Rechtbank Amsterdam 19-03-2019, ECLI:NL:RBAMS:2019:1865

Datum publicatie02-04-2019
Zaaknummer7204903 CV EXPL 18-20026
ProcedureEerste aanleg - enkelvoudig
ZittingsplaatsAmsterdam
RechtsgebiedenCiviel recht
TrefwoordenMeerderjarigenbescherming; Bewind
Wetsverwijzingen

Inhoudsindicatie

Bewind over goederen van huurder, hetgeen bekend is bij verhuurster. Verhuurster vordert ontbinding huurovereenkomst en ontruiming, en dagvaardt huurder. Rb: de uit de huurovereenkomst voortvloeiende rechten zijn goederen in de zin van art. 1:431 lid 1 BW (HR 07-03-20141). Grondslag van de vordering tot ontbinding huurovereenkomst is overlast van huurder. Maar ook dan is de bewindvoerder de formele procespartij. Verhuurster niet ontvankelijk. Art. 1:441 lid 1 BW en art. 1:431 lid 1 BW.

Volledige uitspraak


vonnis

RECHTBANK AMSTERDAM

Afdeling privaatrecht

zaaknummer: 7204903 CV EXPL 18-20026

vonnis van: 19 maart 2019

fno.: 560

vonnis van de kantonrechter

I n z a k e

1. de besloten vennootschap De Grote Brug B.V., 2. de besloten vennootschap Holland Haarvast B.V.,

beiden gevestigd te Amsterdam,

eiseressen in conventie, verweersters in reconventie,

nader gezamenlijk te noemen: verhuurster,

gemachtigde: mr. H.C. Bollekamp,

t e g e n

[gedaagde in conventie, eiser in reconventie] ,

wonende te [woonplaats] ,

gedaagde in conventie, eiser in reconventie,

nader te noemen: [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] ,

gemachtigde: mr. A.A. Bouwman.

VERLOOP VAN DE PROCEDURE

- dagvaarding van 6 september 2018 met producties;
- antwoord, tevens eis in reconventie, met producties;
- instructievonnis;
- dagbepaling comparitie.

Voorafgaand aan de bijeenkomst hebben partijen nadere stukken in het geding gebracht.

De comparitie heeft plaatsgevonden op 4 februari 2019. Voor verhuurster is de gemachtigde verschenen. [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] is in persoon verschenen, vergezeld door diens gemachtigde. Partijen zijn gehoord en hebben vragen van de kantonrechter beantwoord. Vervolgens is de procedure aangehouden voor minnelijk overleg. Verhuurster heeft daarna vonnis gevraagd, waarna een datum voor vonnis is bepaald.

GRONDEN VAN DE BESLISSING

Feiten

in conventie en reconventie

1. Als gesteld en niet (voldoende) weersproken staat het volgende vast:

1.1.

[gedaagde in conventie, eiser in reconventie] huurt van verhuurster de woning aan de [adres] te [woonplaats] .

1.2.

Bij uitspraak van 16 december 2016 zijn de goederen die (zullen) toebehoren aan [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] onder bewind gesteld, met benoeming van [naam bewindvoerder] , verbonden aan NCM bewindvoering, tot bewindvoerder.

1.3.

Op 4 december 2017 heeft [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] een bijlage bij de huurovereenkomst ondertekend, waarop is vermeld: “gedragsaanwijzing”. Daarin is, onder meer, opgenomen dat [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] geen enkele vorm van overlast meer zal veroorzaken vanuit de door hem gehuurde woning en dat hij verantwoordelijk is voor de personen die hij in de woning toelaat.

1.4.

Bij brief van 26 juni 2018 heeft verhuurster de huurovereenkomst met [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] opgezegd tegen 31 december 2018, omdat [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] zich niet gedraagt als een goed huurder betaamt.

Vordering in conventie

2. Verhuurster vordert in conventie, samengevat, dat bij uitvoerbaar bij voorraad te verklaren vonnis:
primair:
a. de huurovereenkomst zal worden ontbonden;
b. [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] wordt veroordeeld om de woning te ontruimen;
subsidiair:
c. het tijdstip wordt vastgesteld waarop de huurovereenkomst eindigt;
d. [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] wordt veroordeeld de woning te ontruimen;
primair en subsidiair:
e. [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] in de proceskosten wordt veroordeeld.

3. Verhuurster stelt hiertoe, samengevat, het volgende. [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] veroorzaakt stelselmatig overlast. Sinds 2014 bereiken de beheerder klachten van omwonenden over het gedrag van [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] . Het meldpunt zorg en overlast is ingeschakeld en de situatie verbeterde. In 2017 is er echter sprake van een gedragsverandering. [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] gedraagt zich weer bedreigend, met namen tegen diens bovenbuurvrouw [naam buurvrouw] . [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] is een laatste kans geboden, door middel van de gedragsaanwijzing. Na ondertekening daarvan bleek echter dat [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] verdere medewerking aan hulpverlening weigerde. Het gedrag van [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] is niet
verbeterd.

4. Omdat de goederen wegens de lichamelijk/geestelijke toestand van [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] onder bewind zijn gesteld, is de dagvaarding tevens betekend aan het kantoor van de bewindvoerder.

Verweer in conventie en vordering in reconventie

5. [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] voert als meest verstrekkend verweer dat verhuurster niet ontvankelijk moet worden verklaard in de vordering. Niet [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] , maar diens bewindvoerder had moeten worden gedagvaard. De goederen van [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] zijn onder bewind gesteld. De rechten die uit de huurovereenkomst voortvloeien zijn goederen, aldus kort gezegd [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] .

6. [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] voert voorts gemotiveerd inhoudelijk verweer tegen de vorderingen.

7. [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] heeft een vordering in reconventie ingesteld, die, kort gezegd, inhoudt dat verhuurster wordt veroordeeld om gebreken in het gehuurde te verhelpen.

Beoordeling

In conventie

ontvankelijkheid

8. Het meest verstrekkende verweer van [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] houdt in dat de bewindvoerder van [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] in rechte had moeten worden betrokken. Hieromtrent wordt het volgende overwogen.

9. Tijdens het bewind komt het beheer en de beschikking over de goederen die onder bewind staan toe aan de bewindvoerder (artikel 1:438 Burgerlijk Wetboek, hierna: BW). De bewindvoerder vertegenwoordigt bij de vervulling van zijn taak als bewindvoerder de rechthebbende tijdens het bewind in en buiten rechte (artikel 1:441 lid 1 BW) . Dit betekent dat in een procedure waarin een onder bewind gesteld goed onderwerp van geschil is, de bewindvoerder in rechte moet worden betrokken en niet de rechthebbende.

10. De uit de huurovereenkomst voortvloeiende rechten zijn goederen in de zin van artikel 1:431 lid 1 BW (HR 7 maart 2014, ECLI:NL:HR:2014:525). Een vordering tot ontbinding van de huurovereenkomst en ontruiming van het gehuurde kan derhalve gevolgen hebben voor de rechten die uit de huurovereenkomst voortvloeien. Omdat die rechten onder de goederen vallen die onder bewind zijn gesteld, treedt de bewindvoerder ten behoeve van de rechthebbende op als formele procespartij in een procedure betreffende een door de verhuurder gevorderde ontbinding van de huurovereenkomst en ontruiming van het gehuurde (rechtsoverweging 3.4.3 van voormeld arrest).

11. Het betoog van verhuurster dat het in dit geval niet om huurachterstand gaat maar om het veroorzaken van overlast en dat daarom [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] in rechte moet worden betrokken wordt gelet op het voorgaande niet gevolgd. Het gaat er immers om dat de vordering tot ontbinding gevolgen kan hebben voor de rechten die uit de huurovereenkomst voortvloeien. En omdat die rechten goederen zijn die onder het bewind vallen, dient de bewindvoerder als formele procespartij in rechte te worden betrokken.

12. Hetgeen onder 10. is overwogen is alleen anders als verhuurster niet met het bewind bekend was of behoorde te zijn, maar daarvan is in het onderhavige geval geen sprake.

13. Omdat [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] is gedagvaard, dient verhuurster dus niet ontvankelijk te worden verklaard in de vordering. Daarbij wordt nog opgemerkt dat de betekening van een dagvaarding aan het adres van zowel de rechthebbende als de bewindvoerder, waarin enkel de rechthebbende gedaagde is, geen verplichting voor de bewindvoerder meebrengt om in rechte te verschijnen.

proceskosten

14. Verhuurster wordt als de in het ongelijk gestelde partij met de proceskosten belast.

In reconventie

15. Nu [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] zich in conventie – terecht – op het standpunt stelt dat de bewindvoerder in rechte had moeten worden betrokken, dient [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] in zijn vordering in reconventie niet ontvankelijk te worden verklaard. De bewindvoerder is van de procedure op de hoogte, zo heeft de advocaat van [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] ter zitting medegeldeeld, maar heeft deze niet overgenomen. [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] zelf kan niet in rechte optreden. Eventuele toestemming van de bewindvoerder tot het instellen van een vordering door [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] maakt dit in het onderhavige geval niet anders. De bewindvoerder zal, gelet op het standpunt in conventie, in de gegeven omstandigheden niet in de gelegenheid worden gesteld om het geding over te nemen.

proceskosten

16. [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] wordt gelet op het voorgaande met de proceskosten belast. Deze worden tot op heden aan de zijde van de verhuurster begroot op nihil.

BESLISSING

De kantonrechter:

in conventie

verklaart verhuurster niet ontvankelijk in de vordering;

veroordeelt verhuurster in de proceskosten, tot op heden aan de zijde van [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] begroot op € 360,00 aan salaris gemachtigde, voor zover van toepassing, inclusief btw;

veroordeelt verhuurster in de na dit vonnis ontstane kosten, begroot op € 50,00 aan salaris gemachtigde, te verhogen met een bedrag van € 68,00 en de explootkosten van betekening van het vonnis, een en ander voor zover van toepassing inclusief btw, onder de voorwaarde dat verhuurster niet binnen veertien dagen na aanschrijving volledig aan dit vonnis heeft voldaan en betekening van het vonnis pas na veertien dagen na aanschrijving heeft plaatsgevonden;

verklaart de kostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad.

In reconventie

verklaart [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] niet ontvankelijk in de vordering;

veroordeelt [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] in de proceskosten, tot op heden aan de zijde van de verhuurster begroot op nihil.

Dit vonnis is gewezen door mr. F.J. van de Poel, kantonrechter, en in het openbaar uitgesproken op 19 maart 2019 in tegenwoordigheid van de griffier.

Jurisprudentie 1

Hoge Raad 07-03-2014, ECLI:NL:HR:2014:525


© Copyright 2009 - 2024 XS2Knowledge b.v. - KVK: 24486465 - Telefoon: 085 744 0 733