Rechtbank Noord-Nederland 24-07-2019, ECLI:NL:RBNNE:2019:3418

Datum publicatie07-08-2019
Zaaknummerc/19/127357 / JE RK 19-337
ProcedureEerste aanleg - enkelvoudig
ZittingsplaatsAssen
RechtsgebiedenCiviel recht; Personen- en familierecht
TrefwoordenKinderen; (Verv. toestemming) paspoort;
Jeugdbescherming / Jeugdwet; Ondertoezichtstelling 1:254 e.v. BW;
Familieprocesrecht; Rechter is er klaar mee; Kindvriendelijke/begrijpelijke/klare taal
Wetsverwijzingen

Inhoudsindicatie

Strijd tussen ouders lijkt inmiddels ook strijd met GI. Vader weigert om zelf nog iets te doen rond aanvraag en afgifte paspoorten: GI moet maar regelen dat hij paspoorten meekrijgt.
Kinderrechter: toewijzende beschikking zou niets oplossen, maar slechts aanleiding geven tot soortgelijk gedrag. GI hoeft niet te regelen wat ouders zelf kunnen doen. Ouders blijven eigen verantwoordelijkheid houden. Volgt afwijzing verzoek GI om vervangende toestemming op basis van art.36 Paspoortwet; niet in belang kinderen.

Volledige uitspraak


beschikking

RECHTBANK NOORD-NEDERLAND

Afdeling privaatrecht

Locatie Assen

zaakgegevens : C/19/127357 / JE RK 19-337

datum uitspraak: 24 juli 2019

afwijzende beschikking vervangende toestemming paspoort in de zaak van

Stichting Jeugdbescherming Noord en Veilig Thuis Groningen, hierna te noemen de Gecertificeerde Instelling (GI),

gevestigd te Assen,

betreffende

Kind 1., geboren op …2007 te .., hierna te noemen Kind 1.,

Kind 2., geboren op …2009 te …, hierna te noemen Kind 2..

De kinderrechter merkt voorts als belanghebbenden aan:

A, hierna te noemen de moeder,

wonende te …,

B. , hierna te noemen de vader,

wonende te …...

Het procesverloop


Het procesverloop blijkt uit de volgende stukken:

- het verzoek met bijlagen van de GI van 24 juni 2019, ingekomen bij de griffie op 25 juni 2019.

Op 9 juli 2019 heeft de kinderrechter de zaak ter zitting met gesloten deuren behandeld.

Gehoord is:

- de moeder,

- de vader,

- C. namens de GI.


De feiten


Het ouderlijk gezag over Kind 1 en Kind 2 wordt uitgeoefend door de ouders.

De jongens hebben hun hoofdverblijf bij hun moeder.

Bij beschikking van 20 november 2018 met nummer C/19/124705/JE RK 18-499 is de ondertoezichtstelling van Kind 1 en Kind 2 verlengd tot 6 december 2019.

Het verzoek


De GI heeft verzocht vervangende toestemming te geven tot het verlenen van een Nederlands reisdocument aan Kind 1 en Kind 2, welke in de plaats treedt van de toestemming/verklaring van geen bezwaar van moeder.

Het standpunt van verzoeker

Eerdere pogingen om samen met ouders het verkrijgen van een paspoort te regelen zijn niet gelukt. Er wordt niet voldoende meegewerkt en zowel vader als moeder hebben hier een aandeel in. Moeder heeft 12 juni 2019 aangegeven alsnog toestemming te willen verlenen, maar vader heeft hier onvoldoende vertrouwen in. Hij weigert om nog met moeder de aanvraag te doen en eist dat de GI dit middels dit verzoek regelt. Vader vreest dat hij de benodigde reisdocumenten niet heeft voor het begin van de vakantie, die 15 juli 2019 zal beginnen. De GI acht het in het belang van de kinderen dat zij samen met hun vader kunnen reizen en op vakantie kunnen. Het is noodzakelijk dat de minderjarige kinderen hiervoor een geldig Nederlands reisdocument verkrijgen. Nu blijkt dat de moeder geen toestemming geeft, dan wel kan geven dient diens overeenstemming vervangen te worden door die van de kinderrechter.

Het standpunt van belanghebbenden

Standpunt moeder

Moeder is bereid om de aanvraag samen met vader te regelen.

Ze had daarvoor een afspraak gemaakt op het gemeentehuis.

Standpunt vader

Vader weigert om nog een poging te doen om samen met moeder de aanvraag te doen.

Hij vertrouwt haar niet en gaat ervan uit dat ze haar afspraken weer niet na zal komen.

De afspraak die moeder had gemaakt heeft hij afgebeld. Hij kon toen ook niet.

Hij gaat al jaren met de jongens op vakantie naar het buitenland, zonder paspoorten voor de jongens. Hij moet toch wat. Maar hij gaat liever met paspoorten. Als die paspoorten er niet op tijd zijn, dan gaat hij zonder.

Vader meent dat de GI verplicht is om voor paspoorten voor de jongens te zorgen. Vader heeft tegen de GI twaalf klachten ingediend, die volgens hem voor het merendeel gegrond zijn verklaard. Op grond van de beslissing op zo'n klacht moet de GI voor die paspoorten zorgen, aldus vader.

De zitting is op dinsdag 9 juli en vader wil op zaterdag 13 juli met de jongens vertrekken naar Frankrijk. Op de vraag hoe hij de afgifte van die paspoorten in zo'n korte tijd gaat regelen haalt vader de schouders op en kijkt om naar de vertegenwoordiger van de GI. Dat is het probleem van de GI, die moet zorgen dat de paspoorten er komen. Op de vraag of de kinderrechter goed begrijpt dat vader meent dat het de GI is die met een eventuele beschikking van de kinderrechter naar het gemeentehuis moet gaan om die paspoorten aan te vragen en op te halen antwoordt vader bevestigend.

Als vader hoort wat de kinderrechter voornemens is te beslissen wordt hij boos. Vader gaat staan, laat weten dat de kinderrechter zich moet dood schamen. Hij herkent haar wel van een eerdere zaak. Terwijl hij de zaal uit banjert roept hij nog iets over "vrouwen onder elkaar".

De beoordeling

De Paspoortwet geeft in artikel 36 een regeling voor het geval een ouder met gezag weigert om toestemming te geven voor de afgifte van een paspoort voor een minderjarige.

Als kinderen onder toezicht zijn gesteld kan daar een rol zijn weggelegd voor de GI.

Deze ouders zijn al jaren verwikkeld in wat een "vechtscheiding" wordt genoemd. Wat dit met de kinderen doet is omschreven in de laatste beschikking omtrent de ondertoezichtstelling. Sindsdien is de situatie niet verbeterd.

Dat vader geprikkeld raakt als moeder weer pas op de valreep aangeeft mee te zullen werken is begrijpelijk. Dat hij vervolgens zelf weigert om nog samen met moeder de paspoorten aan te vragen gaat een brug te ver. Wat er eerder ook is beslist in een Kort Geding tussen de ouders, of in de behandeling van een klacht, de GI hoeft geen zaken te regelen die de ouders zelf kunnen regelen. De ouders houden hun eigen verantwoordelijkheid.

De Paspoortwet bepaalt dat de rechter een zodanige beslissing geeft als hem in het belang van het kind wenselijk voorkomt. In dat kader heeft de kinderrechter overwogen om aan het voorgaande voorbij te gaan om te voorkomen dat de kinderen teleurgesteld raken omdat een voorgespiegelde vakantie niet door zou gaan.

Als dan ter zitting blijkt dat vader al jaren met de jongens vakantie viert in het buitenland en dat hij dat ook nu weer zal doen als hij die paspoorten zaterdag niet heeft, dan blijkt dat die vakantie met of zonder paspoorten doorgang zal vinden.

Een factor die de kinderrechter vervolgens nog heeft afgewogen is het belang van alle betrokkenen om dit twistpunt uit de wereld te helpen.

Dan blijkt dat het afgeven van een beschikking dit twistpunt de wereld niet uit zal helpen. Vader begint in de zitting al met het volgende conflict met de GI. Vader gaat niet als ouder met gezag, gewapend met de beschikking die de toestemming van de andere ouder met gezag vervangt, die paspoorten aanvragen. Hij poneert de stelling dat de GI het allemaal moet gaan regelen in de drie werkdagen die na de zitting nog resten. Voor zichzelf ziet hij geen rol weggelegd. De GI moet voor hem aan het werk.

Deze ouders veranderen hun gedrag niet en strijden onverminderd door met elkaar.

Een ieder die bij dit alles wordt betrokken loopt het risico tot onderdeel van die strijd te worden gemaakt met verwijten, eisen en klachten. Als de kinderrechter een toewijzende beschikking zou afgeven, dan wordt die beschikking weer een nieuwe aanleiding voor dergelijk gedrag. Dat is niet een beslissing die in het belang van de kinderen wenselijk voorkomt.

De kinderrechter wijst het verzoek af.


De beslissing


De kinderrechter:

wijst het verzoek af.

Deze beschikking is gegeven door mr. T.M.L. Veen, kinderrechter, in tegenwoordigheid van J.N. Martijn als griffier en in het openbaar uitgesproken op 24 juli 2019.

Hoger beroep tegen deze beschikking kan worden ingesteld:

- door de verzoekers en degenen aan wie een afschrift van de beschikking is verstrekt of verzonden, binnen drie maanden na de dag van de uitspraak,

- door andere belanghebbenden binnen drie maanden na de betekening daarvan of nadat de beschikking aan hen op een andere wijze bekend is geworden.

Het hoger beroep moet, door tussenkomst van een advocaat, worden ingediend ter griffie van het gerechtshof
Arnhem-Leeuwarden



© Copyright 2009 - 2024 XS2Knowledge b.v. - KVK: 24486465 - Telefoon: 085 744 0 733