordt het mijn man genoeg.”

De bewindvoerder heeft daarop nog gereageerd bij brief van 20 juni 2019 en gaf aan dat er sinds de intrekking van het vorige verzoek nog geen maand is verstreken en verwees naar zijn eerdere verweerschrift.

beoordeling van de kantonrechter

Wat vindt de kantonrechter?

In de wet staat dat er gewichtige (= heel goede, belangrijke) redenen moeten zijn om de bewindvoerder te ontslaan.

Zulke goede, belangrijke redenen hebben rechthebbende in hun verzoek van 11 juni 2019 niet gegeven.

Zij hebben in dat verzoek - nota bene nog geen vier weken na de zitting tijdens welke zij zeiden dat zij de bewindvoerder “eigenlijk best wel een goede knakker vonden” en tijdens welke zitting zij hun verzoek om een andere bewindvoerder introkken - eigenlijk alleen maar de oude, algemene klacht herhaald (“de bewindvoerder belt nooit terug”) zonder concrete, nieuwe voorbeelden te geven van nalatig gedrag van de bewindvoerder in de periode van 16 mei tot 11 juni jl. die alsnog wél de benoeming van een nieuwe bewindvoerder zouden kunnen rechtvaardigen.

In de laatste brieven van 22 en 25 juli 2019 worden zulke “gewichtige redenen” ook niet gegeven.

Daarom vindt de kantonrechter het niet nodig om, voordat hij zal beslissen, nu eerst weer een zitting te plannen, tijdens welke zitting rechthebbenden dan opnieuw hun zegje kunnen komen doen. De kantonrechter zal het nieuwe verzoek nu direct en zonder zitting afwijzen.

Verzoekers moeten zich goed realiseren dat zij als “veel-klagers” de schijn tegen hebben en dat de kantonrechter dus ook in de toekomst niet meer om elk wissewasje een zitting zal plannen, om rechthebbenden aan te horen. Klachten die op niets (nieuws) zijn gebaseerd, zullen direct worden afgewezen.

Concrete (!) nieuwe (!) klachten kunnen natuurlijk wél worden ingediend en die zal de kantonrechter dan natuurlijk serieus nemen, zoals dat hoort.

beslissing

De kantonrechter wijst het verzoek af.

Deze beschikking is gegeven door mr. P. Hoekstra, kantonrechter, en in het openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier. 1

NC

1

Tegen deze beschikking kan – door tussenkomst van een advocaat - hoger beroep worden ingesteld bij het Gerechtshof te Den Bosch, door de verzoeker en de in de procedure verschenen belanghebbenden binnen drie maanden vanaf de uitspraakdatum en door andere belanghebbenden binnen drie maanden na de betekening van de uitspraak of nadat de beschikking hun op andere wijze bekend is geworden.



© Copyright 2009 - 2024 XS2Knowledge b.v. - KVK: 24486465 - Telefoon: 085 744 0 733