Rechtbank Noord-Holland 01-05-2019, ECLI:NL:RBNHO:2019:3661

Datum publicatie07-05-2019
ZaaknummerC/15/282348 / FA RK 18-6807
ProcedureEerste aanleg - enkelvoudig
ZittingsplaatsHaarlem
RechtsgebiedenCiviel recht; Personen- en familierecht
TrefwoordenOverig; Geslachtsnaam (art. 1:5 t/m 1:9 BW)
Wetsverwijzingen

Inhoudsindicatie

NL vrouw trouwt in Turkije met Turkse man. Bij inschrijving huwelijk in BRP kiest vrouw voor haar geboorteakte voor geslachtsnaam man (mogelijk ogv Turks recht). Na echtscheiding wordt geslachtsnaam in geboorteakte gewijzigd in haar oorspronkelijke achternaam. Rb wijst verzoek van vrouw tot handhaving Turkse achternaam toe ogv art. 10:20 BW en HR 10-07-2009,1 nu zij er ogv verstrekte informatie redelijkerwijs vanuit kon gaan dat zij haar Turkse geslachtsnaam na echtscheiding zou houden.

Volledige uitspraak


RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Familie en Jeugd

locatie Haarlem

verzoek ex artikel 1:24 BW

zaak-/rekestnr.: C/15/282348 / FA RK 18-6807

beschikking van de enkelvoudige kamer voor familiezaken van 1 mei 2019

in de zaak van:

[verzoekster] ,

wonende te [plaats] ,

hierna mede te noemen: verzoekster,

advocaat mr. E.M. van Hemert, kantoorhoudende te Zaandam,

--tegen--

de ambtenaar van de burgerlijke stand van de gemeente [plaats],

zetelend te [plaats] ,

hierna te noemen: de ambtenaar.

1Procedure

1.1.

Voor het verloop van de procedure verwijst de rechtbank naar de volgende stukken:

- het verzoekschrift, met bijlagen, van verzoekster, ingekomen op 23 november 2018.

1.2.

De behandeling van de zaak heeft plaatsgevonden op de zitting van 19 februari 2019 in aanwezigheid verzoekster bijgestaan door mr. E.M. van Hemert en [ambtenaar] , ambtenaar van de burgerlijke stand van de [gemeente] .

2Feiten en omstandigheden

2.1.

Uit de overgelegde geboorteakte van de gemeente [plaats] met nummer [nummer] van het jaar 1990 blijkt dat verzoekster op [geboortedatum] te [plaats] is geboren en dat aan haar de naam [naam] is gegeven.

2.2.

Verzoekster is op [huwelijksdatum] te [plaats] , Turkije gehuwd met [man] .

Op de als productie 2 door verzoekster overgelegde kopie van het extract van de huwelijksakte met nummer [nummer] van de gemeente [plaats] , Turkije is vermeld dat haar naam na het huwelijk [geslachtsnaam] is.

2.3.

Verzoekster heeft de gemeente [plaats] verzocht haar geslachtsnaam op de geboorteakte te wijzigen; verzoekster heeft daartoe op 30 maart 2009 een verklaring ondertekend, waaruit blijkt dat aan haar de keus is gegeven haar eigen geslachtsnaam te behouden / te kiezen en waarin voorts is vermeld:

betrokkene is op de hoogte dat bij een eventuele ontbinding van het huwelijk zij haar eigen geslachtsnaam alleen terug kan krijgen door een geslachtsnaamswijziging in Nederland te starten en hierbij kosten worden berekend.

Uit de “latere vermelding betreffende wijziging geslachtsnaam als gevolg van huwelijk”, opgemaakt op 31 maart 2009 en behorende bij de geboorteakte van verzoekster, blijkt dat op grond van een internationaal huwelijksuittreksel met nummer [nummer] , opgemaakt te [plaats] , Turkije op 22 januari 2009 de geslachtsnaam van verzoekster is gewijzigd in [geslachtsnaam] .

2.4.

Bij beslissing van de Familierechtbank te [plaats] , Turkije, van 7 juni 2011 is de echtscheiding uitgesproken tussen [man] en [verzoekster] , welk vonnis onherroepelijk is geworden op 10 februari 2012.

2.5.

Namens verzoekster is in oktober 2018 aan de gemeente [plaats] verzocht de echtscheiding in de persoonsgegevens van verzoekster te registreren. Bij brief van 8 november 2018 heeft de ambtenaar medegedeeld dat de echtscheiding was geregistreerd en dat voorts - met verwijzing naar artikel 187 van het Turks Burgerlijk Wetboek (TBW) en artikel 10:24 van het Nederlands Burgerlijk Wetboek (BW) - de geslachtsnaam van verzoekster op haar geboorteakte was gewijzigd als gevolg van de echtscheiding.

2.6.

Uit de “latere vermelding betreffende wijziging geslachtsnaam als gevolg van echtscheiding”, opgemaakt te [plaats] door de ambtenaar op 5 november 2018 en behorende bij de geboorteakte van verzoekster, blijkt dat de geslachtsnaam van verzoekster is gewijzigd in [geslachtsnaam] op grond van voormelde uitspraak van de rechtbank [plaats] , Turkije.

3Verzoek

Verzoekster verzoekt de rechtbank:

  • de ambtenaar te gelasten om de laatste wijziging van haar geslachtsnaam op haar geboorteakte door te halen, zodat haar geslachtsnaam weer [geslachtsnaam] zal luiden, met bepaling dat de griffier op grond van artikel 1:24 lid 2 van het Burgerlijk Wetboek na ommekomst van de termijn voor hoger beroep wordt gelast een afschrift van deze beschikking aan de ambtenaar te zenden;

  • de ambtenaar te veroordelen in de kosten van de procedure, vooralsnog begroot op € 352,45;

  • de beschikking uitvoerbaar bij voorraad te verklaren.

4Verweer

De ambtenaar heeft ter zitting mondeling verweer gevoerd.

5Standpunten

verzoekster

5.1.

Verzoekster stelt dat de ambtenaar -na inschrijving van de Turkse echtscheiding in de basisregistratie personen van de gemeente [plaats] (hierna: BRP) - haar bij het Turkse huwelijk gekozen geslachtsnaam [geslachtsnaam] in de geboorteakte ten onrechte heeft gewijzigd in [geslachtsnaam] . Verzoekster voert aan dat zij na het Turkse huwelijk bewust heeft gekozen voor de geslachtsnaam van haar Turkse echtgenoot. Zij heeft zich, gelet op de inhoud van de door haar op 30 maart 2009 ondertekende verklaring, uitdrukkelijk rekenschap gegeven van het feit dat zij in geval van een ontbinding van het Turkse huwelijk haar oorspronkelijke geslachtsnaam alleen terug zou kunnen krijgen door het voeren van een geslachtsnaamwijzigingsprocedure in Nederland. Nu zij gescheiden is wil zij [geslachtsnaam] blijven heten.

Zij is van mening dat hetgeen in artikel 173 TBW is bepaald over het opnieuw verkrijgen van de oorspronkelijke geslachtsnaam na echtscheiding niet op haar van toepassing is, omdat zij niet de Turkse nationaliteit bezit maar vanaf haar geboorte uitsluitend de Nederlandse nationaliteit heeft.

Verzoekster betwist - zoals door de ambtenaar wordt gesteld - dat artikel 10:24 BW van toepassing is op het wijzigen van haar geslachtsnaam na de Turkse echtscheiding. Volgens verzoekster is artikel 10:24 BW alleen van toepassing op personen met een andere nationaliteit dan de Nederlandse nationaliteit. Omdat zij uitsluitend de Nederlandse nationaliteit bezit is op haar situatie artikel 10:20 BW van toepassing. Op grond van artikel 1:7 BW kan de geslachtsnaam van een persoon naar Nederlands recht uitsluitend op verzoek van die persoon door de Koning worden gewijzigd.

Verzoekster begrijpt het standpunt van de ambtenaar aldus, dat als de echtscheiding door de Nederlandse rechter zou zijn uitgesproken zij de naam [geslachtsnaam] had behouden. In dit verband merkt zij op dat dit niet mogelijk was: toen zij recent een echtscheidingsprocedure in Nederland wilde starten, is zij er van op de hoogte gekomen dat haar Turkse huwelijk al bij rechterlijke uitspraak van 7 juni 2011 in Turkije was ontbonden.

De advocaat van verzoekster verwijst voor de onderbouwing van zijn standpunt naar de uitspraken van de rechtbank Amsterdam van 19 juli 2017 (ECLI:NL:RBAMS:2017:5187), van het gerechtshof Amsterdam van 7 februari 2017 (ECLI:GHAMS:2017:352) en van de Raad van State van 7 november 2018 (ECLI:NL:RVS:2018:3629).

de ambtenaar

5.2.

De ambtenaar stelt dat sinds de invoering op 1 januari 2012 van het nieuwe Boek 10 BW op de inschrijving van de Turkse echtscheiding in de BRP artikel 10:24 BW van toepassing is.

Verzoekster heeft op grond van artikel 173 TBW bij de Turkse echtscheiding haar oorspronkelijke geslachtsnaam weer verkregen en deze wijziging is neergelegd in een door de plaatselijke voorschriften door een bevoegde instantie opgemaakte akte (de Turkse echtscheidingsuitspraak). De in Turkije vastgelegde of gewijzigde geslachtsnaam van verzoekster wordt op grond van artikel 10:24 BW in Nederland erkend en heeft, na inschrijving van deze Turkse echtscheiding in de BRP, gevolgen voor de geslachtsnaam van verzoekster op haar geboorteakte.
Door de inschrijving van de Turkse echtscheiding in de BRP is de geslachtsnaam van verzoekster op haar geboorteakte weer gewijzigd in haar oorspronkelijke geslachtsnaam [geslachtsnaam] . De wens van verzoekster om de geslachtsnaam [geslachtsnaam] te willen voeren is in strijd met artikel 10:24 BW.

In de door verzoekster op 30 maart 2009 ondertekende verklaring is niet opgenomen dat de geslachtsnaam van verzoekster wel zou kunnen wijzigen wanneer haar huwelijk door een Turkse rechter zou worden ontbonden. Volgens de ambtenaar is een dergelijke toelichting niet mogelijk omdat in veel landen ander naamrecht wordt toegepast dan in Nederland en het toe te passen naamrecht bij ontbinding van een huwelijk afhankelijk is van het nationale recht van het land waar het huwelijk wordt ontbonden en niet van de nationaliteit van de persoon wiens huwelijk wordt ontbonden.

De ambtenaar is van mening dat de door de advocaat van verzoekster overgelegde jurisprudentie niet van toepassing is op het onderhavige geschil.

6Beoordeling

6.1.

In artikel 10:20 BW is - voor zover hier relevant - bepaald dat de geslachtsnaam van een persoon die de Nederlandse nationaliteit bezit, wordt bepaald door het Nederlandse recht, ongeacht of hij nog een andere nationaliteit heeft. Dit geldt ook indien vreemd recht van toepassing is op de familierechtelijke betrekkingen waarvan het ontstaan of tenietgaan gevolg kan hebben voor de geslachtsnaam.

6.2.

Artikel 1:24 lid 1 BW houdt in dat, indien de geslachtsnaam van een persoon als gevolg van een buiten Nederland tot stand gekomen wijziging in de persoonlijke staat is gewijzigd en is neergelegd in een overeenkomstig de plaatselijke voorschriften door een bevoegde instantie opgemaakte akte, de aldus vastgelegde of gewijzigde geslachtsnaam in Nederland wordt erkend. De erkenning kan niet wegens onverenigbaarheid met de openbare orde worden geweigerd op de enkele grond dat een ander recht is toegepast dan uit de bepalingen van deze wet zou zijn gevolgd.

6.3.

De vraag is hoe deze twee artikelen zich tot elkaar verhouden.

De Hoge Raad heeft in 2009 (10 juli 2009 LJN B10462) geoordeeld dat artikel 10:24 BW (destijds artikel 5 a Wet conflictenrecht namen, WCN) moet worden beschouwd als een uitzondering op artikel 10:20 BW (artikel 2 WCN). De in het namenrecht geldende hoofdregel dat de naam wordt beheerst door het nationale recht van de betrokkene kan tot een onaanvaardbaar resultaat leiden wanneer de betrokkene er op heeft vertrouwd dat zijn naam luidt zoals deze met toepassing van ander conflictenrecht in zijn geboorteakte is vastgelegd of nadien is gewijzigd als gevolg van een wijziging in zijn persoonlijke staat.

Artikel 10:24 BW moet, aldus de Hoge Raad, voortaan worden uitgelegd in die zin dat de betrokken persoon wiens naam als gevolg van een in het buitenland ingetreden wijziging van zijn persoonlijke staat is veranderd, alleen in Nederland onder die gewijzigde naam wordt geregistreerd als hij hierop gerechtvaardigd heeft vertrouwd, anders gezegd: dit redelijkerwijs heeft kunnen verwachten. Wanneer hij van het tegendeel is uitgegaan heeft hij een keuzemogelijkheid dat hij zich beroept op de verwijzingsregel van artikel 10:20 BW.

6.4.

Toen verzoekster in Turkije trouwde, wijzigde haar geslachtsnaam volgens Turks recht in [geslachtsnaam] , de naam van haar Turkse echtgenoot. Verzoekster heeft bij de inschrijving van haar huwelijk in de BRP van de gemeente [plaats] de keuze gekregen of zij haar geboorteakte wilde laten wijzigen en haar geslachtsnaam [geslachtsnaam] wilde laten veranderen in [geslachtsnaam] . Verzoekster heeft op 30 maart 2009 door ondertekening van de door de gemeente [plaats] opgestelde verklaring bewust gekozen om haar geslachtsnaam te laten wijzigen in [geslachtsnaam] , waarbij zij er door de gemeente in diezelfde verklaring expliciet op is gewezen dat zij haar oorspronkelijke geslachtsnaam alleen terug zou kunnen krijgen, ook in geval van een echtscheiding, door een geslachtsnaamswijziging in Nederland, dat wil zeggen door middel van een verzoek aan de Koning.

6.5.

Waarom de ambtenaar bij de verwerking van de Turkse echtscheiding in het BRP aan verzoekster niet de keus heeft gegeven of zij haar geslachtsnaam van [geslachtsnaam] in [geslachtsnaam] wilde wijzigen of niet, is uit de stukken en ter zitting niet duidelijk geworden. Feit is in elk geval dat dit niet is geschied en - zo begrijpt de rechtbank - in dergelijke gevallen nooit gebeurt.

6.6.

Vaststaat dat de persoonlijke staat van verzoekster door de Turkse echtscheiding is gewijzigd en dat naar Turks recht haar geslachtsnaam van [geslachtsnaam] in [geslachtsnaam] is gewijzigd. Dit brengt echter naar het oordeel van de rechtbank niet mee dat de ambtenaar van de burgerlijke stand bij verwerking van de Turkse echtscheiding in de BRP ook de geslachtsnaam van verzoekster kan wijzigen zonder haar de keus te geven of zij dit al dan niet wil. De gemeente heeft haar in 2009 expliciet meegedeeld dat een dergelijke wijziging ook na echtscheiding alleen mogelijk zou zijn via een Nederlandse geslachtsnaamprocedure. Verzoekster heeft dus redelijkerwijs kunnen verwachten dat haar geslachtsnaam door de echtscheiding in Turkije niet in Nederland gewijzigd zou worden. Verzoekster wenst niet dat haar geslachtsnaam [geslachtsnaam] wordt gewijzigd en dat zij haar oorspronkelijke geslachtsnaam terugkrijgt en zij beroept zich op de verwijzingsregel van artikel 10:20 BW.

Gelet op hetgeen hiervoor is overwogen is de rechtbank van oordeel dat het beroep op dit artikel slaagt en dat haar geslachtsnaam op haar geboorteakte ten onrechte is gewijzigd in [geslachtsnaam] . Haar verzoek zal dan ook worden toegewezen.

proceskosten

6.7.

Het verzoek van verzoekster om de ambtenaar te veroordelen in de kosten van deze procedure zal worden toegewezen voor zover dit de kosten betreft van de eigen bijdrage bij de toevoeging (€ 196), het griffierecht (€ 79) en de kosten van het opvragen van de geboorteakte en het uittreksel BRP (€ 26,40). De overige door verzoekster geclaimde kosten zijn weliswaar te zien als schade ten gevolge van de door de gemeente genomen en thans door deze uitspraak ongedaan gemaakte wijziging van haar geboorteakte, maar kunnen niet onder de noemer ‘proceskosten’ begrepen worden.

7Beslissing

7.1.

Gelast de ambtenaar van de burgerlijke stand van de gemeente [plaats] tot doorhaling van de latere vermelding betreffende wijziging geslachtsnaam als gevolg van echtscheiding, opgemaakt te [plaats] op 5 november 2018 (vervolgblad 2) en behorende bij de akte van geboorte onder nummer [nummer] over het jaar 1990.

7.2.

Draagt de griffier op niet eerder dan drie maanden na de dag van de uitspraak van deze beschikking -en indien daartegen geen hoger beroep is ingesteld- een afschrift van deze beschikking te zenden aan de ambtenaar van de burgerlijke stand van de gemeente [plaats] .

7.3.

Veroordeelt de gemeente [plaats] in de kosten van deze procedure tot op heden begroot op € 301,40.

7.4.

Wijst af het meer of anders verzochte.

Deze beschikking is gegeven door mr. H.M. van Dam, rechter, in tegenwoordigheid van M.P. Joukes, griffier, en in het openbaar uitgesproken op 1 mei 2019.

Tegen deze beschikking kan – voor zover er definitief is beslist – door tussenkomst van een advocaat hoger beroep worden ingesteld bij het gerechtshof te Amsterdam. De verzoekende partij en de verschenen belanghebbenden dienen het hoger beroep binnen de termijn van drie maanden na de dag van de uitspraak in te stellen. Andere belanghebbenden dienen het beroep in te stellen binnen drie maanden na de betekening van deze beschikking of nadat deze hun op andere wijze bekend is geworden.

Jurisprudentie 1

Hoge Raad 10-07-2009, ECLI:NL:HR:2009:BI0462


© Copyright 2009 - 2024 XS2Knowledge b.v. - KVK: 24486465 - Telefoon: 085 744 0 733