Rechtbank Rotterdam 23-08-2018, ECLI:NL:RBROT:2018:9590

Datum publicatie23-11-2018
ZaaknummerC/10/553141 / FA RK 18-4921
ProcedureBeschikking
ZittingsplaatsRotterdam
RechtsgebiedenCiviel recht; Personen- en familierecht
TrefwoordenKinderen; Verhuizing met kind
Wetsverwijzingen

Inhoudsindicatie

Deze moeder mag wél met kind (2013) verhuizen en dat van Spijkenisse naar Musselkanaal. Belangrijkste verschillen met moeder van voetballertje: deze moeder heeft bestendige relatie met man met koopwoning die niet uit Musselkanaal kan verhuizen vanwege co-ouderschap over drie andere kinderen. Ook heeft moeder een nieuw kind met deze man. Verder heeft moeder met vader overleg gepleegd en zijn er geen zorgen over de opvoedsituatie.

Volledige uitspraak


Rechtbank Rotterdam

Team familie

zaaknummer / rekestnummer: C/10/553141 / FA RK 18-4921

Beschikking van 23 augustus 2018 betreffende vervangende toestemming ex artikel 1:253a van het Burgerlijk Wetboek (BW)

in de zaak van:

[naam verzoekster] , de vrouw ,

wonende op een geheim adres,

advocaat mr. V.S. Waterval te Spijkenisse,

t e g e n

[naam verweerder] , de man,

wonende te [woonplaats verweerder] , [adres verweerder] ,

advocaat mr. L.E.M. Elbertse te Vlaardingen.

1De procedure

1.1.

Het verloop van de procedure blijkt uit:

  • het verzoekschrift met bijlagen van de vrouw, ingekomen op 22 juni 2018;

  • het verweerschrift tevens houdende zelfstandig verzoek met bijlagen van de man, ingekomen op 10 augustus 2018.

1.2.

De behandeling heeft plaatsgevonden ter zitting van 14 augustus 2018. Bij die gelegenheid zijn verschenen:

  • de vrouw, bijgestaan door haar advocaat;

  • de man, bijgestaan door mr. C.P. Gomez, een kantoorgenoot van mr. L.E.M. Elbertse;

  • de raad voor de kinderbescherming Rotterdam-Dordrecht (hierna: de raad), ter zitting vertegenwoordigd door [naam vertegenwoordiger] .

2De vaststaande feiten

2.1.

Partijen hebben een affectieve relatie gehad.

2.2.

Partijen zijn de ouders van de minderjarige:

[naam minderjarige 1] , geboren op [geboortedatum minderjarige 1] 2013 te [geboorteplaats minderjarige 1] .

2.3.

De man heeft de minderjarige erkend. Het ouderlijk gezag over de minderjarige wordt door de ouders gezamenlijk uitgeoefend.

2.4.

Partijen hebben op 9 maart 2017 een ouderschapsplan opgesteld, inhoudende (voor zover van belang) het volgende:

‘ZORGVERDELING

Week/dag

Maandag

Dinsdag

Woensdag

Donderdag

Vrijdag

Zaterdag

Zondag

1

Moeder

Moeder

Vader/Moeder**

Moeder

Moeder

Moeder

Moeder

2

Moeder

Moeder

Vader/Moeder**

Moeder

Vader

Vader

Moeder

In dit schema is aangegeven bij welke ouder [naam minderjarige 1] overnacht. Deze regeling wordt van kracht per 21 augustus 2017 (nieuwe schooljaar).

**

Indien het werkrooster van de vader dit toelaat, verblijft [naam minderjarige 1] op woensdagmiddag uit school tot na het avondeten om 18:00 uur bij vader.

Wisselmomenten

De vader haalt [naam minderjarige 1] op vrijdag na het eten om 18:00u op en brengt hem op zondag om 18:00u na het avondeten terug.

Indien de vader op vrijdagavond een avonddienst heeft, halen de opa en oma [naam minderjarige 1] op uit school of om 18:00u bij de moeder.

Diversen

Mocht de vader of de moeder buiten een straal van 20km rond Spijkenisse gaan wonen of een andere baan krijgen die invloed heeft op de zorgverdeling, dan wordt de zorgverdeling opnieuw bekeken.

HALEN EN BRENGEN

Het wisselen van [naam minderjarige 1] vindt plaats bij een van de ouders thuis.

Mocht een van de ouders buiten een straal van 50km rond Spijkenisse gaan wonen, dan is deze verantwoordelijk voor het halen en brengen van [naam minderjarige 1] .

VAKANTIES

De ouders zullen jaarlijks in januari de vakantieplanning met/op elkaar afstemmen. Uitgangspunt hierbij is dat de zomer- en kerstvakanties evenredig worden verdeeld. Bovendien hebben de ouders de mogelijkheid om in een van de andere vakanties een langere aaneengesloten periode met [naam minderjarige 1] op vakantie te gaan.

FEESTDAGEN

Kerstdagen

Beiden brengen 1 kerstdag met [naam minderjarige 1] door, dit zal in overleg worden bepaald. Mocht dat overleg niet lukken dan verblijft [naam minderjarige 1] in de even jaren op eerste kerstdag bij zijn moeder en op 2e kerstdag bij zijn vader, in de oneven jaren andersom. Het wisselmoment vindt plaats op 2e kerstdag om 9.00u ’s ochtends.

Oud en nieuw

In overleg

Sinterklaas

Pakjesavond: Volgens zorgschema

Overig

Vader- en Moederdag: Bij de betreffende ouder

…’

2.5.

De vrouw is tevens de moeder van de volgende minderjarige kinderen:

- [naam minderjarige 2] , geboren op [geboortedatum minderjarige 2] 2002 te [geboorteplaats minderjarige 2] ;

- [naam minderjarige 3] , geboren op [geboortedatum minderjarige 3] 2003 te [geboorteplaats minderjarige 3] :

- [naam minderjarige 4] , geboren op [geboortedatum minderjarige 4] 2007 te [geboorteplaats minderjarige 4] :

- [naam minderjarige 5] , geboren op [geboortedatum minderjarige 5] 2017 te [geboorteplaats minderjarige 5] .

[naam minderjarige 4] en [naam minderjarige 5] hebben hun hoofdverblijfplaats bij de vrouw.

3De beoordeling

3.1.

Verzoek tot verhuizing

3.1.1.

De vrouw verzoekt vervangende toestemming te verlenen om met de minderjarige naar de [adres 1] te [woonplaats] te verhuizen en de minderjarige in te schrijven op de Christelijke Basisschool [naam school] aan de [adres 2] te [plaats] . Tevens verzoekt de vrouw de zorgregeling te wijzigen en te bepalen dat de minderjarige één weekend per veertien dagen van vrijdag 20:00 uur tot en met zondag 16:00 uur bij de man zal verblijven, waarbij de vakanties en feestdagen in onderling overleg zullen worden verdeeld.

3.1.2.

De man voert gemotiveerd verweer.

Als zelfstandig verzoek in het geval de vrouw toestemming om te verhuizen wordt onthouden, verzoekt hij primair dat de minderjarige de hoofdverblijfplaats van de man zal volgen, zijnde de [adres verweerder] te [woonplaats verweerder] , waarbij de minderjarige op dat adres zal worden ingeschreven. Subsidiair verzoekt de man te bepalen dat de zorg- en contactregeling wordt gewijzigd in die zin dat de minderjarige om de week van dinsdag uit school tot en met woensdag bij de man verblijft, alsmede gedurende een weekend per veertien dagen van vrijdag uit school tot zondag 18:00 uur, waarbij de man de minderjarige ophaalt en terugbrengt, en de helft van de vakanties en feestdagen, waaronder Oud en Nieuw.

In het geval de vrouw toestemming voor verhuizing wordt verleend, verzoekt de man bij wege van zelfstandig verzoek, de zorgregeling te wijzigen in die zin dat de minderjarige drie van de vier weekenden bij de man zal verblijven, waarbij de minderjarige op vrijdag uit school door de vrouw naar de man wordt gebracht en op zondag weer op tijd wordt opgehaald zodat hij uiterlijk om 18:00 uur thuis is in Groningen, alsmede de helft van de vakanties en feestdagen waaronder Oud en Nieuw.

3.1.3.

Op grond van artikel 1:253a BW kunnen in geval van gezamenlijke uitoefening van het gezag geschillen hieromtrent aan de rechtbank worden voorgelegd. De rechtbank neemt een zodanige beslissing als haar in het belang van de betreffende minderjarige wenselijk voorkomt. Bij de beantwoording van de vraag of een ouder toestemming dient te krijgen om met een minderjarige te verhuizen, staan de belangen van de minderjarige weliswaar voorop, maar, naar vaste rechtspraak dient de rechter bij de beslissing in een geschil als het onderhavige alle omstandigheden van het geval in acht te nemen en alle betrokken belangen af te wegen.

3.1.4.

Als uitgangspunt geldt dat een ouder bij wie de minderjarige hoofdverblijfplaats heeft in beginsel de gelegenheid dient te krijgen om met de minderjarige elders een gezinsleven en een toekomst op te bouwen. Daar tegenover staan andere belangen waarbij te denken valt aan (niet uitputtend opgesomd):

  • de noodzaak om te verhuizen;

  • een goede voorbereiding van de verhuizing;

  • het aanbieden van alternatieven of compensatie voor de verminderingen van de contactmogelijkheden met de andere ouder;

  • de extra kosten van contact na de verhuizing;

  • de bestendigheid van de nieuwe relatie van de verhuizende ouder;

  • de mate waarin ouders nog in staat zijn tot overleg.

3.1.5.

De vrouw heeft sinds 2,5 jaar een nieuwe relatie. Uit deze relatie is de minderjarige [naam minderjarige 5] geboren. De vrouw wenst bij haar partner in te trekken met [naam minderjarige 1] , [naam minderjarige 5] en [naam minderjarige 4] .

3.1.6.

De man heeft de stelling van de vrouw dat haar relatie een stabiele relatie betreft onvoldoende gemotiveerd betwist. De rechtbank vindt de periode die de vrouw in acht heeft genomen om te bezien of haar relatie voldoende stabiel is toereikend. De vrouw dient in beginsel de gelegenheid te krijgen om ergens anders een leven op te bouwen. Daarbij speelt een rol dat de vrouw en haar nieuwe partner samen ook een minderjarig kind hebben, dat zij gezamenlijk willen opvoeden.

Hoewel de man de noodzaak van de verhuizing betwist, heeft hij niet weersproken dat de partner van de vrouw gebonden is aan de regio rond Musselkanaal wegens zijn drie minderjarige kinderen uit een vorige relatie die om het weekend bij hem verblijven. Daarnaast heeft de vrouw onweersproken gesteld dat haar nieuwe partner een koopwoning met voldoende ruimte heeft in Musselkanaal. De vrouw is niet gebonden aan de regio Spijkenisse door werk of een woning.

3.2.

Gebleken is dat de verhuizing door de vrouw zorgvuldig is voorbereid. Zij heeft een school gezocht voor de minderjarige. Bovendien verblijft de minderjarige al gedurende de weekenden dat hij bij de vrouw is in Musselkanaal, zodat hij heeft kunnen wennen aan de situatie daar. Daarnaast heeft de vrouw onderbouwd gesteld dat zij contact met de man heeft gezocht om een en ander in onderling overleg te bespreken.

3.2.1.

De raad geeft aan dat er geen aanleiding bestaat de hoofdverblijfplaats van de minderjarige te wijzigen in die zin dat deze bij de man zal zijn. De minderjarige woont al vijf jaar bij de vrouw en er is geen aanleiding tot zorgen omtrent de opvoedsituatie. Dat de minderjarige bij ieder van de ouders aangeeft niet naar de ander te willen, is een teken van loyaliteit aan beide ouders. Gebleken is dat partijen beiden het belang van de minderjarige in het oog houden. De vrouw geeft de minderjarige de ruimte om bij de man te verblijven. Zij heeft verklaard het fijn te vinden dat de minderjarige het naar zijn zin heeft bij de man. Daarbij heeft de man zelf verklaard dat hij, zoals zij zijn overeengekomen in het door hen ondertekende ouderschapsplan, als eerste wordt ingeschakeld indien de vrouw opvang nodig heeft. De vrouw is zich ervan bewust dat met het reizen tussen Musselkanaal en Schiedam het contact tussen de man en de minderjarige wordt beperkt. Zij is bereid hiervoor compensatie te bieden in de vakanties. De vrouw biedt ook aan de minderjarige naar de man te brengen en daar op te halen, zoals partijen in het ouderschapsplan zijn overeengekomen bij een verhuizing buiten een straal van 50 kilometer rond Spijkenisse. De kosten die daarmee gemoeid zijn, neemt de vrouw voor haar rekening. Hiermee is het belang van de minderjarige gediend, aangezien het contact tussen de man en de minderjarige gewaarborgd is.

3.2.2.

Alle belangen tegen elkaar afwegend, wordt het verzoek van de vrouw om vervangende toestemming te verlenen tot verhuizing toegewezen. In het verlengde hiervan zal tevens vervangende toestemming worden verleend om de minderjarige in te schrijven op de door de vrouw voorgestane basisschool. Gelet hierop, zullen de zelfstandige primaire en subsidiaire verzoeken van de man worden afgewezen.

3.3.

De zorgregeling

3.3.1.

De zorgregeling zoals door partijen overeengekomen in het ouderschapsplan zal dienen te worden gewijzigd. Gelet op de afstand tussen de woonplaats van de man en de voorgenomen woonplaats van de vrouw is het niet langer mogelijk dat de minderjarige op woensdagen bij de man verblijft. De woensdag eens in de twee weken zal om die reden vervallen

De man verzoekt de minderjarige drie van de vier weekenden bij hem te laten verblijven. Hiertegenover heeft de vrouw onweersproken gesteld dat de man slechts twee van de vier weekenden vrij is van zijn werk. Gelet hierop zal worden bepaald dat de minderjarige twee van de vier weekenden, te weten de weekenden dat de man vrij is van zijn werk, bij de man verblijft, waarbij de rechtbank wel ervan uitgaat dat de vrouw haar aanbod tot compensatie tijdens de schoolvakanties gestand zal doen.

De vrouw heeft geen specifiek verweer gevoerd tegen het verzoek van de man om de minderjarige vrijdag uit school direct naar de man te laten reizen in de weekenden dat de minderjarige bij de man verblijft. Om die reden zal de rechtbank bepalen dat de vrouw de minderjarige op vrijdag na schooltijd naar de man toe brengt. Indien het mogelijk is de minderjarige eerder te brengen, waarbij door de rechtbank uitdrukkelijk wordt gedacht aan vrijdagen waarop de minderjarige vrij is van school en extra vakantiedagen naast de door de man verzochte zorgregeling gedurende de vakanties, dan gaat de rechtbank er van uit dat partijen hier in onderling overleg afspraken over maken. De vrouw haalt de minderjarige op zondag weer op en zorgt dat hij om 18:00 uur weer thuis is in Musselkanaal. Verder zal zoals door de man is verzocht worden bepaald dat de minderjarige de helft van de vakanties en feestdagen bij de man zal verblijven en gedurende Oud en Nieuw in 2018. Deze zorgregeling wordt in het belang van de minderjarige geacht.

3.4.

Proceskosten

3.4.1.

Gelet op de aard van de procedure bepaalt de rechtbank dat elk van de partijen de eigen kosten draagt.

4De beslissing

De rechtbank:

4.1.

verleent vervangende toestemming voor het wijzigen van de hoofdverblijfplaats van de minderjarige [naam minderjarige 1] , geboren op [geboortedatum minderjarige 1] 2013 te [geboorteplaats minderjarige 1] , in die zin dat hij de woonplaats van de vrouw zal volgen aan de [adres 1] te [woonplaats] ;

4.2.

verleent vervangende toestemming voor het inschrijven van voornoemde minderjarige op de Christelijke Basisschool [naam school] aan de [adres 2] te ( [plaats] ;

4.3.

bepaalt dat de vervangende toestemming zoals genoemd in 4.1. en 4.2. van de onderhavige beschikking strekt tot vervanging van de vereiste toestemming van de man;

4.4.

wijzigt de in het door partijen ondertekende ouderschapsplan opgenomen zorgregeling als volgt:

De minderjarige verblijft bij de man gedurende de twee weekenden per vier weken dat de man vrij is van zijn werk, waarbij de minderjarige door de vrouw op vrijdag direct uit school naar de man wordt gebracht en de vrouw de minderjarige op zondag ophaalt en zorgt dat hij om 18:00 uur thuis is in Musselkanaal. Daarnaast verblijft de minderjarige gedurende de helft van de vakanties en feestdagen bij de man en in 2018 tijdens Oud en Nieuw;

4.5.

verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad;

4.6.

compenseert de proceskosten aldus dat iedere partij de eigen kosten draagt;

4.7.

wijst af het meer of anders verzochte.

Deze beschikking is gegeven door mr. S.W. Kuip, voorzitter, tevens kinderrechter, mr. J.C.A.T. Frima en mr. I.J. Pieters, rechters, tevens kinderrechters, en in het openbaar uitgesproken in tegenwoordigheid van de griffier mr. D.A.C. Smulders op 23 augustus 2018.

Voor zover in deze beschikking een of meer eindbeslissingen zijn opgenomen, staat tegen deze beschikking hoger beroep open bij het gerechtshof Den Haag. Het hoger beroep kan slechts worden ingesteld door een advocaat.

Door verzoeker en degenen aan wie een afschrift van de beschikking is verstrekt of verzonden moet het hoger beroep worden ingesteld binnen drie maanden na de dag van de beschikking. Voor andere belanghebbenden geldt een termijn van drie maanden na de betekening van de beschikking of nadat de beschikking hun op andere wijze bekend is geworden voor het instellen van hoger beroep.



© Copyright 2009 - 2024 XS2Knowledge b.v. - KVK: 24486465 - Telefoon: 085 744 0 733