Rechtbank Limburg 21-05-2019, ECLI:NL:RBLIM:2019:4746

Datum publicatie12-06-2019
ZaaknummerC/03/263470 / KG ZA 19-191
ProcedureKort geding
ZittingsplaatsMaastricht
RechtsgebiedenCiviel recht
TrefwoordenFamilievermogensrecht; Medewerking aan verkoop/toedeling; Vergoedingsrechten
Wetsverwijzingen

Inhoudsindicatie

Ex-samenlevers twisten over verkoop gezamenlijke woning. In dat kader komt het (vermeende) eigendomsrecht op zaken als de CV-ketel aan de orde. Volgens de rb gaat dat vanwege natrekking om gezamenlijk eigendom. M heeft zich niet redelijk opgesteld jegens V en handelt onrechtmatig door voorwaarden te stellen terzake de nagetrokken zaken. Veroordeling M tot medewerking verkoop woning op straffe van dwangsom.
Afwijzing geldvorderingen in KG, die zien op de wijze van verdelen van de verwachte te realiseren overwaarde.

Volledige uitspraak


vonnis

RECHTBANK LIMBURG

Burgerlijk recht

Zittingsplaats Maastricht

zaaknummer / rolnummer: C/03/263470 / KG ZA 19-191

Vonnis in kort geding bij vervroeging van 20 mei 2019

in de zaak van

[eiser in conventie, verweerder in reconventie] ,

wonend te [woonplaats] ,

eiser in conventie,

verweerder in reconventie,

advocaat mr. R.J. van der Heijden,

tegen

[gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] ,

wonend te [woonplaats] ,

gedaagde in conventie,

eiseres in reconventie,

advocaat mr. A.M.B.J. Derks-Höppener.

Partijen zullen hierna [eiser in conventie, verweerder in reconventie] en [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] genoemd worden.

1De procedure

1.1.

Het verloop van de procedure blijkt uit:

  • de dagvaarding van 2 mei 2019, met negen producties,

  • de brief van 10 mei 2019 van [eiser in conventie, verweerder in reconventie] met productie 9 (lees: productie 10),

  • de conclusie van antwoord in conventie tevens conclusie van eis in (voorwaardelijke) reconventie in kort geding met zeven producties,

  • de wijziging van eis,

  • de mondelinge behandeling van 14 mei 2019 waarbij [eiser in conventie, verweerder in reconventie] een pleitnota heeft voorgedragen en overgelegd.

1.2.

Tenslotte is vonnis bepaald.

2De feiten

2.1.

[eiser in conventie, verweerder in reconventie] en [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] hebben op 30 maart 2001 een samenlevingsovereenkomst ondertekend. [eiser in conventie, verweerder in reconventie] heeft deze overeenkomst opgezegd met ingang van 1 januari 2015.

[gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] heeft in de loop van 2016 de woning verlaten. De drie kinderen van partijen worden in co-ouderschap opgevoed. Zij wonen voor de helft van de tijd bij vader en voor de helft van de tijd bij moeder.

2.2.

Partijen zijn ieder voor de onverdeelde helft eigenaar van een woonhuis met verdere opstallen, met ondergrond, erf en tuin, gelegen te [woonplaats] , aan de [adres] , kadastraal bekend als gemeente [woonplaats] , sectie [kadasternummer] , groot vijf are en negentien centiare (hierna ook: de woning).

2.3.

Op de woning rust een hypothecaire lening bij de Westland Utrecht Hypotheekbank N.V. voor een bedrag van € 348.750,00. De kosten van de hypotheek en de bijbehorende beleggingsverzekering, almede de eigenaarslasten worden door [eiser in conventie, verweerder in reconventie] gedragen.

2.4.

Bij het tussen partijen gewezen vonnis van de voorzieningenrechter van 18 april 2018 (kenmerk 260560 KG ZA 19-69) is het volgende beslist:

5.1.

veroordeelt [eiser in conventie, verweerder in reconventie] vanaf de dag van betekening van dit vonnis zijn medewerking te verlenen aan het geven van opdracht tot verkoop van de woning aan makelaar Kempen & Oberdorf, gevestigd te 6134 AA Sittard, gemeente Sittard-Geleen, aan de Rijksweg Zuid 121, voor een door deze makelaar te adviseren vraagprijs,

5.2.

veroordeelt [eiser in conventie, verweerder in reconventie] om de woning en het daarbij behorende perceel toegankelijk te maken en deze ten behoeve van die verkoop in schone, verzorgde en representatieve staat te laten bevinden, een en ander volgens de aanwijzingen van de makelaar,

5.3.

veroordeelt [eiser in conventie, verweerder in reconventie] om zijn medewerking te verlenen aan toelating van potentiële kopers tot het perceel en de woning,

5.4.

veroordeelt [eiser in conventie, verweerder in reconventie] om alle verkoopaanduidingen die op het perceel en/of de woning door de makelaar zullen worden aangebracht, ongewijzigd in stand te laten, evenals alle wijzen waarop, ter zake de woning, wordt geadverteerd, onder meer via internet,

5.5.

veroordeelt [eiser in conventie, verweerder in reconventie] om de woning, uiterlijk twee dagen voor de dag waarop de woning aan de kopende partij moet worden geleverd, te ontruimen en te verlaten en de sleutels ter vrije beschikking van de kopende partij te stellen,

5.6.

bepaalt dat [eiser in conventie, verweerder in reconventie] iedere keer dat hij nalaat aan één van de hiervoor vermelde verzoeken te voldoen, aan [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] een dwangsom verbeurt van € 250,00 met een maximum van € 50.000,00,

5.7.

bepaalt, dat indien [eiser in conventie, verweerder in reconventie] binnen 14 dagen na betekening van dit vonnis weigerachtig blijft aan de veroordeling onder 5.1 te voldoen, dit vonnis in de plaats zal treden van de instemmende wilsverklaring van [eiser in conventie, verweerder in reconventie] voor een opdracht tot dienstverlening aan makelaar Kempen & Oberdorf voornoemd,

5.8.

compenseert de proceskosten, des dat iedere partij de eigen kosten draagt,

5.9.

verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad,

5.10.

wijst het meer of anders gevorderde af.

2.5.

Makelaar Kempen en Oberdorf heeft de verkoopopdracht teruggegeven, althans deze is niet tot stand gekomen. Deze makelaar heeft laten weten dat partijen eerst overeenstemming dienen te bereiken over – onder meer – de lijst van achter te laten en over te nemen zaken.

3Het geschil in conventie

3.1.

[eiser in conventie, verweerder in reconventie] vordert – na wijziging van eis – dat de voorzieningenrechter bij vonnis in kort geding voorzoveel mogelijk uitvoerbaar bij voorraad

primair

[gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] veroordeelt om aan [eiser in conventie, verweerder in reconventie] te vergoeden:

a. de helft van de kosten die samenhangen met het opknappen en het in goede staat houden van de woning € 14.146,36 / 2 = € 7.073,18,

b. de helft van de kosten vervangen verwarmingsketel van € 1.391,50 / 2 = € 695,00,

c. de helft van de hypothecaire lasten over de periode april 2016 tot april 2019 van € 56.991,47 / 2 = € 28.495,74,

d. de helft van de hypothecaire lasten vanaf april 2019 tot aan verkoop van de woning aan derden;

e. de helft van de inleg in de beleggingsverzekering van € 7.018,98 / 2 = € 3.509,49,

f. de helft van de eigenaarslasten BsGW en opstalverzekering van € 3.351,46 / 2 = € 1.675,73,

g. de helft van de kosten van het taxatierapport 2016 van € 267,80 / 2 = € 133,90,

h. de door eiser voor gedaagde voldane kosten:

- Vodafone € 1.054,63,

- overlijdensrisico verzekering € 669,12,

- WA Verzekering € 29,70,

subsidiair

de verdeling vaststelt,

zowel primair als subsidiair

[gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] veroordeelt hetgeen gevorderd wordt te voldoen uiterlijk ter gelegenheid van de notariële levering van de woning aan een derde, te vermeerderen met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf de dag van notariële levering aan derden tot de dag der algehele voldoening,

met veroordeling van [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] in de (na)kosten van de procedure.

3.2.

[eiser in conventie, verweerder in reconventie] legt aan de geldvordering – kort gezegd – ten grondslag dat hij recht heeft op de helft van de door hem betaalde bedragen inzake het verbeteren en onderhoud van de woning en inzake de hypotheek- en eigenaarslasten en enkele andere kosten. Omdat de woning een overwaarde heeft, terwijl deze jarenlang “onder water” stond, vindt hij dat [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] hem moet betalen. [eiser in conventie, verweerder in reconventie] stelt spoedeisend belang bij en recht op de gevraagde voorziening te hebben.

3.3.

[gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] betwist dat er een spoedeisend belang is bij de geldvordering en acht de voorgelegde kostenposten en verdelingsvraag niet geschikt voor beoordeling in kort geding.

3.4.

Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

4Het geschil in reconventie

4.1.

[gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] vordert voor zover [eiser in conventie, verweerder in reconventie] in conventie wordt ontvangen, bij vonnis uitvoerbaar bij voorraad:

1. [eiser in conventie, verweerder in reconventie] te veroordelen om binnen twee dagen na betekening van dit vonnis zijn onvoorwaardelijke medewerking te verlenen aan het te koop aanbieden van het woonhuis met verdere opstallen, met ondergrond, erf en tuin, gelegen te [woonplaats] , aan de [adres] , kadastraal bekend als gemeente [woonplaats] , sectie [kadasternummer] , groot vijf are en negentien centiare, middels tussenkomst van een door [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] aan te wijzen makelaarskantoor;

2. [eiser in conventie, verweerder in reconventie] te veroordelen om aan [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] een dwangsom te betalen van € 500,00 voor iedere dag dat hij niet voldoet aan de veroordeling sub 1;

3. te bepalen, dat dit vonnis in de plaats zal treden van de rechtshandeling te verrichten door [eiser in conventie, verweerder in reconventie] , te weten het verstrekken van een verkoopopdracht ter zake de woning, zoals beschreven sub 1, indien [eiser in conventie, verweerder in reconventie] twee weken na betekening van het te wijzen vonnis in gebreke zal zijn gebleven zijn medewerking te verlenen aan de sub 1 vermelde veroordeling;

4. [eiser in conventie, verweerder in reconventie] te veroordelen tot betaling van de maandelijkse hypotheeklasten aan de hypotheekbank, tot aan de passeerdatum bij de notaris in verband met de levering van de woning aan een derde;

5. te bepalen, dat dit vonnis in de plaats zal treden van alle rechtshandelingen te verrichten door [eiser in conventie, verweerder in reconventie] , te weten zijn onvoorwaardelijke medewerking te verlenen aan de levering van de woning aan een derde middels de door de notaris op te stellen transportakte;

4.2.

[gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] legt aan haar vordering – kort gezegd – ten grondslag dat [eiser in conventie, verweerder in reconventie] zich onredelijk opstelt in het kader van de verkoop van de woning, waardoor die verkoop niet van de grond komt. [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] stelt dat er geen overeenstemming is over de lijst van zaken en de opleverdatum. [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] stelt dat [eiser in conventie, verweerder in reconventie] niet meewerkt aan waartoe hij in het vonnis van 18 april 2018 (met kenmerk 260560 KG ZA 19-69) is veroordeeld, zodat nu verdergaande maatregelen nodig zijn om hem daartoe te dwingen c.q. de koop daadwerkelijk te bewerkstelligen. [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] stelt spoedeisend belang bij en recht op de gevraagde voorziening te hebben.

4.3.

[eiser in conventie, verweerder in reconventie] voert aan dat hij vanzelfsprekend zal meewerken aan een verkoop van de woning aan derden, zodat zowel een dwangsom en als een indeplaatsstelling van het vonnis niet aan de orde zijn, en dat hij bovendien al uitvoering geeft aan het vonnis van 18 april 2018 (kenmerk 260560 KG ZA 19-69), waarin hetzelfde reeds is toegewezen. Het overige moet worden afgewezen bij gebrek aan onderbouwing.

4.4.

Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

5De beoordeling in conventie

5.1.

Met betrekking tot een voorziening in kort geding, bestaande in veroordeling tot betaling van een geldsom, is terughoudendheid op zijn plaats.

De voorzieningenrechter zal niet alleen hebben te onderzoeken of het bestaan van een vordering van [eiser in conventie, verweerder in reconventie] op [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] voldoende aannemelijk is, maar ook of daarnaast sprake is van feiten en omstandigheden die meebrengen dat uit hoofde van onverwijlde spoed een onmiddellijke voorziening is vereist, terwijl de voorzieningenrechter in de afweging van de belangen van partijen mede zal hebben te betrekken de vraag naar – kort gezegd – het risico van onmogelijkheid van terugbetaling, welk risico kan bijdragen tot weigering van de voorziening.

De primaire vordering

5.2.

De voorzieningenrechter is van oordeel dat de primaire vordering moet worden afgewezen. Hij overweegt daartoe het volgende.

5.3.

[gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] heeft de verschillende onderdelen van de geldvordering gemotiveerd betwist, zodat niet op voorhand en zonder nadere bewijsvoering, waarvoor in kort geding geen gelegenheid is, geoordeeld kan worden dat de vordering in een eventuele bodemprocedure zal worden toewezen.

Tegelijkertijd is door [eiser in conventie, verweerder in reconventie] niet expliciet gesteld en overigens ook niet aannemelijk gemaakt dat de uitkomst van die eventuele bodemprocedure in alle redelijkheid niet kan worden afgewacht. Hij heeft immers ter kort gedingzitting verklaard vanzelfsprekend de volledige hypotheeklasten, waaronder begrepen die van de beleggingsverzekering, en de eigenaarslasten te zullen blijven dragen, zoals hij dat sinds het vertrek van [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] tot op heden heeft gedaan, totdat de woning zal zijn verkocht. Aldus is niet gebleken dat hij dringend geld (van [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] ) nodig heeft.

Beide partijen zijn voorts aangewezen op een inkomen dat wordt verworven uit zzp-activiteiten, terwijl beide partijen hebben gezegd dat een en ander geen vetpot is, zodat onzeker is of terugbetaling in de toekomst mogelijk is.

De subsidiaire vordering

5.4.

Vaststelling van de waarde van de woning, hetgeen in wezen aan de orde is bij de subsidiaire vordering tot vaststelling van de verdeling, leent zich niet voor beoordeling in kort geding. Geen van de partijen heeft zich daarover overigens ook uitgelaten, onderbouwd met een taxatierapport of heeft anderszins concreet gemaakt wat de waarde is.

De proceskosten

5.5.

Op voet van artikel 237 lid 1 tweede hoofdzin van het Wetboek van burgerlijke rechtsvordering kan in de situatie dat partijen een gemeenschappelijke huishouding met elkaar hebben gevoerd, zoals in het geval van [eiser in conventie, verweerder in reconventie] en [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] , aanleiding worden gevonden de kosten volledig te compenseren. De voorzieningenrechter ziet geen feiten en omstandigheden om de hoofdregel van de eerste hoofdzin van dit artikellid – waarbij de partij die in het ongelijk wordt gesteld, wordt veroordeeld in de kosten van de wederpartij – toe te passen en zal daarom in dit kort geding de kosten compenseren.

6De beoordeling in reconventie

6.1.

Het geding in conventie én in reconventie draait in wezen om de wijze van verdelen van de verwachte te realiseren overwaarde die ontstaat bij verkoop van de woning aan een derde. In reconventie staat de vraag centraal of [eiser in conventie, verweerder in reconventie] voldoende meewerkt aan een spoedige verkoop van de woning.

6.2.

Niet in geding is dat de woning verkocht zal worden aan een derde, omdat beide partijen elk voor zich de woning niet kunnen financieren dan wel dat niet wensen. Uitgangspunt is voorts dat van [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] niet gevergd mag worden deelgenoot te blijven van een onverdeelde gemeenschap.

6.3.

Een actuele taxatie van de waarde van de woning is niet voorhanden. Niet gebleken is echter dat tussen partijen (nog) verschil van mening bestaat over de vraag- en de laatprijs van de woning. De makelaar die de opdracht heeft teruggeven en de makelaar die [eiser in conventie, verweerder in reconventie] nu aandraagt, stellen, onweersproken door [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] , immers dezelfde vraag- en laatprijs. [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] heeft ter kort gedingzitting ook verklaard op zich geen bezwaar te hebben tegen verlenen van de verkoopopdracht aan Marcant te Sittard.

6.4.

Wel bestaat er verschil van mening over hetgeen behoort tot de lijst van achter te laten c.q. over te nemen te nemen zaken en de termijn van levering.

[eiser in conventie, verweerder in reconventie] heeft de omvang van de lijst van zaken afhankelijk gesteld van de bereidheid van [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] om mee te betalen aan de woningverbetering. Onder meer dit verschil van mening heeft tot gevolg dat op dit moment geen makelaar de opdracht heeft het pand te verkopen.

Onmiskenbaar – en door [eiser in conventie, verweerder in reconventie] overigens ook onweersproken – heeft de omvang van de lijst van zaken, vooral ook gelet op de aard van de zaken die zouden moeten worden overgenomen direct invloed op de prijs die een derde bereid is voor de woning te betalen, althans op de onderhandelingspositie van partijen.

6.5.

Beide partijen verliezen uit het oog dat de verbeteringen aan de woning, zoals de CV-ketel en de beplanting van de tuin en de andere zaken waarover discussie is ontstaan, door natrekking tot het huis behoren en daarmee dus gezamenlijk eigendom van partijen zijn. [eiser in conventie, verweerder in reconventie] heeft daarmee niet het recht om die zaken zonder instemming van [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] weg te nemen. Dat een en ander is gerealiseerd na de opzegging van het samenlevingscontract en zonder toestemming van [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] en op kosten van [eiser in conventie, verweerder in reconventie] doet daar niet aan af.

6.6.

Gelet op hetgeen in rov. 6.5. is overwogen, is [eiser in conventie, verweerder in reconventie] niet gerechtigd om welke voorwaarde dan ook te stellen terzake de nagetrokken zaken. [eiser in conventie, verweerder in reconventie] handelt niet alleen onrechtmatig met die voorwaarde; hij werkt door deze voorwaarde te stellen niet mee aan waartoe hij in essentie bij vonnis van 18 april 2019 is veroordeeld, namelijk het bewerkstelligen dat een makelaar een verkoopopdracht krijgt en uit kan voeren. De spoedeisendheid van de vordering in reconventie is daarmee gegeven.

6.7.

Ter kort geding zitting heeft [eiser in conventie, verweerder in reconventie] verklaard geen beroep te doen op de zes maandentermijn van de samenlevingsovereenkomst in het kader van de te bepalen leveringsdatum, zodat in dat kader [eiser in conventie, verweerder in reconventie] gehouden kan worden zich redelijk op te stellen. Voor zover [eiser in conventie, verweerder in reconventie] bij de verkooponderhandelingen een ontruimingstermijn wenst die langer is dan twee maanden na de datum sluiting koopovereenkomst, is die wens in strijd met redelijkheid en billijkheid.

6.8.

Met [eiser in conventie, verweerder in reconventie] is de voorzieningenrechter van oordeel dat de gevorderde onvoorwaardelijke medewerking te onbepaald is, maar dat voor het overige de vordering onder 1 kan worden toegewezen. De voorzieningenrechter merkt in dit verband uitdrukkelijk op dat beide partijen zich in redelijkheid tot elkaar dienen te verhouden.

6.9.

Omdat vast staat dat [eiser in conventie, verweerder in reconventie] tot op heden die redelijke houding jegens [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] niet in acht heeft genomen, is een dwangsom onverminderd op zijn plaats.

6.10.

De noodzaak van een notariële volmacht en een indeplaatsstelling is niet afdoende onderbouwd en de daartoe strekkende vorderingen zullen dan ook worden afgewezen.

6.11.

De vordering van [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] inzake de betaling van de hypotheeklasten verbonden aan de woning vindt geen grondslag in het recht en is ook overigens door [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] niet concreet onderbouwd. De vordering moet dan ook worden afgewezen.

6.12.

Op voet van artikel 237 lid 1 tweede hoofdzin van het Wetboek van burgerlijke rechtsvordering kan in de situatie dat partijen een gemeenschappelijke huishouding met elkaar hebben gevoerd, zoals in het geval van [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] en [eiser in conventie, verweerder in reconventie] , aanleiding worden gevonden de kosten volledig te compenseren. De voorzieningenrechter ziet geen feiten en omstandigheden om de hoofdregel van de eerste hoofdzin van dit artikellid – waarbij de partij die in het ongelijk wordt gesteld, wordt veroordeeld in de kosten van de wederpartij – toe te passen en zal daarom in dit kort geding de kosten compenseren.

7De beslissing

De voorzieningenrechter

in conventie

7.1.

wijst de vordering af,

7.2.

bepaalt dat de proceskosten worden gecompenseerd in die zin dat elke partij de eigen kosten draagt,

in reconventie

7.3.

veroordeelt [eiser in conventie, verweerder in reconventie] om binnen twee dagen na betekening van dit vonnis zijn medewerking te verlenen aan het te koop aanbieden van het woonhuis met verdere opstallen, met ondergrond, erf en tuin, gelegen te [woonplaats] , aan de [adres] , kadastraal bekend als gemeente [woonplaats] , sectie [kadasternummer] , groot vijf are en negentien centiare, middels tussenkomst van een door [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] aan te wijzen makelaarskantoor;

7.4.

veroordeelt [eiser in conventie, verweerder in reconventie] om aan [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] een dwangsom te betalen van € 500,00 voor iedere dag dat hij niet voldoet aan de veroordeling onder 7.3, met een maximum van € 50.000,00;

7.5.

verklaart dit vonnis in reconventie tot zover uitvoerbaar bij voorraad,

7.6.

bepaalt dat de proceskosten worden gecompenseerd in die zin dat elke partij de eigen kosten draagt,

7.7.

wijst het meer of anders gevorderde af.

Dit vonnis is gewezen door mr. J.R. Sijmonsma en in het openbaar uitgesproken op 20 mei 2019. 1

1

type: EvB

coll:



© Copyright 2009 - 2024 XS2Knowledge b.v. - KVK: 24486465 - Telefoon: 085 744 0 733