Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden 26-06-2018, ECLI:NL:GHARL:2018:5918

Datum publicatie27-09-2018
Zaaknummer200.232.026
ProcedureHoger beroep
ZittingsplaatsArnhem
RechtsgebiedenCiviel recht
TrefwoordenKinderen; Gezag; Eigen advocaat kind;
Jeugdbescherming / Jeugdwet; Jeugdwet
Wetsverwijzingen

Inhoudsindicatie

Moeder, die zonder vader te informeren een eigen advocaat inschakelde voor dochter, verliest het gezag. Zowel vader als diverse hulpverleners voelen zich onveilig bij haar. Voor GI, al zeven jaar in het spel, niet mogelijk gebleken dochter te behoeden voor ontwikkelingsbedreiging. Belangrijk dat er nu stappen worden gezet en dat de strijd zoveel mogelijk wordt beperkt.

Volledige uitspraak


GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN

locatie Arnhem

afdeling civiel recht

zaaknummer gerechtshof 200.232.026

(zaaknummer rechtbank Gelderland 325755)

beschikking van 26 juni 2018

inzake

[verzoeker] ,

wonende te [woonplaats] ,
verzoeker in hoger beroep,

verder te noemen: de vader,

advocaat: mr. M. Janse te Apeldoorn,

en

[verweerster] ,

wonende te [woonplaats] ,

verweerster in hoger beroep,

verder te noemen: de moeder,

advocaat: mr. A.J.M. van Haaren te Doetinchem.

Als overige belanghebbende is aangemerkt:

de gecertificeerde instelling Stichting Jeugdbescherming Gelderland,

gevestigd te Arnhem,

verder te noemen: de GI.

1
1. Het geding in eerste aanleg

Het hof verwijst voor het geding in eerste aanleg naar de beschikking van de rechtbank Gelderland, zittingsplaats Zutphen, van 21 december 2017, uitgesproken onder voormeld zaaknummer (hierna: de bestreden beschikking).

2Het geding in hoger beroep

2.1

Het verloop van de procedure blijkt uit:

- het beroepschrift met producties 1 en 2, ingekomen op 24 januari 2018;

- het verweerschrift met productie 1;

- een brief van de GI van 30 mei 2018;

- een journaalbericht van mr. Janse van 31 mei 2018 met producties 3 tot en met 8;

- een journaalbericht van mr. Van Haaren van 4 juni 2018 met producties 2 tot en met 4;

- een e-mailbericht van mr. N.J.W.G. Simons van 13 juni 2018.

2.2

De mondelinge behandeling heeft op 14 juni 2018 plaatsgevonden. Partijen zijn in persoon verschenen, bijgestaan door hun advocaten. Namens de raad voor de kinderbescherming (verder: de raad) is de heer J. Eikelboom verschenen. Namens de GI is mevrouw P.M.N. Harmelink verschenen.

3De feiten

3.1

Partijen zijn de ouders van:

- [dochter] (hierna: [dochter] ), geboren op [geboortedatum] te [geboorteplaats] .

[dochter] woont bij de vader.

3.2

Bij beschikking van 15 augustus 2008 heeft de rechtbank Zutphen partijen, op gezamenlijk verzoek, belast met het gezamenlijk ouderlijk gezag over [dochter] .

3.3

Bij beschikking van 27 september 2012 is [dochter] onder toezicht gesteld van de GI voor de duur van een jaar. De ondertoezichtstelling is laatstelijk bij beschikking van 22 september 2017 verlengd tot 27 september 2018.

3.4

Bij beschikking van 5 april 2017 heeft de rechtbank Gelderland, zittingsplaats Zutphen, het verzoek van de vader tot eenhoofdig gezag afgewezen.

4De omvang van het geschil

4.1

Bij de bestreden beschikking is het verzoek van de vader tot eenhoofdig gezag over [dochter] wederom afgewezen. Verder zijn de beslissingen op de verzoeken tot wijziging van de hoofdverblijfplaats van [dochter] , de zorgregeling en de proceskosten aangehouden tot 12 maart 2018 pro forma in verband met het traject bij Intermetzo.

4.2

De vader is met drie grieven in hoger beroep gekomen van de bestreden beschikking. De grieven zien op het gezag.

De vader verzoekt het hof, voor zoveel mogelijk uitvoerbaar bij voorraad, de bestreden beschikking, naar het hof begrijpt gedeeltelijk, te vernietigen en alsnog het verzoek van de vader tot wijziging van het ouderlijk gezag toe te wijzen in die zin dat hij alleen belast wordt met het ouderlijk gezag over [dochter] , dan wel de behandeling van het hoger beroep aan te houden in afwachting van de uitslag van het onderzoek van Intermetzo.

4.3

De moeder voert verweer en zij verzoekt het hof de vader niet-ontvankelijk te verklaren in zijn verzoek in hoger beroep dan wel dit verzoek af te wijzen en de bestreden beschikking te bekrachtigen.

5De motivering van de beslissing

5.1

Ingevolge artikel 1:253n van het Burgerlijk Wetboek (BW) kan de rechter op verzoek van de niet met elkaar gehuwde ouders of van een van hen het gezamenlijk gezag beëindigen als nadien de omstandigheden zijn gewijzigd of bij het nemen van de beslissing op grond waarvan het gezamenlijk gezag is ontstaan van onjuiste of onvolledige gegevens is uitgegaan. De rechter kan dan bepalen dat het gezag over een kind aan één van hen toekomt indien:

a. er een onaanvaardbaar risico is dat het kind klem of verloren zou raken tussen de ouders en niet te verwachten is dat hierin binnen afzienbare tijd voldoende verbetering zou komen, of
b. wijziging van het gezag anderszins in het belang van het kind noodzakelijk is.

5.2

Het hof is van oordeel dat sprake is van een wijziging van de omstandigheden sinds de ouders belast zijn met het gezamenlijk ouderlijk gezag over [dochter] in 2008, zodat een herbeoordeling van het gezag aan de orde is. De ouders zijn sinds de beëindiging van de samenleving verwikkeld in een voortdurende strijd en inmiddels hebben de hulpverleners er – met de vader – geen vertrouwen meer in dat de ouders in staat zijn te komen tot een constructieve samenwerking.

5.3

Het hof is van oordeel dat aannemelijk is geworden dat er een onaanvaardbaar risico is dat het kind klem of verloren zou raken tussen de ouders en dat niet te verwachten is dat hierin binnen afzienbare tijd voldoende verbetering zou komen.

5.4

De vader stelt dat de communicatie tussen de ouders uiterst moeizaam verloopt en continu voor problemen en spanningen zorgt bij [dochter] . De moeder voert een aanhoudende strijd tegen de vader. Zij laat haar eigen belang prevaleren boven het belang van [dochter] . De vader vindt het zorgelijk dat de moeder een advocaat – mr. Simons – voor [dochter] heeft gezocht zonder de vader hierin te betrekken. [dochter] komt hierdoor nog meer in een loyaliteitsconflict. De moeder vertraagt regelmatig trajecten en de nodige besluitvorming en neemt een vijandige houding aan jegens de vader. Indien partijen er niet uitkomen, neemt de jeugdbeschermer uiteindelijk de beslissing. Dit is al jaren het geval en hierin is geen verbetering gekomen of te verwachten. Het gezamenlijk gezag kan niet in stand blijven. De GI is intensief betrokken, heeft goed zicht op de situatie en steunt het verzoek van de vader.

Recent heeft de moeder het vervolgtraject van Intermetzo vertraagd door in eerste instantie moeilijk beschikbaar te zijn voor gesprekken en na afronding van het rapport om aanvullende gesprekken te verzoeken. De behandeling die Intermetzo heeft geadviseerd is hierdoor nog niet gestart.

5.5

De moeder voert aan dat zij een manier heeft gevonden om met de vader over [dochter] te communiceren waardoor steeds alle noodzakelijke gezagsbeslissingen worden genomen. De moeder stelt zich op het standpunt dat de vader geen voorbeelden heeft aangedragen waaruit blijkt dat zij gezagsbeslissingen tegenwerkt. Er is dan ook geen reden om het gezag te wijzigen. Daarbij zullen partijen moeten blijven communiceren nu de moeder een uitgebreide contactregeling met [dochter] heeft.

De moeder voert aan dat haar betrokkenheid bij de verzorging en opvoeding van [dochter] door de vader op een negatieve manier werd uitgelegd, de reden waarom zij zich hierover niet meer uitlaat zodat discussies op dit punt zullen uitblijven. De strijd wordt door de vader voortgezet, omdat hij voortdurend procedures start terwijl rust in het belang is van [dochter] . De moeder heeft de afgelopen jaren gekozen voor rust. De moeder heeft [dochter] in contact gebracht met mr. Simons omdat [dochter] een stem wilde hebben. De moeder is hierbij inhoudelijk niet betrokken.

De moeder staat open voor behandeling van [dochter] , zoals geadviseerd door Intermetzo.

De voormalige jeugdbeschermer koos, aldus de moeder, partij voor de vader en onderhield nauwelijks contact met de moeder.

5.6

De raad voert ter zitting aan dat de afgelopen jaren zonder resultaat is ingezet op de verbetering van de communicatie en samenwerking tussen de ouders. De moeder blijft het verblijf van [dochter] bij de vader ter discussie stellen en geeft daarmee een verkeerd signaal af aan [dochter] . [dochter] wordt hierdoor onder druk gezet. Dit doet de moeder ook doordat zij mr. Simons heeft ingeschakeld en de vader hierover niet heeft geïnformeerd.

De raad maakt zich zorgen over het feit dat de GI reeds zeven jaar is betrokken en desondanks niet in staat is gebleken om de ontwikkelingsbedreiging van [dochter] weg te nemen. Het is belangrijk dat er nu stappen worden gezet en dat de strijd zoveel mogelijk wordt beperkt. De raad vindt het tegen deze achtergrond in het belang van [dochter] dat het gezag bij één ouder wordt neergelegd en wel bij de vader. [dochter] woont immers al geruime tijd bij de vader en dat zal volgens de raad niet veranderen.

5.7

De GI voert aan dat zij het verzoek tot eenhoofdig gezag van de vader steunt nu haar inzet om beweging te krijgen in de ontstane situatie tussen de ouders er niet toe heeft geleid dat de ouders in gesprek zijn gegaan met elkaar. De GI verwacht inmiddels niet meer dat deze situatie nog zal verbeteren en dat de ouders in gezamenlijk overleg tot afspraken kunnen komen. Het is van belang dat er beslissingen kunnen worden genomen zonder dat de jeugdbeschermer daarbij dient te worden betrokken. Door de aanhoudende heftige strijd waarin de GI wordt betrokken, kan zij haar taak – het waarborgen van een veilige ontwikkeling van [dochter] – niet naar behoren uitvoeren. De positie van de jeugdbeschermer is door de moeder ondermijnd en onder druk gezet. De GI heeft moeite om met de moeder afspraken te maken.

De GI maakt zich zorgen over de wijze waarop [dochter] loyaal is aan de moeder. Intermetzo bevestigt dat dit kan leiden tot grote problemen. Intermetzo concludeert in haar advies dat het van belang is voor de ontwikkeling van [dochter] dat zij niet langer belast wordt met de voortdurende spanningen tussen de ouders, strijd en beschuldigingen door moeder en rechtszaken. De GI vindt het belangrijk dat zij [dochter] kan ondersteunen en ervoor kan zorgen dat de nodige hulpverlening wordt ingeschakeld nu de ouders blijven strijden en de verwachting is dat [dochter] dat op termijn niet meer kan verdragen.

5.8

Het hof is, anders dan de rechtbank, van oordeel dat [dochter] klem en verloren zit tussen de ouders en dat niet te verwachten is dat hierin binnen afzienbare tijd voldoende verbetering komt. Het hof overweegt hiertoe dat de ouders al jaren verwikkeld zijn in een strijd en dat het hen niet is gelukt om te komen tot een verbetering van de communicatie en de samenwerking. De GI heeft hierop tevergeefs jarenlang ingezet. Ter zitting is gebleken dat de GI onvoldoende in staat is de veilige ontwikkeling van [dochter] te waarborgen, omdat zij door de moeder telkens wordt betrokken in de strijd over praktische zaken. De moeder gaat onverminderd en voortdurend de discussie aan over allerlei zaken zoals school, huisarts, kleding en de bezoekregeling. Verder is het moeilijk afspraken maken met de moeder.

Recent heeft de moeder een advocaat voor [dochter] ingeschakeld zonder de vader hierover te informeren, wat ertoe leidt dat [dochter] nog meer klem raakt tussen partijen. Daarbij heeft de moeder het onderzoek van Intermetzo in twijfel getrokken waardoor de in februari 2018 geadviseerde behandeling voor [dochter] nog niet is gestart. Opmerkelijk acht het hof dat de onderzoekers van Intermetzo – een psycholoog en kinder- en jeugdpsychiater – hebben gerapporteerd dat zij zich onveilig voelden in de communicatie met de moeder, zoals ook de vader heeft aangegeven zich in de communicatie met de moeder onveilig te voelen.

Voorts blijft de moeder het verblijf van [dochter] bij de vader ter discussie stellen. Dit alles acht het hof niet in het belang van [dochter] en het kan daarom niet langer voortduren. Het hof heeft er met de vader, de raad en de GI onvoldoende vertrouwen in dat de reeds jaren bestaande situatie op korte termijn zal verbeteren en acht het van belang dat de strijd vanaf nu zoveel mogelijk wordt beperkt, zodat het hof de vader zal belasten met het eenhoofdig gezag over [dochter] .

De omstandigheid dat de vader geen concrete voorbeelden van het afgelopen jaar kan benoemen waarbij de moeder haar toestemming voor een gezagsbeslissing heeft onthouden kan in de gegeven situatie en gelet op het feit dat nog op vele momenten gezagsbeslissingen genomen zullen moeten worden, niet tot een ander oordeel leiden.

6De slotsom

Op grond van hetgeen hiervoor is overwogen slagen de grieven.

Het hof zal de bestreden beschikking, voor zover aan zijn oordeel onderworpen,

vernietigen en beslissen als volgt.

7De beslissing

Het hof, beschikkende in hoger beroep:

vernietigt de beschikking van de rechtbank Gelderland, zittingsplaats Zutphen, van

21 december 2017, voor zover aan het oordeel van het hof onderworpen, en in zoverre opnieuw beschikkende:

belast de vader met het eenhoofdig gezag over [dochter] , geboren op 11 augustus 2008 te Zutphen;

verklaart deze beschikking tot zover uitvoerbaar bij voorraad;

wijst het meer of anders verzochte af.

Deze beschikking is gegeven door mrs. R.A. Boon, A. Smeeïng-van Hees en I.G.M.T. Weijers-van der Marck, bijgestaan door mr. L.J.G. Scheffer-Overbeek als griffier, en is op 26 juni 2018 uitgesproken in het openbaar in tegenwoordigheid van de griffier.



© Copyright 2009 - 2024 XS2Knowledge b.v. - KVK: 24486465 - Telefoon: 085 744 0 733