Gerechtshof Den Haag 12-07-2017, ECLI:NL:GHDHA:2017:2142

Datum publicatie15-09-2017
Zaaknummer200.212.896/01
ProcedureHoger beroep
ZittingsplaatsDen Haag
RechtsgebiedenCiviel recht; Personen- en familierecht
TrefwoordenFamilieprocesrecht; Eigen rechtsingang minderjarige
Wetsverwijzingen

Inhoudsindicatie

De informele rechtsingang voor een minderjarige (art. 1:253a lid 4 BW juncto art. 1:377g BW) staat niet open inzake geschil tussen ouders over de schoolkeuze, omdat het materieel bezien een geschil tussen de beide gezaghebbende ouders betreft. Het is in deze aan de vader, die zoals ter zitting is gebleken achter de wens van de minderjarige 1 staat, om desgewenst zijn procesverantwoordelijkheid te nemen opdat de rechter het geschil op ouder-niveau kan beoordelen.

Volledige uitspraak


GERECHTSHOF DEN HAAG

Afdeling civiel recht

zaaknummer : 200.212.896/01

rekestnummer rechtbank : FA RK 16-8492

zaaknummer rechtbank : C/09/521423

beschikking van de meervoudige kamer van 12 juli 2017

inzake

[appellant] ,

wonende te [woonplaats] ,

optredend als verzoeker in de hoedanigheid van wettelijk vertegenwoordiger van de minderjarige:

[minderjarige 1] ,

Geboren op [geboortedatum] in [geboorteplaats] ,

hierna te noemen: de vader,

advocaat mr. C.W. de Kruijf-Vermeij te Bodegraven;

Als belanghebbende wordt aangemerkt:

[belanghebbende] ,

Wonende te [woonplaats] ,

Hierna te noemen: de moeder,

Advocaat mr. C.M. Schouten te Den Haag.

In zijn adviserende en/of toetsende taak is in de procedure gekend:

de raad voor de kinderbescherming,

locatie: [vestigingsplaats]

hierna te noemen: de raad.

1Het verloop van het geding in eerste aanleg

Het hof verwijst voor het verloop van het geding in eerste aanleg naar de beschikking van de rechtbank Den Haag van 13 maart 2017, uitgesproken onder voormeld zaaknummer (hierna: de bestreden beschikking). In die beschikking heeft de rechtbank, voor zover in hoger beroep van belang, de moeder vervangende toestemming verleend voor de inschrijving van de minderjarige op het [naam school 1] aan de [adres] in [vestigingsplaats] , dan wel als de minderjarige op die school wordt uitgeloot, op het [naam school 2] aan de [adres] 135 in [vestigingsplaats] . De ouders zijn voorts door de rechtbank naar de Opvoedpoli verwezen, waar zij zich binnen veertien dagen na de datum van de bestreden beschikking hebben moeten melden voor het traject ‘Kinderen uit de Knel’.

2Het geding in hoger beroep

2.1

De vader is, namens de minderjarige, op 29 maart 2017 in hoger beroep gekomen van de bestreden beschikking.

2.2

De moeder heeft op 31 mei 2017 een verweerschrift ingediend.

2.3

Bij het hof zijn nog de volgende stukken ingekomen:

van de zijde van de vader:

- op 12 april 2017 een V-formulier van 11 april 2017, met bijlagen;

van de zijde van de raad:

- op 1 mei 2017 een brief van 24 april 2017, waarin de raad schrijft niet ter zitting aanwezig te zullen zijn.

2.4.

De meervoudige kamer heeft voorafgaand aan de zitting met de minderjarige gesproken.

2.5

De mondelinge behandeling heeft op 28 juni 2017 plaatsgevonden. Verschenen zijn:

- de vader, zonder zijn advocaat;

- de moeder, bijgestaan door haar advocaat.

2.6

De advocaat van de moeder heeft ter zitting een pleitnotitie overgelegd.

3De feiten

Het hof gaat uit van de door de rechtbank vastgestelde feiten voor zover daartegen in hoger beroep niet is opgekomen. Onder meer staat het volgende vast:

- partijen zijn gehuwd geweest van [datum] tot [datum] ;

- uit dit huwelijk zijn de volgende minderjarigen geboren:

- [minderjarige 1] , geboren op [geboortedatum] in [geboorteplaats] ,

- [minderjarige 2] , geboren op [geboortedatum] in [geboorteplaats] ;

- de ouders oefenen het gezamenlijk gezag over de minderjarigen uit;

- in het ouderschapsplan van 10 juni 2010 zijn de ouders overeengekomen dat de minderjarigen hun hoofdverblijfplaats bij de moeder hebben.

4De omvang van het geschil

4.1

In geschil is de inschrijving van de minderjarige op de middelbare school.

4.2

De vader verzoekt, namens de minderjarige en uitvoerbaar bij voorraad, de bestreden beschikking te vernietigen en alsnog plaatsvervangende toestemming te verlenen die de toestemming van de moeder vervangt, voor de inschrijving van de minderjarige op het [naam school 3] in [vestigingsplaats] .

4.3

De moeder verzoekt primair om de minderjarige niet-ontvankelijk te verklaren in het hoger beroep, subsidiair verzoekt zij het beroep ongegrond te verklaren, dan wel de verzoeken af te wijzen.

5De motivering van de beslissing

5.1

Volgens de vader kan de minderjarige zich niet met de bestreden beschikking verenigen. Zij heeft haar vader daarom gevraagd om namens haar hoger beroep in te stellen. De vader stelt allereerst dat de minderjarige – in tegenstelling tot wat in de bestreden beschikking staat – wel degelijk op eigen initiatief een brief naar de rechtbank heeft geschreven. Door middel van gesprekken met een kindercoach heeft zij aan haar zelfvertrouwen kunnen werken en een brief aan de moeder kunnen schrijven om haar schoolkeuze duidelijk te maken. De overweging van de rechtbank dat er voor de minderjarige sprake is van een ingewikkelde gezinssituatie, is naar de mening van de vader een (ongegronde) aanname. De kinderrechter heeft dit volgens hem niet uit een gedingstuk kunnen halen en hij heeft ook niet met [minderjarige 1] of haar zusje over de gezinssituatie gesproken. De vader stelt dat de onderhavige procedure daarbij ook niet op die vragen ziet in welke plaats en bij welke ouder het zwaartepunt van de opvoeding ligt en in de toekomst zal liggen, zoals de rechtbank in de bestreden beschikking overweegt, maar op de wens van de minderjarige om vanaf komend schooljaar onderwijs op de topmavo van de [naam school 3] in [vestigingsplaats] te volgen. De rechtbank gaat volgens de vader voorbij aan de relevante feiten en omstandigheden, door te overwegen dat niet is gebleken dat één van de voorgestelde scholen ongeschikt of juist meer geschikt is voor de minderjarige. Allereerst zal, zo stelt de vader, de overgang naar het voortgezet onderwijs voor de minderjarige soepeler verlopen als zij naar de [naam school 3] gaat. Net als haar huidige basisschool is dit een christelijke school en wordt er de traditionele onderwijsmethode gehanteerd. Dit geldt niet voor de andere voorgestelde scholen. Bovendien hebben die scholen geen predicaat ‘excellente school’, wat de [naam school 3] wel heeft. Omdat geen van de vriendinnen op haar huidige basisschool in [woonplaats] hetzelfde schooladvies als de minderjarige (VMBOtl) heeft, maar een deel van haar voetbalvriendinnen wel, zal zij alleen bij de [naam school 3] in de klas kunnen komen bij vriendinnen. De vader vreest dat zij bij inschrijving op een middelbare school in [woonplaats] in een isolement terechtkomt. Ook de meer dorpse sfeer en het kleinschaliger onderwijs van de [naam school 3] zijn volgens de vader meer geschikt voor de minderjarige. Bovendien kan zij alleen op deze school de door haar gewenste talentklas ‘culinair’ volgen, tijdens haar normale lesuren. Omdat de vader de minderjarige en haar zusje naar hun moeder wil brengen, is het voor de minderjarige mogelijk nog net zoveel tijd als nu met haar beide ouders door te brengen. Voorts stelt de vader dat juist wanneer de minderjarige onderwijs in [vestigingsplaats] volgt, zij minder reistijd heeft en er dus minder belemmeringen zijn voor het contact met één van haar ouders. Ook kan zij dan nog blijven voetballen. Wanneer zij naar één van de [vestigingsplaats] middelbare scholen gaat, moet zij hiermee stoppen.

5.2

Primair beroept de moeder zich op niet-ontvankelijkheid van de vader in dit hoger beroep. Hoger beroep tegen beslissingen uit de informele rechtsingang is niet mogelijke waar het gaat over vervangende toestemming voor de inschrijving van de minderjarige op een middelbare school. Ook meent de moeder – zo begrijpt het hof – dat de minderjarige niet vertegenwoordigd kan (of mag) worden door dezelfde advocaat die de vader al jaren bijstaat in procedures tegen de moeder. Volgens de moeder had de minderjarige alleen met bijstand van een bijzonder curator in hoger beroep kunnen komen tegen de bestreden beschikking. De moeder betwist met haar subsidiaire verweer de inhoudelijke stellingen van de vader. Volgens de moeder heeft de minderjarige de brief aan de rechter niet zelf geschreven, maar heeft zij dit met behulp van [naam] gedaan. De moeder was op de hoogte van de gesprekken die de minderjarige met de kindercoach voerde, maar wist niet dat deze gesprekken ook over de schoolkeuze zouden gaan. Zij heeft het idee dat de kindercoach door de vader is beïnvloed. Zo zijn er e-mailwisselingen tussen hen geweest zonder dat de moeder hiervan op de hoogte was. Omdat zij op deze manier is buitengesloten, is de moeder van mening dat de band tussen de minderjarige en haar op de proef is gesteld. De vader onderbouwt volgens de moeder niet waarom het onderwijsklimaat of de gehanteerde lesmethode van de [naam school 3] beter zou aansluiten bij de minderjarige en waarom de dorpse sfeer beter bij haar zou passen. Het meest recente schooladvies voor de minderjarige is volgens de moeder daarnaast geen VMBOtl, maar HAVO. Over de talentklas ‘culinair’ stelt de moeder dat het [naam school 1] een talentklas ‘theater’ kent. Deze talentklas sprak de minderjarige eveneens erg aan. Volgens de moeder heeft de rechtbank terecht overwogen dat, wanneer alle scholen even geschikt lijken, de reistijd doorslaggevend hoort te zijn. Het [naam school 1] is slechts vijf minuten lopen, maar naar het [naam school 3] zou de minderjarige 45 minuten moeten fietsen of met het openbaar vervoer moeten reizen. Volgens de moeder brengt de reistijd vanaf de middelbare school in [vestigingsplaats] ook geen aanzienlijke vermindering in het contact tussen de minderjarige en haar vader teweeg.

5.3

Het hof overweegt dat de rechtbank het verzoek van [minderjarige 1] heeft aangemerkt en behandeld als een verzoek dat is ingediend met gebruikmaking van de mogelijkheid daartoe als bedoeld in artikel 1:253a, lid 4 BW juncto 1:377g BW (de informele rechtsingang). De rechtbank heeft daarbij de wens van de minderjarige op dusdanige wijze uitgelegd, dat haar verzoek is omgezet in een wens van de beide ouders om één van hen vervangende toestemming voor de inschrijving van [minderjarige 1] op een middelbare school te verlenen. Het hof overweegt hierover dat slechts in een aantal gevallen die expliciet in de wet worden genoemd, een minderjarige zich zonder tussenkomst van zijn wettelijk vertegenwoordiger rechtstreeks tot de rechter kan wenden. Naar het oordeel van het hof staat de informele rechtsingang niet open voor een geschil tussen de ouders van [minderjarige 1] over haar schoolkeuze. Het verzoek van de minderjarige in het kader van de informele rechtsingang kan dan ook niet leiden tot het verlenen van vervangende toestemming aan één van de ouders. Het verzoek van de minderjarige in appel dient om die reden niet ontvankelijk te worden verklaard.

5.4

Op grond van artikel 1:253a BW lid 1 kunnen geschillen omtrent de gezamenlijke uitoefening van het ouderlijk gezag aan de rechter worden voorgelegd. De gezamenlijke gezagsuitoefening van partijen brengt mee dat één van de ouders voor de inschrijving bij een school toestemming van de andere ouder nodig heeft. Als de ouders het hierover niet eens worden, kan de rechter een zodanige beslissing nemen als hem in het belang van de minderjarige wenselijk voorkomt. In artikel 1:377g BW is daarnaast bepaald dat de rechter, indien blijkt dat de minderjarige van twaalf jaar of ouder hierop prijs stelt, ambtshalve een beslissing kan geven op de voet van de artikelen 1:377a BW (omgangsregeling) of 1:377b BW (informatie en consultatie), dan wel een zodanige beslissing op de voet van artikel 1:377e BW (wijziging omgangsregeling) kan wijzigen. In dit artikel is ook bepaald dat hetzelfde geldt als de minderjarige de leeftijd van twaalf jaar nog niet heeft bereikt, maar in staat kan worden geacht tot een redelijke waardering van zijn belangen ter zake. Artikel 1:253a, lid 4 BW verklaart. 1:377e en 1:377g BW van overeenkomstige toepassing. Daar waar in die bepalingen wordt gesproken over omgang of een omgangsregeling, moet in plaats daarvan worden gelezen: een verdeling van zorg- en opvoedingstaken. Het hof overweegt dat het onderhavige verzoek van de minderjarige – een (ambtshalve) beslissing over de inschrijving op een middelbare school – niet onder de reikwijdte van de informele rechtsingang valt, omdat het materieel bezien een geschil tussen de beide gezaghebbende ouders betreft. De informele rechtsingang is niet gecreëerd om een (ambtshalve) beslissing te nemen ten aanzien van dergelijke geschillen en kan ook niet op die wijze worden uitgelegd. Het hof overweegt dat het bovendien niet in het belang van de minderjarige is om zo tussen haar ouders in te staan. Het hof zal om die reden de bestreden beschikking vernietigen en [minderjarige 1] in haar (inleidend) verzoek niet-ontvankelijk verklaren. Dit betekent dat er in deze procedure geen beslissing is en wordt genomen over het verlenen van vervangende toestemming aan één van de ouders voor de inschrijving van de minderjarige op een middelbare school.

5.5

Ten overvloede overweegt het hof dat [minderjarige 1] stellig lijkt in haar wens om naar de [naam school 3] te gaan. Zij heeft haar keuze duidelijk en weloverwogen onderbouwd en op heldere wijze onder woorden gebracht waarom zij zich op die school denkt het prettigst te voelen. Het is in deze aan de vader, die zoals ter zitting is gebleken achter de wens van [minderjarige 1] staat, om desgewenst zijn procesverantwoordelijkheid te nemen opdat de rechter het geschil op ouder-niveau kan beoordelen.

5.6

Dit leidt tot de volgende beslissing.

6De beslissing

Het hof:

vernietigt de bestreden beschikking ten aanzien van de aan de moeder verleende vervangende toestemming;

verklaart de minderjarige in haar inleidende verzoek (alsnog) niet-ontvankelijk.

Deze beschikking is gegeven door mrs. A.E. Sutorius – Van Hees, D. Wachter en N.P.C. van Wijk, bijgestaan door mr. R.R. Warmerdam als griffier, en is op 12 juli 2017 uitgesproken in het openbaar in tegenwoordigheid van de griffier.



© Copyright 2009 - 2024 XS2Knowledge b.v. - KVK: 24486465 - Telefoon: 085 744 0 733