Rechtbank Rotterdam 21-05-2019, ECLI:NL:RBROT:2019:4970

Datum publicatie21-06-2019
ZaaknummerC/10/566552 / JE RK 19-268
ProcedureBeschikking
ZittingsplaatsRotterdam
RechtsgebiedenCiviel recht
TrefwoordenJeugdbescherming / Jeugdwet; Ondertoezichtstelling 1:254 e.v. BW; Wachttijden
Wetsverwijzingen

Inhoudsindicatie

De kinderrechter verbaast zich er ten zeerste over dat er thans drie maanden na de vorige beschikking nog steeds geen vaste jeugdbeschermer is benoemd.

Volledige uitspraak


beschikking

RECHTBANK ROTTERDAM

Team Jeugd

Zaakgegevens: C/10/566552 / JE RK 19-268

datum uitspraak: 21 mei 2019

beschikking verlenging ondertoezichtstelling

in de zaak van

de gecertificeerde instelling Jeugdbescherming Rotterdam Rijnmond,

hierna te noemen de GI,

gevestigd te Rotterdam,

betreffende

[naam minderjarige 1] , geboren op [geboortedatum minderjarige 1] 2004 te [geboorteplaats minderjarige 1] , Syrië ,

hierna te noemen [voornaam minderjarige 1] ,

[naam minderjarige 2] , geboren op [geboortedatum minderjarige 2] 2011 te [geboorteplaats minderjarige 2] , Syrië ,

hierna te noemen [voornaam minderjarige 2] .

De kinderrechter merkt als belanghebbenden aan:

[naam moeder] , hierna te noemen de moeder,

wonende te Den Haag,

[naam vader] , hierna te noemen de vader,

wonende te Hellevoetsluis.

Het procesverloop


Het procesverloop blijkt uit de beschikking van de kinderrechter van 20 februari 2019 en de daaraan ten grondslag liggende stukken.

Op 21 mei 2019 heeft de kinderrechter de zaak ter zitting met gesloten deuren behandeld, gelijktijdig met de zaak geregistreerd onder zaaknummer C/10/570025 / FA RK 19-2280. De beslissing in deze zaak is in een afzonderlijke beschikking opgenomen.

Gehoord zijn:

- de moeder, bijgestaan door haar advocaat mr. F.G.T. Meershoek en door een tolk Arabisch, dhr. M. Aleid;

- de vader, bijgestaan door zijn advocaat mr. C.K. Visser en door een tolk Arabisch, mw. Y. Jawad;

- een vertegenwoordigster van de Raad voor de Kinderbescherming (hierna: de Raad), mw. [naam vertegenwoordigster 1] ;
- een tweetal vertegenwoordigsters van de GI, mw. [naam vertegenwoordigster 2] en mw. [naam vertegenwoordigster 3] .

De minderjarige [voornaam minderjarige 1] is voorafgaand aan de zitting afzonderlijk gehoord.

De feiten

Het ouderlijk gezag over [voornaam minderjarige 1] en [voornaam minderjarige 2] wordt uitgeoefend door de ouders.

[voornaam minderjarige 1] en [voornaam minderjarige 2] wonen bij de vader.

Bij beschikking van 20 februari 2019 is de ondertoezichtstelling van [voornaam minderjarige 1] en [voornaam minderjarige 2] verlengd tot 6 juni 2019. De behandeling is voor het overig verzochte aangehouden.

Het verzoek


De GI heeft verzocht de ondertoezichtstelling te verlengen van [voornaam minderjarige 1] en [voornaam minderjarige 2] voor de duur van één jaar. De GI heeft resterende deel van het verzoek ter zitting gehandhaafd en als volgt toegelicht. Er is nog geen vaste jeugdbeschermer. Het is niet duidelijk wanneer een vaste jeugdbeschermer wordt benoemd. De GI heeft door een vergissing niet nader gerapporteerd voor de zitting. De GI heeft aan Nidos verzocht de zaak over te nemen, maar dat is door Nidos afgewezen, aangezien Nidos alleen zaken doet van mensen die nog in de asielaanvraagprocedure zitten. De ouders communiceren slecht met elkaar en maken elkaar verwijten. Er is onderzoek gedaan naar een mediationtraject. Dat zou zinvol kunnen zijn als wordt ingestoken op de cultuur van de ouders. De GI beschikt over adresgegevens van een Syrische mediator. De GI zal dit na de zitting met de ouders bespreken. De GI heeft de kinderen de afgelopen tijd niet gesproken

De standpunten

De advocaat van de moeder heeft ter zitting ingestemd met de verdere ondertoezichtstelling aangezien zij zich zorgen maakt om haar kinderen. Tot nu schiet de hulp van de GI echter tekort. De ondertoezichtstelling is ook belangrijk als stok achter de deur om de hulpverlening te blijven accepteren. De moeder had graag gezien dat de zaak aan Nidos zou zijn overgedragen.

De moeder heeft ter zitting verklaard dat zij openstaat voor mediation door iemand die verstand heeft van haar cultuur.

De advocaat van de vader heeft ter zitting naar voren gebracht dat de vader geen vertrouwen meer heeft in de ondertoezichtstelling. Hij ziet de meerwaarde van een ondertoezichtstelling niet. De vader ziet wel in dat er hulp nodig is en zal de hulpverlening ook voortzetten wanneer er geen ondertoezichtstelling meer is. Hij staat open voor de hulpverlening van Enver en voor mediation. Indien het verzoek tot verlenging van de ondertoezichtstelling wordt afgewezen zal de mediation via Enver moeten verlopen. De vader heeft ter zitting verklaard dat Enver inmiddels zeven tot acht keer bij hem thuis is geweest. Hij zorgt goed voor zijn kinderen. Er zijn thuis en op school geen problemen. De GI heeft de afgelopen tijd niets voor hen gedaan. De vader staat open voor mediation in het belang van de kinderen. Als [voornaam minderjarige 1] bij zijn moeder wil wonen heeft hij daar geen bezwaar tegen, maar volgens de vader staat [voornaam minderjarige 1] onder druk van zijn moeder. De vader vindt dat de kinderen bij elkaar moeten blijven.

De Raad heeft ter zitting aangegeven dat de ouders erg betrokken zijn en willen dat het goed gaat met de kinderen. De kinderen hebben last van de strijd tussen hun ouders, maar de ouders verliezen dat vanwege de strijd uit het oog. De strijd tussen de ouders lijkt te verharden.

De beoordeling


Uit de overgelegde stukken en de behandeling ter zitting is gebleken dat [voornaam minderjarige 1] en [voornaam minderjarige 2] nog altijd ernstig in hun ontwikkeling worden bedreigd. Er is sprake van echtscheidingsproblematiek tussen de ouders. De communicatie tussen de ouders verloopt slecht en zij maken elkaar over en weer verwijten. De kinderen hebben last van de strijd tussen de ouders. Op 6 februari 2019 heeft een zitting plaatsgevonden met betrekking tot het verlengen van de ondertoezichtstelling. Er was toen geen vaste jeugdbeschermer bij het gezin betrokken en er was in de daaraan voorafgaande periode geen (passende) hulpverlening ingezet. De kinderrechter zag, mede gelet op de gebrekkige inzet van de GI, aanleiding om de ondertoezichtstelling met drie maanden te verlengen en het verzoek voor het overige aan te houden, zodat actief hulp kon worden geboden aan het gezin.

De kinderrechter verbaast zich er ten zeerste over dat er thans, drie maanden na de vorige beschikking, nog steeds geen vaste jeugdbeschermer is benoemd. Daarmee handelt de GI in strijd met het bepaalde in artikel 4.2.2, eerste lid, van het Besluit Jeugdwet, waarin staat: “Binnen vijf werkdagen nadat de gecertificeerde instelling is belast met de uitvoering van de ondertoezichtstelling en zij hiervan in kennis is gesteld, wijst de gecertificeerde instelling een gezinsvoogdijwerker aan en vindt het eerste contact plaats tussen de gezinsvoogdijwerker en de minderjarige en de met het gezag belaste ouder of voogd.” De kinderrechter acht het een positief punt dat inmiddels wel hulpverlening door Enver is gestart. Deze hulp lijkt zich echter te beperken tot de vader. De GI heeft ter zitting aangegeven dat de komende periode gespecialiseerde Syrische mediation kan worden ingezet. De kinderrechter gaat er vanuit dat de GI binnen een week afspraken maakt betreffende de Syrische mediation gelet op de zich verhardende strijd tussen de ouders en de zeer zorgelijke situatie waarin de kinderen zich bevinden. De GI zal conform haar wettelijk taak regie moeten gaan voeren om te waarborgen dat de kinderen krijgen wat zij nodig hebben. Gelet op het voorgaande is de kinderrechter van oordeel dat de ondertoezichtstelling moet worden verlengd tot 6 maart 2020.

Uit het voorgaande volgt dat is voldaan aan het wettelijke criterium genoemd in artikel 1:255 van het Burgerlijk Wetboek. De kinderrechter zal daarom de ondertoezichtstelling van [voornaam minderjarige 1] en [voornaam minderjarige 2] verlengen tot 6 maart 2020.

De beslissing


De kinderrechter:

verlengt de ondertoezichtstelling van [voornaam minderjarige 1] en [voornaam minderjarige 2] tot 6 maart 2020;

verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad.

Deze beschikking is gegeven door mr. M.J.M. Marseille, kinderrechter, in tegenwoordigheid van M.L.G. van Mourik als griffier en in het openbaar uitgesproken op 21 mei 2019.

De schriftelijke uitwerking van deze beschikking is vastgesteld op

Hoger beroep tegen deze beschikking kan worden ingesteld:

- door de verzoekers en degenen aan wie een afschrift van de beschikking is verstrekt of verzonden, binnen drie maanden na de dag van de uitspraak,

- door andere belanghebbenden binnen drie maanden na de betekening daarvan of nadat de beschikking aan hen op een andere wijze bekend is geworden.

Het hoger beroep moet, door tussenkomst van een advocaat, worden ingediend ter griffie van het gerechtshof
Den Haag.



© Copyright 2009 - 2024 XS2Knowledge b.v. - KVK: 24486465 - Telefoon: 085 744 0 733