Rechtbank Amsterdam 01-06-2018, ECLI:NL:RBAMS:2018:3985

Datum publicatie25-06-2018
ZaaknummerC/13/635097 FA RK 17-5925
ProcedureEerste aanleg - enkelvoudig
ZittingsplaatsAmsterdam
RechtsgebiedenCiviel recht
TrefwoordenIPR familierecht; Interlandelijke adoptie;
Kinderen; Donorkind / donorschap; Draagmoederschap; Wetgeving herziening ouderschap
Wetsverwijzingen

Inhoudsindicatie

In deze casus is sprake van een genetische moeder, een draagmoeder en een wensmoeder. De wensmoeder wordt juridisch ouder door adoptie. Wat betreft het vaderschap van haar echtgenoot, tevens zaadddonor: nu voldaan is aan de voorwaarden van art. 10:100 BW wordt de uitspraak van het Dane County District Court van de State of Wisconsin, Verenigde Staten van 17 maart 2016 van rechtswege erkend. Het gevolg hiervan is dat het vaderschap van de man vaststaat.

Volledige uitspraak


beschikking

RECHTBANK AMSTERDAM

Afdeling privaatrecht

Team familie- en jeugdzaken

Locatie Amsterdam

zaaknummer / rekestnummer: C/13/635097/FA RK 17/5925 (LH/ML)

Beschikking van 1 juni 2018 betreffende adoptie

in de zaak van:

[verzoeker] ,

hierna te noemen verzoeker [verzoeker] ,

en

[verzoekster] ,

hierna te noemen verzoekster [verzoekster] ,

beiden wonende te [woonplaats] ,

advocaat mr. W.J. Eusman, kantoorhoudende te Amsterdam,

Als belanghebbenden zijn aangemerkt: [naam draagmoeder] , wonende te [woonplaats] , Verenigde Staten van Amerika, de draagmoeder van de betreffende minderjarige in deze zaak, alsmede de ambtenaar van de burgerlijke stand te Den Haag.

De Raad voor de kinderbescherming is in de onderhavige procedure gekend.

1De procedure

1.1

De rechtbank heeft kennisgenomen van de stukken, waaronder het op 30 augustus 2017 ter griffie ingediende verzoek met de hieraan gehechte stukken.

1.2

De rechtbank heeft ook kennisgenomen van de brief van 20 november 2017 van de ambtenaar van de burgerlijke stand te Den Haag en de brief van 22 december 2017 van mr. Eusman.

1.3

De mondelinge behandeling heeft ter terechtzitting van 18 april 2018 met gesloten deuren plaatsgevonden. Verschenen en gehoord zijn: verzoekers bijgestaan door mr. Eusman, alsmede [medewerker RvdK] namens de Raad voor de Kinderbescherming Haarlem.

1.4

De ambtenaar van de burgerlijke stand is hoewel behoorlijk opgeroepen niet verschenen. Hij heeft bij op 8 maart 2018 ingekomen brief de rechtbank laten weten niet op de zitting aanwezig te zullen zijn. Hij wijst erop – kort gezegd – dat hij de standpunten, weergegeven in zijn brief van 20 november 2017, handhaaft.

1.5

Na genoemde zitting zijn door verzoekers, zoals is afgesproken op die zitting, nog stukken ingebracht.

2De feiten

2.1

Verzoekers zijn op [trouwdatum] 2013 met elkaar gehuwd. Zij hebben beiden de Nederlandse nationaliteit

2.2

In verband met een bij verzoekers levende kinderwens, die zij samen niet kunnen verwezenlijken, hebben verzoekers [naam draagmoeder] (hierna te noemen [naam draagmoeder] ) bereid gevonden dat zij een kind zal dragen ten behoeve van verzoekers. [naam draagmoeder] is gehuwd met [naam echtgenoot draagmoeder] . Zij zijn woonachtig in [woonplaats] , Verenigde Staten van Amerika.

De bevruchting heeft plaatsgevonden via in vitro fertilisatie, waarbij gebruik is gemaakt van een (vooralsnog) onbekende eiceldonor en van sperma van verzoeker [verzoeker] . Mevrouw [naam draagmoeder] is vervolgens daarvan zwanger geworden van een tweeling.

2.3

Op 17 maart 2017 heeft het Dane County Circuit Court van de State of Wisconsin voor recht verklaard dat de heer [naam echtgenoot draagmoeder] niet de vader is van het kind, waarvan mevrouw [naam draagmoeder] zwanger is en daarbij opgemerkt dat zij op [uitgerekende datum] 2016 is uitgerekend. Het Circuit Court heeft het vaderschap van verzoeker [verzoeker] vastgesteld en bepaald dat dit ook zo in de geboorte-aktes van de betreffende minderjarigen dient te worden opgenomen. Daarnaast heeft het Circuit Court bepaald dat verzoeker [verzoeker] het gezag over de kinderen krijgt.

2.4

Op [geboortedatum] 2016 zijn [naam kind 1] en [naam kind 2] uit de draagmoeder geboren te [geboorteplaats] , Verenigde Staten. Op de geboorteakten staan de draagmoeder als de biologische moeder en verzoeker [verzoeker] als vader vermeld. De kinderen hebben de Amerikaanse nationaliteit. Verzoekers hebben de Nederlandse nationaliteit.

In de verklaring (affidavit) van [naam draagmoeder] , ondertekend op 31 juli 2017, staat, zakelijk weergegeven, vermeld dat zij met verzoekers een draagmoederovereenkomst heeft gesloten. Zij heeft verklaard dat geen genetisch materiaal van haar is gebruikt bij de totstandkoming van de kinderen. De kinderen hebben voor zover dat nu te voorzien is in de toekomst van haar als moeder niets te verwachten en zij heeft aangegeven dat zij geen bezwaar heeft tegen de verzochte adoptie van de kinderen door verzoekers.

3. Het verzoek strekt ertoe, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad:

- de adoptie uit te spreken door verzoekster [verzoekster] van [naam kind 1] en [naam kind 2] ,

- te verstaan dat de familierechtelijke betrekking tussen verzoeker [verzoeker] en [naam kind 1] en [naam kind 2] in stand blijft;

- de inschrijving te gelasten van de door de bevoegde autoriteiten overeenkomstig de plaatselijke voorschriften in de Verenigde Staten van Amerika opgemaakte geboorteakte van [naam kind 1] in de daartoe bestemde registers van de Burgerlijke Stand van Den Haag;

- de ambtenaar van de burgerlijke stand van Den Haag te gelasten een latere vermelding van de beslissing van het Dane County District Court van de State of Wisconsin, Verenigde Staten van Amerika d.d. 17 maart 2016 betreffende de ontkenning vaderschap van [naam echtgenoot draagmoeder] en de gerechtelijke vaststelling van het vaderschap van verzoeker [verzoeker] toe te voegen aan de voornoemde akte;

- de ambtenaar van de Burgerlijke Stand van Den Haag te gelasten een latere vermelding van de genoemde adoptie van [naam kind 1] door verzoekster [verzoekster] aan de daarvoor in aanmerking komende akte toe te voegen;

- de inschrijving te gelasten van de door de bevoegde autoriteiten overeenkomstig de plaatselijke voorschriften in de Verenigde Staten van Amerika opgemaakte geboorteakte van [naam kind 2] in de daartoe bestemde registers van de Burgerlijke Stand van Den Haag,

- de ambtenaar van de Burgerlijke Stand van Den Haag te gelasten een latere vermelding van de beslissing van de betreffende de ontkenning vaderschap van [naam echtgenoot draagmoeder] de gerechtelijke vaststelling van het vaderschap van verzoeker [verzoeker] , toe te voegen aan voornoemde akte;

- de ambtenaar van de Burgerlijke Stand van Den Haag te gelasten een latere vermelding van genoemde adoptie van [naam kind 2] door verzoekster [verzoekster] aan de daarvoor in aanmerking komende akte toe te voegen;

- te verstaan dat na de adoptie verzoekers het gezamenlijk gezag over [naam kind 1] en [naam kind 2] uitoefenen.

3Beoordeling

Rechtsmacht en toepasselijk recht

3.1

Op grond van artikel 3 sub a van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv) is de Nederlandse rechter bevoegd kennis te nemen van het verzoek.

3.2

Nu verzoekers kiezen voor de rechtbank Amsterdam en wensen dat de zaak niet wordt doorverwezen naar de bevoegde rechtbank, acht de rechtbank zich bevoegd kennis te nemen van de verzoeken.

3.3

Op grond van artikel 10:105 lid 1 van het Burgerlijk Wetboek (BW) is Nederlands recht van toepassing op het verzoek.

Adoptie

3.4

Het betreft een adoptieverzoek hier te lande. De artikelen 1:227, 228 en 230 BW zijn op dit verzoek van toepassing.

Gebleken is dat verzoekers bij het realiseren van hun ouderschapswens gebruik hebben gemaakt van een anonieme eiceldonor. Daarom is het volgende van belang:

Zoals door de Staatscommissie Herrijking ouderschap in haar rapport “Kind en ouders in de 21e eeuw” van 7 december 2016 is verwoord, is het voor kinderen van groot belang om te (kunnen) achterhalen uit wie zij zijn geboren, van wie zij genetisch afstammen en onder welke omstandigheden zij zijn ontstaan en geboren. Kinderen hebben hier volgens de Staatscommissie recht op. Een door de Staatscommissie geadviseerde draagmoederschapsregeling die dit recht zal waarborgen ontbreekt op dit moment in Nederland. Niettemin gelden de uitgangspunten die het belang van het kind voorop hebben staan, onverkort.

Op genoemde zitting hebben verzoekers toegelicht waarom en op welke wijze zij voor deze weg hebben gekozen. Daarbij is gebleken dat verzoekers het van belang vinden dat de kinderen in de toekomst de mogelijkheid hebben om informatie te verkrijgen over hun genetische moeder. Deze waarborg is ook opgenomen in de overeenkomst die zij zijn aangegaan met de genetische moeder.

Uit het na de zitting ingekomen stuk van verzoekers blijkt dat de anonieme eiceldonor, haar advocaat en (anonieme) wensouders een overeenkomst hebben gesloten die door donor [donornummer] en haar advocaat is ondertekend. Daaruit blijkt onder meer dat gebruik is gemaakt van het sperma van de wensvader, te weten van verzoeker.

Ook blijkt uit die overeenkomst dat de kinderen vanaf het bereiken van hun 15e verjaardag contact mogen leggen met de donor (donor [donornummer] ), hun genetische moeder, via de betreffende organisatie. De donor stelt ermee in dat indien door de betreffende organisatie op het verzoek van de kinderen met haar contact wordt opgenomen, zij zal overwegen om in te gaan op de wens van de kinderen informatie omtrent het donorschap te geven. De donor houdt evenwel het recht om te beslissen geen nadere informatie kenbaar te maken. Op de zitting hebben verzoekers aangevuld dat de genetische moeder al meerdere eicellen heeft weggegeven en dat gebleken is dat zij al open heeft gestaan voor contacten.

De rechtbank acht zich op grond van genoemde overeenkomst voldoende overtuigd dat verzoeker [verzoeker] de biologische vader is van genoemde tweeling. Daarom is – voor zover hier van belang – een eventueel DNA-onderzoek daarnaar niet nodig.

3.5

De draagmoeder van [naam kind 1] en [naam kind 2] is niet opgeroepen nu zij in de eerder genoemde ‘affidavit’ reeds op voorhand heeft aangegeven dat zij niet betrokken zal worden in de zorg en opvoeding van de kinderen, dat zij toestemming geeft tot de adoptie door verzoekster [verzoekster] van de kinderen en dat zij niet betrokken wenst te worden bij de procedure die daartoe bij de rechtbank te Amsterdam of bij enig ander gerecht zal worden gevoerd.

3.6

De rechtbank is op grond van de inhoud van de overgelegde stukken, in onderling samenhang bezien, waaronder genoemde overeenkomst, van oordeel dat de verzochte adoptie in het kennelijk belang van voornoemde minderjarigen is en op het tijdstip van het verzoek tot adoptie vaststaat en voor de toekomst redelijkerwijs te voorzien is dat de kinderen niets meer van hun draagmoeder en haar echtgenoot in de hoedanigheid van ouder te verwachten hebben.

3.7

Nu ook overigens aan het gestelde in de artikelen 1:227 en 1:228 BW -voor zover in deze zaak van toepassing- is voldaan, zal de rechtbank het verzoek tot adoptie door verzoeker [verzoekster] toewijzen.

3.8

De rechtbank zal de ambtenaar van de burgerlijke stand van de gemeente ’s-Gravenhage gelasten een latere vermelding van de adoptie aan de daarvoor in aanmerking komende akten van de burgerlijke stand toe te voegen.

Familierechtelijke betrekking

3.9

Op grond van artikel 1:229 lid 3 BW blijft de familierechtelijke betrekking tussen de geadopteerde en zijn ouder en diens bloedverwanten bestaan, indien de echtgenoot, geregistreerde partner of andere levensgezel van die ouder het kind adopteert, hetgeen dan ook zal worden opgenomen in de beslissing van de rechtbank.

Geboortegegevens, vermelding vaderschap op aktes

3.10

De rechtbank heeft kennisgenomen van de schriftelijke reactie van de ambtenaar van de burgerlijke stand. De ambtenaar heeft er geen bezwaar tegen dat er een last tot inschrijving van de geboorteaktes op grond van artikel 1:25 BW zal worden gegeven. Nu voldaan is aan de voorwaarden van artikel 10:100 BW wordt de uitspraak van het Dane County District Court van de State of Wisconsin, Verenigde Staten van 17 maart 2016 van rechtswege erkend. Het gevolg hiervan is dat het vaderschap van verzoeker [verzoeker] vaststaat. De verzoeken met betrekking tot het gelasten van de inschrijving van de geboorteaktes en de vermelding van de gerechtelijke vaststelling van het vaderschap zullen dan ook worden toegewezen.

Gezag

3.11

Naar het oordeel van de rechtbank volgt uit de wet dat op het moment dat de adoptie door verzoekster [verzoekster] in kracht van gewijsde is gegaan verzoekers van rechtswege het gezamenlijk ouderlijk gezag over [naam kind 1] en [naam kind 2] uitoefenen. Voor de periode totdat de adoptie kracht van gewijsde zal verkrijgen hebben verzoekers belang bij hun verzoek. De rechtbank zal het verzoek in zoverre dan ook toewijzen.

Het bovenstaande leidt tot de volgende beslissing.

4De beslissingDe rechtbank:

- spreekt uit de adoptie door verzoekster [verzoekster] van de minderjarigen:

[naam kind 1] en [naam kind 2], beiden geboren op [geboortedatum] 2016 te [geboorteplaats] , Verenigde Staten van Amerika;

- gelast de ambtenaar van de burgerlijke stand van de gemeente ’s-Gravenhage een latere vermelding van de adoptie aan de daarvoor in aanmerking komende akten toe te voegen;

- verstaat dat de familierechtelijke betrekking tussen genoemde minderjarigen en verzoeker [verzoeker] in stand blijft;

- gelast de inschrijving van de door de bevoegde autoriteiten overeenkomstig de plaatselijke voorschriften in de Verenigde Staten van Amerika opgemaakte geboorteakten van [naam kind 1] en [naam kind 2] in de daartoe bestemde registers van de burgerlijke stand te ’s-Gravenhage;

- gelast de ambtenaar van de burgerlijke stand van de gemeente ’s-Gravenhage de beslissing van

17 maart 2016 van het Dane County District Court van de State of Wisconsin, Verenigde Staten van Amerika, case no. [zaaknummer kind 1] betreffende de ontkenning van het vaderschap van [naam echtgenoot draagmoeder] en de gerechtelijke vaststelling van het vaderschap van verzoeker [verzoeker] , geboren op [geboortedatum] 1981 te [geboorteplaats] , te verwerken op voornoemde geboorteakte van de minderjarige [naam kind 1] ;

- gelast de ambtenaar van de burgerlijke stand van de gemeente ’s-Gravenhage de beslissing van

17 maart 2016 van het Dane County District Court van de State of Wisconsin, Verenigde Staten van Amerika, case no. [zaaknummer kind 2] betreffende de ontkenning van het vaderschap van [naam echtgenoot draagmoeder] en de gerechtelijke vaststelling van het vaderschap van verzoeker [verzoeker] , geboren op [geboortedatum] 1981 te [geboorteplaats] , te verwerken op voornoemde geboorteakte van de minderjarige [naam kind 2] ;

- bepaalt dat vanaf heden verzoekers gezamenlijk het ouderlijk gezag met betrekking tot voornoemde [naam kind 1] en [naam kind 2] zullen uitoefenen;

- verklaart de beslissing omtrent het gezag uitvoerbaar bij voorraad.

Deze beschikking is gegeven door de rechter mr. L. van der Heijden, tevens kinderrechter, en in het openbaar uitgesproken in tegenwoordigheid van M. Langereis, griffier, op 1 juni 2018. 1

1

Voor zover tegen de beschikking hoger beroep openstaat kan dit via een advocaat worden ingesteld bij het Gerechtshof te Amsterdam (IJdok 20 / Postbus 1312, 1000 BH).Het beroep moet worden ingesteld:- door de verzoeker en degene aan wie een afschrift van de beschikking is verstrekt of verzonden: binnen drie maanden na de dag van de uitspraak;- door andere belanghebbenden: binnen drie maanden na de betekening daarvan of nadat de beschikking hun op andere wijze bekend is geworden.



© Copyright 2009 - 2024 XS2Knowledge b.v. - KVK: 24486465 - Telefoon: 085 744 0 733