Gerechtshof 's-Hertogenbosch 12-07-2018, ECLI:NL:GHSHE:2018:3029

Datum publicatie18-07-2018
Zaaknummer200.143.319_01
ProcedureHoger beroep
Zittingsplaats's-Hertogenbosch
Formele relatiesTussenuitspraak: ECLI:NL:GHSHE:2015:2373; Tussenuitspraak: ECLI:NL:GHSHE:2016:2841
RechtsgebiedenCiviel recht; Personen- en familierecht
TrefwoordenKinderen; Zorgregeling / omgang / informatie
WetsverwijzingenBurgerlijk Wetboek Boek 1 377a

Inhoudsindicatie

De regievoering van het Hof leidt uiteindelijk tot een tussen de ouders overeengekomen omgangsregeling (r.o. 11.3). De appelprocedure nam 4 jaar in beslag. Het traject verliep via drie stappen: onderzoek RvdK (zie tussenuitspraak Gerechtshof 's-Hertogenbosch 25-06-20151), omgangsbegeleiding via Horizon, zie tussenuitspraak Gerechtshof 's-Hertogenbosch 07-07-20162 en daarna mediation (zie r.o. 11.2 van deze uitspraak). Art. 1:377a BW

Volledige uitspraak


GERECHTSHOF 's-HERTOGENBOSCH

Afdeling civiel recht

Uitspraak: 12 juli 2018

Zaaknummer: F 200.143.319/01

Zaaknummer eerste aanleg: C/03/185617 / FA RK 13-2493

in de zaak in hoger beroep van:

[appellant] ,

wonende te [woonplaats] ,

appellant in principaal appel,

verweerder in incidenteel appel,

hierna te noemen: de vader,

advocaat: voorheen mr. B.A. Huijgen, thans mr. P.B. Rietberg,

tegen

[verweerster] ,

wonende te [woonplaats] ,

verweerster in principaal appel,

appellante in incidenteel appel,

hierna te noemen: de moeder,

advocaat: voorheen mr. Ph.C.M. van der Ven, thans mr. M. ter Haar-Bas.

In zijn hoedanigheid als omschreven in artikel 810 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering is in de procedure gekend:

de Raad voor de Kinderbescherming,

regio [regio] , locatie [locatie] ,

hierna te noemen: de raad.

9De beschikking d.d. 7 juli 2016

Bij die beschikking heeft het hof, kort gezegd, bepaald dat de vader en [minderjarige 1] en [minderjarige 2] gerechtigd zijn tot contact met elkaar in het omgangshuis in [vestigingsplaats] , onder begeleiding van het omgangshuis, waarbij de verdere invulling zal geschieden in nader overleg tussen de ouders en het omgangshuis. Het hof heeft voorts iedere verdere beslissing aangehouden tot 8 december 2016 pro forma.

10Het verdere verloop van het geding in hoger beroep

10.1.

De voortzetting van de mondelinge behandeling heeft plaatsgevonden op 7 december 2017. Bij die gelegenheid zijn gehoord:

- de vader, bijgestaan door mr. Rietberg;

- de moeder, bijgestaan door mr. Ter Haar-Bas;

- de raad, vertegenwoordigd door mevrouw [vertegenwoordiger van de raad] .

10.2.

Het hof verwijst naar de inhoud van:

- de brief van het [vestigingsplaats] Omgangshuis d.d. 11 mei 2017, met als bijlage het eindverslag van het Traject [vestigingsplaats] Omgangshuis;

- het V-formulier met bijlage van de advocaat van de vader, ingekomen ter griffie op 21 juni 2017;

- het V-formulier met bijlage van de advocaat van de moeder, ingekomen ter griffie op 29 juni 2017;

- het V-formulier met bijlagen van de advocaat van de moeder, ingekomen ter griffie op 24 november 2017;

- het V-formulier met bijlage van de advocaat van de vader, ingekomen ter griffie op 28 november 2017;

- het verkort proces-verbaal van de mondelinge behandeling op 7 december 2017;

- de ter zitting van 7 december 2017 door de advocaat van de moeder overgelegde pleitnota;

- de ter zitting van 7 december 2017 door de advocaat van de vader overgelegde pleitnota;

- het V-formulier met bijlage van de advocaat van de vader, ingekomen ter griffie op 3 mei 2018;

- het V-formulier van de advocaat van de moeder, ingekomen ter griffie op 3 mei 2018.

11De verdere beoordeling

In het principaal en incidenteel appel

11.1.

Het omgangshuis, Horizon, heeft in het eindverslag geconcludeerd:

“Tijdens het traject bij het omgangshuis is het contact tussen vader en de kinderen goed verlopen. Tijdens de gesprekken met ouders is het niet gelukt om tot een constructieve communicatie te komen en gezamenlijk tot afspraken te komen over de wijze waarop het contact met vader en de kinderen na het omgangshuis kan worden voortgezet. Moeder kan zich vinden in de huidige regeling van omgang eens in de twee weken twee uur bij MacDonalds. Vader wil een opbouw van contact met [minderjarige 1] en [minderjarige 2] , startend met een middag met een uitstapje tot uiteindelijk verblijf van de kinderen van een weekend bij hem.”

11.2.

Partijen hebben ter zitting van 7 december 2017 hun standpunten nader toegelicht. Het hof heeft de ouders vervolgens bevraagd naar de doelen die zij als ouders uiteindelijk ieder persoonlijk met en voor hun kinderen willen bereiken.

Het doel van de vader: plezier van de kinderen te hebben, samen met zijn partner, en dat ook de kinderen veel plezier mogen hebben.

Het doel van de moeder: liefdevol-heid en veiligheid als te eren waarden, met het accent op veiligheid.

Vervolgens hebben de ouders desgevraagd ingestemd met deelname aan een mediationtraject waarbij de ouders samen met hun partners en een professional gezamenlijk gesprekken zullen aangaan teneinde de geformuleerde doelen te verwezenlijken. Het hof heeft partijen verwezen naar drs. [mediator] , mediator, te [kantoorplaats] . Teneinde de resultaten van het mediationtraject af te wachten heeft het hof de verdere behandeling van de zaak aangehouden tot pro forma 19 april 2018. Partijen hebben afgesproken dat de voorlopige omgangsregeling, gedurende het traject en totdat een nieuwe beslissing ter zake de omgang zal zijn genomen, wordt voortgezet.

11.3.

Uit voormelde V-formulieren van de advocaat van de moeder en de advocaat van de vader, beide ingekomen op 3 mei 2018, blijkt dat partijen overeenstemming hebben bereikt ten aanzien van de omgangsregeling tussen de vader en de kinderen. Partijen zijn het volgende overeengekomen.

Omdat beide ouders een nieuwe partner met kind(eren) hebben, zijn deze kinderen ook in de planning meegenomen.

[minderjarige 2] en [minderjarige 1] zullen eens per veertien dagen in de even weekenden van zaterdag 9.00 uur tot zondag 18.00 uur bij de vader zijn. Indien het werk van de moeder het toelaat kan de omgang op den duur ook op vrijdag uit school aanvangen tot zondag 18.00 uur. De overdracht van de kinderen zal rechtstreeks tussen de ouders plaatsvinden, dus zonder tussenkomst van derden. De ouders zullen tevoren in onderling overleg vaste overdrachtstijden afspreken.

De kinderen zullen verder een deel van de vakanties en feestdagen bij de vader doorbrengen. De vakanties met de vader zullen voorlopig alleen in Nederland doorgebracht worden. Bij vakanties die twee weken duren zullen de kinderen één week bij de vader doorbrengen mits de vader vrij is en zelf aanwezig is. In de zomervakanties zullen de kinderen twee keer één week bij de vader zijn. De schoolregio’s verschillen qua vakantieplanning. De overlap in de zomer is slechts vier weken en er zal door de moeder op een vroegtijdig moment een vakantieplanningsvoorstel gemaakt worden.

De één-weekse vakanties kunnen worden gehalveerd en bij een weekend aangesloten worden. De ouders plannen dit in overleg. De kinderen zullen bij de moeder worden gehaald en gebracht door de vader.

De kerstdagen en andere feestdagen zullen in onderling overleg gepland worden.

Omdat de moeder een planning voor het komende jaar zal maken zal de vader zich zoveel mogelijk inpassen in deze regeling. Er dient rekening te worden gehouden met de verschillende (bonus)kinderen en de verschillende ouders.

De achterblijvende ouder zal, indien wenselijk, dagelijks contact met de kinderen kunnen hebben. De ouders zullen indien zij zich zorgen maken direct telefonisch contact opnemen.

De ouders zullen openstaan voor elkaars vragen en voorkomen dat de kinderen belast worden met vragen en antwoorden die niet voor hen geschikt zijn. Signalen van de kinderen over elkaar zullen bij de andere ouder gecheckt worden. Indien er twijfels of weerstand bij de kinderen zijn zal er ook contact worden opgenomen met de andere ouder.

11.4.

De vader heeft het hof verzocht hetgeen partijen zijn overeengekomen op te nemen in de te geven beschikking. Nu niet is gebleken van beletselen om dit verzoek toe te wijzen, zal het hof beslissen op de hierna aangegeven wijze.

11.5.

Het vorenstaande leidt tot de navolgende beslissing.

12De beslissing

Het hof:

op het principaal en incidenteel appel:

vernietigt de tussen partijen gegeven beschikking van de rechtbank Limburg, zittingsplaats Maastricht, van 11 december 2013, uitsluitend voor wat betreft de verdeling van de zorg- en opvoedingstaken;

en in zoverre opnieuw rechtdoende:

stelt, in zoverre met wijziging van het aan voormelde beschikking van 11 december 2013 gehechte echtscheidingsconvenant en ouderschapsplan, tussen de vader en [minderjarige 1] , geboren op [geboortedatum] 2011 te [geboorteplaats] , en [minderjarige 2] , geboren op [geboortedatum] 2014 te [geboorteplaats] , een omgangsregeling vast zoals hiervoor onder r.o. 11.3 is omschreven;

verklaart deze beschikking tot zover uitvoerbaar bij voorraad;

wijst af het meer of anders verzochte.

Deze beschikking is gegeven door mrs. C.A.R.M. van Leuven, H. van Winkel en M.L.F.J. Schyns, bijgestaan door de griffier, en is op 12 juli 2018 uitgesproken in het openbaar in tegenwoordigheid van de griffier.

Jurisprudentie 1

Gerechtshof 's-Hertogenbosch 25-06-2015, ECLI:NL:GHSHE:2015:2373

Jurisprudentie 2

Gerechtshof 's-Hertogenbosch 07-07-2016, ECLI:NL:GHSHE:2016:2841


© Copyright 2009 - 2024 XS2Knowledge b.v. - KVK: 24486465 - Telefoon: 085 744 0 733