Rechtbank Midden-Nederland 19-12-2018, ECLI:NL:RBMNE:2018:6472

Datum publicatie16-01-2019
ZaaknummerC/16/471954 / JE RK 18-2409
ProcedureEerste aanleg - enkelvoudig
ZittingsplaatsUtrecht
RechtsgebiedenCiviel recht; Personen- en familierecht
TrefwoordenJeugdbescherming / Jeugdwet; Uithuisplaatsing 1:265a e.v. BW;
Kinderen; Bijz. curator bij belangenstrijd (art. 1:250 BW)
Wetsverwijzingen

Inhoudsindicatie

Kinderrechter benoemt ambtshalve een bijzondere curator o.g.v. art. 1:250 BW voor kind X. Voor beide ouders en in het bijzonder voor moeder ingewikkeld om tegelijkertijd de belangen van kind X en die vd andere kinderen in het gezin te vertegenwoordigen. Er zijn namelijk meerdere signalen dat kind X seksueel grensoverschrijdend gedrag tegenover hen vertoont. X ontkent dit gedrag. Vooral moeder vindt het moeilijk al haar kinderen te steunen.
En machtiging uithuisplaatsing voor X.

Volledige uitspraak


beschikking

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Afdeling Familierecht

Zittingsplaats: Utrecht

zaakgegevens:

C/16/471954 / JE RK 18-2409 (machtiging tot uithuisplaatsing)

C/16/472554/ FO RK 18-1964 (ambtshalve benoeming van een bijzondere curator)

datum uitspraak: 19 december 2018

beschikking uithuisplaatsing en ambtshalve benoeming van een bijzondere curator in de zaak van

Raad voor de Kinderbescherming Midden-Nederland, hierna te noemen de Raad,

gevestigd te [vestigingsplaats] ,

betreffende

[naam minderjarige] , geboren op [geboortedatum] 2004 te [geboorteplaats] , hierna te noemen [voornaam van minderjarige] .

De kinderrechter merkt als belanghebbenden aan:

[belanghebbende 1] , hierna te noemen de vader,

wonende te [woonplaats] ,

[belanghebbende 2] , hierna te noemen de moeder,

wonende te [woonplaats] .

Het procesverloop


In de zaak met betrekking tot de machtiging tot uithuisplaatsing heeft de kinderrechter op

31 augustus 2018 een eerdere beschikking gegeven. Voor het procesverloop tot deze datum verwijst de kinderrechter naar die tussenbeschikking.

Op 19 december 2018 heeft de kinderrechter de behandeling van de zaak ter zitting met gesloten deuren voortgezet. Gehoord zijn:

- de minderjarige [voornaam van minderjarige] , die apart is gehoord,

- de moeder, bijgestaan door mr. Ronday, vervanger van mr. Hartman,

- de vader, bijgestaan door mr. S. Benayad,

- de heer [A] , een vertegenwoordig(st)er van de Raad,

- mevrouw [B] en mevrouw [C] , vertegenwoordigers van de GI.

Voor de vader is een tolk verschenen.

De feiten


Het ouderlijk gezag over [voornaam van minderjarige] wordt uitgeoefend door de ouders. [voornaam van minderjarige] verblijft in een crisisopvang.

Bij beschikking van 10 december 2018 is [voornaam van minderjarige] voorlopig onder toezicht gesteld tot

10 maart 2019. Ook is [voornaam van minderjarige] uit huis geplaatst in een voorziening voor crisisopvang voor de duur van vier weken. De beslissing op het verzoek is voor het overige door de kinderrechter aangehouden.

Het verzoek

Ter zitting heeft de Raad mondeling het verzoek aangepast. De Raad heeft verzocht [voornaam van minderjarige] uit huis te plaatsen in een crisisopvang en aansluitend in een pleeggezin voor de duur van de voorlopige ondertoezichtstelling. De Raad heeft het volgende aan het verzoek ten grondslag gelegd. Er zijn zorgen over de ontwikkeling en de veiligheid van [voornaam van minderjarige] in de thuissituatie.

[voornaam van minderjarige] vertoont respectloos of zelfs fysiek agressief gedrag tegen de moeder. Het vermoeden bestaat dat de moeder overbelast is en zij niet in staat is om het gedrag van [voornaam van minderjarige] te begrenzen. De afgelopen maanden zijn er meerdere signalen geweest van seksueel grensoverschrijdend gedrag van [voornaam van minderjarige] richting zijn broertjes en zusjes. Ook zijn er zorgen over het feit dat de vader de zorgen over [voornaam van minderjarige] bagatelliseert. De vader is nauwelijks beschikbaar geweest voor hulpverlening, [voornaam van minderjarige] en de moeder. Sinds de ouders uit elkaar zijn verloopt de communicatie tussen de ouders moeizaam. De Raad stemt in met de ambtshalve benoeming van een bijzonder curator.

De standpunten

[voornaam van minderjarige] heeft aangegeven dat hij het liefste bij zijn vader zou gaan wonen. Zijn huidige woonplek vindt hij veel te ver van school, reistijd bijna twee uur enkele reis. Hij zegt dat hij nooit seksueel grensoverschrijdend gedrag heeft vertoond. Hij geeft aan dat het contact met zijn moeder niet altijd prettig verloopt. [voornaam van minderjarige] zou benoeming van een bijzondere curator prettig vinden.

De vader heeft geen verweer gevoerd tegen het verzoek van de Raad. Een plaatsing van [voornaam van minderjarige] bij de vader is op dit moment niet mogelijk, omdat hij niet over een geschikte woonruimte beschikt. De vader stemt in met de ambtshalve benoeming van een bijzondere curator.

Door en namens de moeder is verklaard dat zij zich aan het oordeel van de rechtbank refereert. De moeder erkent dat er voor [voornaam van minderjarige] in de thuissituatie teveel onrust is. Het liefst heeft de moeder dat [voornaam van minderjarige] uit huis geplaatst wordt bij de vader. Als het gaat om moeilijke gespreksonderwerpen, ervaart de moeder dat zij met de vader moeilijk kan communiceren. De moeder stemt in met de ambtshalve benoeming van een bijzondere curator.

De GI heeft ter zitting verklaard dat [voornaam van minderjarige] in de thuissituatie klem zit. Om de thuissituatie van [voornaam van minderjarige] te verbeteren is het belangrijk dat de moeder hulpverlening krijgt. Er moet daarnaast onderzoek worden gedaan naar de mogelijkheden voor een uithuisplaatsing van [voornaam van minderjarige] bij de vader. Het is positief dat [voornaam van minderjarige] zich aan de afspraken houdt van de crisisopvang. De huidige plaatsing van [voornaam van minderjarige] in de crisisopvang is voor hem echter niet passend. Er wordt gezocht naar een pleeggezin waar [voornaam van minderjarige] kan verblijven. De GI stemt in met de ambtshalve benoeming van een bijzonder curator.

De beoordeling

Machtiging tot uithuisplaatsing

Uit de overgelegde stukken en de behandeling ter zitting is gebleken dat het verblijf van [voornaam van minderjarige] in de thuissituatie bij de moeder onhoudbaar is geworden. Zo zijn er meerdere signalen dat [voornaam van minderjarige] seksueel grensoverschrijdend gedrag vertoont tegenover zijn broertjes en zusjes. Ook kan hij fysiek agressief gedrag vertonen tegenover de moeder. De thuissituatie en de ‘beschuldigingen’ van seksueel overschrijdend gedrag zorgen voor [voornaam van minderjarige] voor veel onrust. De mogelijkheden van de uithuisplaatsing van [voornaam van minderjarige] bij de vader zal moeten worden onderzocht. Het is daarbij van belang dat de vader de zorgen over [voornaam van minderjarige] niet bagatelliseert en hij beschikbaar is voor [voornaam van minderjarige] , de hulpverlening en de moeder.

Uit voorgaande volgt dat de uithuisplaatsing van [voornaam van minderjarige] noodzakelijk is in het belang van de verzorging en de opvoeding (artikel 1:265b, eerste lid, Burgerlijk Wetboek) . De kinderrechter zal de machtiging tot uithuisplaatsing van [voornaam van minderjarige] in een crisisopvang en aansluitend in een pleeggezin verlenen voor de duur van de voorlopige ondertoezichtstelling, te weten tot 10 maart 2019.

Ambtshalve benoeming bijzondere curator

Een kinderrechter kan op grond van artikel 1:250 van het Burgerlijk Wetboek (hierna: BW) ambtshalve overgaan tot benoeming van een bijzondere curator, indien de kinderrechter dit in het belang van de minderjarige noodzakelijk acht. Dit kan alleen als de belangen van de met het gezag belaste ouder strijdig zijn met de belangen van de minderjarige in aangelegenheden betreffende de verzorging en opvoeding van de minderjarige, dan wel het vermogen van de minderjarige. Deze bijzondere curator kan de minderjarige zowel in als buiten rechte vertegenwoordigen.

De kinderrechter overweegt voldoende aanleiding te zien om ambtshalve een bijzondere curator op grond van artikel 1:250 BW te benoemen. De kinderrechter overweegt daartoe dat het voor beide ouders en in het bijzonder voor moeder ingewikkeld is om tegelijkertijd de belangen van [voornaam van minderjarige] en de andere kinderen in het gezin te vertegenwoordigen. Er zijn namelijk meerdere signalen dat [voornaam van minderjarige] seksueel grensoverschrijdend gedrag vertoond ten opzichte van de andere kinderen in het gezin. Vooral moeder vindt het moeilijk al haar kinderen te steunen. [voornaam van minderjarige] ontkent deze ‘beschuldigingen’ .

Zowel de Raad, de GI en de ouders hebben geen bezwaar tegen de benoeming van een bijzondere curator voor [voornaam van minderjarige] .

De kinderrechter zal mevrouw mr. M. van Harskamp tot bijzondere curator benoemen. Zij heeft zich bereid verklaard deze opdracht op zich te nemen.

De kinderrechter geeft de bijzondere curator de opdracht om [voornaam van minderjarige] te begeleiden, te ondersteunen en te vertegenwoordigen in eventuele toekomstige juridische procedures. Ook verzoekt de kinderrechter de bijzondere curator om [voornaam van minderjarige] tekst en uitleg te geven aan de voorlopige ondertoezichtstelling en de machtiging tot uithuisplaatsing en welke gevolgen dit voor hem heeft. De kinderrechter zal de bijzondere curator voor een jaar benoemen. Indien de bijzondere curator na dat jaar het wenselijk acht haar taken voort te zetten, kan zij daartoe een gemotiveerd verzoek bij de kinderrechter doen.

De beslissing


De kinderrechter:

verleent machtiging tot uithuisplaatsing van [voornaam van minderjarige] in een voorziening voor crisisopvang dan wel in een pleeggezin tot uiterlijk 10 maart 2019;

benoemt tot bijzondere curator om [voornaam van minderjarige] te vertegenwoordigen: mr. M. van Harskamp, [adres] , [postcode] [vestigingsplaats] , voor de duur van één jaar;

verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad.

Deze beschikking is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken op 19 december 2018 door mr. E.A.A. van Kalveen, kinderrechter, in tegenwoordigheid van D. Hendriks, als griffier.

Hoger beroep tegen deze beschikking kan worden ingesteld:

- door de verzoekers en degenen aan wie een afschrift van de beschikking is verstrekt of verzonden, binnen drie maanden na de dag van de uitspraak,

- door andere belanghebbenden binnen drie maanden na de betekening daarvan of nadat de beschikking aan hen op een andere wijze bekend is geworden.

Het hoger beroep moet, door tussenkomst van een advocaat, worden ingediend ter griffie van het gerechtshof
Arnhem-Leeuwarden

De schriftelijke uitwerking van deze beschikking is vastgesteld op 7 januari 2019.



© Copyright 2009 - 2024 XS2Knowledge b.v. - KVK: 24486465 - Telefoon: 085 744 0 733