Rechtbank Limburg 27-11-2018, ECLI:NL:RBLIM:2018:12042

Datum publicatie20-12-2018
ZaaknummerC/03/251719 / FA RK 18-2372
ProcedureBodemzaak
ZittingsplaatsMaastricht
RechtsgebiedenCiviel recht; Personen- en familierecht
TrefwoordenKinderen; Herroeping adoptie;
Familieprocesrecht; Uitvoerbaar bij voorraad
Wetsverwijzingen

Inhoudsindicatie

Kind werd 2x geadopteerd. Herroeping 2-de adoptie zou zowel voor adoptiekind als adoptie-ouders verlossing betekenen. Herroeping adoptie in kennelijk belang verzoekster. Gevolg: situatie van vóór de tweede adoptie zal herleven. Kind krijgt geslachtsnaam die ze bij eerste adoptie kreeg.
Op grond van art. 1:232 lid 3 BW juncto art. 1:230 lid 1 BW heeft de herroeping haar gevolgen vanaf dag waarop uitspraak in kracht van gewijsde is gegaan. Hierbij past geen uitvoerbaarheidsverklaring bij voorraad.

Volledige uitspraak


RECHTBANK LIMBURG

Zittingsplaats Maastricht

Familie en jeugd

Datum uitspraak: 27 november 2018

Zaaknummer: C/03/251719 / FA RK 18-2372

De enkelvoudige kamer, belast met de behandeling van burgerlijke zaken, heeft de navolgende beschikking gegeven in de zaak van:

[verzoekster],

verder te noemen: verzoekster,

wonend op een geheim adres in het arrondissement Limburg,

advocaat mr. R.W.C Vranken, kantoorhoudend te Heerlen.

Als belanghebbenden worden aangemerkt:

[belanghebbende 1],

en

[belanghebbende 2],

verder te noemen: de adoptieouders,

beiden wonend te [woonplaats], [gemeente].

1Het verloop van de procedure

1.1.

Het procesverloop blijkt uit:

- het verzoekschrift, met bijlagen, ingekomen op 26 juni 2018;

- de brief van 9 juli 2018, met bijlagen, van de adoptieouders;

- het aanvullend verzoekschrift ingekomen op 22 oktober 2018;

- de mondelinge behandeling van 30 oktober 2018 waar zijn verschenen:

- verzoekster, bijgestaan door mr. Vranken;

- de adoptieouders.

2De feiten

2.1.

Verzoekster is geboren op [1996] te [geboorteplaats] (Colombia) uit onbekend gebleven ouders.

Bij beschikking van 26 november 1999 van de arrondissementsrechtbank te Maastricht, zaaknummer: 50879, is de adoptie uitgesproken van verzoekster door de adoptieouders en is als geslachtsnaam van verzoekster de naam ‘[geslachtsnaam 1]’ vastgesteld.

Blijkens deze beschikking is bij uitspraak van de vierde Familierechtbank te [vestigingsplaats] (Colombia) van 30 april 1998 de Colombiaanse adoptie van verzoekster door de adoptieouders uitgesproken en is daarbij vastgesteld dat verzoekster voortaan de geslachtsnaam ‘[geslachtsnaam 2]’ zal voeren. Op 7 maart 2000 is door de ambtenaar van de burgerlijke stand van de gemeente ’s-Gravenhage een akte van inschrijving van de rechterlijke uitspraak en een latere vermelding betreffende adoptie opgemaakt.

3Het verzoek

3.1.

Verzoekster heeft, na wijziging van haar verzoek, de rechtbank verzocht, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad:

- de herroeping van de adoptie uit te spreken;

- na toewijzing van de verzochte herroeping, de geslachtsnaam van verzoekster te wijzigen van ‘[geslachtsnaam 1]’ in ‘[geslachtsnaam 3]’;

- de adoptieouders te bevelen het gehele adoptiedossier, inclusief de oorspronkelijke geboorteakte uit Colombia, aan verzoekster te overhandigen binnen tien dagen na afgifte van de in deze te wijzen beschikking. Een en ander op straffe van een dwangsom van € 50,- voor iedere dag/dagdeel waarop adoptieouders hieraan geen nakoming geven. Dan wel binnen een termijn en met een dwangsom door de rechtbank in goede justitie te bepalen;

- kosten rechtens.

3.2.

Verzoekster heeft gesteld dat de herroeping in haar belang is omdat de relatie tussen verzoekster en de adoptieouders ernstig is verstoord. In de kindertijd van verzoekster heeft de adoptievader haar mishandeld en misbruikt. Feiten die de adoptiemoeder heeft verzwegen c.q. gebanaliseerd. Door deze feiten is verzoekster thans ernstig beschadigd en ontvangt zij psychologische begeleiding. Het weinige contact dat er plaatsvindt tussen verzoekster en de adoptieouders verloopt via e-mail en is strijdend van aard. De herroeping van de adoptie zal rust brengen in het leven van verzoekster. De herroeping is tevens in het belang van verzoekster aangezien zij met haar biologische moeder/ouders herenigd wenst te worden. Daarvoor heeft zij haar adoptiedossier nodig, inclusief de oorspronkelijke geboorteakte uit Colombia, dat in het bezit is van haar adoptieouders, die niet geneigd zijn dat zonder meer af te geven. Het verzoek tot herroeping van de adoptie is tijdig ingediend. Gelet op het voorgaande is toewijzing van het verzoek tot herroeping van adoptie redelijk.

Verzoekster wenst bij toewijzing van de verzochte herroeping dat haar geslachtnaam ‘[geslachtsnaam 1]’ wordt gewijzigd in haar geslachtsnaam voorafgaand aan haar adoptie ‘[geslachtsnaam 3]’ en verklaart aldus overeenkomstig het bepaalde in artikel 1:5 lid 7 van het Burgerlijk Wetboek (hierna: BW).

4Het standpunt van de adoptieouders

4.1.

De adoptieouders hebben ingestemd met toewijzing van het verzoek tot herroeping van de adoptie. Zij hebben bij brief van 9 juli 2018 met bijlagen een uitgebreide toelichting gegeven. Volgens de adoptieouders bevat het verzoekschrift onwaarheden en is zelfs sprake van laster of smaad. De adoptieouders ontkennen dat sprake is geweest van misbruik of mishandeling. Zij geven aan dat zij verzoekster liefdevol hebben opgevoed en dat zij veel inspanningen hebben verricht ten behoeve van verzoekster. Uiteindelijk hebben zij niets bereikt en menen zij dat de adoptie is mislukt. Zij hopen dat de tijd de wonden zal helen.

5De beoordeling

5.1.

De bij beschikking van 26 november 1999 door de arrondissementsrechtbank te Maastricht uitgesproken adoptie betrof een adoptie naar Nederlands recht. Ingevolge artikel 10:105 lid 4 BW, is op het verzoek tot herroeping van een in Nederland uitgesproken adoptie Nederlands recht van toepassing.

5.2.

Op grond van artikel 1:231 lid 1 BW kan de adoptie door een uitspraak van de rechtbank op verzoek van de geadopteerde worden herroepen. Op grond van lid 2 van dit artikel kan het verzoek alleen worden toegewezen, indien de herroeping in het kennelijk belang van de geadopteerde is, de rechter van de redelijkheid van de herroeping in gemoede overtuigd is, en het verzoek is ingediend niet eerder dan twee jaren en niet later dan vijf jaren na de dag, waarop de geadopteerde meerderjarig is geworden.

De rechtbank stelt vast dat het verzoek tot herroeping van de adoptie tijdig door verzoekster is ingediend.

Verzoekster heeft gesteld dat zij door haar adoptievader is mishandeld en misbruikt, en dat de adoptiemoeder daarvan op de hoogte was en dat heeft verzwegen c.q. gebanaliseerd. Verder heeft verzoekster ook gesteld dat zij geestelijk is mishandeld en dat haar zelfvertrouwen daardoor naar beneden is gehaald. De adoptieouders hebben die stellingen gemotiveerd betwist. Verzoekster heeft haar stellingen verder niet, althans onvoldoende, onderbouwd. De rechtbank zal deze stellingen daarom passeren.

Gelet op de stukken en het verhandelde ter zitting is echter gebleken dat de verhouding tussen verzoekster en haar adoptieouders ernstig is verstoord, hetgeen beide partijen ook erkennen. Gelet op hetgeen door partijen ter zitting nog is aangevoerd, is niet te verwachten dat in deze situatie verbetering komt. Integendeel, de rechtbank is gebleken dat herroeping van de adoptie voor beide partijen een verlossing zou betekenen.

Op grond daarvan is de rechtbank van de redelijkheid van de herroeping in gemoede overtuigd en acht zij de herroeping van de adoptie in het kennelijk belang van verzoekster.

De rechtbank zal het verzoek tot herroeping van de adoptie daarom toewijzen.

Ingevolge het bepaalde in artikel 1:232, lid 3, BW juncto artikel 1:230, lid 1, BW heeft de herroeping van de adoptie haar gevolgen van de dag, waarop de uitspraak in kracht van gewijsde is gegaan. Het vorenstaande verzet zich ertegen dat de onderhavige beschikking, voor zover betrekking hebbend op de herroeping van de adoptie, uitvoerbaar bij voorraad wordt verklaard.

5.3.

Verzoekster heeft op grond van het bepaalde in artikel 1:5 lid 7 BW verzocht dat haar geslachtsnaam ‘[geslachtsnaam 1]’ zal worden gewijzigd in ‘[geslachtsnaam 3]’.

De rechtbank overweegt dat door de herroeping van de adoptie de familierechtelijke betrekking tussen de geadopteerde enerzijds en de adoptiefouders en hun bloedverwanten anderzijds ophoudt te bestaan. Dit betekent dat, zodra een adoptie wordt herroepen, de situatie zoals die voor die adoptie was herleeft. Dat betekent in dit geval dat nog steeds sprake is van voornoemde op 30 april 1998 uitgesproken Colombiaanse adoptie, waarbij is vastgesteld dat verzoekster de geslachtsnaam ‘[geslachtsnaam 2]’ zal voeren. Door de herroeping van de adoptie naar Nederlands recht zal verzoekster daarom van rechtswege weer de geslachtsnaam ‘[geslachtsnaam 2]’ hebben. Artikel 1:5 lid 7 BW is in dit kader niet van toepassing. Het verzoek om te bepalen dat verzoekster na de herroeping van de adoptie de geslachtsnaam ‘[geslachtsnaam 3]’ zal hebben, zal daarom worden afgewezen.

5.4.

Verzoekster heeft verzocht om de adoptieouders te bevelen het gehele adoptiedossier aan haar te overhandigen binnen tien dagen na afgifte van de in deze te wijzen beschikking, zulks op straffe van een dwangsom.

De rechtbank zal dit verzoek afwijzen nu een wettelijke grondslag op grond waarvan de adoptieouders gehouden zijn het adoptiedossier aan verzoekster af te geven ontbreekt.

5.5.

Verzoekster heeft ten aanzien van de proceskosten verzocht ‘kosten rechtens’.

De term ‘kosten rechtens’ dient naar de strekking van artikel 289 van het Wetboek van Rechtsvordering te worden opgevat als een referte ten aanzien van het al dan niet opnemen door de rechter van een veroordeling in de proceskosten.

Gelet op de aard van de procedure zal de rechtbank bepalen dat elk van de partijen de eigen kosten draagt.

6De beslissing

De rechtbank:

6.1.

herroept de bij beschikking van 26 november 1999 van de arrondissementsrechtbank te Maastricht, zaaknummer: 50879, uitgesproken adoptie van [verzoekster], geboren op [1996] te [geboorteplaats] (Colombia), door [belanghebbende 1], en [belanghebbende 2];

6.2.

compenseert de proceskosten tussen partijen in die zin dat elk van hen de eigen kosten draagt;

6.3.

wijst af het meer of anders verzochte;

6.4.

bepaalt dat de griffier op de voet van het bepaalde in artikel 1:20e, lid 1, BW niet eerder dan drie maanden na de dag van deze beschikking, en voor zover daartegen geen hoger beroep is ingesteld, een afschrift daarvan zal zenden aan de ambtenaar van de burgerlijke stand van de gemeente ’s-Gravenhage, dit met het oog op de toevoeging aan de geboorteakte van verzoekster van de latere vermelding betreffende de herroeping van de adoptie.

Deze beschikking is gegeven door mr. M.E. Salemans-Wijnen, kinderrechter en in het openbaar uitgesproken in tegenwoordigheid van mr. S.M.L.C. Vos-Limpens, griffier op

27 november 2018.

Tegen deze beschikking kan - uitsluitend door tussenkomst van een advocaat - hoger beroep worden ingesteld bij het gerechtshof te 's-Hertogenbosch:

a. door de verzoekende partij en degenen aan wie een afschrift van de beschikking (vanwege de griffier) is verstrekt of verzonden, binnen 3 maanden na de dag van de uitspraak;

b. door andere belanghebbenden binnen 3 maanden na betekening daarvan of nadat de beschikking hun op andere wijze bekend is geworden.



© Copyright 2009 - 2024 XS2Knowledge b.v. - KVK: 24486465 - Telefoon: 085 744 0 733