Rechtbank Noord-Holland 27-06-2018, ECLI:NL:RBNHO:2018:5426

Datum publicatie01-08-2018
ZaaknummerC/15/268684 / FA RK 18-67
ProcedureEerste aanleg - meervoudig
ZittingsplaatsAlkmaar
RechtsgebiedenCiviel recht; Personen- en familierecht
TrefwoordenKinderen; Herroeping adoptie; Family/private life / nauwe pers. betrekking;
Familieprocesrecht; Hoger beroep; Termijnen
Wetsverwijzingen

Inhoudsindicatie

Vrouw van 40 verzoekt vernietiging van haar adoptie. De rechtbank acht de royale termijnoverschrijding geen belemmering.
Toepassing vd wettelijke termijn van max. 5 jaar na meerderjarig worden, zou in deze zaak een ongerechtvaardigde inmenging in het gezinsleven a.b.i. art. 8 lid 2 EVRM betekenen.
Ook inhoudelijk is de rb in gemoede overtuigd van de redelijkheid van het verzoek vd adoptiedochter, die haar autonomie als 'dood' omschrijft en aangeeft dat zij nooit emotionele veiligheid heeft ervaren vd adoptiemoeder.

Volledige uitspraak


RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Sectie Familie & Jeugd

locatie Alkmaar

zaak-/rekestnr.: C/15/268684 / FA RK 18-67

beschikking van 27 juni 2018 betreffende herroeping adoptie

in de zaak van:

[verzoekster] ,

wonende op een geheim adres in het rechtsgebied van deze rechtbank,

hierna te noemen: verzoekster,

advocaat: mr. C.W.M. Neefjes, kantoorhoudende te Purmerend,

--tegen--

[de adoptiemoeder] ,

wonende te [woonplaats] ,

hierna te noemen: de adoptiemoeder,

advocaat: mr. D.A. Segbedzi, kantoorhoudende te Amsterdam,

en

[de adoptievader] ,

wonende te [woonplaats] ,

hierna te noemen: de adoptievader.

1Procedure

1.1

Het verloop van de procedure blijkt uit:

- het verzoekschrift, met bijlagen, van verzoekster, ingekomen op 22 december 2017;

- de brief van mr. D.A. Segbedzi, waarbij zij zich stelt als advocaat van de adoptiemoeder, ingekomen op 30 april 2018;

- de berichten van de advocaat van verzoekster, ingekomen op 24 januari 2018 met bijlagen, op 7 februari 2018, op 15 februari 2018 en op 27 februari 2018 met bijlage;

- de e-mailberichten van verzoekster, ingekomen op 22 maart 2018, op 27 maart 2018, op 28 maart 2018 en op 10 april 2018;

- de brief van de adoptievader, ingekomen op 23 mei 2018.

1.2

De behandeling van de zaak heeft plaatsgevonden op de zitting van 29 mei 2018. Op verzoek van verzoekster zijn partijen gescheiden gehoord. Om 9.15 uur zijn verschenen: de adoptiemoeder bijgestaan door mr. D.A. Segbedzi en de advocaat van verzoekster, mr. C.W.M. Neefjes. De adoptievader is met bericht van verhindering niet verschenen.

Om 11.15 uur zijn verschenen: verzoekster bijgestaan door mr. C.W.M. Neefjes en de advocaat van de adoptiemoeder mr. D.A. Segbedzi.

2Feiten en omstandigheden

2.1

Verzoekster is geboren op [geboortedatum] te [plaats] , Bangladesh. Haar biologische moeder is genaamd: [biologische moeder] en haar biologische vader is genaamd: [biologische vader] .

2.2

Bij vonnis van de rechtbank Alkmaar van 11 oktober 1978 is de adoptie uitgesproken van verzoekster door de adoptiemoeder en de adoptievader. Blijkens het gewaarmerkte afschrift van de ambtenaar van de burgerlijke stand van de gemeente [plaats] (verder: ABS) van 12 december 2017 is voormeld vonnis, dat kracht van gewijsde heeft gekregen op 12 april 1979, op 15 augustus 1979 ingeschreven in de registers van de burgerlijke stand van de gemeente [plaats] . Door deze adoptie verkreeg verzoekster de geslachtsnaam “ [geslachtsnaam] ”.

2.3

Bij beschikking van de rechtbank Alkmaar van 9 mei 1979 zijn de voornamen van verzoekster gewijzigd in: [voornamen] .

3Het verzoek

3.1

Verzoekster heeft verzocht, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad, de door de rechtbank Alkmaar op 11 oktober 1978 uitgesproken adoptie te herroepen.

3.2

Ter onderbouwing van het verzoek heeft verzoekster het volgende aangevoerd. Haar adoptieouders zijn gescheiden toen zij ongeveer 2 jaar oud was. Met de toenmalige nieuwe relatie van de adoptiemoeder, [stiefvader] , had verzoekster een uitstekende band, anders dan met haar adoptiemoeder. Nadat [stiefvader] op [datum] overleed, verslechterde haar relatie met de adoptiemoeder nog verder. Sinds 2013 is er geen enkel contact meer tussen hen. Door de adoptie maar vooral door de wijze waarop zij sinds haar vroegste jeugd door de adoptiemoeder is behandeld, heeft zij ernstige psychische problemen gekregen, waardoor zij inmiddels al enige tijd gedeeltelijk arbeidsongeschikt is. Zij is geestelijk en fysiek mishandeld door de adoptiemoeder, die zich overdreven bezorgd voelde en niet toestond dat verzoekster op een normale wijze met haar klasgenootjes omging. De adoptiemoeder heeft verzoekster en haar omgeving jarenlang wijsgemaakt dat verzoekster ernstige medische aandoeningen had, hetgeen achteraf onjuist blijkt te zijn. Op 21 december 2016 heeft verzoekster aan de adoptiemoeder een aangetekende brief gestuurd met daarin de mededeling dat de adoptiemoeder de komende 25 jaar op geen enkele denkbare wijze contact met haar mag opnemen, omdat verzoekster er zeker van wilde zijn dat de adoptiemoeder niet in haar leven zou terugkeren. Verzoekster heeft in verband met dit alles al sinds 2012 psychologische hulp.

Voor verzoekster was het onmogelijk om tegen het claimgedrag van de adoptiemoeder in te gaan, omdat de adoptiemoeder de situatie altijd zo verdraaide dat zij zich kon opwerpen als slachtoffer van vermeend problematisch gedrag van verzoekster.

Verzoekster meent dat zij, met verwijzing naar de door haar overgelegde stukken, genoegzaam heeft aangetoond dat de adoptiemoeder haar van jongs af aan heeft voorgelogen, onnodig medisch heeft laten behandelen, allerlei onwaarheden over haar gezondheid heeft verspreid en zich op indringende en niet aflatende wijze met haar leven heeft bemoeid.

Omdat verzoekster zich nog steeds niet aan de invloed van de adoptiemoeder kan onttrekken, heeft zij een complexe chronische posttraumatische stress-stoornis. Het feit dat de adoptiemoeder nog steeds haar juridische moeder is, is een barrière voor behandeling, en voor zover mogelijk herstel, van de psychische klachten.

Op grond van het vorenstaande stelt verzoekster dat herroeping van de adoptie in haar belang moet worden geacht en dat het verzoek redelijk is.

Hoewel de wet voorschrijft dat een verzoek als het onderhavige moet worden gedaan binnen vijf jaar nadat de geadopteerde meerderjarig is geworden, kan uit de jurisprudentie worden opgemaakt dat die bepaling in strijd is met het EVRM. Verzoekster stelt dat ook na verloop van vijf jaar een dergelijk verzoek kan worden ingediend en toegewezen en verwijst daarvoor naar ECLI:NL:RBSGR:2011:BT8475.

4Standpunt adoptiemoeder en adoptievader

4.1

De adoptiemoeder heeft ter zitting – samengevat – het volgende naar voren gebracht. Hoewel het een zeer ingrijpend verzoek is, verzet de adoptiemoeder zich niet tegen het verzoek van verzoekster. Het verbreken van het contact is beter voor de gezondheid van verzoekster en ook voor het welzijn van de adoptiemoeder zelf.

Verzoekster is ongeveer twee maanden na haar geboorte naar Nederland gekomen. Tot het moment dat verzoekster in haar zevende levensjaar in het ziekenhuis is geopereerd, was zij een leuk en lief kind en was er sprake van een goede verhouding. Na die ziekenhuisopname is zij een ander kind geworden, omdat die ziekenhuisperiode voor haar een traumatische ervaring was. Op de basisschool had verzoekster moeite om sociale contacten aan te gaan en te onderhouden. Verzoekster is verder superintelligent, maar ze heeft dyscalculie en daardoor ging rekenen moeizaam. Voor haar stiefvader, [stiefvader] , was verzoekster een prinsesje. Omdat de adoptiemoeder toen werkte, was hij altijd thuis voor haar. Zijn overlijden was een tweede traumatische ervaring in het leven van verzoekster. Een veel groter trauma nog dan het eerste. Verzoekster is altijd heel gesloten geweest. Hoewel de adoptiemoeder wel heeft geprobeerd daarover met haar te praten, konden ze dat niet. De situatie met verzoekster heeft een grote wissel op het leven van de adoptiemoeder getrokken. Ze denkt dat er geestelijk iets niet goed is met verzoekster. Zo bleef verzoekster na verbreking van haar relatie in november 2013, de adoptiemoeder eindeloos bellen en mailen met de vraag wat ze moest doen. Omdat de adoptiemoeder zich zorgen maakte, heeft zij toen de huisarts van verzoekster benaderd. Die heeft, anders dan de adoptiemoeder had verwacht, verzoekster daarover ingelicht. Het inschakelen van de huisarts heeft verzoekster de adoptiemoeder zeer kwalijk genomen. Op 31 december 2013 hebben ze elkaar voor het laatst gezien. Daarna hebben ze alleen nog een enkel contact gehad via de telefoon en de mail. De adoptiemoeder vindt de hele situatie vreselijk.

4.2

De adoptievader is niet ter zitting verschenen. In voormelde brief heeft hij het volgende meegedeeld. Hij kan niet aanwezig zijn bij de mondelinge behandeling, omdat hij herstellende is van een licht herseninfarct. Met pijn in het hart, maakt hij geen bezwaar tegen herroeping van de adoptie. Dit alleen zodat verzoekster in een rustige en stabiele omgeving verder kan gaan met haar leven. De adoptievader respecteert de moeilijke beslissing die verzoekster heeft genomen om het onderhavige verzoek in te dienen. De adoptievader heeft niets van doen gehad met de gebeurtenissen die plaats hebben gevonden. Voor beide betrokkenen is het een trieste en tragische tijd geweest. De adoptievader hoopt dat het beiden in de toekomst goed gaat en dat zij tot rust zullen komen.

5Beoordeling

overschrijding termijn

5.1

Het verzoek is gebaseerd op artikel 231 van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek (BW). In dit artikel is in het tweede lid bepaald dat het verzoek tot herroeping van de adoptie ingediend moet worden niet eerder dan twee jaren en niet later dan vijf jaren na de dag, waarop de geadopteerde meerderjarig is geworden. Verzoekster was ten tijde van de indiening van het verzoek 40 jaar. Hiermee is de termijn ruimschoots overschreden.

5.2

Desgevraagd heeft verzoekster ter zitting als redenen hiervoor het volgende aangevoerd. Sinds ze 20 jaar oud is, heeft zij hulp gehad van het Algemeen Maatschappelijk Werk. Vanaf 2003/2004 is verzoekster in haar hoofd al bezig geweest met de mogelijkheid om tot herroeping van de adoptie te komen. Aanvankelijk voelde zij echter nog geen noodzaak om dit traject door te zetten. Van 2014 tot eind 2015 heeft zij online therapie gevolgd. Omdat, in de woorden van verzoekster, haar autonomie dood was, is zij in november 2016 gestart met het zoeken van professionele hulpverlening. Thans heeft zij hulp van een psychotherapeut. Vanaf het moment dat zij professionele hulp heeft, is voor haar duidelijk geworden dat er een noodzaak is om tot herroeping van de adoptie te komen. De oplossing van verwerking van de trauma’s uit haar jeugd ligt in de herroeping van de adoptie. Ook haar psychotherapeut staat daar achter, zo heeft zij ter zitting desgevraagd verklaard. Aangezien de adoptieouders het verzoek niet tegenspreken, worden zij niet in hun belangen geschaad. Tot slot stelt verzoekster dat er evenmin andere redenen zijn om verzoekster niet in het verzoek te ontvangen, omdat de rechtszekerheid niet ter discussie staat.

5.3

De advocaat van de adoptiemoeder heeft ter zitting laten weten dat de adoptiemoeder ermee akkoord gaat als verzoekster in het verzoek wordt ontvangen, omdat er geen belangen worden geschaad. Daarbij wijst zij erop dat in de situatie dat verzoekster niet in het verzoek zou worden ontvangen, sprake zou zijn van een ongerechtvaardigde inmenging in het door artikel 8 EVRM beschermde recht op “family life”.

5.4

De rechtbank overweegt als volgt.

In beginsel is het stellen van termijnen geen ongerechtvaardigde inmenging in het door artikel 8 EVRM beschermde recht op “family life”, nu de in de wet gegeven termijnen noodzakelijk zijn in een democratische samenleving teneinde de rechtszekerheid te waarborgen en voorts ter bescherming van de belangen van de betrokkenen in de van toepassing zijnde wettelijke bepaling. In dit geval is het belang van verzoekster erin gelegen dat de juridische familieband tussen haar en de adoptiemoeder en de adoptievader wordt verbroken. Gelet op de hiervoor vermelde omstandigheden in deze zaak acht de rechtbank toepassing van de in genoemd artikel gestelde termijn naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar. Dat de overschrijding van de termijn zeer ruim is doet daar niet aan af. Een verzoek tot herroeping is een zeer ingrijpende keuze, waarvan goed voorstelbaar is dat die keuze op jonge leeftijd nog niet gemaakt kan worden en waarbij niet valt uit te sluiten dat een geadopteerde in de eerste jaren van meerderjarigheid onvoldoende in staat is de reikwijdte van een dergelijke keuze te overzien. Het afstand nemen van de adoptiemoeder en de adoptievader kan een langdurig proces zijn en daardoor leiden tot een - lange - termijnoverschrijding, zo ook in dit geval. De rechtbank is dan ook van oordeel dat toepassing van voornoemde termijn in deze zaak een ongerechtvaardigde inmenging in het gezinsleven in de zin van artikel 8, tweede lid, EVRM betekent. Evenmin is de rechtszekerheid in het geding. Nu de adoptiemoeder en de adoptievader het verzoek niet tegenspreken, leidt een afweging van belangen van betrokkenen niet tot een ander oordeel. De rechtbank laat in dit geval de termijn daarom buiten beschouwing. Verzoekster is ontvankelijk in haar verzoek.

herroeping adoptie

5.5

Gelet op de stukken en het verhandelde ter zitting, is de rechtbank van oordeel dat herroeping van de adoptie in het kennelijk belang van verzoekster is. Daarbij heeft de rechtbank het volgende in aanmerking genomen. Verzoekster en de adoptiemoeder hebben een totaal verschillende beleving van hoe hun relatie zich heeft ontwikkeld, waarbij verzoekster aangeeft dat zij van de adoptiemoeder nooit emotionele veiligheid heeft ervaren. De rechtbank heeft ter zitting geconstateerd dat de confrontatie met de gegeven samenvatting van hetgeen de adoptiemoeder ter zitting heeft verklaard bij verzoekster heftige negatieve emoties teweegbrengt. Verzoekster heeft tot slot ter zitting uiteengezet waarop zij de verwachting baseert dat herroeping van haar adoptie haar in staat zal stellen los te komen van haar verleden met de adoptieouders en dat dit haar geestelijk en lichamelijk welbevinden ten goede zal komen.

5.6

De rechtbank is op grond van het vorenstaande in gemoede overtuigd van de redelijkheid van het verzoek. Het verzoek van verzoekster zal dan ook worden toegewezen.

6Beslissing

De rechtbank:

6.1

herroept de adoptie van [verzoekster], geboren op [geboortedatum] te [plaats] , Bangladesh, door [de adoptievader] en [de adoptiemoeder] ;

6.2

gelast de ambtenaar van de burgerlijke stand van de gemeente [plaats] een latere vermelding van de herroeping van de adoptie aan de daarvoor in aanmerking komende akte toe te voegen;

6.3

draagt de griffier op niet eerder dan drie maanden na de dag van de uitspraak van deze beschikking - en indien daartegen geen hoger beroep is ingesteld - een afschrift van deze beschikking te zenden aan de ambtenaar van de burgerlijke stand van de gemeente [plaats] .

Deze beschikking is gegeven door mr. M.E. Allegro, voorzitter, mr. J.L. Roubos en mr. A.R. ten Berge, allen kinderrechters, in tegenwoordigheid van A.M. Bergen, griffier en in het openbaar uitgesproken op 27 juni 2018.

Tegen deze beschikking kan – voor zover er definitief is beslist – door tussenkomst van een advocaat hoger beroep worden ingesteld bij het gerechtshof te Amsterdam. De verzoekende partij en verschenen belanghebbenden dienen het hoger beroep binnen de termijn van drie maanden na de dag van de uitspraak in te stellen. Andere belanghebbenden dienen het beroep in te stellen binnen drie maanden na de betekening van deze beschikking of nadat deze hun op andere wijze bekend is geworden.



© Copyright 2009 - 2024 XS2Knowledge b.v. - KVK: 24486465 - Telefoon: 085 744 0 733