Datum publicatie | 16-11-2018 |
Zaaknummer | 18/02576 |
Procedure | Artikel 81 RO-zaken |
Formele relaties | In cassatie op : ECLI:NL:GHDHA:2018:1216 |
Rechtsgebieden | Bestuursrecht; Belastingrecht |
Trefwoorden | Fiscaal familierecht; DGA |
Wetsverwijzingen |
Inhoudsindicatie
Belanghebbende heeft in 2010 t/m 2013 opnamen verricht naast haar salaris. Zij stelt dat daarbij abusievelijk 'voorschot salaris' is vermeld en de opnamen een schuld in R-C betreffen, die inmiddels is afgelost. De betalingen zijn niet in de loonadministratie opgenomen. Hof: de bedragen zijn terecht als voor de loonheffingen relevante betalingen aangemerkt. Naheffingsaanslagen en verzuimboeten terecht en juist opgelegd. HR verklaart beroep in cassatie ongegrond met toepassing van art. 81 lid 1 RO.
Volledige uitspraak
16 november 2018
Nr. 18/02576
Arrest
gewezen op het beroep in cassatie van [X] B.V. te [Z] (hierna: belanghebbende) tegen de uitspraak van het Gerechtshof Den Haag van 4 mei 2018, nrs. BK-17/00920 en BK-17/00922 tot en met BK-17/00926, op het hoger beroep van belanghebbende tegen een uitspraak van de Rechtbank Den Haag (nrs. SGR 17/3359 en SGR 17/3361 tot en met SGR 17/3365) betreffende de aan belanghebbende over de jaren 2010, 2011, 2012 en 2013 opgelegde naheffingsaanslagen in de loonheffingen, de daarbij gegeven beschikkingen inzake heffingsrente en belastingrente, en de daarbij gegeven boetebeschikkingen.
1Geding in cassatie
Belanghebbende heeft tegen ’s Hofs uitspraak beroep in cassatie ingesteld en daarbij drie middelen voorgesteld.
De Staatssecretaris van Financiën heeft een verweerschrift ingediend.
2Beoordeling van de middelen
De middelen kunnen niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien artikel 81, lid 1, van de Wet op de rechterlijke organisatie, geen nadere motivering, nu de middelen niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
3Proceskosten
De Hoge Raad acht geen termen aanwezig voor een veroordeling in de proceskosten.
4Beslissing
De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie ongegrond.
Dit arrest is gewezen door de vice-president G. de Groot als voorzitter, en de raadsheren M.A. Fierstra en A.F.M.Q. Beukers-van Dooren, in tegenwoordigheid van de waarnemend griffier F. Treuren, en in het openbaar uitgesproken op 16 november 2018.
© Copyright 2009 - 2024 XS2Knowledge b.v. - KVK: 24486465 - Telefoon: 085 744 0 733