Rechtbank Limburg 18-02-2019, ECLI:NL:RBLIM:2019:3672

Datum publicatie19-04-2019
ZaaknummerC/03/256767 / FA RK 18-4143
ProcedureBodemzaak
ZittingsplaatsMaastricht
RechtsgebiedenCiviel recht; Personen- en familierecht
TrefwoordenIPR familierecht; IPR huwelijk; IPR ontbinding huwelijk; Burgerlijke Stand (art. 1:16 t/m 1:29f BW)
Wetsverwijzingen

Inhoudsindicatie

Echtscheidingsverzoek. Partijen, Eritrese nationaliteit, hebben in Eritrea kerkelijk huwelijk gesloten. Naar Eritrees recht een rechtsgeldig huwelijk. Valse huwelijksakte betekent niet dat huwelijk niet is gesloten. Aangenomen wordt dat partijen in Eritrea rechtsgeldig zijn gehuwd en dat huwelijk ook in NL voor erkenning in aanmerking komt, wat ook is gebeurd. NL rechter rechtsmacht. NL recht toepasselijk (art. 10:56 BW). Echtscheiding uitgesproken.

Volledige uitspraak


RECHTBANK LIMBURG

Familie en jeugd

Zittingsplaats Maastricht

zaaknummer / rekestnummer: C/03/256767 / FA RK 18-4143

Beschikking d.d. 18 februari 2019 betreffende de echtscheiding

in de zaak van:

[verzoekster],

wonende te [woonplaats], [gemeente],

hierna te noemen de vrouw,

advocaat mr. C.L.J.M. Wilhelmus, gevestigd te Sittard, gemeente Sittard-Geleen,

tegen

[verweerder],

zonder bekende woon- of verblijfplaats in of buiten Nederland,

hierna te noemen de man.

1De procedure

1.1.

Het verloop van de procedure blijkt uit:

- het verzoekschrift van de vrouw, ingekomen op 5 november 2018;

- het betekeningsexploot.

1.2.

Binnen de daarvoor gestelde termijn is door de man geen verweerschrift ingediend.

2De beoordeling

2.1.

Huwelijk en echtscheiding

2.1.1.

Alvorens het verzoek echtscheiding te beoordelen, moet ambtshalve worden onderzocht of er van kan worden uitgegaan dat de vrouw met de man is gehuwd in [land].

2.1.2.

De vrouw heeft een kopie van een huwelijksakte overgelegd, waarin is opgenomen dat partijen op [2010] met elkaar kerkelijk gehuwd zijn. Zij stelt niet meer over het origineel van deze huwelijksakte te beschikken, nu deze in het bezit is van de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND) en deze de akte niet aan haar wil retourneren. Deze huwelijksakte is namelijk door de IND vals bevonden (alleen ten aanzien van de echtheid, opmaak en afgifte). Door de IND kan niet worden vastgesteld of het document inhoudelijk juist is.

2.1.3.

Verder heeft de vrouw gewezen op het overgelegde eerste rapport gehoor door de IND waarin zij vanaf het begin van haar verblijf in Nederland heeft gesproken over haar huwelijk met de man in de [2010] in [land]. Zij heeft haar huwelijk onder ede bij de [gemeente] bevestigd. Haar huwelijk is in de registers van de Burgerlijke Stand geregistreerd met als huwelijksdatum “00-01-2010” . Naar aanleiding van de vals bevonden kerkelijke huwelijksakte heeft de gemeente de registratie van het huwelijk van de vrouw en de man niet aangepast in de basisregistratie. De vrouw heeft daartoe verwezen naar een e-mail van de gemeente van 24 oktober 2018 (medewerker backoffice Burgerzaken). Daarin wordt geschreven dat “het heel moeilijk (niet haalbaar) is om dit huwelijk zonder echtscheiding te beëindigen. Dit mede doordat mevrouw vanaf het begin heeft verklaard dat ze gehuwd is en gezinshereniging met haar echtgenoot heeft aangevraagd. De valse huwelijksakte wil niet zeggen dat er geen huwelijk heeft plaatsgevonden mede omdat het in [land] mogelijk is op meerdere manieren een rechtsgeldig huwelijk te sluiten”.

2.1.4.

De rechtbank overweegt het volgende. Vooropgesteld wordt dat naar [land] recht een in dat land gesloten kerkelijk huwelijk een rechtsgeldig huwelijk is. Dat in dit geval dat het huwelijk ook is gesloten, kan niet worden aangenomen op grond van de door de vrouw overgelegde huwelijksakte omdat er van moeten worden uitgegaan dat die akte vals is. Evenwel wil dat op zichzelf niet zeggen dat het huwelijk niet zou zijn gesloten. De vrouw heeft vanaf haar verblijf in Nederland steeds verklaard dat zij met de man is gehuwd. Mede op grond daarvan is de ambtenaar van de burgerlijke stand van de [gemeente] er vanuit gegaan dat de vrouw is gehuwd, hetgeen de vrouw ook onder ede bij die ambtenaar heeft verklaard. De vrouw staat ook als gehuwd in Nederland geregistreerd en die registratie valt volgens de ambtenaar zonder echtscheiding niet te wijzigen. Een en ander leidt tot de conclusie dat moet worden aangenomen dat de vrouw in [land] rechtsgeldig is gehuwd en dat dat huwelijk ook in Nederland voor erkenning in aanmerking komt en de facto is erkend door de Nederlandse autoriteiten.

2.1.5.

De vraag is nog of de datum zoals vermeld in de huwelijksakte aangenomen kan worden als de juiste huwelijksdatum. De [gemeente] heeft deze datum niet overgenomen en heeft volstaan met registratie dat het huwelijk tussen partijen heeft plaatsgevonden in [2010]. Nu de echtscheiding ook dient te worden ingeschreven bij de gemeente, zal de rechtbank wat betreft de huwelijksdatum de gemeente dan ook hierin volgen en ervan uitgaan dat partijen in [2010] met elkaar zijn gehuwd te [huwelijksplaats], [land].

2.2.

De vrouw heeft de [nationaliteit]. Hoewel de vrouw niets gesteld heeft over de nationaliteit van de man, gaat de rechtbank ervan uit dat hij ook de [nationaliteit] heeft, hetgeen ook uit haar eerste gehoor door de IND kan worden afgeleid.

2.3.

Gelet op het vorenstaande draagt deze zaak een internationaal karakter en dient de rechtbank bij de beoordeling van het verzoek echtscheiding de regels van het internationale privaatrecht toe te passen.

2.4.

Scheiding

2.4.1.

De vrouw heeft verzocht de echtscheiding tussen partijen uit te spreken. Zij heeft gesteld dat het huwelijk duurzaam is ontwricht.

2.4.2.

Nu ten tijde van de indiening van het verzoekschrift de gewone verblijfplaats van de vrouw zich in Nederland bevond en deze daar sinds ten minste een jaar onmiddellijk voorafgaand aan die indiening verblijfplaats had, komt de Nederlandse rechter rechtsmacht toe om te oordelen over het verzoek tot echtscheiding.

2.4.3.

Op grond van artikel 10:56 van het Burgerlijk Wetboek is Nederlands recht op het verzoek tot echtscheiding van toepassing.

2.4.4.

Het verzoek tot echtscheiding zal, als niet weersproken en op de wet gegrond, worden toegewezen.

3De beslissing

De rechtbank:

3.1.

spreekt de echtscheiding uit tussen partijen, gehuwd te [huwelijksplaats], [land] in [2010].

Deze beschikking is gegeven door mr. P.H.J. Frénay, rechter, en in het openbaar uitgesproken in tegenwoordigheid van de griffier H.J.V.A.M. Haremaker-Savelberg op 18 februari 2019.

Tegen deze beschikking kan - voor zover er definitief is beslist - door tussenkomst van een advocaat hoger beroep worden ingesteld bij het gerechtshof te 's-Hertogenbosch. De verzoekende partij en verschenen belanghebbenden dienen het hoger beroep binnen de termijn van drie maanden na de dag van de uitspraak in te stellen. Andere belanghebbenden dienen het beroep in te stellen binnen drie maanden na de betekening van deze beschikking of nadat deze hun op andere wijze bekend is geworden en overeenkomstig artikel 820 lid 2 Rv openlijk bekend is gemaakt..



© Copyright 2009 - 2024 XS2Knowledge b.v. - KVK: 24486465 - Telefoon: 085 744 0 733